In de Derde Wereld neemt de weerstand tegen het ‘eco-imperialisme’ vanuit het Westen toe.
In de Derde Wereld neemt de weerstand tegen het ‘eco-imperialisme’ vanuit het Westen toe. Dit eco-imperialisme wordt zowel door westerse overheden als NGO’s bedreven. Op het gebied van de internationale handel doen Westerse overheden dit bijvoorbeeld door de Derde Wereld hoge milieueisen op te dringen om zodoende een ‘level playing field’ te creëren. De ontwikkelingslanden verzetten zich daartegen omdat zij vinden dat zij daaraan gezien het ontwikkelingsniveau van hun economieën (nog) niet toe zijn. Zij geven prioriteit aan economische groei.
Deepak Lal, een econoom van Indiase afkomst, die ontwikkelingsstudies doceert in Amerika, vergelijkt het optreden van Westerse NGO’s, zoals Greenpeace en het World Wildlife Fund, met de bekeringsijver van de Westerse missionarissen en zendelingen van weleer. Naar zijn mening is hun primaire doel het verzet tegen economische ontwikkeling. Hij ziet het milieuradicalisme als een moderne seculiere Christelijke kruistocht, die het redden van zieltjes heeft ingeruild voor het redden van het ruimteschip ‘Aarde’. Daartegen moet men zich verzetten, aldus Deepak Lal, want alléén economische ontwikkeling kan de armen van deze wereld uit hun armoede verlossen.
Eco-imperialisme dat mede voortspruit uit milieuradicalisme is niet onschuldig. Het bedreigt niet alleen miljoenen mensen in hun dagelijks bestaan maar eist ook vele doden. Uitgedrukt in aantallen slachtoffers kan zelfs de moderne megaterreur daaraan niet tippen.
Voorbeelden te over. Neem het slopen van schepen in Alang in Gujarat, waarvan de resten voor de schroothandel worden gebruikt. Greenpeace voert een actie om de ontwikkelingslanden uit te sluiten van de schroothandel omdat het slopen op onveilige wijze zou gebeuren. Het gevolg is dat de broodwinning van een miljoen Indiërs, die op directe of indirecte wijze met deze industrietak zijn verbonden, wordt bedreigd.
Voorts is er het verbod van DDT dat inmiddels miljoenen doden heeft geëist. Door DDT-gebruik was het aantal malariagevallen in India dramatisch afgenomen: van 75 miljoen in 1951 tot ongeveer 50.000 in 1961, en het aantal dodelijke slachtoffers dat in de jaren 40 bijna een miljoen bedroeg, was gedaald tot enkele duizenden in de jaren zestig. Toen DDT niet meer werd gebruikt, kwam de ziekte weer terug. Rond 1997 werd het aantal geïnfecteerden in India geschat op 2,6 miljoen.
Sri Lanka had dezelfde ervaring. Voordat met DDT werd gesproeid bedroeg in Sri Lanka het aantal malaria-geïnfecteerden 2,8 miljoen en het aantal doden 7300. Na het sproeien daalden deze cijfers tot resp. 17 en 0. Toen DDT uit de gratie viel, waren er een paar jaar later weer meer dan een half miljoen geïnfecteerden. Wereldwijd wordt het aantal nieuw geïnfecteerden op 300 miljoen geschat, waarvan er drie miljoen overlijden.
Een andere voorbeeld betreft genetisch gemodificeerd voedsel (GM-voedsel). Dit biedt grote voordelen omdat het een grotere opbrengst per hectare oplevert en daardoor leidt tot lagere voedselprijzen. Bovendien zijn er minder pesticiden voor nodig. Gevreesd wordt dat er bij de huidige bevolkingsaanwas voedseltekorten zullen ontstaan. GM-voedsel kan het tekort opvangen.
Een bijzonder geval vormt de zogenoemde gouden rijst, die een stof bevat om het veelvoorkomende gebrek aan vitamine A en ijzer aan te vullen, waaraan jaarlijks 2 miljoen mensen overlijden. Het zaad is gratis beschikbaar voor kleine boeren. Maar de milieubeweging heeft dit als Frankenstein-voedsel in de ban gedaan. Dit is kwalijk en onlogisch want in zekere zin zijn bijvoorbeeld brood en bier evenzeer het product van genetische manipulatie, alleen die verandering heeft over langere perioden plaatsgevonden.
Volgens onderzoek heeft het consumeren van GM-voedsel geen schadelijke effecten voor de menselijke gezondheid. Maar er komt maar geen einde aan de hysterie. Een frappant voorbeeld hiervan is de weigering door verschillende Afrikaanse landen, zoals Zambia, om Amerikaanse voedselhulp te aanvaarden voor de bestrijding van hongersnood, omdat dit genetisch gemodificeerd was, terwijl hetzelfde voedsel al sinds 1995 veilig door de Amerikanen wordt gegeten.
Ook de resultaten van de recente wereldtop inzake duurzame ontwikkeling te Johannesburg, waar een welhaast Babylonische spraakverwarring heerste over de inhoud van dit begrip, bevestigen het beeld dat de Derde Wereld niets van milieuradicalisme moet hebben. Algemeen werd verwacht dat Johannesburg tot kanonisering van het verdrag van Kyoto zou leiden, dat beoogt de door mensen geproduceerde uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Maar met steun van de Derde Wereld is dat feest niet doorgegaan. En dat is maar goed ook want ‘Kyoto’ is een ernstig geval van collectieve verstandsverbijstering. Immers, de wetenschappelijke onderbouwing rammelt aan alle kanten. Het kost handen vol geld. Het zet onze liberale economische orde op zijn kop omdat politici en ambtenaren aanschuiven op de stoel van de ondernemer. En het levert niets op in termen van afkoeling.
De Derde Wereld geeft de voorkeur aan toegang tot betaalbare energie. De twee- tot driemaal zo dure alternatieve duurzame energie is in de ogen van de ontwikkelingslanden een luxe die alleen voor de rijke landen is weggelegd.
Dat alles betekent niet dat de samenleving geen dank verschuldigd is aan de milieubeweging voor de grote bijdrage die zij door de jaren heen heeft geleverd aan ons groene bewustzijn. Maar de milieubeweging is in de loop der jaren geradicaliseerd. Patrick Moore, een van de oprichters van Greenpeace, beklaagt zich daarover. Vroeger zocht de milieubeweging naar waarheid en toonde het respect voor wetenschap ter ondersteuning van haar doelstellingen. Thans heeft deze benadering plaatsgemaakt voor milieuradicalisme. Vele milieuactivisten zijn ultra-links geworden, en laten zich leiden door extremisme en intolerantie, aldus Moore.
Deze ontwikkeling heeft de respectabiliteit en geloofwaardigheid van de milieubeweging aangetast. Dat is spijtig. Tijd voor introspectie.
Hans H.J. Labohm is als gastonderzoeker verbonden aan Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen ‘Clingendael’ te Den Haag.
Gepubliceerd in NRC Handelsblad van 9 oktober 2002.
De Engelse versie is te vinden op Tech Central Station onder de titel ‘Imperial backlash’