Het is 1858 en je woont in een noordelijke plaats. Een man komt aan je deur met bewijzen die zijn eigenaarschap aantonen van een weggelopen slaaf welke jij onderdak verleent. De slaaf werpt zichzelf aan je voeten smekend om te blijven terwijl de slavenhouder met je argumenteert. Vanuit een filosofische invalshoek geeft hij redenen waarom […]
Het is 1858 en je woont in een noordelijke plaats. Een man komt aan je deur met bewijzen die zijn eigenaarschap aantonen van een weggelopen slaaf welke jij onderdak verleent. De slaaf werpt zichzelf aan je voeten smekend om te blijven terwijl de slavenhouder met je argumenteert. Vanuit een filosofische invalshoek geeft hij redenen waarom het politiek en sociaal noodzakelijk is om slavernij voor de komende tijd te handhaven. Hij verzekert je dat hij tegen het concept is maar zonder slavernij zal de economische basis onder het zuiden wegvallen en zullen zwarten massaal misdaden plegen tegen de blanken. Slavernij moet worden uit gefaseerd. Wanneer de zwarte man is opgeleid en in staat zichzelf te onderhouden, dan zal hij zijn vrijheid verkrijgen.

Als je antwoordt: “Er is geen morele of praktische overweging die een mans recht op zijn eigen lichaam te boven gaat” dan ben je een abolitionist.

Als je antwoordt: “Ik ben tegen slavernij maar de consequenties van het onmiddellijk beëindigen zijn desastreus; daarom geef ik je slaaf terug voor de duur van de overgangsperiode” dan ben je een gradualist.

De afschaffing van slavernij was het centrale thema waarom de vroege 19 de eeuwse libertariërs bijeenkwamen. Ze waren tegen gefaseerde afschaffing net zoals ze tegen gefaseerde afschaffing van het begrip verkrachting zouden zijn. Beide zijn morele gruwels waar de enige juiste positie kan zijn een onmiddellijke beëindiging; dat is zo snel als menselijkerwijs mogelijk. Een kernpunt voor moderne libertariërs moet zijn de afschaffing van de staat, zo snel als menselijkerwijze mogelijk.

Libertarisme is de politieke filosofie gebaseerd op de uitgangspunten van het non agressie principe. Iedere menselijk wezen is een zelfstandige eigenaar met onvervreemdbare rechten. En gradualisme is inconsistent met de morele grondslagen van libertarisme.

Alvorens verder te gaan is het handig om gradualisme als een beleid te onderscheiden van een praktisch gebeuren. Deze laatste vorm van gradualisme stelt dat het tijd kost om een idee in te voeren. De overgang naar een libertarische samenleving zou niet – omdat dat niet kan – in een keer gebeuren. Dit is de aard van de volgtijdelijke realiteit waar we in leven. Als dit alles is wat bedoeld wordt met gradualisme – als het betekent “zo snel als mogelijk”—dan is er geen verschil tussen de zogenaamde gradualisten en abolitionisten binnen de libertarische beweging.

Dit is niet de definitie van gradualisme waarover abolitionisten zich opwinden. Wanneer abolitionisten stellen dat onrechtvaardige wetten onmiddellijk zouden dienen te worden opgeheven dan is het “zouden” een moreel “zouden” en betekent onmiddellijk niets meer dan zo snel als mogelijk.

Abolitionisten ontkennen niet de realiteit, ze stellen simpelweg dat bij politiek beleid individuele rechten boven alle andere morele en praktische overwegingen uitstijgen. Libertarische abolitionisten van de negentiende eeuw beseften dat de afschaffing van slavernij tijd zou kosten, maar hun boodschap was dat de opzettelijke voortzetting van slavernij als politiek beleid niet kon worden gerechtvaardigd. Ze eisten afschaffing zonder “ja maar” te accepteren.

