Eigenlijk demonstreren voorstanders van sociale verzorging, met de vrijheid in hun vaandel, voor een nog verder gaand proces van het tot slaaf maken van producenten, die slaaf worden van de uitkeringsgerechtigden, die op hun beurt weer de slaaf worden van politici, bureaucraten en sociale werkers.
Dit is een vertaling uit een reeks van oudere ISIL publicaties die we op Libertarian.nl publiceren.
De kwestie van de sociale verzorging staat in het middelpunt van de belangstelling. Politici, academici, journalisten, vakbonden, uitkeringsgerechtigden, de langlijdende belastingbetalers enz. haasten zich hierover in de clinch te gaan.
“Sociale verzorging is een absoluut recht en de ontvangers daarvan treft geen blaam” zegt de ene kant; “Sociale verzorging waar nodig maar het misbruik er uit snijden”, zegt de andere kant. Sommigen willen een minimum bedrag verstrekken, zonder verdere vragen terwijl anderen de voorkeur geven aan dure beroepstrainingen, gratis kinderopvang of werkverschaffing. De vraag of sociale verzorging – de regeringsaalmoes – als zodanig recht van bestaan heeft, wordt nooit gesteld. Dit demonstreert de verwrongen intellectuele en morele stand van zaken in onze samenleving.
Sociale verzorging houdt in dat het ene deel van de samenleving moet betalen voor een ander deel, waarvan verondersteld wordt dat zij die middelen nodig hebben. Deze transactie wordt door de regering afgedwongen. Men verwarre sociale verzorging niet met liefdadigheid of andere “nobele houd-van-je-medemens” activiteiten, omdat de middelen hiervoor onvrijwillig bijeengebracht worden, zonder motivering.
Liefdadigheid daarentegen komt voort uit een verlangen diegenen te helpen, die het nodig hebben en waard zijn. Sociale verzorging ontstaat uit angst en hebzucht. Waarom angst? Omdat politici bang zijn voor de stemmenmacht van de georganiseerde actiegroepen en hun volgelingen. Zij zijn bang voor straatrellen, toename van misdaad en oproer als arme mensen niet gekalmeerd worden. (de rol van de regering om delen van de samenleving arm te houden wordt genegeerd) Niets van dit alles is verrassend, omdat politici heel vaak handelen uit angst. Zij die sociale verzorging prefereren boven liefdadigheid, worden slechts gedreven door hebzucht. Zij schuiven hun eigen schuldgevoel tegenover de armen af op de samenleving en leggen vervolgens de hand op het geld van anderen. Via dit soort hebzucht kopen zij hun eigen gevoelens van onbehagen af, nota bene met dwang. Door veel leden van de samenleving wordt deze vorm van hebzucht geaccepteerd. Alle zodanig verkregen middelen worden in een pot gestopt en dan rest nog de strijd, wie de grootste stukken van de koek krijgt. Het meest onrechtvaardige is dat vaak de wensen van hen die aanspraak maken op die pot, zwaarder tellen dan de wensen van degenen die de middelen (gedwongen) verschaft hebben.
Sociale verzorging is een explosief en emotioneel onderwerp, dat in wezen te maken heeft met het principe van het recht! Wie bezit de middelen, verkregen door vrije handel van goederen en diensten? Heeft de arme een morele claim op middelen, verdiend door anderen? Geeft het recht op leven de arme tevens het recht om anderen te dwingen om dat leven financieel te onderhouden? Dit kan in elk geval nooit verder gaan, dan wat in vrijwillige overeenstemming wordt toegelaten. Waar vrijwillige overeenstemming wordt vervangen door dwang, daar eindigt het recht!
Voorstanders van sociale verzorging maken in wezen de keuze tussen vrijheid en geweld. Voorstanders van, of zij die stilzwijgend instemmen met, het systeem van sociale verzorging kiezen voor dwang boven vrijheid!
De ethische vraag “Moet men de behoeftigen helpen?” wordt niet beantwoord door sociale verzorging. Sociale verzorging werpt juist de vraag op “Moet (en mag) men geweld gebruiken tegen degenen, die een verplichting om de armen te helpen niet accepteren?”. Degenen die dwang in deze voorstaan, zien hun medemens als niet meer dan een slachtdier dat geleid, beheerst en gedwongen moet worden, door die zelfbenoemde hoeders” van ethisch gedrag, namelijk zijzelf.
Dat mensen die altijd proberen anderen hun ethische code op te legeen, pleiten voor sociale verzorging, is nog wel te begrijpen. Maar hoe komen anderen daartoe dit systeem te steunen, terwijl zij anderzijds pleiten voor individuele vrijheid, beeindiging van overregulerende maatschappij en voor vrije handel? Zien zij, ondanks hun gepraat over individuele vrijheid, geen kans om te ontsnappen aan wereldse materialistische tendensen – de hebzucht – van de huidige regeringspolitiek? Mogen alleen zij aanspraak maken op individuele vrijheid en is deze vorm van overheersing de juiste manier van leven voor iedereen? Wie de schoen past trekke hem aan en geve antwoord hierop!
Conservatieven met hun langjarige lippendienst aan het vrije ondernemerschap en hun zogenaamde afkeer van de almachtige staat, dragen door hun gejammer over verspilling van fraude totaal niets bij aan het recht trekken van misstanden met betrekking tot sociale verzorging.
Eigenlijk demonstreren voorstanders van sociale verzorging, met de vrijheid in hun vaandel, voor een nog verder gaand proces van het tot slaaf maken van producenten, die slaaf worden van de uitkeringsgerechtigden, die op hun beurt weer de slaaf worden van politici, bureaucraten en sociale werkers.
Sociale verzorging is een aanval op de werkende mens door hen, die via dwang hun “nobele doelen” ondersteund willen zien. Nobel of niet, het hiervoor aangewende middel – dwang – is vreselijk en kan nooit samengaan met een vrije samenleving.
Het enige morele alternatief is om sociale verzorging ongedaan te maken en af te zien van het gebruik van geweld tegen de werkende mens. Zij die hier anders over denken, zijn geen vrienden van een vrije samenleving. Het vrije individu is verantwoordelijk voor zijn eigen daden, of gemis aan daden. Hij legt niet zijn wil op aan andere vrije individuen. Hij dwingt anderen niet om zijn behoefte aan liefdadigheid te betalen.
Hij verloochent zijn mens-zijn niet.