Op gezette tijden is het weer bal. Dan gaan de schapen weer naar de stembus om voor de komende vier jaar te bepalen door wie ze zich mogen laten scheren. Maar er is een alternatief: NIET stemmen! Bij de laatste verkiezingen koos het grootste deel van het electoraat ervoor om niet te stemmen. Bij de komende verkiezingen zal dit segment alleen maar groter worden.

Iedere stemgerechtigde weet dat, als je mee wilt praten, dit het goede moment is. Het voetvolk verkeerd wederom in een collectieve roes van schijnvrijheid, waarbij de gedachte aan het hoge democratische goed geëerd wordt met de verplichte gang naar de stembus. Verplicht, want zeg tegen niemand dat je het er niet mee eens bent, en er niet aan meedoet. Waag het niet om niet een stem uit te brengen.

Wat veel mensen niet beseffen is dat verkiezingen het symbool zijn van het onvermogen van vrije mensen om met hun vrijheid om te gaan. Verkiezingen zijn een instrument waarmee de individuele geloofwaardigheid van de kiezer ondermijnd wordt, en in het kielzog hiervan, van de samenleving zelf [1].

Nog minder bekend is het feit dat een aanzienlijk deel van de bevolking er bewust voor kiest om niet te stemmen. Mensen die ervoor kiezen om niet te stemmen worden vaak afgeschilderd als dom, lui, apathisch, en apolitiek. Natuurlijk zullen er enkele lieden zijn die geen zin hebben om naar het stemlokaaltje om de hoek te gaan omdat het regent. Toch heeft het merendeel van de niet-stemmende mensen er één of meer gegronde redenen voor. Overigens is het leuk om te weten dat bij alle verkiezingen tot nog toe het aantal niet-stemmers het aantal stemmers op de winnende kandidaten ver achter zich lieten. Volksvertegenwoordigers mogen dan zeggen dat ze de verkiezingen gewonnen hebben, niet-stemmers weten wie de werkelijke winnaars zijn [2].

Wanneer we een politieke voorkeur uitspreken, doen we dat omdat we iemand anders onze wil en onze mening willen opleggen. Hierdoor maken we ruwweg een verdeelsleutel waarmee we de hoeveelheid macht die we als volk te vergeven hebben, evenredig aan de hoeveelheid kiezers uitdelen. Het is als het verdelen van een taart, alleen krijgt in dit scenario diegene die de meeste ruimte aan tafel inneemt het grootste stuk, en niet de oudste, de verstandigste, of de jongste, die nog het meest moet groeien, wat logischer zou zijn. Verkiezingen zijn een legale methode die we toepassen om een machtsmonopolie te verkrijgen of te behouden. Door te stemmen zeggen we in feite dat diegenen met de meeste macht (degenen die de meeste ruimte in beslag nemen) gelijk hebben [3].

Een andere reden waarom de inwoners van een land een politieke structuur creëren is de onbewuste wens om de afhankelijkheid van de kindertijd kunstmatig voort te kunnen laten duren. Anders gesteld: mensen willen een politieke leider die alle risico’s uit hun leven verbant, af een toe een schouderklopje uitdeelt, een kusje op een schaafwond geeft, iedere avond een bord eten op tafel zet, kleren voor ze uitzoekt, ze ’s avonds voor het slapengaan een verhaaltje voorleest, en vertelt dat morgen alles weer in orde zal zijn. Gedreven door angst, luiheid en onkunde accepteren deze inwoners een politieke leider die alles belooft maar niets levert. Mensen stemmen zodat ze

(1) Relatieve veiligheid kunnen genieten zonder er zelf moeite voor te hoeven doen.

(2) Een actief leven kunnen leiden zonder er over na te hoeven denken.

(3) In georganiseerd verband diefstallen en moorden kunnen plegen, zonder na te hoeven denken over leven en de dood.

(4) Zich nergens verantwoordelijk over hoeven te voelen.

(5) Gebruik kunnen maken van technologie en wetenschap zonder hier ook maar iets voor te hoeven leren.

