Politici uit alle landen houden van beleid dat bekend staat als de preventie van voorspoed en we moeten daarom aannemen, dat zij of hun adviseurs eigenlijk armoede willen.
Politici uit alle landen houden van beleid dat bekend staat als de preventie van voorspoed en we moeten daarom aannemen, dat zij of hun adviseurs eigenlijk armoede willen. Voor hen is er goed nieuws, want de oorzaken van voorspoed en armoede – respectievelijk vrije markt en interventionisme – zijn nu zo bekend dat geavanceerde strategieën om armoede te maximaliseren binnen hun bereik liggen.
Dat we in een tijdperk leven van voorheen ongekende mondiale economische vrijheid en dus een mondiale vloed van voorspoed, ondanks wat tegenvallers in enkele ontwikkelde economieën, moet ernstige problemen geven voor de liefhebbers van armoede. Technologie, informatie en rijkdom maken het meer dan ooit moeilijker om gehele bevolkingen in armoede te storten. Maar het is nog steeds mogelijk. Wat kunnen we daarom leren van de grootste armoedeveroorzakers ter wereld?
In een opnieuw uitgebrachte publicatie ,,Het Wonder van Armoede” verklaarde ik waarom armoede het grootste succes is van moderne regeringen. Regeringen moeten doortastend en vaardig zijn. Ze kunnen gebruik maken van de best geteste manieren om het moderne wonder van armoede te bereiken door te leren van ’s werelds meest gevierde armoede-architecten in voormalig rijke landen als Argentinië, Oost-Duitsland, China en Tanzania.
Argentinië was een van de meest fenomenale Oude Economische Wonderen (OEW’s). Door het in stand houden van een relatief vrije markt en het exporteren van vlees en graan naar Europa afkomstig van vruchtbare landerijen werd het het negende rijkste land op aarde in de late jaren 20 van de vorige eeuw. Voorstanders van armoede waren geshockeerd door dit obscene spektakel van gewone mensen, die steeds meer beschikking kregen over materiele goederen, een grotere gezondheid, een schoner milieu en verbeterde arbeidsvoorwaarden. Daarom namen vaardige militaire dictators de regering over in Argentinië na 1930. Ze gebruikten de reeds geteste technieken om het land op de knieën te brengen.
Het naoorlogse bewind van Juan Peron was daarbij de beste. Het gaf meer macht aan de vakbonden ten koste van investeerders en werkgevers en verhoogde de salarissen en uitkeringen boven het niveau, waarop de markt dat kon dragen. Het nationaliseerde het land en de bevelstructuur van de economie, drong beperkingen op aan buitenlandse investeerders, voerde valutacontroles in, belastte agrarische producten, reguleerde diensten en prijzen en beperkte de vrijheid van meningsuiting.
De daaropvolgende regimes bouwden voort op deze eerdere successen d.m.v. begrotingstekorten en geldhoeveelheidinflatie. De machtig geworden vakbonden hielpen enorm ter ondersteuning van het Peronistische anti-marktbeleid en keerde zich tegen pogingen om de overheidsuitgaven in te perken, de limitering van loonsverhoging en in dammen van de inflatie. De toegewijde Argentijnse leiders en staatsmanagers bereikten daarop een van ’s werelds grootse economische neergangen. Hun economisch beleid en beperking van mensenrechten moedigden desastreuze stakingen, geweld, protesten en terrorisme aan. In de jaren 70 van de vorige eeuw was de Argentijnse economische vrijheid compleet om zeep geholpen d.m.v. buitenlandse handelsbeperkingen, valutacontroles, geldhoeveelheidinflatie, hoge belastingen en arbeidswetten gericht tegen de werkgever. Een doolhof van kleine reguleringen werd ingevoerd, wat niet anders was dan het apartheidsdirigisme van Zuid Afrika op het gebied van controles op financiële dienstverlening, informele handel, mineralen en commercie tezamen met de controle op alle communicatie.
Nog een zelfde soort OEW was het naoorlogse Oost Duitsland. Men had de technologie, industrie en natuurlijke kennisrijkdom geërfd van het oude Duitsland, dus was het een gevaarlijk vooruitzicht, dat dit land rijk zou worden. Gelukkig genoeg voerde de ‘democratische’ regering het uitgebreid geteste model in van het goede oude communisme om de voorspoed in te perken. Alle aspecten van het economische leven werden genationaliseerd of gereguleerd met voorspelbare, bevredigende resultaten.
