Een introductie van de tradities, ideeën en beloften van het In het eeuwenoude conflict tussen individuele vrijheid in al zijn vormen en de politieke macht van de staat met betrekking tot het doen en laten van de mensen, is het overduidelijk welke koers de twintigste eeuw is ingeslagen.
Een introductie van de tradities, ideeën en beloften van het libertarisme
Wij hebben nu die systematische theorie over de vrijheid; wij komen volledig bewapend met onze kennis en zijn bereid om onze leer uit te dragen en deze over te brengen op alle groepen en lagen van de bevolking. Alle andere theorieën en systemen hebben duidelijk gefaald: socialisme is overal op de terugtocht, en vooral in Oost-Europa; liberalisme is ten ondergegaan in een vloed van onoplosbare problemen, conservatisme heeft niets anders te bieden dan steriele verdedigingen van de status-quo. Vrijheid is nooit volledig uitgeprobeerd in de moderne wereld, libertariërs stellen nu voor het Amerikaanse ideaal van vrijheid en voorspoed voor iedereen bereikbaar te maken.
Murray Rothbard in For a New Liberty
In het eeuwenoude conflict tussen individuele vrijheid in al zijn vormen en de politieke macht van de staat met betrekking tot het doen en laten van de mensen, is het overduidelijk welke koers de twintigste eeuw is ingeslagen. De twintigste eeuw is de eeuw van de Macht, een eeuw waar dwang en geweld, door de staat uitgeoefend, normaal is geworden. Iedere denkbare vorm van statisme is in deze eeuw uitgeprobeerd: fascisme, communisme, sociaal-democratie, de corporatieve staat, en de militaire dictatuur.
Ook de gevolgen van de macht zijn duidelijk geworden.Wij zien meer menselijke ellende, veroorzaakt door de uitoefening van politieke macht, meer wreedheid en destructie van mensenlevens, dan ooit tevoren in onze geschiedenis. Het lijkt alsof alle angstwekkende gruwelen waar de mens toe in staat is, bijeengebracht waren en aan onze ogen voorbij trokken.
Als politieke macht ons grote voordelen had gebracht, als het enkele van onze oudste problemen had opgelost, of de weg had gewezen andere problemen op te lossen, dan kon dit schouwspel van onderdrukking en moord, wellicht nog enigszins worden gerechtvaardigd.
Maar er zijn geen oplossingen geweest. De hoop die opgewekt werd door de revoluties tegen Macht, ten gunste van Vrijheid, in de 17de, 18de en 19de eeuw, is vandaag bijna totaal verdwenen, en een alles doordringend gevoel van wanhoop schijnt bezit van onze geest genomen te hebben. Zeker is, dat de politieke, sociale en economische problemen waarmee wij nu geconfronteerd worden oneindig complexer lijken dan die van de vorige eeuw.
In Amerika neemt de misdaad toe, vooral de geweldmisdaad. Onze omgeving wordt bedreigd door vervuiling; ons systeem van rechtspraak is een warboel; onze steden hebben geen geld. Het staatsonderwijs-systeem is aan het bezwijken. Belastingen vliegen omhoog, enorme hoeveelheden reguleringen, red tape, en bureaucratische beslissingen drijven de kleine onafhankelijke zakenman tegen de muur. Het systeem van sociale voorzieningen gaat naar een bankroet toe, pensioenfondsen verminderen sterk, en de beurs is depressief. Wij drijven rond te midden van een inflatoire recessie, waarvan experts ons eens verzekerden dat het onmogelijk was en nu blijkt dat in de komende jaren, energie, banen, huisvesting en kapitaalgoederen alle schaars zullen worden. Ons buitenlands beleid is ruïneus. Maar we weten allemaal dat dit alleen een oppervlakkige waarneming is.
Overal in het westen vertoont het systeem van ‘corporatief-statisme’, de tekenen ineen te storten; niet in staat om ook maar één van de meest fundamentele problemen op te lossen. Tientallen jaren van beheersing van het economisch systeem met politieke middelen, door reguleringen, controles, belastingen, uitgaven, privileges en dergelijke, zijn de oorzaak van enorme wanverhoudingen in de structuur van ons economisch systeem.
