Dat de sociale woningbouw wereldwijd en sinds mensenheugenis catastrofale resultaten voorlegt, volstaat helaas nog steeds niet om te stoppen met de idiotie van openbare besturen die zich opwerpen als grootschalige woningbouwpromotoren en vastgoedmiljardairs. Sociale woningbouw verschijnt integendeel als prioriteit bij elke opeenvolgende regeringsvorming. Het is in kringen van het establishment heiligschennis om daar tegen in te gaan. Het wordt hoog tijd dat we de heilige huisjes van de sociale woningbouw afbreken, vindt Martin De Vlieghere.

eerstekamer.jpgHet eerste heilige huisje is dat zonder sociale huisvesting veel meer mensen onvermijdelijk in erbarmelijke omstandigheden zouden moeten wonen of zelfs dakloos worden. Indien het werkelijk menens zou zijn met het basisrecht van gezond wonen, waarom verleent men de allerarmsten dan geen wooncheques die op de privé-markt kunnen worden gebruikt? De Amerikaanse federale regering berekende dat een sociale woning elke maand dubbel zoveel kost aan de belastingbetaler als een voucher die de privé-verhuurder bij de overheid kan verzilveren. Bovendien moet men met het systeem van woningcheques niet meer voor een sociale mix zorgen (sociale gettovorming is immers uitgesloten) en kan men de hulp beperken tot de mensen bij wie de woningnood het grootst is. Hoewel een rijke stad als New York met exploderende woningnood kampt en bij de federale overheid om steeds meer geld bedelt voor haar failliete huisvestingsmaatschappijen, weigert zij evenwel de federaal uitgegeven vouchers te verdelen omdat ze liever zelf bouwheer en vastgoedtycoon blijft.

Het tweede heilige huisje is dat sociale woningbouw onontbeerlijk is om de gemiddelde woonkwaliteit te verbeteren zonder dat achtergestelde sociale categorieën uit de boot vallen. Het omgekeerde is waar. Alleen door te bouwen voor de rijken – zoals privé-investeerders doen – verbetert de woonkwaliteit van de armen. Men moet geen bolleboos zijn in hogere economische mathematica om het ‘trickle down’ effect te begrijpen: als de rijken verhuizen naar de luxueuze nieuwbouw, komen hun voormalige burgerswoningen vrij voor minder kapitaalkrachtige mensen. In de jaren zeventig en tachtig werd kwalitatief wonen daardoor steeds betaalbaarder voor de Vlaming, de woonkost daalde in verhouding tot de gemiddelde lonen. Helaas is momenteel het omgekeerde proces op gang getrokken. Door het gebrek aan bouwgrond, de overregulering van leegstand en nieuwbouw en de politieke vijandigheid (per definitie kortzichtig) tegenover speculatie (per definitie langetermijnplanning), worden moderne kwaliteitswoningen op de privé-markt een exclusieve luxe voor de happy few en betaalt de middenklasse zich blauw om hopeloos verouderde arbeiderswoningen op te knappen.

Omwille van deze heilige huisjes wordt een immense bureaucratie in leven gehouden die moet waken over de politiek correcte toewijzing van sociale woningen, waarbij eindeloos moet worden geschipperd tussen armoedebestrijding, gezonde huisvesting voor kroostrijke gezinnen en het vermijden van sociale getto’s. Erger nog zijn de batterijen discriminerende maatregelen en subsidies nodig om de sociale huisvestingsmaatschappijen kunstmatig in leven te houden. Philippe Van den Abeele, eindredacteur van de nieuwsbrief ‘Mijn Huis Mijn Recht’ vond zo maar liefst 26 verschillende Vlaamse regels om de sociale woningbouw meer armslag te geven ten nadele van de privé-investeerders: voorkooprecht, de mogelijkheid om privé-verkavelingen te blokkeren omdat in Vlaanderen voortaan met de lokale sociale huisvestingsmaatschappij moet onderhandeld worden over de ‘sociale invulling’ ervan, decretale ‘woonreservegebieden’ waar alleen de overheid mag investeren, de talloze BPA’s exclusief opgemaakt voor ‘sociale woningbouw’ enzovoort (zie nr. 49 van de nieuwsbrief). Een uitermate complex subsidiesysteem voor verwerving van gronden, bouwklaar maken van terreinen, infrastructuurwerken en voor de bouwkost zelf met speciale regels voor sociale huurwoningen en koopwoningen, voor nieuwbouw en renovatie en al naargelang het om woonvernieuwingsgebieden gaat of andere gebieden, vermag niet te verhelen dat de sociale huisvestingsmaatschappijen slechts een fractie van de kostprijs op zich moeten nemen. Ondanks de zware positieve discriminatie van sociale huisvestingsmaatschappijen, duiken ze elk jaar dieper in het rood en nemen de subsidies en de woningnood toe.

De verkoop van sociale huurwoningen is geen alternatieve financieringsbron gebleken aangezien een sociale huisvestingsmaatschappij gemiddeld drie woningen uit haar patrimonium moet verkopen om de bouw van één nieuwe woning te financieren, wat bewijst hoe snel verouderd, onaantrekkelijk en duur sociale woningen zijn. Daar is niets mysterieus aan. Omdat openbare besturen in comité moeten beslissen, aan de politieke eisen van het ogenblik moeten voldoen en met niet-vrijwillig verstrekte fondsen werken, kunnen zij niet anders dan ver onder het peil van de privé-investeerders werken. Sociale huisvesting verarmt de samenleving en kan zelfs haar eigen politieke prioriteiten niet zo goed realiseren als de privé-vastgoedinvesteerders.

Sociale woningbouw is georganiseerde schaarste waar de wachtlijsten, de inefficiëntie, de corruptie en de politieke conflicten ingebouwd zijn. De sociale huisvesting is vooral een business waar verdeel-en-heers-politici, juristen, theoretische economen, lobbyisten en sociaal-assistenten die geen enkele bijdrage leveren aan het woningenbestand, zichzelf belangrijk kunnen maken als managers van de woningnood.

Er is niets sociaal aan mastodont vastgoedconglomeraten die met miljarden euro’s belastinggeld onaantrekkelijke woningen bouwen en het privé-initiatief van de schaarse bouwgronden verdringen. Het is geen toeval dat de ‘voortrekkerslanden’ inzake sociale woningbouw Nederland en de U.K. kampen met sociale getto’s en woningnood. Moeten wij hen zonodig achterna? Er is geen zekerder manier om woningnood te creëren en de verbetering van de woonkwaliteit te vertragen dan meer belastinggeld naar de sociale woningbouw te versassen.

Martin De Vlieghere is doctor in de Letteren en Wijsbegeerte en bestuurslid van de klassiek-liberale denktank Nova Civitas

Relevante websites:
Mijn Huis, Mijn Recht