Anders gesteld: Mensen stemmen zodat ze minder hoeven na te denken [4].

Een belangrijk argument voor stemmers is dat democratie een groot goed is waar we lang voor hebben moeten vechten. Voorbeelden worden aangehaald van Oostbloklanden en bananenrepublieken, primitieve landen waar de kiezers, in tegenstelling tot in ons vrije westen, de keuze hebben uit precies één partij.

Maar als we de moeite nemen om onze provinciale luiken open te doen ontdekken we opeens een paar krachtige parallellen onder de oppervlakkige verschillen. Het lijkt er zelfs op dat alle politieke systemen volgens dezelfde blauwdruk gebouwd zijn. In deze blauwdruk zijn opgenomen het stemmende individu, het partijenstelsel, het partijprogramma (en programma’s dienen om te programmeren, nietwaar?), kandidaten, representatieven in een kamer en ministers, die rauw materiaal in de machine stoppen in de vorm van policies, en die vervolgens de hieruit resulterende wetten handhaven. De politieke stelsels overal ter wereld lijken zo op elkaar dat het niet uitmaakt of het individu op één partij kan stemmen of op een heleboel partijen die sprekend op elkaar lijken [5].

Er heerst de algemene aanname dat iedere beslissing gemaakt door de meerderheid van de stemmers de enige juiste is, en deze aanname gaat zelfs zover dat iedereen wiens mening afwijkt van de mening van de meerderheid het bij het foute eind heeft, en misschien zelfs wel immoreel is [6]. De geschiedenis heeft keer op keer bewezen dat deze aanname niet alleen nergens op gebaseerd is, maar bovendien tot veel zinloze wreedheden en zelfs tot volkerenmoorden heeft geleidt. In het Romeinse rijk aan het begin van de jaartelling was het levend verbranden van een Christenmens een correcte handeling. Later, toen Frankrijk geregeerd werd door het op bloed beluste klootjesvolk was het correct om alle intellectuelen te guillotineren. Tegelijkertijd was er algehele consensus omtrent het ontvoeren en als slaaf inzetten van Afrikanen. Nog niet zo lang geleden was het bij onze oosterburen de normaalste zaak van de wereld om een compleet mensenras te willen uitroeien. En tegenwoordig gaan er al stemmen op die beweren dat alleen diegenen die in een land geboren zijn recht hebben op de rijkdommen die dat land te bieden heeft.

Politiek en regering in het algemeen zijn vaak niet meer dan waardeloze, schadelijke systemen, die hun bestaanrecht putten uit het feit dat ze macht over mensen kunnen uitoefenen. We leven in toenemende mate in een maatschappij waar mensen denken dat de politiek de wereldproblemen kan oplossen, maar de politici hebben werkelijk geen idee wat ze kunnen doen. Stemmen is een manier om aan dit vreemde systeem mee te werken. In tegenstelling tot de algemene aanname dat stemmende mensen meer dan niet-stemmers nadenken over hun rol in de samenleving kiezen kiezers er juist voor om na het uitbrengen van hun stem niet meer na te hoeven denken over politieke vraagstukken. Ze hoeven slechts nog “hun” partijlijn te volgen om te weten wat en hoe ze ergens over moeten denken. Dit maakt het stemmen tot een intellectueel gemakzuchtige handeling. Door te stemmen spelen deze mensen het spel mee, en steunen ze het systeem dat ze in de tang neemt. Effectief zeggen ze: “Okee, ik ben zelf te klein, te dom en te onbeduidend om een maatschappelijke verandering te forceren, dus ik geef een totaal onbekende, die mij mooie beloften doet – Overigens doet hij deze beloften omdat hij hengelt naar mijn stem. (Vertwijfeld:) Zou deze onbekende mij naar de mond praten? – mandaat om namens mij deze beloften waar te maken.”

