Het vooruitzicht op hebzuchtige bedrijven jaagt iedereen bij de overheid, in de linkse media en bij de man in de straat angst aan. Onethisch gedrag van bedrijven is schuldig aan alles van water- en luchtvervuiling, tot grote faillissementen, lage lonen, het broeikaseffect, problemen met productveiligheid, huidkanker en culturele verveling.

hahn02_jpg.jpgWat aanhangers van de vrije markt niet altijd duidelijk maken is dat de overheid en de pessimistische media ten dele gelijk hebben: bedrijven zijn inderdaad uit op winst. Met betrekking tot dit punt, moeten we eerst eens kijken naar les 1 van bedrijfseconomie, zoals ons geleerd is door de Klassieke School in de 18e eeuw.

Hoe hebberig of onzelfzuchtig een ondernemer ook moge zijn, de instituten van de markt kanaliseren deze motivatie tot een sociaal nut. Bedrijven moeten samenlevingen dienen om te kunnen floreren, dus, bezien vanuit de economische effecten, de morele waarde van het motief om te handelen heeft geen noodzakelijke invloed op de diensten die aan de maatschappij worden geleverd. Dit inzicht is van fundamenteel belang, en ook vaak verwaarloosd.

Maar, wat moeten we dan doen met de topmannen die zaken op de makkelijke manier doen, daar zelfs de wet voor overtreden, alles om hun salaris en macht te vergroten? Hier hebben de pessimisten gelijk maar klopt hun oplossing niet.

Hoe hebberig of onzelfzuchtig een ondernemer ook moge zijn, de instituten van de markt kanaliseren deze motivatie tot een sociaal nut. Bedrijven moeten samenlevingen dienen om te kunnen floreren.

De overheid probeert al tientallen jaren een oplossing te vinden voor deze hebzucht. Eisen aan productveiligheid bijvoorbeeld, proberen ondernemers te dwingen om goederen te maken zonder veiligheidsrisico. Het voldoen aan deze eisen kent zo zijn kosten: de meeste producten worden duurder, zo moeten sommige auto’s (maar niet andere) deuren hebben van een bepaalde sterkte, hooggeplaatste achterremlichten, en nog meer; sommige producten verdwijnen helemaal van de markt, zoals Zippy Microcars. Deze auto’s, die verkocht werden in Europa en Japan, zouden perfect zijn voor Amerikaanse studenten en inwoners van grote, drukke steden, ware het niet dat ze niet voldeden aan de Amerikaanse eisen voor daksterkte en emissies.

Minder zichtbare kosten zijn de zogenaamde “opportunity” kosten van de eindeloze rij eisen. De keuze van consumenten moet het ontgelden: de meeste van ons droegen al gordels voordat de wet het verplichtte en zouden er de voorkeur aan geven in auto’s te rijden zonder door de overheid verplicht gestelde airbags die zo hard opblazen dat ze onze polsen breken, zelfs op momenten dat we ze niet nodig hebben. Daarbij, de overheidsdepartementen die deze regels produceren kosten geld zonder dat ze enige welvaart produceren, waarbij ze dus de reële productie van welvaart in onze private economie doen afnemen.

Wanneer de overheid probeert het probleem van de hebzucht aan te pakken, hanteert zij wederom het vertrouwde recept: zij stelt nieuwe wetten en regels op, die extra kosten opleveren, keuzes verminderen en resulteren in halfslachtige, dertien-in-een-dozijn oplossingen die in ieder geval voor velen niet het gewenste resultaat zullen opleveren. Erger nog, vele overheidsmandaten maken juist het probleem dat ze moeten oplossen erger.

Overheidsreguleringen zijn vaak het product van eerder falen. Milieuwetten bijvoorbeeld, geven aan hoeveel troep bedrijven is toegestaan in het milieu te dumpen. Dit garandeert een zekere mate van vervuiling aangezien het voor bedrijven erg effectief is te vervuilen tot net onder de eis; normaal gesproken bevatten deze wetten geen prikkel om de vervuiling tot een minimum te reduceren. De maximale niveau’s zijn daarbij vaak ook nog het resultaat van geruzie en onderhandelingen tussen politici die ook dingen naar de gunsten van diezelfde te reguleren bedrijven. Sommige van deze eisen worden opgesteld door de EPA (Environmental Protection Agency) zelf, maar dikwijls zijn deze eisen gefundeerd op slecht wetenschappelijk onderzoek (die dingen gebeuren wanneer een instantie geen verantwoording hoeft af te dragen).

Welnu, als de overheid niet de oplossing is, is het dan zo dat zijn wellicht deel uitmaakt van het probleem van de hebzucht van bedrijven? Natuurlijk luidt het antwoord ja – op elk niveau wakkert de overheid impliciet hebzucht en luiheid op verschillende manieren aan. De overheid verschafte Enron leningen en subsidies terwijl topmannen tegelijkertijd bezig waren om succesvol binnen de regels de verliezen te camoufleren op de balansen van dochterondernemingen.

Amerikaanse staalproducenten blijven inefficiënt terwijl de overheid op kosten van de klant de winstmarges opjaagt door tarieven op geïmporteerd staal in te stellen (deze zaak zal voor Bush nog een staartje krijgen bij zijn herverkiezing in 2004, aangezien gebruikers van staal dreigen tegen Bush te stemmen als de tarieven niet omlaag gaan en de staalindustrie stemt tegen als hij ze toch verlaagd). Het blijkt, door gunstige wetgeving in het vooruitzicht te stellen in ruil voor campagnecontributies en stemmen – net als de dreiging van ongunstige wetgeving – kan het congres effectief het Amerikaanse bedrijfsleven chanteren. U hoeft geen ethisch gedrag te verwachten van iemand die u onethisch behandelt.

