(Dit artikel is eerder gepubliceerd in HP/De Tijd)

De Stichting Max Havelaar omschrijft zichzelf als ‘een organisatie die een keurmerk verleent aan alle producten die door firma’s onder eerlijke handelsvoorwaarden zijn ingekocht’; het assortiment van Max Havelaar bestaat inmiddels uit koffie, thee, cacao, bananen en honing.

De meeste firma’s houden er kennelijk oneerlijke handelspraktijken op na, want de Max Havelaar producten hebben elk maar een marginaal deel van de markt in handen. Wat zijn die oneerlijke handelspraktijken dan wel?

Een voorwaarde om met het keurmerk van Max Havelaar te mogen pronken is dat de boeren in de Derde Wereld een ‘eerlijke’ prijs krijgen voor hun producten. Hoe wordt de ‘eerlijke prijs’ berekend? Die prijs moet in ieder geval hoger zijn dan de wereldmarktprijs; de marktprijs is voor de Max Havelaar Stichting het ijkpunt dat geldt als de oneerlijke prijs.

Kost koffie op de wereldmarkt bijvoorbeeld $1.30 per pound, dan is het oneerlijk om $1.30 per pound voor de koffie te betalen; de eerlijke prijs ligt dan op $1.35 per pound. Maar als de koffieprijs op de wereldmarkt stijgt naar $1.35 per pound, zodat Douwe Egberts de prijs gaat betalen die door Max Havelaar in een eerder stadium als ‘eerlijk’ werd bestempeld, dan is dit ineens geen eerlijke prijs meer, maar een besmette, oneerlijke prijs die getuigt van verwerpelijke handelsmethoden en uitbuiting van de kleine boeren in de Derde Wereld. De eerlijke prijs ligt dan weer hoger, op $1.40 per pound. Wat eerst een eerlijke prijs was, wordt ineens oneerlijk. Waarom? Eenvoudig: omdat de markt bereid is het te betalen. Als de markt bereid is die prijs te betalen, dan moet het wel een oneerlijke prijs zijn, ook al is het dezelfde prijs die Max Havelaar in een eerder stadium goedkeurde.

Dit is heel handig gevonden van Max Havelaar: ze zijn er zo van verzekerd dat, wat ook de prijs is die op de wereldmarkt betaald wordt, die prijs altijd ‘te laag’ is om ‘eerlijk’ genoemd te kunnen worden. Max Havelaar blijft dus altijd onontbeerlijk om uitbuiting van de kleine boeren in de Derde Wereld tegen te gaan. Het trieste lot dat organisaties treft die doelen nastreven die te verwezenlijken zijn, zoals de recentelijk opgeheven anti- apartheidsbeweging, zal Max Havelaar bespaard blijven.

Vermakelijk is wel dat Max Havelaar de marktprijzen broodnodig heeft om te kunnen berekenen wat de ‘eerlijke prijs’ is: om ‘eerlijk’ te kunnen handelen, is het bestaan van ‘oneerlijke’ handelspraktijken onontbeerlijk. Want stel dat alle koffieproducenten zich zouden aansluiten bij Max Havelaar. In dat geval zou de wereldmarktprijs samenvallen met de Max Havelaar prijs. Max Havelaar kan dan niet meer berekenen wat de eerlijke prijs is, en wordt gedwongen zelf tot uitbuiting over te gaan …

Vermakelijk is ook dat de Max Havelaarkoffie wordt vervaardigd door fabrikanten die tevens koffie produceren die tegen de marktprijs is ingekocht. Met de Max Havelaarkoffie die deze fabrikanten produceren, klagen ze hun eigen handelspraktijken aan – uiteraard zonder de voor de hand liggende conclusie te trekken dat ze moeten ophouden de ‘oneerlijke’ koffie te produceren. Douwe Egberts verdient een compliment omdat ze weigert hieraan mee te werken.

