Een praktijktoets voor het libertarisme.
Beschouwing door Arjen De Neve

Libertariërs, klassiek liberalen, anarcho-kapitalisten, objectivisten, minarchisten,… kortom eenieder die zijn filosofische en politieke overtuigingen in hoofdzaak baseert op het principe van de maximalisatie van de individuele vrijheid en van daaruit een diepgeworteld wantrouwen tegen het ‘gezag’ ervaart en propageert, wordt met de regelmaat van de klok geconfronteerd met hoongelach, ongeloof en ‘end of story’-gemeenplaatsen, waarmee zijn triomfalistische tegenstrever iedere discussie over de issues waar hij belang aan hecht naar de prullenmand verwijst. Jouw systeem werkt niet. Het kan niet werken, want de mens is per definitie slecht (ze vergeten dan wel even dat ze zelf onder het concept mens gecatalogeerd zijn). Je bent een idealist, maar wel een simplistische. Onze maatschappij is te complex om zomaar aan het vrije initiatief van een ontelbaar aantal individuen over te laten, individuen die bovendien allemaal in min of meerdere mate egoïstisch en/of irrationeel zijn. Een dergelijke complexe maatschappij heeft een leiding nodig. Het hoeft misschien niet een betuttelende overheid te zijn (behalve wanneer het mijn job betreft, denken ze er dan onwillekeurig, en in het beste geval onbewust bij), maar zonder overheid… no way! Geef me één voorbeeld waar zo’n systeem werkt, eentje maar!

Welnu, vrienden, verheug u allen: we hebben er een! Somalië bestaat al 15 jaar zonder centraal gezag. Maar laat mij meteen uw illusie wegnemen. Het honen zal er niet minder om worden. Het blijft voorlopig vechten tegen windmolens. Verwacht alvast deze twee nieuwe tegenwerpsels: het systeem werkt niet perfect en het werkt niet hier. Dat het niet perfect werkt mag duidelijk wezen, maar waarom dan kiezen voor democratie? Of erger nog, voor het systeem van Fidel of Kim? Ook die systemen werken verre van perfect. Perfectie is nu eenmaal niet van deze wereld. Het tweede bezwaar is wat lastiger. De Somaliërs leven in clans en dat is een maatschappelijke organisatie die wij nauwelijks begrijpen en waar we dus bang van zijn. Ze zijn ook in hun ontwikkeling nog niet voorbij het agrarische stadium geraakt en, zo denkt de pragmaticus, daarom is hun leven minder complex. Hun systeem mag dan ook wat ‘primitiever’ zijn. En bovenal zal de scepticus je de oorlog voorspiegelen. Somalië staat bijvoorbeeld op de VN-lijst van landen met interne vluchtelingen. De media doen niets dan berichten over geweldplegingen de wereld insturen.

Natuurlijk zal niemand ontkennen dat het erg moeilijk is om een staatkundig ordeningssysteem, dat maatschappelijk geworteld is via een veelheid van culturele en economische verbindingen, zomaar van een land naar een ander te kopiëren, laat staan van het ene continent naar het andere. Wij, kolonialisten zouden dat meer dan wie ook moeten beseffen. Want ook het tweede bezwaar kan als een boemerang naar de rechtgeaarde democraat terugkeren. Als het Somalische systeem niet voor ons geschikt is, waarom zouden wij dan de verwaandheid mogen hebben om ons systeem aan hen op te dringen? Waarom boycotten wij met de door ons gedomineerde internationale instellingen dit land louter omdat we er geen centraal gezag vinden waarmee we diplomatieke relaties wensen aan te knopen zoals wij dat willen? Waarom steunen wij niet dit land in zijn streven naar perfectie in haar eigen staatshuishouding? Het antwoord is duidelijk: angst. De centrale-gezagaanbidders – en dat is de verzameling van de gezaghebbers zelf, al degenen die voornamelijk uit hun hand eten, en zij die onvoldoende verbeeldingskracht hebben om in te zien dat het wel degelijk anders kan – schermen voor het behoud van hun systeem, en dan vooral voor de positie of baan die ze binnen dat systeem hebben, omdat het systeem alleen kan blijven bestaan bij de gratie van wijdverspreide illusie dat er geen beter systeem bestaat. In een tijdperk waarin het falen van de democratie, op de meest gruwelijke wijze ooit, duidelijk werd, zei Winston Churchil het al: “It has been said that democracy is the worst form of government except all the others that have been tried.” Vandaag kan deze uitspraak worden weerlegd: de Somaliërs proberen er eentje uit en het ziet er naar uit dat zij een form of government hebben gevonden die beter is dan democratie: no government!