De “ja maar” libertariërs hielden vast dat het in sommige gevallen gradueel uitfaseren van onrechtvaardige wetten en instellingen de voorkeur had boven onmiddellijke afschaffing, zelfs indien de onmiddellijke afschaffing mogelijk is. Een heden ten dage veel aangedragen voorbeeld is de moderne vorm van slavernij, belasting. Als belasting heffing onmiddellijk zou worden opgeheven, zo wordt gesteld, dan zouden de consequenties voor hen die hebben bijgedragen aan de sociale zekerheid catastrofaal zijn. Derhalve dient belastingheffing te worden uit gefaseerd.

[ik benoem de voorgaande positie “expliciet” gradualisme en introduceer de term “impliciet” gradualisme later]

Het onderscheidende aspect van expliciet gradualisme is het antwoord dat het geeft op de sleutelvraag: Kan het ooit te snel zijn om een onrechtvaardige wet of instelling af te schaffen? De abolitionist geeft een ongekwalificeerd “nee” als antwoord. Als de gradualist niet “ja” stelt dan stelt hij “mogelijk”. Belasting is diefstal maar sommigen zouden van honger kunnen omkomen als het direct ophoudt. (Merk op dat ik niet mijn zorg voor verhongerende mensen kleineer, maar dat ik slechts het gebruik van dwang afwijs – en in het bijzonder overheidsdwang – om dit probleem op te lossen).

De expliciete gradualist ontkent niet dat belastingheffing rechten schendt, hij claimt dat er een “sociaal doel” is welke een hogere prioriteit heeft dan individuele rechten. Aangezien hij dwang niet kan rechtvaardigen op basis van vrijheid (tenzij het woord vrijheid radicaal wordt geherdefinieerd) rechtvaardigt hij de opzettelijke voortzetting van diefstal door een dilemma op te werpen. Afschaffing van overheidswetgeving zou resulteren in een sociale chaos, derhalve dienen we een overgangsperiode te hebben gedurende welke de opzettelijke schending van rechten doorgang vindt.

De mythe van de overgangsperiode zal op zijn minst twee zaken bewerkstelligen. Het verandert libertarisme van een persoonlijke filosofie en verplichting welke op een consistente dagelijkse basis gevolgd dient te worden in een symbolisch licht aan het einde van de tunnel. Dan zouden libertariërs mogelijke rechtenschendingen voor moeten staan en uitvoeren teneinde op menselijke wijze te komen tot een maatschappij waarin geen rechten schending wordt getolereerd. De expliciete gradualist zal op de tegenwerping van Gandhi “de middelen zijn de doelen in ontwikkeling” best wel kunnen antwoorden met een quote van Lenin “Je moet een paar eieren breken om een omelet te maken”. Is het nog nodig te wijzen op het feit dat “eieren” een metafoor is voor “hoofden”?

Het tweede punt is dat door een transitie periode gradualisme opeens verandert in een strategische in plaats van een morele vraagstelling. Gradualisme is een manier om van A naar B te komen.

Abolitionisten antwoorden: aan de andere kant, echter is gradualisme een zaak of libertariërs de schending van rechten als strategie toestaan. Als libertariër is het niet binnen je mogelijkheden om opzettelijk de rechten van een persoon – in wat voor omstandigheid ook – te schaden. Het is  zonder voorbehoud verboden, door het fundamentele principe van de filosofie. Je kan besluiten om toch dwang uit te voeren, maar je kan geen dwang uitvoeren in de naam van een libertarische theorie. Logica staat je die weg niet toe.

De enige mogelijkheid uit deze tegenstelling is het non-agressie principe af te zwakken zodanig dat het staat: “De toepassing van dwang is fout, behalve als het noodzakelijk is om “sociale orde” te handhaven of… “wanneer het politiek goed uitkomt” of “als een libertarische politicus dat stelt”.

Als het non-agressie principe voorrang krijgt dan is de enige libertarische benadering ten opzichte van onrechtvaardige wetten en instellingen dat ze zo snel als menselijk mogelijk is moeten worden opgeheven. Dat is abolitionisme.

Andere problemen met betrekking tot gradualisme zijn het vermelden waard. Voor hen die libertarische politici steunen (doe ik niet) is het belangrijk om een standaard te hebben om de effectiviteit en oprechtheid van de libertarische politici te beoordelen. Als na 4 jaar, je politicus weinig heeft bereikt, kan hij altijd stellen, “de tijd was er nog niet rijp voor”. Aangezien gradualisme geen objectieve standaarden heeft, is het een blanco cheque voor inactiviteit en compromissen.