Hoe wordt de eerlijke prijs van de Max Havelaar producten precies berekend? Hoe ver boven de marktprijs moet de prijs liggen om eerlijk te zijn? In de middeleeuwen waren er ook al geleerden die discussieerden over de formule om de ‘eerlijke’ prijs te berekenen, maar men kwam er niet echt uit. Max Havelaar is er nu wel uitgekomen. Maar voor een organisatie die pretendeert de waarheid in pacht te hebben over wat de eerlijke prijs is, is de verantwoording over de exacte berekening van die eerlijke prijs nogal teleurstellend.

De eerlijke prijs varieert per product, zoveel is wel duidelijk. Zo moet voor koffie 5 dollarcent per pound extra worden betaald, terwijl voor thee een toeslag van 1-2 Dmark per kilo geldt, afhankelijk van de kwaliteit. Als de marktprijs te zeer daalt, treedt er bovendien een bodemprijs in werking. Die bodemprijs is gebaseerd op de productiekosten van de verkopers. Dit maakt de zaak er niet duidelijker op. Want als de ‘eerlijke prijs’ de prijs is die de productiekosten dekt, waarom wordt de eerlijke prijs dan niet gewoon standaard door Max Havelaar berekend aan de hand van de productiekosten? Waarom wordt die prijs dan gewoonlijk berekend aan de hand van de marktprijs, plus een toeslag? Waar die toeslagen op gebaseerd zijn, blijft ook onduidelijk. Hoe komen ze bij Max Havelaar aan die bedragen? Hoe weten ze dat deze bedragen niet nog steeds te laag zijn om eerlijk te kunnen worden genoemd? En hoe weten ze dat die bedragen niet te hoog zijn, zodat er sprake is van uitbuiting van de westerse ondernemers? Wat is de formule die gebruikt wordt? Wat voor variabelen zitten erin verborgen? Is het soortgelijk gewicht van het product misschien van belang? Welke constanten worden gebruikt? Er wordt in het voorlichtingsmateriaal van Max Havelaar met geen woord over gerept.

Waarom deze geheimzinnigheid? Als Max Havelaar de formule voor rechtvaardig handeldrijven heeft ontdekt, dan zou je verwachten dat deze met veel tam-tam wereldkundig wordt gemaakt zodat andere goedwillende bedrijven daar voor hun producten ook gebruik van kunnen maken. Vanwaar die, ik zou bijna zeggen, egoïstische houding? Zou het kunnen dat die formule helemaal niet bestaat? Zou het kunnen dat die formule, als ie al bestaat, helemaal nergens op gebaseerd is – dat het niets meer is dan een gril van intellectuelen die naar iets zoeken om hun morele superioriteit boven de vulgaire handeldrijvende medemens duidelijk te maken, en die gewoon maar iets uit hun mouw schudden? De meest prangende vraag blijft wel: waarom is de marktprijs eigenlijk oneerlijk? Wat is er mis met een prijs waar beide partijen vrijwillig akkoord mee gaan omdat ze beiden verwachten van de handel te profiteren?

Max Havelaar’s theorie dat de eerlijke prijs de productiekosten van de verkoper moet dekken, is nogal raadselachtig. Als de marktprijs onder de productiekosten daalt, maken de boeren verlies. Dat is natuurlijk heel vervelend, maar de mogelijkheid verlies te draaien is nu eenmaal een van de bekende risico’s van het ondernemerschap. Waarom het oneerlijk is van Douwe Egberts om te weigeren op te draaien voor eventuele verliezen van haar handelspartners, blijft onduidelijk. Die handelspartners zijn tenslotte ook niet van plan op te draaien voor de eventuele verliezen van Douwe Egberts.