Dit is althans het gevoel dat men krijgt wanneer men met open vizier het boek van Michiel Van Notten leest. In wat volgt wil ik een samenvatting geven van de theoretische en praktische beschouwingen die deze auteur heeft gegeven.

Natuurrecht
Michiel van Notten begint zijn boek met een methodologisch hoofdstuk waarin hij een beknopte rechtstheoretische terminologieafbakening voorstelt. En hij begint natuurlijk met het concept ‘recht’ waarvan hij vier verschillende betekenissen onderscheidt:
1. het recht dat is uitgevaardigd door de overheid (wetgeving)
2. het recht dat spontaan ontstaat (gewoonterecht)
3. het recht dat voortvloeit uit de overeenkomsten die mensen sluiten (contract¬recht)
4. de natuurlijke orde die er onder mensen bestaat en die hen toelaat om vredevol en efficiënt samen te leven (natuurrecht).

De belangrijkste, meest fundamentele van de vier is vanzelfsprekend het natuurrecht. De wereld van de mens bestaat uit een oneindig aantal individuen, eenieder tot handelen in staat. De natuurlijke orde wordt bepaald door de beschrijving van de grenzen die aan die individuen worden gesteld ten opzichte van de andere wat betreft zijn handelingen. Rechtvaardig handelen wordt gedefinieerd als het respecteren van deze grenzen. Dit wil zeggen dat mensen rechtvaardig handelen wanneer zij zich ervan weerhouden andere personen te behandelen als iets anders dan een persoon of als een andere persoon dan zij zijn, en van het behandelen van wat toebehoort aan een andere persoon alsof het aan iemand anders zou toebehoren. De kernrechten van het natuurrecht kunnen hieruit worden afgeleid: leven, vrijheid en eigendom.

Om een goed begrip van het recht van de Somaliërs mogelijk te maken, geeft de auteur ook uitvoerig toelichting bij het gewoonterecht. Dit is recht dat op spontane wijze ontstaat, zonder dat het voortvloeit uit een handeling van een al dan niet legitiem centraal gezag. Het gewoonterecht bestaat vooral in landen waar het centraal gezag ontbreekt, hoewel niet uitsluitend. In landen met centraal gezag wordt het gewoonterecht gehandhaafd door dat gezag, uiteraard voor zover het niet strijdt met de eigen wetgeving. In landen zonder centraal gezag zijn zowel rechtsvorming als rechtshandhaving gewoonterechtelijk van aard, d.w.z. spontaan en zonder initiatief, controle of dwang van bovenaf.

De ervaring van de Somaliërs
In wat volgt geeft Michiel Van Notten een hoogst interessante en diepgaande beschrijving van het rechtsstelsel dat de Somaliërs voor zichzelf hebben uitgebouwd en van de algemene ingesteldheid van de Somalische bevolking ten aanzien van de fundamentele vraagstukken die dat stelsel raken. Die ingesteldheid is gekenmerkt door een hoge mate van eigendunk (ik gebruik dit woord uitdrukkelijk zonder enige pejoratieve connotatie), oprechtheid en onafhankelijkheid. Deze drie kenmerken zorgen ervoor dat het Somalische volk zichzelf een rechtstelsel heeft geschapen dat wars is van iedere zweem van totalitarisme.