De Verenigde Staten, die het Keynesiaanse beleid van ‘volledige werkgelegenheid’ sinds de Tweede Wereld Oorlog volgt, zag dat haar monetaire en fiscale manipulaties leidden tot radicale slingerbewegingen tussen aanvallen van versnelde inflatie aan de ene kant en steeds zwaardere recessies aan de andere, gepaard gaande met regelmatig groeiende werkeloosheid en perioden van economische teruggang. De sociale zorg, welke in de 30er jaren van de grond kwam om de gevolgen van armoede en werkloosheid te bestrijden, staat op instorten. De geldcreatie in de 50er en 60er jaren heeft in de jaren ’70 geleid tot een vloed van dollars die steeds minder koopkracht bezitten.
Ook andere landen kampen met dezelfde problemen: de burgerlijke vrijheden en de democratie zijn in India vermorzeld. De heersers van vele andere landen blijken Indira Gandhi’s slechte voorbeeld te volgen.Communistische landen kunnen nog steeds niet hun eigen bevolking voeden. ‘Centralistische planning’ heeft niet gewerkt en de ongelukkige onderdanen van de communistische regimes vinden de loop en de richting van hun levens geheel bepaald door het staatsapparaat. Burgerlijke vrijheden en economische vrijheid bestaat niet. Verbanning of dood wacht hen die de moed op brengen zich tegen een dergelijke tirannie te verweren.
De Derde Wereld wordt geregeerd door een verbijsterende verscheidenheid aan systemen, van primitieve feodale systemen tot militaire dictaturen; de ontwikkeling stagneert volkomen, men wordt geconfronteerd met hongersnood en overbevolking. Er is weinig reden tot hoop, als men het beleid van deze archaïsche, parasitaire politieke systemen beziet, die minder worden gedreven om werkelijke veranderingen teweeg te brengen dan om de politieke macht te behouden van heersers wier barbaarse optreden ons doet afvragen of dit werkelijk wel de 20ste Eeuw is. Latijns-Amerika bezit systemen van geweld en corruptie, politieke bandieten die zowel op de boeren als op de middenklasse azen. Afrikaanse heersers proclameren hoge idealen voor het voetlicht van de wereldopinie, maar praktiseren tirannie, de politiek van de onmenselijkheid.
Amerikaanse politieke en industriële leiders dragen er zeer veel toe bij om de macht van deze heersende klassen te handhaven. Voor hen is dit zaken doen en het bedrijven van politiek normaal, maar het zijn de arme volkeren en de Amerikaanse belastingbetalers die de prijs betalen. Wij zien voorts een radicale desintegratie in internationale aangelegenheden. De nationale valuta’s fluctueren hevig als gevolg van inflatie. Het internationale monetaire systeem wordt in toenemende mate onstabieler. Economisch nationalisme en protectionisme nemen toe, daarmee het internationale systeem van vrije handel vernietigend. De voedseltekorten die daarvan het gevolg zullen zijn, betekenen de dood voor ontelbare miljoenen in de komende jaren. Regeringen in het Midden-Oosten, Indochina en op talrijke andere plaatsen nemen hun toevlucht tot oorlogsgeweld.
Misschien het ergste van alles is dat alle vormen van persoonlijke vrijheid, juist het ‘belang’ dat geen verdedigers heeft, juist het deel van het ‘algemeen goed’ dat altijd opgeofferd wordt aan de belangen van macht en privilege, aangetast worden. Vrijheid om te spreken, uit te geven, te produceren, en te creëren, te kopen en te verkopen, te reizen, om vrij te leven, wordt behandeld alsof het een luxe zou zijn die we ons niet langer kunnen veroorloven.
Als men dit niet beschouwt als de erfenis van bijna een Eeuw van Macht, dan moet men toch ten minste erkennen dat Macht overal onmachtig is gebleken, wanneer ze werd geconfronteerd met deze problemen. Het is een duidelijk feit dat deze problemen evenredig met de groei van de overheid zijn toegenomen en dat dit verband geen toeval is. Het is juist die macht zelf en haar verderfelijke gevolgen die de directe oorzaak zijn van de meeste van deze problemen en die nu volledig de weg naar de oplossing blokkeert.