Een tweede theorie van Max Havelaar over de ‘eerlijke prijs’ luidt dat de plaatselijke tussenhandel in de Derde Wereld meer verdient ‘dan redelijk is’; geld dat bij de kleine boeren hoort te belanden, verdwijnt in de zakken van de tussenhandel. De tussenhandelaren wordt bovendien verweten dat ze ‘te hoge’ rente (‘woekerrente’) vragen voor de kredieten die ze de boeren verstrekken. Maar hoe komt Max Havelaar erbij dat de tussenhandel teveel verdient? Hoeveel moet de tussenhandel dan verdienen? En hoe bereken je dat? En hoe hoog moet de ‘eerlijke’ rente zijn op de kredieten, en hoe bereken je dat? Op deze vragen geeft Max Havelaar helaas geen antwoord. Wel wordt er door Max Havelaar geklaagd over de ‘macht’ van de tussenhandel en van de Westerse ondernemers waaraan de boeren in de Derde Wereld zijn onderworpen. Deze ‘macht’ is er in de ogen van Max Havelaar verantwoordelijk voor dat de boeren een ‘te lage’ prijs krijgen voor hun producten.

Maar waar bestaat die macht uit? Westerse ondernemers en plaatselijke tussenhandelaren hebben de macht om de boeren een bod voor hun producten te doen en eventueel krediet te verstrekken. De boeren nemen dat bod aan als ze daarmee hun positie denken te verbeteren; als ze denken dat ze erop achteruit gaan, slaan ze het aanbod af. De ‘macht’ van de ondernemers is dus de mogelijkheid om de positie van de boeren te verbeteren. Meer niet. In plaats van te klagen over die macht, zou de Max Havelaar Stichting er dus blij mee moeten zijn. De macht om de positie van de boeren in de D
erde Wereld te verbeteren bezit de Max Havelaar Stichting zelf maar in zeer beperkte mate. De meeste boeren zijn om hun waren te verkopen nog altijd aangewezen op de reguliere handelaren. Het is natuurlijk geen schande dat de reguliere handel veel meer voor het welzijn van de boeren betekent dan de Max Havelaar Stichting, maar wat minder arrogantie zou de Max Havelaar Stichting niet misstaan.

Dat het initiatief van de Max Havelaar Stichting niets met eerlijke handelsvoorwaarden te maken heeft, en alles met verkapte liefdadigheid, wordt ook door de ontstaansgeschiedenis van de stichting bevestigd. Hoe is het initiatief van Max Havelaar tot stand gekomen? Een groep Mexicaanse koffieboeren liet weten dat ze in plaats van ontwikkelingshulp voortaan liever een hogere prijs voor hun producten ontvingen. Dat is heel begrijpelijk. Openlijke liefdadigheid heeft iets beschamends – de Derde Wereld boer moet zijn hand ophouden voor een aalmoes van de succesvolle westerse blanke man. Beter te verdragen is liefdadigheid die in een vorm wordt gegoten waarbij het net lijkt alsof er geen sprake is van liefdadigheid, maar van zelf verdiend geld: in plaats van openlijke liefdadigheid, vermomde liefdadigheid in de vorm van een toeslag bovenop de marktprijs. Om te verbloemen dat er sprake is van liefdadigheid moet vervolgens de prijs met toeslag de ‘eerlijke’ prijs worden genoemd; en daar volgt weer de noodzaak uit om de marktprijs de ‘oneerlijke’ prijs te noemen, en de reguliere ondernemers van oneerlijke handelspraktijken te beschuldigen.

Waarom heeft de Stichting Max Havelaar zichzelf eigenlijk met de naam van de romanfiguur van Multatuli getooid? Hield Multatuli er misschien dezelfde bizarre denkbeelden op na over de ‘eerlijke prijs’ als de Max Havelaar Stichting?