In het boek wordt het rechtstelsel beschreven, niet alleen in zijn grote lijnen en kenmerken, maar zelfs in detail aan de hand van case law. Niet alleen de rechtsregels zelf en de wijze waarop zij spontaan tot stand komen, maar ook de manier waarop recht wordt gesproken, de verhouding tussen het recht van de Somaliërs en dat van anderen, en de verhoudingen tussen moraal en recht, tussen politiek en recht en tussen economie en recht komen uitvoerig aan bod. En de conclusie die de auteur trekt is dat het systeem erg sterk aanleunt bij de aan het begin van deze uiteenzetting genoemde stromingen.
Sterkten en zwakten

Zonder het uitvoerige werk van de auteur helemaal te willen overdoen, denk ik dat het nuttig is voor het vrijheidsdenken in de wereld en voor de bewegingen die ervoor ijveren deze denkbeelden ook in praktijk om te zetten, om de sterkten en zwakten van het Somalische systeem, die Michiel Van Notten in zijn studie synthetiseerde, kort weer te geven.

De sterkten van het recht van de Somaliërs zijn de volgende:

1. IMMUNITEIT VOOR POLITIEK MANIPULATIE – Net als de taal is het recht van de Somaliërs een systeem dat niemand specifiek toebehoort en door niemand echt gecontroleerd wordt. Iedereen is vrij er gebruik van te maken en via dit gebruik het recht te vormen of te hervormen.

2. VOORKOMT POLITIEK GEZAG – De Somaliërs erkennen de gevaren van politiek gezag. Daarom is er geen gevestigde politionele macht of leger. Politiemensen zijn vrijwilligers. Rechters hebben geen monopolie. Het recht wordt niet gevormd door sommigen en opgelegd aan anderen, maar ontstaat geleidelijk en op vrijwillige basis door de erkenning van gewoonterechtelijke regels. Boetes in strikte zin bestaan niet, plegers van misdrijven worden via compensatoire maatregelen gesanctioneerd. Iedereen is vrij zijn clan te verlaten.

3. STERKE NATUURRECHTELIJKE INSLAG – De rechtsregels zijn grotendeels consistent met de basisrechten die het natuurrecht vormen. En dit is een sterkte omdat de natuurrechtelijke regels objectief en universeel zijn en niet ingegeven door deze of gene heerser of de groep waartoe hij behoort of die zijn positie steunt.

4. ONTWIKKELT ZICH IN HARMONIE MET DE MAATSCHAPPELIJKE WAARDEN – De rechtbanken passen alleen de regels toe die daadwerkelijk in de gemeenschap worden gevolgd en daarom is het recht altijd in harmonie met de waarden van die gemeenschap. Een rechter die een slecht vonnis velt zal de volgende keer niet als rechter gekozen worden.

5. WERKT SNEL – De rechtbanken komen snel tot een veroordeling van misdadigers. Dit is een gevolg van het recht op vergelding dat kan worden uitgeoefend wanneer het vonnis op zich laat wachten. De aangesteld rechters komen vaak snel tot een akkoord, omdat het beroep op een derde door beide als een blaam wordt ervaren. De vergeldingssanctie tussen de families zorgen er ook voor dat misdadigers meestal door hun eigen familie worden gearresteerd. Ook heeft elke Somaliër verplicht een vaste rechter, zodat er vrij snel tot een samenstelling van een hof kan worden overgegaan.

6. GOEDE PREVENTIE VAN MISDRIJVEN – De vaste rechter kent zijn cliënt goed en kan snel interveniëren wanneer deze dreigt in een conflict terecht te komen.

7. KOST WEINIG – Rechters oefenen hun taak meestal uit in bijberoep. Hetzelfde geldt voor politiemensen. Er hoeven voor de instandhouding van het gerechtelijk apparaat geen economisch destructieve belastingen te worden geheven.

8. GENIET GROOT RESPECT BIJ DE SOMALIËRS – Respect voor het recht is niet alleen eigen aan de Somalische ingesteldheid, het wordt er ook met de paplepel ingevoerd.

9. RESISTENT TEGEN BUITENLANDSE INVLOEDEN – De verschillend pogingen die in het verleden en nu werden ondernomen om het gewoonterecht uit te schakelen zijn vooralsnog mislukt.

10. NADRUK OP RESTITUTIE OF COMPENSATIE EERDER DAN BE-STRAFFING – Het Somalische recht is sterk gehecht aan het schadebegrip. Opsluiting of boetes behoren niet tot het sanctierecht. De vernedering wordt overgelaten aan de eigen familie van de delinquent. Dit getuigt van een grote wijsheid. Het bestraffen is nooit een vermindering van het aangedane leed, wel in tegendeel. Er bestaat geen stelsel van correctionele instelling en derhalve ook geen enkele behoefte om een dergelijk geldverslindend apparaat te financieren.

