In alle commotie over de vrijheid van meningsuiting die de afgelopen tijd de kranten vulde is in ieder geval één ding duidelijk: de grens van die vrijheid ligt volgens alle politici bij het oproepen tot geweld. Een vreemde gewaarwording dat juist die beroepsgroep van mening is dat oproepen tot geweld per definitie strafbaar moet zijn.
In alle commotie over de vrijheid van meningsuiting die de afgelopen tijd de kranten vulde is in ieder geval één ding duidelijk: de grens van die vrijheid ligt volgens alle politici bij het oproepen tot geweld. Een vreemde gewaarwording dat juist die beroepsgroep van mening is dat oproepen tot geweld per definitie strafbaar moet zijn.
Geweld is de basis van het hele politieke bedrijf. Geen zinnig mens zou zich aan de talloze regels, verboden en geboden houden die men in Den Haag uitspuugt, ware het niet dat de politiek het monopolie op geweld heeft. Iedere maatregel die men in Den Haag neemt, hoe groot of klein ook, stoelt op de dreiging met geweld.
Neem nu een recent voorbeeld als het rookverbod in de dorpskroeg. De enige reden dat er nog kroegbazen zijn die de asbakken niet op tafel zetten, ook al stoomt de eigenaar zelf een bijstandsuitkering per jaar aan accijns de lucht in, is de dreiging van boetes. En die boetes moet men betalen, anders kan men een bezoekje van gewapende mannen verwachten. Een zeer concrete dreiging met geweld dus. En die politiemannen, want daar heb ik het natuurlijk over, worden toch echt opgeroepen dat geweld toe te passen door de dames en heren politici in Den Haag.
Elke politicus die oproept tot een verbod, gebod of belastingheffing roept daarmee indirect op tot het toepassen van geweld. Waar over het algemeen slechts onderuit te komen is door zich te conformeren aan de wensen en eisen van de door-ons-gekozenen. Het motto van de politiek: Gij zult betalen, of we komen u halen!
Wat moet je dus met dat soort door-ons-gekozenen? Een tiener die een mailtje stuurt dat hij de minister-president wel wat wil aandoen wordt per direct van zijn bed gelicht. Omgekeerd is het totaal geaccepteerd dat Balkenende u van uw bed laat lichten als u een keer besluit om een factuur van de dienst die het niet leuker kan maken (en dat vooral ook niet van plan was) niet te betalen.
Politici zijn zoals gewoonlijk dus weer heerlijk hypocriet bezig. Ze weten het ook altijd weer te vertalen in mooie, lang volzinnen, met als doel de boel zo ondoorzichtig mogelijk te maken. Nu blijkt intussen uit wetenschappelijk onderzoek dat men aan die ergerniswekkende eigenschap van de langdradige antwoorden niets kan doen. Het vertellen van een leugen duurt gemiddeld 30 procent langer, dan het spreken van de waarheid. Dat hebben Britse wetenschappers ontdekt tijdens een experiment met een nieuw soort leugendetector.
Uit de resultaten van de test bleek dat 85 procent van de proefpersonen meer tijd nodig had om te liegen dan om de waarheid te spreken, zo meldt de Britse krant Sunday Times.
Mocht u zich dus nog afvragen waarom een politicus een vraag nooit met een simpel ‘ja’ of ‘nee’ kan beantwoorden, dan weet u nu het antwoord.