Nee, Multatuli was gelukkig lang niet zo dom als door de naamgeving van de Max Havelaar Stichting wordt gesuggereerd. In de Max Havelaar plaatste Multatuli het onrecht precies waar het te vinden is: niet bij de vrije markt, maar bij de staatsinterventie in de markt. De theorieën in de Max Havelaar over de ‘eerlijke prijs’ zijn, anders dan de theorieën van de Max Havelaar Stichting, zeer redelijk en helder. Volgens Multatuli kregen de inlandse boeren geen eerlijke prijs voor hun producten van de Westerse afnemers omdat er van handel op basis van wederzijdse instemming geen sprake was. De ‘handel’ was volledig op dwang gebaseerd. In samenwerking met de lokale regenten dwong de Nederlandse staat de boeren om bepaalde producten te verbouwen; het was de boeren verboden om die producten te verkopen aan een andere partij dan de Nederlandse staat; en de boeren werden gedwongen de producten te verkopen tegen een prijs die door de Nederlandse staat werd vastgesteld. Boeren die het ‘aanbod’ van de Nederlandse staat afsloegen, werden niet met rust gelaten, zoals op de vrije markt pleegt te geschieden, maar kregen te maken met de harde hand van politie en justitie. Kortom, de Nederlandse overheid dreef handel volgens hetzelfde principe dat ook door de maffia gebruikt wordt wanneer die aan winkeliers ‘beschermingsdiensten’ aanbiedt. En uiteraard waren er ook door de staat bevoorrechte handelaren die van deze afpersingspraktijken meeprofiteerden.

De uitbuiting van de boeren bestond er in de Max Havelaar dus niet in dat ze de marktprijs ontvingen voor hun producten, maar nu juist dat ze die marktprijs niet ontvingen, maar gedwongen werden hun producten onder de marktprijs te verkopen. De Max Havelaar Stichting zet de boodschap van de roman van Multatuli volledig op z’n kop: Havelaars kritiek op de staat wordt vervangen door een kritiek op de markt. Dat Multatuli destijds werd tegengewerkt door de Nederlandse regenten, terwijl de Max Havelaar Stichting door de huidige regenten wordt omhelsd en gesubsidieerd, is dan ook niet verwonderlijk.

Ook de overige voorbeelden van ‘knevelarij en mishandeling’ van de inlandse bevolking die in de Max Havelaar aan bod komen, betreffen steeds het handelen van overheden, en niet de vrijwillige handel tussen ondernemers en boeren. Het verhaal ‘Saidjah en Adinda’ gaat niet over boeren wiens lot ondraaglijk wordt gemaakt door verderfelijke koffiehandelaren die maar weigeren een liefdadigheidstoeslag bovenop de marktprijs te geven; het gaat over boeren wiens lot ondraaglijk wordt gemaakt omdat van hen voortdurend de buffels worden afgenomen door de inlandse regent en zijn bende. Het gaat, kortom, over belastingheffing door de plaatselijke overheid. Het gaat ook over een dorp dat veroverd werd – niet door Nederlandse koffiehandelaren, maar door het Nederlandse leger; een dorp dat ‘dus in brand stond’, en waar Saidjah het lijk van Adinda vond.

Hoe lasterlijk de naamgeving van de Max Havelaar Stichting ook is, helemaal onbegrijpelijk is de keus voor Multatuli’s held nu ook weer niet. Want ondanks het scherpe inzicht van Max Havelaar in de criminele aard van de Nederlandse staat en de inlandse regenten, is hij niet helemaal vrij te pleiten van anti-kapitalistische sentimenten en poverheidsideeën. Zo stak Havelaar zijn minachting voor ‘koopmannen’ niet onder stoelen of banken; en in de toespraak tot de hoofden van Lebak riep Havelaar de inlandse regenten op goede regenten te worden in plaats van slechte regenten.

GOEDE REGENTEN!

Geef mensen de macht om over hun medemensen te heersen, roep ze vervolgens op om daar geen misbruik van te maken, en hoop er het beste van…

Beter was geweest als Havelaar de regenten erop had gewezen dat ze geen enkel recht hebben over hun medemensen te heersen, en vervolgens een oproep aan de regenten had gedaan om ermee op te houden en iets nuttigs te gaan doen – de handel in bijvoorbeeld.

Dat zou naar alle waarschijnlijkheid Multatuli de schande hebben bespaard van de Stichting die tien jaar geleden de naam van Max Havelaar ging dragen. Dat de boeren in de Derde Wereld niet worden uitgebuit door tussenhandelaren en Westerse ondernemers, betekent natuurlijk niet dat ze niet onder uitbuiting te lijden hebben. Wat dat betreft is er sinds de tijden van Max Havelaar niet zo veel veranderd. Nog steeds worden de boeren op grote schaal beroofd en afgeperst door de lokale regenten.