11. VERSTOORT NAUWELIJKS DE VRIJE MARKT – Elke Somaliër is vrij om te handelen naar zijn keuze binnen de grenzen van het recht. Er bestaan geen vergunningen of reguleringen.

De zwakten van het Somalische rechtstelsel kunnen als volgt worden samengevat:

1. REM OP INVESTEREN EN SPAREN – Somaliërs moeten hun winsten delen met de uitgebreide familie. En er is grote sociale druk om daarbij meer te geven aan de meest behoeftige. Het aanrekenen van interest is verboden.

2. VERBOD OP VERKOOP VAN LAND BUITEN DE CLAN – Omdat het clansysteem er een is van interne solidariteit en verzekering (onder meer voor de vergoeding van schade veroorzaakt aan derden), verbiedt het gewoonterecht het vervreemden van gronden aan buitenstaanders. Zij zijn immers niet aan dezelfde solidariteit onderworpen.

3. GEBREKKIGE BESCHERMING VAN DE VROUW – Gedwongen huwelijken, besnijdenis en in het algemeen een ondergeschiktheid van de vrouw zijn wantoestanden die het Somalische gewoonterecht nog niet heeft kunnen uitbannen.

4. FOUTE ALLOCATIE VAN SCHADEVERGOEDINGEN – De slachtoffers van een misdrijf die een vergoeding krijgen zijn verplicht deze met de familie te delen. Dit maakt deel uit van de verzekeringslogica die onder het gewoonterecht in stand gehouden wordt. Dit is fundamenteel in strijd met het natuurrecht.

5. INEFFICIËNTE FRAUDEBESTRIJDING – Het afhandig maken van iemand zijn geld wordt nauwelijks bestraft omdat de rechters het meestal als ‘overtollig’ vermogen aanzien.

6. NEGEERT SLACHTOFFERS DIE NIET ONMIDDELLIJK HET RECHT INROEPEN – Een vreemd fenomeen is dat een slachtoffer nagenoeg ogenblikkelijk om gerechtigheid moet roepen, of voor altijd moet zwijgen.

7. BELEDIGING STRAFBAAR – In sommige gevallen worden beledigingen of valsheden strafbaar gesteld. Dit strijdt met de vrijheid van meningsuiting, een van de meest fundamentele natuurrechten.

8. ONTBREKEN VAN UITLEVERINGSVERDRAGEN – Misdadigers kunnen hun straf gemakkelijk ontlopen door het land uit te vluchten. En uitleveringen aan het buitenland van eigen clanleden aan buitenlandse autoriteiten is een soort ‘staatsverraad’.

9. HET INDIVIDU IS TE VEEL GEVANGENE VAN ZIJN CLAN – Hoewel het individu vrij is om de clan te verlaten en aan te sluiten bij een andere clan, of een nieuwe te stichten, is dat in de praktijk allesbehalve evident. Dat heeft voornamelijk te maken met het solidariteits- en verzekeringssysteem. De Somaliër die zijn clan verlaat verliest de vruchten van zijn arbeid die hij met de clan heeft moeten delen.

10. WEINIG BESCHERMING VOOR BUITENLANDERS – Buitenlanders zijn rechteloos, tenzij zij onder de bescherming staan van een clan. Dit is uiteraard een flinke rem op de internationale relaties en vooral de buitenlandse investeringen.