Een fundamenteler probleem is de “reductio ad absurdum” met betrekking tot gradualisme. Als je eenmaal toegeeft aan het principe van het onderschikken van rechten aan een sociaal doel, dan is er geen manier om de grens te bepalen. Als rechten mogen worden geschonden door libertariërs om andere voor onrecht te compenseren, (bijvoorbeeld voor het niet ontvangen van sociale uitkeringen, AOW) waarom zou dat principe dan niet op mij toepasbaar zijn? Vanzelfsprekend zou dat onrecht mij aangedaan moeten worden rechtgezet door de rechten van een komende generatie te schenden. Deze kwaadaardige anti libertarische doctrine voedt een oneindige achteruitgang door onrecht. Zoals William Lloyd Garrison het heeft verwoord: “Gradualisme in theorie is eeuwigheid in praktijk”. De enige manier om onrecht te stoppen is door onrecht te stoppen.

Desalniettemin, gradualisten zouden kunnen antwoorden dat een minimale belasting een klein onrecht is vergeleken met het grotere onrecht om oude mensen hun AOW te onthouden. Het is echter niet duidelijk welke standaard hier wordt toegepast. Zouden we onze instinctmatige reactie volgen dat het beter is voor velen om weinig te worden ontzegd dan voor weinig om van bijna alles te worden onthouden? Zelfs als iemand zou kunnen oordelen welke minder onrechtaardig is, proberende het in het libertarische gedachtegoed te vangen zou gelijk staan aan de vierkante staak van het onrecht door het ronde gat van vrijheid te rammen. En als het kan worden aangetoond dat ik meer heb afgedragen door belastingdiefstal dan velen van hen die van sociale zekerheid profiteren, kunnen ze dan gedwongen worden mij te compenseren voor dat grotere onrecht? Het treurige feit is dat van iedereen geld gestolen is door de overheid; het doel van libertarisme is om dat proces te beëindigen en niet om de processen te verwateren of om te buigen.

Laat ik nu het principe impliciet gradualisme introduceren, welke een andere benaderingswijze heeft. De impliciete gradualist zou het zeker eens kunnen zijn met alles tot dit punt geschreven, maar hij staat gradualisme voor met betrekking tot het verspreiden van de libertarische gedachte. Libertarische schrijvers en sprekers zouden kwesties stuk voor stuk dienen te brengen zonder ooit het doel van afschaffing of de bredere libertarische context duidelijk te maken. Derhalve zou een libertariër moeten oproepen tot vermindering van belasting zonder het doel van geen belasting heffing te onthullen. “Belastingheffing is diefstal” wordt vervangen door een stelling dat je “het recht hebt om meer te houden van wat je verdient”.

Dit is gradualisme door geheimhouding. Een geheimhouding die gerechtvaardigd wordt als strategische manoeuvre om overeenstemming mogelijk te maken. Aangezien als we de hele libertarische ideologie op mensen loslaten, zullen ze door het radicalisme worden afgeschrikt. Ze zijn nog niet klaar om abstracte discussies over recht en natuurlijke rechten te horen. De impliciete gradualist zou in privé situatie met mede libertariërs zweren dat ze abolitionisme voor staan maar ze zijn onwillig om in het openbaar eerlijk te zijn over hun doelen.

Het is belangrijk om te wijzen dat het soms inderdaad ongepast is het bredere raamwerk van libertarisme ter sprake te brengen. Tijdens een discussie over drugs, is het waarschijnlijk niet handig om de discussie te verleggen en aan te tonen dat zelf beschikking ook toegepast dient te worden op abortus of arbeidswetgeving. Dit is iets anders dan het bewust ontwijken van fundamentele principes….en van het weigeren deze naar voren te brengen indien het wel uitkomt. En het is ook anders dan het vervormen van de libertarische boodschap om de radicale scherpte af te zwakken.