Wat is dan het alternatief? Helemaal niet reguleren. Wat zal er gebeuren met een bedrijf dat een onveilig product op de markt brengt? Het nieuws zal snel uitkomen (de media smullen hier nu al van), bedrijven kunnen zowel voor publieke als private rechtbanken gedaagd worden (dat worden ze al) en bedrijven gaan failliet (ook dat gebeurt al). Verkopen – zowel producten als diensten – houden bedrijven op de been. Een slecht imago kan een bedrijf ontzettende schade berokkenen en de media en advocaten staan constant klaar om toe te slaan. Want, advocaten worden rijk, en journalisten krijgen promoties als zij als eerste een misstand van een bedrijf aan het licht brengen.

Hetzelfde geldt voor de solvabiliteit: zonder de SEC (Securities and Exchange Commission) en zijn handlangers zouden bedrijven vrij zijn al hun creativiteit los te laten op hun cijfers en dat te publiceren wat zij zelf willen. Het resultaat zal zijn dat investeerders terughoudender worden. Investeerders, wie het ook mogen zijn (banken, beleggingsmaatschappijen, Warren Buffett), willen net zo min als u hun geld verliezen. Er is geen SEC nodig om beleggers te stimuleren moeilijke vragen te stellen aan bedrijven die hun geld willen. Bedrijven die weigeren de informatie te publiceren die beleggers vragen, of die niet overtuigende jaarverslagen publiceren, zullen onmogelijk geld kunnen vinden om hun groei te financieren.

Vervuiling is een moeilijker probleem. Om de andere misstanden rond de hebzucht van bedrijven op te lossen, kan de overheid simpelweg alle regelgeving schrappen. Om de vervuiling aan te pakken, zal de overheid echter al het land moeten weggeven dat nu in haar bezit is. Wanneer alle grond in private handen is, zullen eigenaars hun belangen beschermen tegen de vervuilers. In plaats van dat de overheid van de staat New York de centrale overheid om hulp vraagt de veroorzakers van zure regen in Illinois aan te pakken, en de overheid op haar beurt de industrie in Illinois reguleert (waarbij de industrie bij hun mannetje in het congres lobbyen voor niet al te strenge regels), zullen individuele eigenaars in New York in een betere positie zijn vervuilers in andere staten aan te klagen.

Op dit moment bestaat een gebruikelijke rechtszaak waarin de overheid van een staat vervuilers in een andere staat aanklaagt, niet uit de vraag of de vervuilers vervuilen – dit staat meestal wel vast – maar of de vervuilers voldoen aan de eisen in de wet, zoals de Clean Air Act. Het kan immens ingewikkeld zijn om vast te stellen of iemand voldoet aan meterslange wetgeving geschreven in bureaucratisch jargon. Het hebben van de overheid als tussenhandelaar in dit hele proces levert soms dan ook leuke comedy op (nou ja, dat zou het zijn als het niet iedere keer tientallen miljoenen dollars zou kosten): in 1997 werd de EPA door de staat New York aangeklaagd voor de zure regen.

De topmannen uit het bedrijfsleven zijn als ieder ander. Sommigen zullen gebruik maken van de kansen die de overheid (en alleen de overheid) biedt om de tegenstander en de klant het leven zuur te maken en hun eigen leven beter. Zonder regels van de overheid, geschreven en opgedrongen door mensen die niet echt een belang hebben in het resultaat, zou de markt vrij zijn oplossingen voor problemen te vinden op haar eigen manier, waarin iedere deelnemer deelneemt omdat hij wel een belang heeft bij het resultaat.

Wanneer ieder bedrijf wordt gehouden aan de hoge standaard die de vrije markt stelt, en wanneer ieder bedrijf onderneemt zonder het veiligheidsnet van de overheid, zullen we allemaal blij kunnen toekijken hoe eerlijk CEO’s ineens worden, en hoe snel en relatief goedkoop die paar rotte appels worden opgemerkt en eruit gewerkt.

Want, dankzij rechtszaken en faillissement, bezit de markt natuurlijke prikkels tegen fout gedrag en op hetzelfde moment verschaft het dankzij het winstmotief prikkels voor bedrijven om betrouwbare, veilige en wenselijke producten te fabriceren tegen een redelijke prijs. Het is jammer dat dit nooit ofte nimmer op de overheid toegepast kan worden.

De auteur is een bankier uit Alabama. Dit artikel verscheen eerder op Mises.org. Vertaling door Bas Jonker.

Dit artikel verscheen eerder op: mvlogo-small.jpg

1 REACTIE

  1. Zucht. Blijven strijden. Maar het wordt vermoeiend. Mijn dag is gestart met een service-telefoon uit Nederland. Een misverstand inzake levering werd in 3 minuten opgelost.
    Namiddag heb ik 6 Belgische overheidsdiensten van dienst Financien gebeld, 8 mensen aan de lijn gehad, gewoon om een Btw tarief te weten te komen. Morgen krijg ik een antwoord op een basisvraag. Miljoenen documenten hebben ze op het web gezet, maar een compendium met alle verhandelde produkten ?
    Is dat zo moeilijk , als je met 5000 personen daarvoor al 20 jaar de tijd hebt gehad ?

Comments are closed.