Geplunderd, verkwanst, verspild, verkwist! Dit is wat met de hulp aan Afrika is gebeurd, en dit is wat de meeste Afrikaanse overheden met de resources waar Afrika rijk aan is hebben gedaan. Zij die de Live8 beweging steunen willen zelfs nog meer hulp aan Afrika verlenen. Maar zonder liberale regeringshervorming, is dit hetzelfde als een reusachtige tarantulaspin in huis hebben die u bijt en uw voedsel opvreet. De oplossing is er zo vlug mogelijk van af zien te raken en het geen voedsel toe te gooien in de hoop dat het ophoudt met bijten en verslinden. Het zal niet ophouden met bijten en verslinden zolang het merkt dat, zolang het met bijten doorgaat, gevoerd zal worden.

Het menselijke kapitaal, de natuurlijke hulpbronnen, en geproduceerde goederen van Afrika worden geplunderd door corrupte Afrikaanse tarantulas. Ze verkwisten die rijkdom voor hun paleizen, hevelen aanzienlijke sommen geld over naar buitenlandse banken, verspillen kapitaal aan wapens om aan de macht te blijven. Hulp en grondstoffen worden aanhoudend verkwanseld aan burgeroorlogen en oorlogen met buurlanden, met inbegrip van massamoorden in het vroegere Belgische Kongo, in de Soedan en in Rwanda. De schade aan de economie ten gevolge van prijscontroles, belastingen en handelsbeperkingen is rampzalig.

Er is het pleidooi om de schulden van de Afrikaanse overheden kwijt te schelden. Het is algemeen bekend dat vele Afrikanen honger lijden, getroffen zijn door AIDS en aan andere ziekten lijden. Zeker, de fondsen die nu worden besteed aan het betalen van interest op het verschuldigde zouden aan de Afrikanen ten goede komen als die fondsen aan geneeskunde, voedsel, en ontwikkeling besteed zouden worden; wat de leiders van Live8 ook betrachten. Maar deze schuld is juist het resultaat van vele miljarden dollars die door de Wereldbank, de buitenlandse overheden en privé geldschieters voor dergelijke doelstellngen geleend werden. Maar het geleende werd geplunderd!

Als het beleid van de Afrikaanse tirannen niet verandert, zullen verse fondsen opnieuw geplunderd, opnieuw verspild, verkwist en verkwanseld worden. Op deze wijze zullen de Afrikanen helemaal niets bereiken. De Afrikanen hebben er eigenlijk baat bij dat ze interesten op het geleende betalen indien deze fondsen anders toch maar gebruikt zouden worden om nog meer wapens te kopen. Dat is waarom de G8 de schuldannulering aan een verandering in het beleid van de overheden willen binden. Afrika is arm omdat het niet vrij is. Het probleem is het socialisme dat nooit gerechtigheid brengt. De Afrikaanse naties hebben meer nood aan liberalisme en dito regeringshervormingen dan aan hulp of kwijtschelding van hun schulden. Botswana heeft bijvoorbeeld wegens een uitstekend economisch beleid een snelle groei gekend met betrekkelijk weinig hulp.

Op 2 Juli, zagen en hoorden wereldwijd meer dan twee miljard mensen op TV, radio en internet de Live8 concerten die in Londen, Parijs, Berlijn, Moskou, Rome, Philadelphia, Tokyo, Johannesburg en Toronto plaatsvonden. Het doel van deze muziekmarathon is prachtig: voorgoed komaf maken met de armoede in Afrika zodat deze kwaal voorgoed tot het verleden behoort, geschiedenis is! Betrachting is om de regeringsleiders van de G8, die elkaar zullen treffen in Schotland, te beïnvloeden. Dit doet mij herinneren aan de Live Aid concerten van 20 jaar geleden, die de verhongerde Ethiopiërs ten goede moest komen. Maar jammer genoeg werd het meeste van die hulp geplunderd door de Ethiopische potentaten en grotendeels opgeslokt door de bodemloze put die militaire uitgaven nou eenmaal zijn.

Deze les schijnt men vergeten te zijn. Wat nodig is om armoede definitief tot het verleden te doen behoren is geen hulp, maar vrijhandel (cfr. “Africa Unchained: The Blueprint for Africa’s Future” van George B.N. Ayittey). De leiders van Live8 erkennen dat rechtvaardigheid in het handelsverkeer nodig is. De leiders van de G8 moeten eerst en vooral hun economisch beleid veranderen, en alle handelsbelemmeringen op de invoer vanuit Afrika en andere ontwikkelingslanden laten vallen. De V.S. en Europa moeten ook ophouden gesubsidieerd voedsel in de ontwikkelingslanden te dumpen met als gevolg dat het de lokale landbouw vernietigt.