Er is een andere belangrijke reden waarom zoveel mensen walgen van politiek en het circus niet meer serieus nemen. Het is de steeds snellere afbrokkeling van de mogelijkheid om tijdige en competente beslissingen te maken, die alle machtsverhoudingen in de maatschappij dwingt zichzelf te herdefiniëren. Onder normale stabiele omstandigheden maakt een elite gebruik van het politieke systeem opdat hun regels en wetten in de praktijk kunnen worden gebracht, om op die manier hun agenda te volgen. Deze macht bestaat doordat het mogelijk is om bepaalde dingen te laten gebeuren, of om bepaalde dingen juist niet te laten gebeuren. Hiervoor zijn echter wel de gaven van voorspelling en sturing gewenst – Als je aan de teugels trekt wil je dat het paard stopt.

De praktijk wil dat niemand precies weet welke consequenties zijn acties in de nabije toekomst zal hebben. De politieke systemen die het ondanks dit gegeven toch proberen, zijn zo antiek en achterhaald, zo voorbijgestreefd door de omstandigheden, dat zelfs indien de acties van de regerende elites tot in het belachelijke gepland worden, het resultaat meer dan eens als een boemerang wordt teruggekaatst. Vragen aan de politiek om de maatschappij te besturen is hetzelfde als vragen aan een staart om de bijbehorende hond te leiden [7].

Dit alles betekent overigens niet dat deze “verloren” macht gelijkelijk over de rest van de samenleving verdeeld is. De macht is niet verplaatst. Het steekt op een willekeurige manier de kop op, zodat niemand precies weet wie verantwoordelijk is voor wat, wie werkelijke autoriteit bezit, en hoe lang die autoriteit zal duren. Het is als een duiveltje uit een doosje. In deze staat van onzichtbare chaos en anarchie gaan ook de kiezers inzien dat hun groeiend cynisme met betrekking tot politiek niet helemaal uit de lucht komt vallen. Resultaat hiervan is dat meer en meer mensen niet gaan stemmen, en dus aan de winnende hand zijn [8]. Naast cynisme voelen veel mensen ook afkeer voor hun politieke leiders. Ze voelen dat het politieke systeem, dat eigenlijk zou moeten dienen als een stabiliserende roerganger in een weggelopen dobbelsteenmaatschappij, zelf de weg kwijt is en rondjes loopt.

In de regel gaan mensen de politiek in om macht uit te oefenen. Dus niet omdat ze verzot zijn op nachtelijke vergaderingen onder Tl-licht en ook niet om hoogdravende ethische principes te realiseren. Wellicht is de reden dat het mediagetrainde pratende hoofd weinig vertrouwen inboezemt het feit dat er geen vertrouwen in zit. Hoeveel moeite is het om tijdens een televisiedebat in een strook onder in het beeld een leugendetector mee te laten lopen die aan de hand van trillingen in de stem feilloos aangeeft of er gelogen wordt of niet? Iedere keer als de naald in het rood gaat wordt ingezoomd op het gelaat van de spreker. Waarom gebeurt dat nog niet? Het zou een mooie manier zijn om het volk te helpen weer wat vertrouwen in de politiek te krijgen. En het zou geweldige televisie opleveren.

Door het steeds weer herhalen van leuzen en het belangrijk maken van factoren, die niets met de eigenlijk zaak te maken hebben, worden de kritische vermogens bij de kiezers afgestompt. Een duidelijk en redelijk appelleren aan zijn verstand is bij de politieke propaganda eerder uitzondering dan regel. Er zijn, vreemd genoeg, niet veel kiezers die het hieruit resulterende gevoel van persoonlijke onbeduidendheid erkennen. Integendeel, ze laten zich vleien door een schijn van belangrijkheid en een geveinsd beroep op kritisch oordeel en onderscheidingsvermogen. Deze goedpraterij heeft ook weer zijn doel: achterdocht in slaap wiegen en zelfbedrog in de hand werken. Als zou men meester zijn over zijn eigen beslissingen [9].