Als ze bij de Max Havelaar Stichting werkelijk in het voetspoor van Max Havelaar willen treden, dan is het recept dus simpel. Houd op de ondernemers te belasteren die de economische positie van de boeren in de Derde Wereld verbeteren door ze een betere prijs te bieden voor hun producten dan ze elders kunnen krijgen; geef eerlijk toe dat je eigen initiatief niets met ‘eerlijke handelspraktijken’ te maken heeft en alles met liefdadigheid; en richt je pijlen voortaan op de werkelijke uitbuiters: de lokale heersers. IJver voor stopzetting van de hoge belastingen waar de boeren in de Derde Wereld onder te lijden hebben; ijver voor de stopzetting van de praktijk waarbij boeren worden gedwongen hun producten ver onder de marktprijs aan de lokale overheden te verkopen; en als je met alle geweld Westerse uitbuiters wilt aanwijzen, richt je dan tegen de importbelemmeringen die door Westerse staten zijn opgericht tegen producten uit de Derde Wereld – importbelemmeringen waarmee de boeren in de Derde Wereld een grote afzetmarkt voor hun producten wordt ontnomen.

Voor een organisatie die gesubsidieerd wordt met belastinggeld, en die in haar voorlichtingsmateriaal trots bericht over de regenten – Herfkens, Kok, Prins Claus – die bereid werden bevonden het eerste pak ‘eerlijke’ koffie te overhandigen of de eerste ‘eerlijke’ banaan in ontvangst te nemen, vergt dit natuurlijk wel een zekere cultuuromslag. Maar voor idealisten die het er om gaat een betere wereld te creëren, kan dat geen onoverkomelijk bezwaar zijn.

7 REACTIES

  1. Doel of middel ?

    Terwijl er op alle departementen terecht wordt bezuinigd gaat onze staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking mevrouw Van Aardenne gewoon door met het uitgeven van geld. Deze week werd bekend dat het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking (OS) een meevaller van € 300 miljoen op de begroting heeft. Volgens eigen zeggen staat men te popelen om goede ideeën waaraan deze 300 miljoen kan worden uitgegeven.

    Het is werkelijk van de gekke dat Nederland – nu het economisch al geruime tijd tegenzit – gewoon geld over de balk blijft smijten aan allerlei projecten die niet of nauwelijks worden geëvalueerd. Nederland draagt van alle EU-landen het meeste bij aan ontwikkelingshulp (0,8% rijk + 0,3% gemeenten en provincie = 1,1 % BBP). Als we nou eens zouden beginnen met dit percentage te halveren tot 0,4%, een percentage wat momenteel door een land als Duitsland wordt uitgegeven. Vervolgens alle projecten jaarlijks evalueren en bij gebleken falen direct te hulp stopzetten. De besparingen die daarmee worden gerealiseerd kunnen voorlopig worden toegevoegd aan de algemene middelen en gebruikt worden voor ons eigen land ingeval van economische tegenspoed. Bijvoorbeeld om onze wegkwijnende ouderen, gehandicapten en andere hulpbehoevende tegemoet te komen. Want door de toenemende vergrijzing zal daar de komende jaren een alsmaar groter wordend geldbedrag nodig zijn. Het lijkt wel een doel op zich te worden om geld uit te geven, terwijl het toch echt een middel moet blijven om armoede in de wereld te bestrijden.