Sinds het vierde kwart van de 19de Eeuw, zien wij een enorme toename van de staatsmacht ten koste van wat Albert Jay Nock noemde ‘Sociale Macht’ – de vrije actie van individuen in de samenleving en zijn spontane groei van instituties, die zich bezig houden met sociale problemen. Overal is de Macht van de staat vergroot om zich met sociale problemen bezig te houden, gewoonlijk problemen die direct ontstaan zijn uit vroegere interventies in de samenleving. En als deze staatsmacht groeit, krimpt de Sociale Macht in en de bekwaamheid van individuen om hun eigen zaken te regelen, hun eigen leven te leiden, wordt geremd, belemmerd en vernietigd. Zoals Nock in 1935 schreef:
‘Het is helaas niet al te best begrepen dat, precies zoals de staat geen geld van zichzelf heeft, zij ook geen macht van zichzelf heeft. Alle macht die zij heeft is die, welke de samenleving haar geeft, plus die, welke zij van tijd tot tijd zich onder een of ander voorwendsel toeeigent. Er is geen andere bron van waaruit staatsmacht kan worden geput. Dus iedere toe-eigening van staatsmacht, hetzij gegeven of geconfisceerd, laat de samenleving even zo veel minder macht voor zichzelf; er is en kan nooit versterking van de staatsmacht zijn zonder een er mee samenhangende en ongeveer gelijke vermindering van sociale macht’.
Een dergelijke ontwikkeling betekent dat de beheersing van sociale problemen verschuift van de handen van hen die rechtstreeks met deze problemen zijn betrokken naar de handen van gecentraliseerde overheidsinstanties. Wanneer zich problemen voordoen, vindt men thans een complex van abstracte regels en voorschriften die slechts kunnen zijn opgelegd door middel van de meest vernederende methodes. Dit in plaats van de activiteit van vrije instellingen die met alle mogelijke souplesse zich maar al te graag met deze zaken willen bezighouden en die zich weten aan te passen aan de speciale omstandigheden waar tegenover de hulpbehoevende zich ziet geplaatst. Thans heeft men zich maar aan te passen en dient men deel te worden van het allesomvattende politieke systeem ten einde te kunnen overleven. Door de Staat beroofd van zijn welvaart, komt het individu al spoedig tot het besef dat het alleen door het verkrijgen van speciale privileges of door diefstal mogelijk is iets van welstand en aanzien terug te krijgen. Hij staat voor het alternatief van óf hamer óf aambeeld te zijn, of, om Albert Camus’ uitdrukking te gebruiken, ‘slachtoffer of beul’ te zijn. Onveranderlijk vindt hij zijn leven harder worden, moeilijker, meer dwangmatig, en hij houdt op zijn eigen problemen op te lossen. Hij kan nu deel gaan uitmaken van het staatsapparaat – dat dan zijn verdere macht moet uitbreiden – of lijdzaam de rol van slachtoffer aanvaarden, de rol van de geëxploiteerde en de onderdrukte. Toewijding en menselijkheid verdwijnen indien alternatieven en keuzen beperkt worden en spanningen en irritaties opgewekt worden. Het gevolg is een vorm van ‘klassenstrijd’ tussen de staatsprofiteurs en de door de Staat onderdrukten, tussen de leiders en de geleiden.
Dit is wat er gebeurt als de staat zich bemoeit met het sociale gebeuren van de mensen, hun het recht op verantwoordelijkheid en keuze ontneemt. De uitoefening van Staatsmacht is inderdaad niets anders dan een poging het elementaire principe van verantwoordelijkheid van mensen voor hun eigen leven, om te buigen in het geven aan enkele mensen van verantwoordelijkheid voor en macht over anderen. Bovendien kunnen overheidsprogramma’s alleen bestaan ten koste van de productie, van diegenen die de goederen en diensten produceren die door allen in de samenleving geconsumeerd worden. Het betekent dat wij een steeds groter aantal consumenten in de samenleving krijgen die niets produceren wat sociaal nuttig is (datgene wat verkocht kan worden op de vrije markt), maar toch inkomen krijgen dat ontnomen is van degenen die wel produceren. Hierdoor krimpt de economische basis van de samenleving ineen hetgeen leidt tot economisch parasitisme, stilstand en achteruitgang. Er kan nauwelijks enige twijfel over bestaan dat conflicten en corruptie onvermijdelijk hierop moeten volgen.