Deze politiek van berekende vervorming is een van de meest vervelende bijdrages van politici aan de libertarische theorie. Anders dan expliciet gradualisme echter, schaadt impliciet gradualisme geen rechten. Het is meer een kwestie van persoonlijke integriteit en strategie. In het kort komt het erop neer dat er gelogen wordt door zaken niet te benoemen.

Ter verdediging van deze leugens moet worden toegegeven dat aangezien niemand het natuurrecht heeft op de waarheid, liegen niet agressief is. Ik stel echter dat het in gaat tegen een strikte persoonlijke integriteit en dat het een gruwelijk slechte strategie is.

Strategisch gezien moet de eerste vraag niet zijn om af te wegen of er wel of niet een onderscheidend libertarisch gezichtspunt is met betrekking tot politieke issues. Libertarisme bestaat uit meer dan bepaalde hervormingen en afschaffingen voor staan; het staat ze voor vanuit een bepaalde reden. Individuele politieke hervormingen komen zonder ideologisch stempeltje dat ze als libertarisch, socialistisch, conservatief of liberaal kwalificeert. Zowel conservatieven als libertariërs vallen de grote overheid en belastingen aan. Zowel libertariërs als liberals zijn voor abortus…. of zouden dat tenminste moeten zijn. Het punt is dat tenzij een libertariër de reden geeft voor een specifiek voorstel er niets intrinsiek libertarisch aan is. Pas als hij opstaat en stelt, “Ik ben tegen belastingheffing omdat het diefstal is en zal iedere vermindering van belastingen als een stap zien in die richting”, dan heeft zijn voorstel pas een libertarische context.

Ten tweede moeten de voordelen van openheid en consistentie niet worden onderschat. Zodra mensen het principe van non-agressie door hebben en accepteren, dan begint de lange weg van het toepassen op de specifieke issues, en kan worden geconcludeerd dat alles, van wegen tot de rechtspraak kan worden afgehandeld op een vrijwillige basis. Verkondig de ideologie juist en de issues zullen volgen, het omgekeerde is niet noodzakelijkerwijze waar.

Ten derde, gradualisten claimen dat libertarisme te radicaal is om grote hoeveelheden mensen aan te trekken. Het probleem is hier echter niet of we radicaal wensen voor te komen; het probleem is dat we radicaal zijn en het niet willen toegeven. Ten minste niet in het openbaar, De vraag is of ons radicalisme gezien gaat worden als een sterk punt of dat het als een politieke afwijking wordt gezien die moet worden genegeerd.

Mijn uiteindelijke tegenwerping is dat ik verwacht dat veel impliciete gradualisten een onvermogen hebben om radicale abstracte ideeën goed over te brengen en daarom een strategie rond hun falen optrekken. De enorme invloed en aantrekkingskracht van Ayn Rand en Thomas Szasz bewijzen dat radicale ideeën effectief en redelijk kunnen worden overgebracht. Ze kunnen met verve, humor, understatement, vergelijkingen, compassie en woede worden overgebracht, de mogelijkheden om ze te presenteren zijn eindeloos, gelijk aan de persoonlijkheden die hun principes omarmen.

Het alternatief voor een fanatiek tekeergaande abolitionist is niet een de hete pap ontwijkende gradualist. Het is een rationele, goed de materie beheersende abolitionist die radicale ideeën effectief overbrengt.

Als libertariërs de libertarische ideeën niet duidelijk en ondubbelzinnig overbrengen, wie doet het dan? Deze ideeën kunnen worden geaccepteerd of verworpen, maar ze zullen bloeien of ten onder gaan gebaseerd op wat ze inhouden in plaats van wat ze niet zijn. Het zou tragisch zijn als de enige duidelijke stem voor vrijheid in ons tijdperk niet genoeg zelfvertrouwen zou hebben om volledig vrijuit te spreken.

^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^

Contra gradualisme is een stuk dat gebruikt is voor de strategie bepaling van de LP na de afgelopen verkiezingen. Het is geschreven door Wendy McElroy (homepage) en dit is voor zover ik het weet de eerste poging tot vertaling in het Nederlands. Ik ben geen professioneel vertaler en heb maar beperkte tijd om te schrijven en vertalen, fouten komen geheel voor mijn rekening. Het origineel staat hier.