11. ONTBREKEN VAN RECHTSMETHODOLOGISCHE BRONNEN – De verzameling, studie en publicatie van de gewoonterechtelijke regels en vonnissen gebeurt vooralsnog niet op systematische wijze. Dit versterkt het idee dat er geen recht zou bestaan in het land.
Somalië vandaag en morgen

Michiel Van Notten heeft zich niet beperkt tot het beschrijven en evalueren van het recht van de Somaliërs. Hij heeft ook een aantal richtlijnen gegeven over hoe en in welke richting het recht zou moeten evolueren. Hij werd daarin voor een concrete uitwerking van voorstellen bijgestaan door editor Spencer Heath MacCallum. Een sleutelrol voor de verdere ontwikkeling van het land en zijn recht is weggelegd in de vestiging van vrijhandelszones. Met een grote dosis aan visionair vermogen, beschrijven de auteurs hoe het stichten van een nieuwe clan en de uitbouw van een freeport het land tot voorbeeld kan dienen en het systeem van binnenuit kan helpen om zich van zijn zwakten te ontdoen. Het ergste wat het land eigenlijk kan overkomen is de gedwongen installatie van een democratisch centraal gezag.
Een vraag die mij sterk bezig hield is waarom de perceptie van de wereld over het Somalische systeem zo anders is dan wat blijkt uit het verhaal van deze man, die tenslotte 12 jaar als inwoner en ingetrouwd clanlid een bevoorrechte getuige was.

De meeste commentatoren omschrijven het huidige Somalië als rechteloos en chaotisch. Maar die omschrijving is onzinnig. De meeste Somaliërs schikken zich naar hun gewoonterecht en respecteren de uitspraken van hun gerechtshoven. Wanorde is er alleen in die paar gebieden waar de politiekers van de ter ziele gegane Republiek Somalië, meestal de “krijgsheren” genoemd, nog steeds proberen hun wil op te dringen.
Wat de commentatoren niet zien is dat de traditionele Somalische maatschappij min of meer georganiseerd is zoals het internet. Net zoals dat communicatiesysteem heeft het Somalische systeem voor het handhaven van het recht geen kop of staart. Haar bestuurlijk systeem heeft geen uitvoerende macht en geen wetgever. Het functioneert zonder een minister van justitie of opperste gerecht, en niettemin wordt er recht in geschapen en gesproken. Vele buitenstaanders begrijpen niet hoe dit werkt. Omdat zij niemand zien die bezig is met wetten maken en de naleving ervan af te dwingen, denken zij meteen dat er geen recht heerst. Vervolgens stellen zij voor om onder de Somaliërs een democratie te vestigen. Maar daarbij gaan zij voorbij aan de vaststelling dat democratie onverenigbaar is met het egalitaire karakter van de Somalische samenleving. De Somaliërs verzetten er zich heftig tegen om te worden opgedeeld in twee politieke groepen, zij die heersen en zij die beheerst worden. En dat is precies wat democratie doet.”

Het antwoord op de vraag naar het waarom van deze verkeerde perceptie ligt mijns inziens in het steeds verder indoctrineren van onze geesten met wat men tegenwoordig eufemistisch ‘politieke correctheid’ is gaan noemen. Het hele establishment belijdt met dure woorden en veel poeha het geloof in de mensenrechten, zonder ook maar één moment een filosofische of wetenschappelijke invraagstelling ervan te overwegen. En we zijn op een moment in de geschiedenis beland waar de invraagstelling zelf als schending van de mensenrechten wordt aangemerkt, en meteen niet alleen het absolute van het natuurrecht ‘vrijheid van meningsuiting’ wordt weggenomen, maar het recht zelf. Met Ayn Rand kunnen we zeggen dat er geen compromis mogelijk is tussen morele principes en hun tegengestelde, tussen een individueel recht en zijn miskenning: “In any compromise between food and poison, it is only death that can win.”

Zoals gezegd, Somalië leeft voor een gedeelte in een toestand van oorlog. Maar volstaat dit om het recht van de Somaliërs zomaar af te doen als onwerkbaar? Volgende landen hebben te kampen met een oorlog of gewapend conflict en daardoor, net als Somalië, een probleem van ‘internally displaced persons’ (i.e. personen die op de vlucht zijn maar niet het juridische statuut van vluchteling hebben omdat zij geen grens zijn overgestoken):