Voorzitter Mao-Tse-Tung uit China voerde de meest spectaculaire en succesvolste armoedeprogramma’s van alle tijden in. Zijn ,,Grote Sprong Voorwaarts” (1958-61) bleek een van de grootste sprongen achterwaarts, die ooit werd bereikt. De ‘Culturele Revolutie’ was een geweldige orgie van culturele afkeer. Hij ging tekeer tegen monsterlijke kapitalistische uitvindingen zoals toiletten en matrassen. Zijn enorme bureaucratie leverde heldhaftig strijd om de uit de hand gelopen voorspoed te voorkomen, die hun medemensen in Hong Kong overkwam. Een arsenaal van arbeidswetten gaf aan wie werkte in welke baan. Het land van succesvolle boeren werd onderverdeeld onder onkundige landarbeiders. Communes en co-operaties werden opgericht om zakelijke bedrijven over te nemen, als deze al niet werden toegevoegd aan de uitdijende overheidsagentschappen. Op bevel moesten enorme staatsfabrieken goederen produceren voor de zware industrie i.p.v. naar de consument of wie dan ook te luisteren. Plattelandsgemeenschappen werden gedwongen om industriële producten te fabriceren i.p.v. voedsel, waarvan het resultaat een minimum van 20 miljoen hongerdoden. De negatieve groei, welke economische neergang betekent, werd voor decennia in stand gehouden tegen alle ontwikkelingen in. De levensstandaard nam af met meer dan 50%. Gehele beroepen en ambachten verdwenen. Als groot genie verbood Mao ook de klassieke kunsten, zoals werken van Shakespeare, Picasso en Beethoven om het vooruitzicht te minimaliseren, voor het geval iemand zijn pas gevonden armoede zou waarderen.
Voor een Nieuw Economisch Wonder (NEW) moeten we Tanzania in ogenschouw nemen. Nkrumah had het voorspoedige Ghana, dat als eerste Afrikaanse land onafhankelijk werd, in een economische armoedeput omgetoverd, maar Nyerere was toch zijn meerdere. Zijn unieke experiment, geheten ‘Afrikaans Socialisme’ legde massale sociale lasten en een ongelooflijke bureaucratie op aan het land. Banken en industrieën werden overgenomen en plattelanders werden verhuisd naar collectieve boerendorpen, ‘ujamaa’ geheten. Het succes kwam onmiddellijk, hij halveerde agrarische export en vaagde driekwart van de industriële productie weg. Hij hield op met het onderhoud van de wegen zodat duizenden kilometers goed wegdek veranderde in karrensporen, waar alleen jeeps nog op konden rijden.
Julius Nyerere, beter bekend onder zijn koosnaam ‘Mwalimu’ gebruikt door degenen die zijn grootheid erkenden, sleepte het inkomen per hoofd van de bevolking naar beneden tot $120 per jaar en liet Tanzania achter als een van de zeven armste landen ter wereld, ondanks de ontvangst van de grootste buitenlandse hulp per hoofd der bevolking (Red: ook ons eigen nationale genie, toenmalig minister van buitenlandse zaken, Jan Pronk, Partij van de Armoede, heeft hieraan met groot enthousiasme meegewerkt.). Hij bereikte een ongekend tekort aan materiaal, reserveonderdelen en voedsel, terwijl de zwarte economie floreerde. De kunst van ondoelmatigheid en corrupte werd geperfectioneerd. De ,,Vader van het Afrikaans Socialisme” erkende dat de meeste Tanzanianen armer werden tijdens zijn regering. Hij schepte jaren op over zijn successen als een gevierde ‘strijdheld’ in toespraken, welke werden afgesloten met staande ovaties, zoals die door hem werd gegeven een bijeenkomst in Fort Hare University enige jaren geleden.
