Na extra geld te hebben gepompt in de zorgsector blijken wachtlijsten, met name in de thuiszorg en van de verzorgings- en verpleegtehuizen, niet gekrompen maar gegroeid.
Nederland is weer eens geschokt. Na extra geld te hebben gepompt in de zorgsector blijken wachtlijsten, met name in de thuiszorg en van de verzorgings- en verpleegtehuizen, niet gekrompen maar gegroeid. Men is er inmiddels achter dat de registratie zo gebrekkig is dat men niet precies weet waarop wordt gewacht. In het registratiesysteem staat niet de zorgvrager – in modern jargon de klant – centraal, maar de zorgverlener.
Langzaam begint het besef door te dringen dat dit niet alleen voor bedrijven fnuikend is, maar ook voor de dienstverleners in de zorgsector. Jaren geleden heb ik erbij de verzekeraars al op aangedrongen om een voorbeeld te nemen aan de bloemen- en plantenveiling in Aalsmeer, daar wordt het product geautomatiseerd gevolgd, dat zou ook moeten gebeuren met de zorgvrager. Op die manier doet men een schat aan informatie op die kan bijdragen aan een effectievere en bovenal efficiëntere zorgverlening.
Dat levert een beter bij de zorgvrager passend product op en het zal schelen in de hoogte van de kosten daarvan. In het geval van de wachtlijsten weet men dan bijvoorbeeld precies wie waar op wacht en op welke plaats. Dan ook kan men zien of de wachtlijst voor de ene vorm van hulpverlening een wachtlijst veroorzaakt voor de andere vorm. Bijvoorbeeld als men eigenlijk wacht op een verpleegtehuis wordt men tijdelijk doorgeschoven naar de thuiszorg en daar belandt men dan ook weer op een wachtlijst.
Goede, patiëntgerichte administratie geeft in ieder geval inzicht in waar eigenlijk op wordt gewacht en dus waar men capaciteitsproblemen moet oplossen. Het is heel wel mogelijk dat een verruiming van de capaciteit van verpleegtehuizen de wachtlijst in de thuiszorg doet verdwijnen of in elk geval sterk doet verminderen. Nu tast men is het duister.
Meer in het algemeen weet men helemaal niet of er wel efficiënt wordt gewerkt in die vormen van zorg. Het is mijn stellige indruk dat de overhead, management, bureaucratie en kundes, een onevenredig groot deel van het beschikbare budget opslokt. De inrichting van de zorgkantoren die de zorg moeten distribueren over de vragers van zorg, is weer zo’n nieuwe vorm van bureaucratie die uit hetzelfde budget moet worden betaald. Het is nog maar de vraag of deze zorgkantoren het functioneren van de afstemming van vraag en aanbod zal verbeteren.
Het lijkt mij de hoogste tijd worden om in de zorgsector het particulier initiatief in te schakelen, niet van burgers maar van bedrijven. Ga de boer maar op bij de uitzendbureaus en de cateraars. Ga met hen praten over de aanbieding van totaalproducten. Waarom zouden deze bedrijven geen verpleeg- en verzorgingstehuizen kunnen exploiteren en geen thuiszorg kunnen geven op maat. Zover ligt dat niet van hun huidige business af.
Het grootste probleem in de zorg is gebrek aan uitvoerend personeel. Dat heeft velerlei oorzaken. Het zit hem in de honorering van de uitvoerenden (dokters, verplegers, gezinsverzorgers e.d.) die aan de lage kant is, in de bureaucratie die de werkdruk niet verlaagd maar verhoogd (denk aan de eindeloze vergader- en administratiecultuur) en in een te uniform aanbod.
Particulier initiatief kan hierin veel veranderingen ten goede brengen, zo wijst de ervaring uit. Meer in het algemeen zal het die kant toch uit moeten. Straks doen ook welgestelde mensen beroep op zorg en zij willen zorg die bij hen past en niet de eenheidsworst die thans wordt gepresenteerd.
Natuurlijk hangt daaraan ook een prijskaartje, maar dat kunnen zij zeker betalen. Het betekent ook onderscheid in de zorg naar kapitaalkracht. Maar wat is daar eigenlijk op tegen. De villabewoner deelt zijn leven nu ook niet met die van de modale flatbewoner, maar moet dat in het verzorgings- c.q. verpleegtehuis van nu wel doen.
De hele discussie hierover wordt verlamd door een moralistisch beroep op gelijkheid. Onderscheid hoeft nog helemaal niet te betekenen dat de kwaliteit van de geboden zorg daaronder lijdt. Het handhaven van een standaardkwaliteit is zeker een overheidstaak, daarboven moet men duizend bloemen laten bloeien.
Indien het particulier initiatief zijn intrede doet in het zorgveld, zullen ook de traditionele instituties hun kwaliteit, hun effectiviteit en hun efficiëntie verbeteren. Dat is beter dan maar hersenloos een nieuw blik geld open te trekken.
Dit artikel is eerder verschenen in NU.nl.