  • Burundi (gevechten tussen regering en Hutu rebellen – 170.000);
  • Colombia (oorlog tussen regering en gewapende groepen – 1.580.396 à 3.410.041)
  • De Democratische Republiek Congo (oorlog – 2.330.000)
  • Irak (interne deportatie door Saddam en de ‘onze’ oorlog – 1.000.000+)
  • Soedan (conflict in Darfoer waar de regering minstens boter op het hoofd heeft – 6.000.000)
  • Oeganda (gruwelijke opstand van het Weerstandsleger van de Heer onder leiding van Jozef Kony, waar de Oegandese regering niets kan of wil tegen doen, en die ondersteund wordt door de Soedanese regering – 1.400.000)
  • Angola (beëindigde burgeroorlog – 40.000 à 340.000)
  • Azerbeidjaan (oorlog met Armenië of Nagorno Karabach – 578.545)
  • Bosnië Herzegovina (Balkanoorlogen – 309.240 )
  • Ivoorkust (oorlog tussen regering en rebellen – 500.000)
  • Indië (oorlog in Kashmir, West-Bengalen en centrale staten – 600.000+)
  • Indonesië (geweld in de Maluku eilanden en diverse secessieconflicten – 342.000 à 600.000 )
  • Myanmar (Burma) (‘as a result of widespread human rights abuses committed by the Burmese army and its allies, and – to a lesser extent – insurgent groups’ – 526.000)
  • Russische Federatie (conflict in Tsjetsjenië – 339.000)
  • Turkije (Koerdische conflict – volgens sommige bronnen 1.000.000+)

Al deze landen hebben een centraal gezag, sommige zelfs een democratisch gezag. In al deze gevallen is het centraal gezag zelf schuldig aan de oorlogen of conflicten of aan verzuim haar eigen bevolking adequaat te beschermen. Met de beste wil van de wereld kan ik geen logisch dwingend verband zien tussen het hebben van een staat en de veiligheid van haar bevolking. Wat Van Notten en MacCallum in hun boek proberen aan te tonen is dat ook het omgekeerde geen dwingende logica is: afwezigheid van centraal gezag hoeft niet per se tot uitzichtloos geweld, rechteloosheid, onveiligheid en chaos te leiden. Het aantal IDP’s in Somalilë wordt door de VN geschat op maximaal 400.000 – al kan men zich natuurlijk afvragen vanwaar ze dat cijfer haalt, bij gebrek aan een centraal bureau voor de statistiek. Het is precies de stelling van de auteurs dat dit vluchtelingenprobleem eerder het gevolg is van de poging tot het instellen van een centraal gezag, dan van de afwezigheid daarvan. En het is dan nog maar de vraag of een centraal gezag ooit in staat zal zijn om de problemen van de Somaliërs op te lossen. De bovenstaande lijst van bedroevende voorbeelden doet in elk geval weinig goeds vermoeden.

De les voor ons
De essentiële waarde van het boek is dat het aantoont dat er, minstens theoretisch, een politiek systeem tot de realiseerbare mogelijkheden behoort, waarin de handhaving van de principes van het natuurrecht en de afwezigheid van politiek gezag verenigd worden. Frank Van Dun noemt dit de ‘kritarchy’.

Heel erg praktisch, vooral voor de juristen onder u, is het model van lidmaatschapsovereenkomst van de Freeport-Clan. Je voelt meteen de vraag opkomen: Waar moet ik tekenen? Dit doet mij denken aan een discussie met een vriend, die mijn argumentatie op de proef stelde door mij voor het dilemma te stellen, have en goed te verkopen en met vrouw en kinderen naar Somalië te trekken, ‘als het daar dan toch zo goed is’. Op een dergelijke vraag kan je antwoorden: Natuurlijk, want Somalië heeft minstens zijn klimaat voor op New Hampshire (www.freestate.org). Of: Nee, van mijn leven niet, ik hou te veel van opera om ergens te gaan wonen waar ik een vliegtuig moet nemen om er heen te kunnen. Maar veruit het beste antwoord is een meewarige lach en: Hou op, stel een redelijke vraag en lees het boek.

“’The Law of the Somalis” Door Michael van Notten
De Vrijspreker heeft enkele exemplaren in de aanbieding!
Bestellen door storting 23 euro (incl. verzend/verpakkosten) op rekening
Nr. 46.24.31.320 van het LIBERTARISCH CENTRUM te MAARSSEN.
Bank: ABN/AMRO, IBAN: NL57abna0462431320, BIC:ABNANL2A