    Enschede, 17 augustus 2004

  2. Het is veelzeggend dat de Max Havelaarstichting niet reageert op het artikel in DE TIJD.
    Het stichtingsbestuur moet wel of erg dom zijn of zeer geslepen.
    Als het het bestuur er werkelijk om te doen is, de koffieboeren wat extra geld toe te stoppen, is dit wel een bijzonder inefficiente manier!
    Immers : het bedragje dat extra gebeurd wordt per pak koffie is een brutobedrag.
    Hoeveel van dit bedrag komt terecht bij een koffieboer ( na aftrek van winstmarges voor winkelier, grossier, BTW, kosten van de stichting, etcetera, etcetera) ?
    ik denk dat dit maar een klein percentage is.
    De stichting zou vermoedelijk meer geld kunnen binnenkrijgen door een girorekening open te stellen voor het storten van een bijdrage aan deze boeren.
    Iemand kan dan eens per jaar naar de boeren toevliegen om biljetten van honderd dollar uit te delen. Of is deze oplossing te eenvoudig ?
    De stichting zal wel niet bereid zijn haar boeken open te leggen en te laten zien hoeveel centen van iedere extra euro er bij een boer terechtkomt!
    Waarom juist de koffieboeren voor een dergelijke actie uitgekozen zijn, is mij eveneens een raadsel. Waarom niet de schoenpoetsers
    van Bogota , de vissers van Caracas , de theeboeren uit Argentinie of de kruiers van het vliegveld Gorontalo in Sulawesi ?
    Het zal ook een heel werk zijn om te bepalen, van welke boeren je boven de marktprijs gaat kopen . Hoe worden deze geselecteerd ? Want alle boeren staan natuurlijk te dringen om meer te vangen dan hun product op de vrije markt opbrengt! Als de stichting mij het adres geeft van een paar boeren, zal ik tijdens een van mijn volgende bezoeken aan Zuidamerika eens een kijkje ga nemen.

  3. Nieuw: biologische spijkerbroek!

    De Stichting Max Havelaar omschrijft zichzelf als ‘een organisatie die een keurmerk verleent aan alle producten die door firma’s onder eerlijke handelsvoorwaarden zijn ingekocht’; het assortiment van Max Havelaar bestaat inmiddels uit koffie, thee, cacao, bananen en honing.

    Als klap op de vuurpijl komt Max Havelaar met een nieuw product. Binnenkort worden er kledingstukken bestaande uit biologische katoen aan het huidige productengamma toegevoegd. Althans dat is het plan van de Stichting Made By. Katoen wat niet behandeld is met bestrijdingsmiddelen is beter voor het milieu en ook nog eens goed voor de boeren in de Derde Wereld. Het is allemaal veel ´socialer´ aldus de woordvoerder van Made By.

    Erg realistisch is het allemaal niet. De opbrengst van een katoenveldje dat wel met bestrijdingsmiddelen is behandeld zal jaarlijks een hogere productieopbrengst genereren dan een veldje dat niet is bespoten. Omdat er voor de vervaardiging van een kledingstuk dezelfde hoeveelheid katoen nodig is zal de biologische tuinbroek wel erg duur worden.

    De vraag is of de consument bereid is dat er voor te betalen. De verwachting is van niet. Gezien het matige succes van de zogenaamde EKO producten laat zich de uitkomst al raden. En dus moeten de boeren en het productiepersoneel in de confectie centra´s juist veel harder ploeteren.

    Om de boeren in de Derde Wereld echt te helpen kunnen zij beter genetisch gemodificeerde katoen gaan verbouwen. Daarbij heb je gegarandeerd de hoogste productieopbrengst jaarlijks en zijn zij veel minder afhankelijk van de grillen van het weer. Het is goed voor de beurs van de boeren en misschien kan de prijs van de kleding dan juist wel omlaag. En dan is iedereen weer tevreden.

  4. Fijn dat dit op internet te vinden is.
    Voor school maak ik een documap over Max Havelaar, en dit artikel kan ik dus wel gebruiken.
    Bedankt!!

  5. Ik was onder de indruk dat het argument van de Havelaar stichting juist was dat de koffieboeren afgeperst werden door tussenhandelaren, deze zouden een extreem lage prijs af kunnen dwingen. Ze kunnen immers de boeren tegen elkaar uitspelen. (Hieraan is een gebrek aan informatie van de individuele koffieboer debet). Als een koffieboer het risico loopt dat de handelaar zijn koffie niet koopt zal hij al snel bereid zijn de prijs te laten zakken. Immers, als hij zijn oogst niet verkoopt heeft hij niks.

