De Frédéric Bastiat Stichting wil klassiek liberalisme doen herleven, maar stuit op de grote liefde van Nederlanders voor de overheid
De Frédéric Bastiat Stichting wil klassiek liberalisme doen herleven, maar stuit op de grote liefde van Nederlanders voor de overheid
Hoewel de Amerikanen in veler ogen nog altijd een oppervlakkig volk zijn, staat het debat in de Verenigde Staten – relatief – op een hoog niveau. Een niet geringe bijdrage aan de publieke discussie leveren de talrijke particuliere denktanks. Zo hebben Ronald Reagan en vader en zoon Bush zich niet onderscheiden door grote intellectuele vermogens, maar ze werden geestelijk gevoed door wetenschappelijke instituten die een (neo)conservatief heilsplan ontwierpen.
In Nederland wordt de denkkracht haast per definitie gesubsidieerd. De officiële adviesorganen, zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, worden van overheidswege betaald, en de denktanks van de politieke partijen blijven op de been dankzij gemeenschapsgeld. Daarom was de oprichting van de Burke Stichting vier jaar geleden zo’n verfrissend initiatief. Dit conservatieve instituut pikt niet uit de staatsruif, maar heeft particuliere financiers.
Vorig jaar kreeg dit initiatief navolging. De jonge jurist René van Wissen, die aan de wieg had gestaan van de Burke Stichting, bekeerde zich tot het klassieke liberalisme en richtte de Frédéric Bastiat Stichting op. Dat dit instituut geen subsidie krijgt en wenst, ligt voor de hand. Het terugdringen van de rol van de overheid is namelijk een van de voornaamste doelstellingen van de klassieke liberalen. De staat is in hun ogen de bron van veel onrecht en ellende.
De naam van de stichting zal weinig bellen doen rinkelen. Hoeveel Nederlanders hebben ooit van Bastiat gehoord? De onwetende weetgierigen kunnen hun voordeel doen met het pas verschenen Marktmeesters, een bundel van de Teldersstichting met portretten van vooraanstaande liberale economen. Bastiat (1801-1850) komt in dit boek – vanzelfsprekend – aan bod, want de Franse econoom en schrijver maakte naam als pionier van het vrijemarktkapitalisme. Vooral zijn pleidooien voor vrijhandel waren uiterst scherp.
Om de dwaasheid van de protectionisten aan de kaak te stellen, riep Bastiat ooit in een petitie de leden van het parlement op om alle openingen te sluiten waardoor licht de huizen binnenkwam. De gratis zon zorgde er immers voor dat de makers van kaarsen in Frankrijk veel aan inkomsten verloren. Wat de auteur met deze ironische oproep wilde aantonen, is dat het onzinnig is je af te sluiten van de buitenwereld om de eigen industrie te beschermen. Je kunt door hoge importtarieven op te werpen voor sinaasappelen uit Portugal wel de eigen fruittelers helpen, maar daarmee dupeer je alle consumenten die goede waar voor zo’n laag mogelijke prijs willen.
Bastiat zag dat de overheid vaak een obstakel vormt voor welvaart en vrijheid. En dat is ook de visie van de naar hem genoemde stichting. De klassieke liberalen, die zich ook wel libertariërs noemen, menen dat de betrekkingen tussen mensen zich zoveel mogelijk zouden moeten kenmerken door afwezigheid van dwang. En de grootste dwingeland is de staat, die de heilzame werking van de vrije markt verstoort en door middel van belastingheffing burgers in feite hun geld afpikt.
Deze beredeneerde afkeer van de staat slaat aan in bepaalde kringen in de Verenigde Staten, waar de libertarische stroming goed ontwikkeld is. Maar in Nederland valt deze benadering op heel onvruchtbare bodem. Hier wordt het betrekkelijk normaal geacht dat de overheid enorme bedragen van de burger afneemt en herverdeelt. Hier zijn ook zelden principiële bezwaren geuit tegen de dienstplicht, hoewel het een duidelijke vorm van dwangarbeid betrof. Zelfs de liberalen van de VVD hebben altijd een tamelijk grote liefde voor de staat gekoesterd. Het komt niet bij ze op om veel beleid af te schaffen en de markt vrijelijk te laten functioneren.
De Nederlander is al lang gewend zich bij elk probleem tot de overheid te wenden. Gezien dit historisch gegroeide etatisme ligt een snelle opmars van de klassieke liberalen allesbehalve voor de hand. De Libertarische Partij haalt bij verkiezingen dan ook maar een handjevol stemmen.
Dat de klassiek-liberale invloed beperkt blijft, is misschien maar goed ook. Een staatloze samenleving oogt niet echt als een realistisch of aanlokkelijk perspectief. Maar als de Bastiat Stichting een rol in het publieke debat zou gaan spelen en de voorstanders van overheidsbemoeienis zou kunnen dwingen hun voorkeuren te beargumenteren, zou dat winst zijn. In een open, vrije, volwassen samenleving dient ingrijpen van de staat eerder uitzondering dan regel te zijn.
Dit artikel verscheen eerder (24-07-2004) in het weekblad Elsevier.
René van Wissen en Sander Boon hebben als reactie op dit artikel een ingezonden brief naar Elsevier gestuurd, om een kleine correctie aan te brengen op het artikel van Van der List. Onderstaande brief is verschenen in Elsevier van 7 augustus 2004…
Graag willen wij reageren op het overigens prima artikel van Gerry van der List ‘Weg met de staat’. Van der List geeft heel goed aan wat het doel is van de Frédéric Bastiat Stichting. We willen echter één correctie aanbrengen. Aan het einde zegt Van der List namelijk dat het misschien maar goed is dat de klassiek-liberalen weinig invloed hebben omdat een staatloze samenleving geen realistisch en ook geen aanlokkelijk perspectief is. Onze Stichting pleit echter niet voor een staatloze samenleving, maar voor een overheid die zich beperkt tot de uitvoering van de kerntaken van politie, defensie en justitie, oftewel voor een nachtwakersstaat. Wel is het zo dat wij ook onderzoeken of een staatloze samenleving mogelijk en wenselijk is. We sluiten ons verder geheel aan bij de conclusie van Van der List: het debat in Nederland zou gebaat zijn bij een open discussie over de al dan niet nadelige gevolgen van veel overheidsingrijpen.
Namens het bestuur van de Frédéric Bastiat Stichting,
René van Wissen
Sander Boon
Dit artikel verscheen eerder op: |