Ondanks hun steeds groeiende macht, zijn de politieke instellingen niet bij machte iets te doen aan de gevolgen van hun eigen beleid; dit beleid heeft tot gevolg dat er alleen maar nieuwe problemen ontstaan. Wettelijke maatregelen voor minimumlonen, veroorzaken massale werkeloosheid bij jongeren uit minderheidsgroepen. Subsidies aan bedrijven, stimuleren inefficiency en monopolie. Het drukken van geld (‘monetaire financiering’) om politieke programma’s te financieren heeft stijgende prijzen tot gevolg. Het centrale banksysteem leidt tot inflatoire maatregelen en verkeerde investeringen in de economie. Alle soorten loon- en prijsmaatregelen hebben tekorten en werkloosheid tot gevolg. Wetten tegen het gebruik en verkoop van drugs leiden tot torenhoge prijzen, toename van de criminaliteit, zwarte markten en een uitbreiding van het aantal handelaren. Regiementering door de staat wordt gebruikt om de concurrentie te verminderen en monopolies te verstrekken ten gunste van de grootste bedrijven in die industrietakken die gereguleerd worden. Importtarieven beperken de alternatieven voor de consument en veroorzaken prijsverhogingen. De dwang van de vakbonden beperkt de flexibiliteit en de verscheidenheid op de arbeidsmarkt, kweekt inefficiency en stilstand en leidt tot lagere productiviteit en als gevolg daarvan tot lagere lonen.
De staatsmacht wordt bij deze en andere problemen in toenemende mate gericht op tijdelijke, ad hoc maatregelen. De oplossingen die geboden worden zijn niet gebaseerd op principes of op mogelijke consequenties. Er worden ons geen fundamentele alternatieven aangeboden. De besluitvorming is ontnomen aan de mensen die erbij betrokken zijn en wordt in de plaats daarvan uitgevoerd door gezagsdragers die hun eigen belangen proberen te vergroten. Bovendien wordt geen aandacht besteed aan principes, en aan belangrijke zaken of beleid dat niet past in het raamwerk van het machtsstreven.
Dit gebrek aan aandacht is misschien wel het ergste verschijnsel, want het maakt ons blind voor mogelijke alternatieven buiten dit smalle en rigide raamwerk. In onze wedloop naar Macht en bevoorrechte posities is verloren gegaan dat er een alternatief, een ander systeem mogelijk is. Het is een systeem dat nooit op de juiste manier naar voren is gebracht, verdedigd of toegepast, en nooit goed werd begrepen, een systeem ook dat een schitterende traditie heeft gehad en krachtige verdedigers kent: het eenvoudige systeem van natuurlijke vrijheid. Dit is het systeem waarin alle individuen de volledige vrijheid hebben om de loop van hun leven zelf te bepalen, niet belemmerd door overheidsbemoeiing, bij het uitvoeren van elke handeling die zij willen, zolang zij de persoon of het rechtvaardig verkregen eigendom van een ander niet aantasten. Het is een systeem waarin macht uit de handen van de staat is genomen en in de handen van die individuen blijft die deze produceren. Deze traditie, ontstaan in de 17de Eeuw en voortgezet tot in onze tijd, had zijn oorsprong in de grote klassieke-liberale revoluties tegen de Macht. Zoals Murray Rothbard heeft geschreven, had deze zijn oorsprong in..