    Voor het bovenstaande scenario is niet eens een overschot in koffieproductie nodig. De tussenhandelaar kan zelfs bij een tekort op de markt nog doen alsof er een overschot is en een lage prijs afdwingen.

    Zodoende lijkt mij het grootste probleem de geringe kennis van de markt voor de individuele koffieboer.

    Zouden de koffieboeren niet veel meer gebaat zijn bij het opzetten van een cooperatie die alle boeren in een gebied omvat die de koffie inkoopt van de boeren en die vervolgens onderhandeld met de tussenhandelaren?

    PS.
    Ik wil nog even erbij zeggen dat ik geen voorstander ben van de Max Havelaar stichting en haar praktijken.

  6. Ik ben wel degelijk een fan van het kopen van fairtrade-artikelen.

    De manier van argumenteren in dit stuk en in de reacties getuigen van een niet zo goed inzicht in de problematiek die heerst in de ontwikkelingslanden. De achtergrond waartegen veel dingen gebeuren en dergelijke. Ik wil wel reageren op een aantal dingen.

    In het artikel wordt geredeneerd over het al dan niet eerlijk zijn van prijzen. Als iets de marktprijs is dan is het ‘dus niet eerlijk’. Dat is echter niet de route van redeneren die er bestaat.
    In de koffieproducerende landen (om koffie als voorbeeld te houden) kun je eenvoudig constateren dat boeren schulden op schulden bouwen, niet genoeg geld hebben om onderwijs, gezondheidszorg en fatsoenlijk onderdak te betalen. Dat is niet relaxt, deze mensen hebben meer geld nodig. Hoe komt het dat deze mensen zo weinig geld hebben? Wel, het systeem is op het moment zo dat vrijwel alle boeren een lening hebben bij de internationale koffiehandelaar (in veel gevallen direct de brander, zoals NesCafe). De meeste jaren maken boeren verlies op hun koffie. Ander werk is er niet te vinden. Hier is door boeren niets aan te doen. Ze krijgen alleen maar leningen van de brander als ze koffie blijven produceren. Maar op die koffie maken ze verlies zodat ze moeten blijven lenen. Als ze daar echter mee stoppen zitten ze met een lening, een hoge rente daarop, geen mogelijkheid om meer te lenen en geen inkomen. Dat wil je niet en het enige wat je kan doen is gelaten toekijken dat je lening groter wordt.
    Ik zeg hier als nuchter persoon, hé, dat is niet eerlijk! Eerlijk bestaat er voor mij uit dat je gelijke kansen hebt. Wij profiteren van hen, maar wij laten toe dat hun alle kansen worden ontnomen.
    Max Havelaar heeft dit ook geconstateerd, en wil daar wat aan doen. Wat je kunt doen is de boeren zoveel geven dat hun kinderen naar de universiteit kunnen, ze een dikke audi kunnen rijden en nog veel meer. Het probleem is dan dat je koffie krijgt van duizenden euro’s per kilo, en dat verkoop je niet. Om in ieder geval iets te doen zijn ze bereid meer te betalen dan de marktprijs die door grote koffiebranders wordt bepaald. Wat is het idee erachter? Omdat die mensen geen kans hebben, moeten wij bereid zijn meer te betalen dan het stricte minimum wat mogelijk is. Die mensen gaan eraan als wij het minimum blijven betalen, en ondanks alle routes om verantwoordelijkheid af te schuiven zijn wij ook verantwoordelijk, omdat wij zonder schroom koffie kopen van uitbuitende branders. Wordt hier gepretendeerd dat het voor Max Havelaarboeren nu het einde van de problemen is? Nee totaal niet, het is een begin. Als we nu zeggen dat ‘het niet helpt’ dan komt het einde nooit. Als we collectief zeggen dat we niet verantwoordelijk willen zijn kunnen we misschien wat meer dan een begin maken. Verder is het geven van meer geld niet het enige wat wordt gedaan door fairtradebrands. Cooperaties worden wel degelijk opgezet en gestimuleerd, door de oligopolie in de koffiehandel heeft het echter nog steeds geen zin om met 50 boeren te protesteren, een brander is nooit afhankelijk van jouw productie.