De leiders van Live8 erkennen dat in het verleden veel hulp niet goed werd gebruikt en zij streven naar verbetering. Maar die betere hulp vereist een ander regeringsbeleid. Zolang de Afrikaanse tirannen doorgaan met plunderen, het verspillen en het verkwisten van grondstoffen en kapitalen moeten de G8 en andere overheden alle hulp opschorten. Anders werkt de hulp averechts: voedt het bijtende tarantulas.

4 REACTIES

  1. Wat die open markten betreft: momenteel wordt er, tijdens de G8-onderhandelingen, niet alleen veel belang gehecht aan het afschaffen van subsidies, maar ook aan het openen van de grenzen. Dan zouden ontwikkelingslanden meer kansen krijgen te exporteren.
    Mij lijkt dit nogal een sterk verhaal. Hoe zouden arme landen waar amper infrastructuur bestaat en 80 procent van de bevolking leeft op kleine boerderijtjes, kunnen concurreren met de enorme grootschalige en efficiënte westerse landbouw? De productivieteit van een volledig gemechaniseerde Amerikaanse boer ligt 600 keer hoger dan die van een doorsnee Vietnamese boer, waar de klimaatsomstandigheden vele keren beter liggen dan in Afrika. Praten over markttoegang voor de kleine boertjes, dat is zoiets als Koos Albers een racefiets geven die net zo snel is als die van Lance Armstrong. En daarmee zouden ze dan allebei net zoveel kans maken de Tour de France te winnen.

    Waarom mogen ontwikkelingslanden hun eigen markt niet beschermen? Wat is er mis met tariefmuren?

  2. Volgens mij kunnen de ontwikkelingslanden wel concurreren met de Westerse landen. Wij kunnen niet zomaar alles produceren wat wij willen, bijvoorbeeld rijst. Bovendien kunnen wij investeren in die ontwikkelingslanden, in hun infrastructuur en zo een graantje meepikken van hun in principe betere natuurlijke landbouwomstandigheden. “Meepikken”, “mee”, want zij moeten er zelf van kunnen profiteren natuurlijk, men zou het verwijt kunnen maken dat wij er mee gaan lopen via multinationals, maar men vergeet hoe wantoestanden in arme landen via westers economisch imperialisme ontstaan, door een eigen, inheems bestuur, dat geen eigendom kent, namelijk eigendom van grond (cfr. Brazilië, wie bos kapt krijgt grond; wie had het bos gekapt? grote boeren, met efficiënte machines)

  3. “Wat is er mis met tariefmuren?”

    Dit: ze zijn strijdig met het natuurrecht. Net zoals gesubsidieerde landbouw, of eigenlijk, subsidies tout court. Het dwingen van het ene individu om een deel van zijn vermogen af te staan aan een ander individu omdat deze laatste te lui is om zijn verstand te gebruiken en in te zien dat hij beter iets anders doet, is min nog meer diefstal. Het afschermen van de eigen markt is hetzelfde, maar omgekeerd. Het drijft de binnenlandse marktprijs naar een hoger dan normaal niveau zogenaamd om iemand een rechtvaardig inkomen te kunnen garanderen. Maar wat een ‘rechtvaardig’ inkomen is kan niemand ooit bepalen zonder beroep te doen op een of ander metafysische valsheid. Rechtvaardige handel is vrijhandel en alleen vrijhandel.

    Of dit: de tariefmuren en de subsidies – elk overheidsingrijpen in het economisch leven – laten toe dat degenen die erdoor beschermd worden kunnen verder leven in een gerationaliseerd bestaan, zonder zich zorgen te moeten maken over wie de lunch betaalt, en dus zonder te moeten denken, of m.a.w. zonder ‘mens’ te moeten zijn. Er is niets humaan aan deze vorm van armoedebestrijding. Armoede is een schande, maar dan vooral voor degene die arm is en er niets aan doet. Armoede an sich is nooit een onrecht, diefstal is het altijd. Armoede die het gevolg is van diefstal is wel een onrecht en in die zin is het rijke westen – t.t.z. haar leiders en de massa kiezers die hen, vluchtend in hun eigen rationaliseringen, in het zadel houden – wel schuldig aan genocide.

  4. Natuurlijk kunnen ontwikkelingslanden concurreren met Westerse landen. Juist omdat ze zo goedkoop producten kunnen leveren bestaan de tariefmuren in de eerste plaats. Westerse landen beschermen zo hun producenten en benadelen hun consumenten, omdat deze alleen maar onnodig dure producten kunnen kopen. Het uitsluiten van deze goedkope producenten van de wereldmarkt t.b.v. van het behoud van een beperkte hoeveelheid inefficiënte binnenlandse arbeid, is dé reden waarom armoede in Afrika zo hardnekkig is (i.c.m. de door Gilbert De Bruycker geschetste aanwezigheid van corrupte regimes en verwaarlozing van eigendomsrechten aldaar).
    De armoede in de wereld wordt dus wederzijds door overheden in stand gehouden: corruptie enerzijds, protectionisme anderzijds (met de zogenaamd ‘sociale’ vakbonden als grootste voorstanders van het buitensluiten van arme landen).

Comments are closed.