… de Engelse Revoluties van de 17de eeuw, de Amerikaanse Revolutie en de Franse Revolutie, welke allen nodig waren als inleiding tot de Industriële Revolutie, en van tenminste een aantal overwinningen voor individuele vrijheid, laissez faire, van de scheiding van kerk en staat, en van een periode van internationale vrede. De contract-maatschappij nam, althans gedeeltelijk de plaats in van de maatschappij gebaseerd op status, de ‘industriële maatschappij’ kwam tenminste eveneens gedeeltelijk in de plaats van de militaristische maatschappij. De meerderheid van de bevolking kreeg nu een mobiliteit met betrekking tot werk en plaats, en tevens resulteerde dit in een versnelde verhoging van de levensstandaard waarvan zij nauwelijks heeft durven dromen. Het liberalisme heeft in de Westerse wereld niet alleen vrijheid gebracht, de beloften van vrede en de stijgende levensstandaard van een industriële maatschappij, maar bovenal, misschien, bracht het hoop, een hoop voor steeds grotere vooruitgang die de meerderheid van het mensdom uit zijn eeuwenoude poel van stilstand en wanhoop heeft gehaald.
Deze klassieke liberale revoluties bestreden aan de ene kant macht over menselijk leven en aan de andere kant verdedigden zij het natuurlijke recht van de mens op leven, vrijheid en eigendom. Zo ontstonden de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van drukpers. De gedeeltelijke doorbraak van geloofsvrijheid en religieuze tolerantie bracht tenslotte een eind aan vete eeuwen van religieuze oorlogvoering.
Als tegenstanders van de overblijfselen van het feodalisme het mercantilisme en het monopolie van de privileges in hun tijd, vochten de klassieke liberalen voor de doorbraak van de vrije ‘markt economie’, voor vrijhandel. Zij streden tegen de staateconomie en haar bonzen. Zij vochten voor de afschaffing van kasten en privileges en voor de uitbreiding van de eigendomsrechten, die de mensen als individuen aanspraak zou doen geven op de producten van hun eigen arbeid, en voor wat zij voor deze arbeid op de vrije markt konden krijgen. Zij vochten tegen de tirannieke belastingen en tegen het systeem van beschermende in- en exportrechten. Tenslotte waren zij de onvermoeibare voorvechters voor internationale vrede en internationale vrije handel. Zij streefden naar vernietiging van het mercantilisme, een systeem dat productie en handel beperkte teneinde bepaalde klassen te bevoordelen. Zij vochten tegen militarisme, kolonialisme en imperialisme.
De klassiek-liberale beweging was niets minder dan een revolutie gericht tegen Macht en ijverend voor vrijheid. Deze vrijheidskrachten hebben bewerkstelligd dat gedeeltelijk de niet-gereguleerde vrije markteconomie ontstond boven de gereguleerde staateconomie. Kortom het was tot een grootse traditie geworden die, politiek gezien, tot een einde kwam in de slachtpartijen van de Eerste Wereld Oorlog.
Op intellectueel vlak, is deze traditie steeds levend gebleven, van John Locke in de 17de eeuw tot aan figuren als Nobelprijswinnaar F. A. Hayek in onze tijd. Het was een traditie die ieder op zijn eigen manier uitgedragen werd door Adam Smith, Thomas Paine, Thomas Jefferson en Wilheim von Humboldt. Het was de traditie van Benjamin Constant, Charles Comte, Charies Dunoyer en Frederic Bastiat in Frankrijk; van Cobden en Bright, John Stuart Mill en Herbert Spencer in Engeland; en William Lloyd Garrison, William Graham Sumner, Albert Jay Nock en een groot aantal anderen in Amerika. Het was, helaas, een traditie die nergens volledig heeft getriomfeerd, een revolutie die een onvolledige revolutie bleef, en alleen Amerika en West-Europa heeft geraakt.
Deze vrijheidstraditie is nu teruggekeerd met het ontstaan van de radicale libertarische beweging, die opnieuw tot de strijd van Vrijheid tegen Macht aanspoort, die opnieuw aandringt op het voorgaan in de politiek van ‘wat er zou moeten zijn’ boven ‘wat er is’. In deze tijd is het de libertarische Beweging die hoop brengt aan de volkeren in de wereld, volkeren overheerst door macht. Het is de libertarische Beweging die opnieuw de vrijheid voor allen wil vergroten.