Dichter bij huis hebben we de opwindende Zimbabwaanse NEM. Het is het modernste armoedewonder, die de successen van hun Noordelijke buur evenaart en inhaalt. Toen Zambia onafhankelijk werd erfde men een rijk agrarisch land en minerale hulpbronnen om deze vervolgens te vernietigen door middel van Marxistisch beleid zoals nationalisatie. In vergelijking faalde laatkomer Mugabe jammerlijk. Hij predikte Marxisme, maar was te lui om het te implementeren, dus de Zimbabwaanse economie groeide. In zijn laatste dagen heeft hij eindelijk notitie genomen van de eerdere voorbeeldige prestatie van Kaunda. Eindelijk bereikt Mugabe nu zijn eigen verlate armoedewonder. Zijn terugval op zowel bewezen als vernieuwende creatieve strategieën om armoede te brengen aan zijn volk zijn algemeen bekend.
Wat zijn dan de meest probate geheimen om deze armoedewonderen te bereiken? Het is duidelijk, dat als je voorkeur geeft aan armoede, je niet de wijze waarop voorspoed wordt gegenereerd kunt negeren. Je moet bijvoorbeeld nooit markten, kapitaal, ondernemersschap en ambachten cultiveren. Als je deze ontwikkelt, laat ze dan nooit hun werk doen, reguleer ze met steeds veranderende spelregels. Je kunt op veilig spelen door op ras en patriottisme in te haken en de afgunst te bewerkstelligen ten opzichte van rijken, buitenstaanders, multinationals, kapitalistische supermachten en dergelijke. Wees echter voorzichtig hoe je deze goedgeteste strategieën gebruikt om de aandacht af te leiden en er zo voor te zorgen dat de binnenlandse politiek niet als oorzaak wordt aangeduid van binnenlandse gevolgen.
Het stellen van een intrigerende vraag zou zijn, of er een enkel succesvol pad of meerdere routes bestaan om het hoogtepunt van armoede te bereiken. De mondiale ervaring leert ons, dat er gemeenschappelijke kenmerken zijn temidden van macro-opties. Uiteindelijk is het zo, dat voor elk beleid, dat je wilt kopiëren je altijd een voormalig succesvol land kunt vinden dat dit al uitvoert, neem bijvoorbeeld de overregulering van de arbeidsmarkt in Duitsland, maar die onvoldoende is gebleken om deze machtige economie te vernietigen. Je moet ook de voortdurende rijkdom van Europa in ogenschouw nemen, ondanks een diversiteit aan armoedebevorderend beleid. Dit toont aan, dat je aandacht moet schenken aan de meest consciëntieuze NEM’s, die het gevaar lopen terug te keren naar iets dat riekt naar onbedoelde economische groei.
En wees niet bezorgd. Als er in eerste instantie wat groei is dan kun je een eindeloze hoeveelheid nieuwe creatieve interventie implementeren. De instelling van de armoede is vaak het detail. Mocht er bijvoorbeeld een reden zijn dat je de invoertarieven niet kunt verhogen, laadt dan de schepen langzamer uit, schroef de kosten op d.m.v. minimum kwaliteitsstandaarden, voer trage douaneinspecties in, verbiedt buitenlandse investeringen in de agrarische/industriële binnenlanden, versterk werkgevervijandige arbeidswetten, maak financiële dienstverlening moeilijk en duur, reguleer elektronische handel, nationaliseer natuurlijke hulpbronnen, houdt gekwalificeerde buitenlandse arbeid buiten de deur, en maak bedrijven het leven zuur d.m.v. consumentenbescherming en de adoptie flinke jaarlijkse hoeveelheid nieuwe wetten. De zwakke economieën in de wereld demonstreren hoe zulke methoden uiteindelijk altijd werken. Als je ze implementeert, dan is de armoede verzekerd.
Leon Louw is de hoofddirecteur van de Free Market Foundation in de Verenigde Staten.
Vertaling door Albert Spits.
