De Opdracht Voor Libertariërs Wanneer u dit leest, is al bekend of de gooi naar een…
De Opdracht Voor Libertariërs
Wanneer u dit leest, is al bekend of de gooi naar een parlementszetel van de Libertarische Partij succesvol is geweest of niet. Of het nu wel of niet is gelukt, is voor mij niet belangrijk. Het libertarisch streven hoort, zo vind ik, überhaupt van een andere orde te zijn. Ludwig von Mises schreef eens: He who wants to reform his countrymen must take recourse to persuasion. This alone is the democratic way of bringing about changes. If a man fails in his endeavors to convince other people of the soundness of his ideas, he should blame his own disabilities. He should not ask for a law, that is, for compulsion and coercion by the police. (Bureaucracy, p.26)
Dit geldt mijns inziens eveneens voor hen die juist beogen de rol van de staat terug te dringen. Men dient aan de basis te beginnen. Dat wil zeggen: het is essentieel om eerst de hearts and minds van de burgers voor het libertarisch gedachtegoed te winnen.
Het niet onderkennen van weerstanden die bij mensen van vlees en bloed bestaan, is een typische intellectuele tekortkoming. Evenwel: met onwillige honden is het kwaad hazen vangen. Men dient goed te beseffen dat in de actuele situatie vrijwel iedereen vruchten plukt van het systeem van belastingen en subsidies. Er bestaat ontevredenheid over de uitwassen ervan en over het disfunctioneren op bepaalde gebieden. Maar het is er verre vandaan dat het principe van het stelsel door een meerderheid als verkeerd wordt gezien. Mensen hiervan te doordringen enerzijds, en hun de ogen te openen voor de zelfredzame vermogens van het individu en voor de potentie van op vrijwillige basis gestoelde stelsels van wederzijds hulpbetoon anderzijds, dat is belangrijk. Zo helpt men voorkomen dat wanneer de verzorgingsstaat ineenzakt, dan wel afgebouwd wordt, mensen in de armen van één of andere rattenvanger van Hamelen vluchten. Deze methode is arbeidsintensiever, minder spectaculair en daardoor misschien ook minder aantrekkelijk dan politieke actie. Het resultaat dat zij oplevert is misschien minder tastbaar en laat langer op zich wachten, maar de degelijkheid ervan is veel minder twijfelachtig.
Natuurlijk is het van levensbelang dat wetten die de wegen voor mensen om zich überhaupt zelf te redden, afsluiten, geschrapt worden. Maar waarom tot het bereiken van dit doel niet getracht invloed uit te oefenen op politici die reeds in het systeem functioneren? Ergens las ik dat Yvonne van Rooy, staatssecretaris van economische zaken, aan de muur van haar werkkamer de spreuk “The government is not the solution to our problem, it is the problem” heeft hangen. Is het niet veel effectiever wanneer dergelijke mensen zich verder in libertarische richting ontwikkelen, dan wanneer een mini-fractie in het parlement af en toe eens een minuutje meepiept?
Bovendien wordt ons zo ook de onverkwikkelijke aanblik bespaart van een “libertariër” die om zich te rechtvaardigen, zijn toevlucht moet nemen tot politiek gedraai. De parlementariër, immers, die claimt libertarische principes voor te staan, maar wiens activiteiten ondertussen rijkelijk gefinancierd worden uit belastinggelden, die merendeels afkomstig zijn van mensen die zijn streven niet delen (ergo; onvrijwillige afdrachten), heeft echt geen verdediging tegen logische kritiek. Een politieke carrière mag spectaculair zijn, voor de verbreiding van het libertarisch gedachtegoed lijkt zij mij contraproductief.