    De inefficiëntie van het geven van geld op deze manier is nog zoiets. We geven al 50 jaar ongelooflijk veel geld aan ontwikkelingslanden, maar de praktijk is dat we nog lang niet van alle problemen af zijn. In totaal hebben we al meerdere keren het bedrag gegeven dat theoretisch nodig is om alle problemen op te lossen. Met het geven van geld los je echter niets op. Bovendien is het direct geven van geld echt verschrikkelijk inefficiënt. Wil je alles goed besteden, dan zul je het zelf moeten doen. Dan heb je echt ongelooflijk veel mensen nodig die zich daar mee bezig houden, en die allemaal betaald moeten worden. Geef je het aan de overheden, dan drukken die het achterover. Kernbegrip hier is het woord ‘empowerment’. Als wij nu een aantal mensen eten geven, maar ze zijn nog steeds niet zelfvoorzienend, dan hebben ze morgen weer honger. Het gaat erom dat de mensen zelfvoorzienend worden en kansen krijgen om zelf te bepalen wat ze met hun leven doen. Als er voldoende draagvlak is om de koffie zoveel in prijs te laten stijgen dat boeren er wel van kunnen leven, dan hoeven we ze geen direct geld meer te geven.

    De keuze van koffieboeren is inderdaad een beetje willekeurig, dit is echter geen argument om dan maar te stoppen, maar juist een reden om door te gaan, er is nog veel te doen namelijk! Je kunt niet beginnen met alles aan te pakken, toevallig is het nu koffie, chocolade, sieraden, kruiden, katoen en nog wat dingen, maar je hebt inderdaad nog electronica, metalen en nog veel meer. Wat betreft locale vissers ergens weet ik veel, die moeten ook geholpen worden maar dat is wel een beetje een ander verhaal. Hierbij gaat het om onze collectieve verantwoordelijkheid door hun producten af te nemen tegen een prijs waar ze niet van kunnen leven. Die vissers hebben wij niets mee te maken. Niet dat dat een reden is om niets te doen maar dat is een taak voor andere organisaties.

    Het is puur gezeik wat betreft de naamgeving. De onderdrukkers destijds vormden de overheid, op het moment zijn de ‘onderdrukkers’ de internationale handels/productie organisaties. De naamgeving boeit niet en speelt geen rol in de beoordeling van een organisatie.

    Wat betreft ‘Made By’. Je hebt ook nog iets als een verantwoordelijkheid richting de aarde waarop je leeft. Dat is een reden voor biologisch katoen. Dat het duur wordt is inderdaad waar, raar he? Het punt is alleen dat eigenlijk die andere broek duurder is, maar dat we dat geld pas betalen in de vorm van belasting, vanwege alle geldstromen die ontstaan door milieuproblemen.

  7. Deze quote van G. wil ik even benadrukken.
    >>Het gaat erom dat de mensen zelfvoorzienend worden en kansen krijgen om zelf te bepalen wat ze met hun leven doen<<

    Ware vrijheid bestaat immers niet met een bemoeizuchtige overheid.
    Dus ook niet als er een koffiebrander of samenwerkende handelaars zijn die dmv onvermijdbare leningen extra belastingen in de vorm van rente te heffen op leningen van koffieboeren, om hun productietoevoer veilig te stellen en concurenten te weren.
    Dat zijn mafiapraktijken.
    Hierdoor ontstaat een marktwerking die geen marktwerking is, omdat er afhankelijkheden gecreerd zijn die de vrijheid van de koffieboeren onderdrukt.
    Er is een moderne vorm van slavernij onstaan, die geen enkele libertaris toch niet zou horen te ondersteunen?!
    Of Max Havelaar een goede en eerlijke strucuur handhaaft in hun berekeningen is nog maar de vraag.
    Het is wellicht nog aan de te lage kant, maar ze zullen zeker een marktprijs bieden die nog altijd dichter bij de werkelijke marktprijs ligt dan wanneer de koffieboeren over meer zelfbeschikking zouden, zonder leningen.

Comments are closed.