Welnu, als het libertarisme de politiek is van ‘wat er zou moeten zijn’, afgezien van wat er is’, wat zijn dan haar uitgangspunten? Wat heeft deze vitale, actieve en belangrijke nieuwe beweging voor idealen niet alleen voor Amerika, maar voor de gehele wereld?
De leer van het libertarisme begint met het beginsel van onschendbaar individualisme, met de opvatting dat ieder mens de enige rechtmatige eigenaar is van zijn eigen leven, vrij om te doen wat hij maar wil, zo lang hij maar geen dwang, geweld, agressie of fraude gebruikt tegen andere personen of rechtmatig verkregen eigendom van een ander. We hebben in onze wereld slechts te maken met levende individuen; begrippen als ‘natie’, ‘staat’, ‘maatschappij’, en dergelijke zijn niets anders dan metaforische constructies die bedacht zijn om werkelijke relaties weer te geven tussen bestaande individuele mensen, zij alleen zijn het die voelen, denken, behoeften hebben en handelen om deze te bevredigen. Het Libertarisme is dus gebaseerd op wat men pleegt te noemen de traditie van de natuurlijke rechten, die inhouden dat ieder menselijk wezen het recht heeft op leven, vrijheid en rechtmatig verkregen eigendom – eigendom verkregen door natuurlijke hulpbronnen te veranderen door eigen inspanning of deel te nemen in vredelievende ruil van eigen gedachten en werk voor dat van anderen. Het belangrijkste sociale beginsel van het libertarisme volgt hier onvermijdelijk uit – het beginsel dat niemand geweld of agressie mag gebruiken tegen de persoon of het rechtmatige eigendom van een ander, het beginsel van non-agressie.
Door vast te houden aan deze beginselen, stellen libertariërs voor om de mens te bevrijden van alle vormen van slavernij, van alle vormen van onvrijwillige sociale relaties. Want deze rechten zijn gebaseerd op niets minder dan de menselijke natuur en de menselijke behoefte in een sociale omgeving. Als de mens wil voortbestaan en gedijen, dan moet hij zijn eigen verstand en mogelijkheden gebruiken om zijn eigen behoeften in de samenleving te bevredigen, en die dingen te bereiken zonder welke zijn leven weinig betekenis of waardigheid zou hebben.
Libertariërs zijn tegen Macht door het aanprijzen van het natuurlijke recht van alle mensen de loop van hun eigen leven te bepalen, en het fundamentele recht, de volledige verantwoordelijkheid te accepteren voor de consequenties van hun keuzen en daden. Iedere poging om gelijkheid op te leggen aan mensen door politieke middelen is een poging datgene te vernietigen dat hen tot hoogstaande persoonlijkheden kan maken.
Dus, een elementair humanisme vereist van ons dat wij streven naar een sociaal systeem dat volledig de individualiteit en de verscheidenheid van mensen respecteert, een samenleving waarin alle sociale relaties vrijwillig en zonder dwang tot stand komen, waar niemand een ander mag dwingen hem te gehoorzamen. leder menselijk leven moet beschouwd worden als doel-op-zich-zelf, nooit als een middel. De enige manier om deze beginselen uit te voeren is door een structuur van vrijwillige sociale relaties, gebaseerd op vrije wils overeenkomst, op rede en overtuiging, waarbij niemand wordt onderworpen aan de wil van een ander.
Het libertarisme biedt niets minder dan de voltooiing van de strijd van de Vrijheid tegen Macht, het voortzetten van de grote tradities van het klassieke-liberalisme naar hun ondeelbare radicale conclusies – de ontmanteling van alle systemen van Macht en Privilege. Het stelt voor een einde te maken aan de uitbuiting van sommige groepen door anderen door het beëindigen van de macht van de staat om speciale voorrechten aan enkelen te geven ten koste van anderen. Het stelt voor een einde te maken aan de macht van de overheid om een agressieve buitenlandse politiek te voeren en oorlogen te ontketenen gericht op vergroting, heerschappij of glorie.