Ik ben direct betrokken bij een initiatief “het organiseren van permanente voorspoed in Suriname” Ik ben er geboren (1952) en woon nu 32 jaar in NL en deel mijn kennis op het gebied van verandermanagement nu met Surinaamse belangengroepen. Ik moet concluderen dat de ontwikkelingeshulp een bizar instrument is die hulpverslaving, corruptie en armoede slim financiert. We (Suriname) worden nu anno 2005 geconfronteerd met een gedrogeerde overheidstop en hofhouding (er zijn gelukkig uitzonderingen) die door de draaideurconsultants uit NL worden voorzien van plannen en geld. Het grootste deel van de hulpeuro’s ondergaan ook het draaideureffect. De NL belastingbetaler moet begrijpen dat deze hulp liever gestopt kan worden. Het ontzielt en onthecht de Surinaamse samenleving omdat de hulp – gedrogeerde overheidsbeslissers korte termijn persoonlijke belangen nastreven. De Government to Government benadering (zoals in Tanzania) moet vervangen worden door business to business relatie waarbij er spelregels voor voorspoedgedreven iunvesteringen worden afgesproken. Het voorkomt het financieren en verdiepen van de armoede in deze zogenaamde donorlanden (Suriname, Tanzania). Ondanks een presentatie aan de beslissers op het ministerie van ontwikkelingssamenwerking heeft men nog niet eens de moeite genomen om hun top down sectorale beleid (veel rapporten, veel analyses, missies en veel vluchten = duurzame verspilling) tegenover onze bottum up pilot project gerichte actie benadering waarbij na een quick scan we met action learning daadwerkelijk de doelgroep eigenaar maken van het oplossingsproces en het product.
De derde regel uit onze filosofie is :”leer hem leren zodat hij niet elke dag vis hoeft te eten.” operationaliseren we daadwerkelijk.
Wij moeten ook strijd leveren en roepen daarom alle voorspoedgedreven mensen op om ons te steunen in deze strijd die wij als mensen die behoren tot de Surinaamse diaspora moeten voeren.We voeren de strijd niet met wapens maar met kennis van veranderconcepten die wel werken in Botswana, Trinidad en Tobago, Barbados, Guyana, Ghana, Aruba etc. Als het deze naties wel lukt waarom lukt het niet in Suriname.
Suriname is na dertig jaar verarmd, meer dan de helft van het volk woont in het buitenland en er ontbreekt nog steeds een gedeelde Publiek – Private verandervisie en een bijbehorend actieplan met meetbare doelen. We ondervinden heel veel weerstand van zowel het Haagse ontwikkelingscircuit en hun Surinaamse overheidspartners. Deze case moet uitgenut worden voor alle innovators op het gebied van voorspoed organiseren op de zgn Noord Zuid as.
In de lesson learned document export tuinbouwpeoducten zullen deze leermomenten zichtbaar maken. Dit document zal eind februari nadat het aan de beslissers in Nederland en Suriname is aangeboden worden gepubliceerd op de website http://www.cariconsult.org
Vriendelijke groet,
Roy Silos
Management team CariConsult
raak artikel, Leon. Je brengt zo wat onder woorden wat de meeste Vlamingen in Belgie ervaren. Het frappantste is wel dat een groot deel van de bevolking niet doorheeft dat België in een tijdspanne van 5-8 jaar ook OEW geworden is. Vertel maar eens aan die enkele honderduizenden jongelingen met univ diploma en meer dan 2 jaar werkloos dat ze toch in het “rijkste” land ter wereld wonen. Vertel het eens aan de 100 nieuwe werklozen die morgen erbijkomen. Ik heb ook wat geschreven in die richting, maar het praat voor de vaak. Ik ben ermee gestopt, en zit heden uit te tekenen hoe mijn huisje in Hongarije eruit gaat zien. Wie arm gemaakt wordt moet uitkijken naar een land dat een reputatie op dat vlak heeft (althans in Belgie). Vreemd genoeg zie ik Hongarije met de dag rijker worden en als je via Sopron binnenrijdt vind je een klein “Vienna”. Wellicht reis ik de welstand achteraan die door de socio-commies uit het Westen wordt verjaagd. Sociale herverdeling ? Boerenbedrog, in de jaren 1990-2000 betaalde ik elke maand genoeg belasting om 3 werklozen te onderhouden. Bij de eeuwwisseling verloor ik in 3 jaar tijd 3 maal mijn job als account manager wegens te hoge loonkosten en faillissementen. Met wat geluk heb ik telkens een ontslagpremie kunnen bemachtigen, die echter nogmaals gedecimeerd werd door de allesverslindende socio-staat. Als je dan eens 2 maand uitkering krijgt, geloof je je ogen niet. Je krijgt minder dan die lul die al heel zijn leven de nikssnut uithangt terwijl jij 12-13 uur per dag je afsloofde. Uiteindelijk ben ik begonnen met een eigen bedrijfje en werk 15 uur per dag. Een voorbeeld voor de kinderen dacht ik. Maar dit is waanzin. Nietsdoen zou me meer opbrengen. Dus ik overweeg…
Comments are closed.