Praktisch gezien, beogen de libertariërs het proces van de politisering in beweging te zetten, te beginnen met de ontmanteling van de Leviathan Staat; het terugbrengen van individuele verantwoordelijkheid en het herstellen voor een ieder van de zeggenschap over eigen leven. Wij willen de verdwijning van alle vormen van loon- en prijsbeheersing, welke de oorzaak zijn van tekorten en werkeloosheid, de beëindiging van alle regulering door de overheid en de door de overheid mogelijk gemaakte kartels, die de productie doen verminderen en alternatieven beperken en prijsverhogingen veroorzaken. Wij willen de afschaffing van het vergunningenstelsel voor beroepen, dat individuen weerhoudt om te werken in welk beroep dan ook hetwelk zij wensen, en van alle andere beperkingen van de vrijheid van werkgelegenheid. Wij verafschuwen het systeem van gedwongen pensionering, dat de ouderen beroofd van werk, waardigheid en levenszin. Wij zijn voor de afschaffing van het systeem van gedwongen staatsonderwijs, voor particuliere onderwijsinstellingen. Wij zijn voorstander om de openbare nutsbedrijven weer in handen te geven van particuliere ondernemingen. Dit geldt ook voor de Centrale Bank en de regulering van de geldhoeveelheid, teneinde de kans op inflatie te minimaliseren en daardoor te voorkomen dat pensioenen en spaargelden bij voortduring worden ontwaard en waardoor tevens hevige verstoringen in het economisch bestel worden opgeroepen. In het kort: wij willen een einde maken aan de mogelijkheden tot parasitisme en economische regulering, wij streven naar het ideaal van een samenleving van onafhankelijke, productieve en creatieve mensen teneinde de levensstandaard te verhogen en daardoor onze samenleving weer leefbaar te maken.
Tenslotte, de toepassing van deze zo briljante beginselen van het libertarisme kunnen niet beperkt blijven tot een willekeurig land, zelfs niet tot een potentieel zo groot land als Amerika. Het systeem van de vrijheid heeft nog grotere gevolgen voor de andere volkeren op de wereld. Want wij willen niet de ‘nationale onafhankelijkheid’, een metaforisch jasje voor de overheersing van velen door enkelen, maar individuele vrijheid voor alle mensen op de wereld.
In West-Europa moet de ontmanteling van het systeem van staats-kapitalisme en sociaal-democratie plaatsvinden. In de Derde Wereld moet de ontmanteling plaatsvinden van de overblijfselen van het feodalisme, de slavernij en het mercantilisme. Wij geven onze steun aan die bevrijdingsbewegingen die niet streven naar vormen van staats-socialisme of -macht, maar naar vormen van vrijheid. Voor de communistische wereld, pleiten wij voor de ontmanteling van de dictatuur van het proletariaat, van nationaal socialisme en gecentraliseerde planning. Wij willen een eind maken aan de onderdrukking van de burgerlijke vrijheden, het volledige herstel van de economische vrijheid voor het individu. Wij pleiten voor de bevrijding voor de individuen in de communistische landen van het monopolie van het staatsapparaat over de productiemiddelen. Voor Amerika bieden wij niets minder dan de verwezenlijking van de idealen van de Amerikaanse revolutie.
Wij hebben niet hèt plan een nieuwe vorm van macht over mensen te vestigen, maar om individuen de volledige vrijheid te bieden om hun eigen levens te leiden in gemeenschappen waar vrede heerst en gebaseerd op vrijwillige sociale relaties. Wij zijn, gedreven door een passie voor rechtvaardigheid, door een mededogen met de onderdrukte mensen in Amerika en elders, de stem van Vrijheid tegen Macht. In deze periode van de menselijke geschiedenis, is er geen ideaal belangrijker of wordt sterker benadrukt. Geen ideaal is nobeler of is een radicaler uitdaging voor de politiek van de dood en wanhoop – de politiek van ons tijdperk. Wij nemen de banier van de vrijheid op en zullen daarmee het oude ideaal van vrede en welvaart voor alle mensen op de wereld vervullen.