Niet-stemmen is de enige manier van stemmen die niet corrumpeerbaar is. Met een niet uitgebrachte stem kan niet geknoeid worden. Er is geen enkele garantie dat er bij verkiezingen niet wordt vals gespeelt, en dat de winnaars werkelijk diegenen zijn die de meeste stemmen krijgen. Fraude en technische problemen liggen voor de hand, zeker wanneer de computer het verzamelen en tellen van de stemmen meer en meer van het potlood en papier gaat overnemen. Stemcomputers kunnen, net als computers in het algemeen, onvoorspelbaar gedrag vertonen. Er zijn de altijd aanwezige integriteits- en beveiligingsproblemen. De software kan bugs bevatten, een systeem kan vastlopen en een kwaadwillende beheerder kan ermee doen wat hij wil. De gemiddelde burger zou een tikje nerveus moeten worden bij de gedachte dat de software die bij het verzamelen en tellen van de stemmen word gebruikt, door één, hooguit twee softwarebedrijven wordt geprogrammeerd, bedrijven die de broncode van deze software bovendien strikt geheim houden. Zeker bij de nieuwere stemmachines, bekend onder de afkorting DREs (“Direct Recording Electronic”) wordt, in geval van vermoedelijke foute tellingen het opnieuw tellen van de uitgebrachte stemmen onmogelijk Deze apparaten laten namelijk geen papieren spoor achter. Via een druk op een knop of een touch-screen wordt de stem direct verwerkt. De uitgebrachte stem wordt meteen opgeslagen in een geheugen-cartridge. Er is absoluut geen garantie voor de kiezer dat de uitgebrachte stem ook werkelijk dezelfde is als de stem die geregistreerd wordt. Er is niemand die garandeert dat degene waar je via een beeldscherm op stemt ook daadwerkelijk dezelfde is die door de computer wordt verwerkt. Een twaalfjarige kan een programmaatje schrijven dat op de uitdraai iets anders laat zien dan op het beeldscherm. Natuurlijk claimen de softwareontwikkelaars dat de stemcomputers onfeilbaar zijn. Mensen die regelmatig met computers werken weten wel beter [10].

Door niet te stemmen stel je een revolutionaire daad. Je wilt geen onderdeel van de machine zijn. Het enige dat je ermee verspeelt is het recht om gecommandeerd te worden door een inherent corrupt systeem. Je zet terecht vraagtekens bij de algemene aanname dat maatschappelijke transformatieprocessen alleen maar via de politiek dienen te verlopen. Je denkt bewust na over je plek in de samenleving en handelt daarnaar. Het kan namelijk anders. Het is ook mogelijk om van ‘onderop’ te werken. Websites, denktanks, maatschappelijke organisaties, columns, leven in totale afzondering en terroristische aanslagen zijn een paar van die succesvolle maatschappijversterkende activiteiten die tegenwoordig meer dan wat dan ook de politieke koers bepalen. Jij als niet-stemmer weet dit allemaal. Je passeert de verkiezingsposters van Kwik, Kwek of kwak en kan een minzame glimlach niet onderdrukken. Jouw kritische denken wordt in ieder geval niet besmet door de mantra-achtige eentonigheid waar deze dogmadenkers de stemmende middenmoters mee om de oren slaan. Niets is zo geestdodend als te moeten lezen waar de doe-goed-gemeente de komende jaren weer mee aan de slag gaat.

Een ander positief neveneffect van niet-stemmen is dat je niet wordt geplaagd door die voorspelbare cyclus van hoge verwachtingen en bittere teleurstelling. Je blijft verschoont van het gevoel gefaald te hebben als jouw partij er weer eens de kantjes van af loopt. Het is zelfs zo dat al die ongebruikte stemkansen vroeger of later veranderen in de milde euforie van de toeschouwer bij een overval: “Phew! Blij dat ik er niets mee te maken heb…”

Dit artikel is eerder gepubliceerd op Psy-op.com.

Voetnoten:

[1] The Devil’s Dictionary. Ambrose Bierce. Dolphin Books. ‘Vote, n. The instrument and symbol of a freeman’s power to make a fool of himself and a wreck of his country’

[2] Dissenting Electorate: Those who refuse to vote and the Legitimacy of Their Opposition. (2001). Carl Watner with Wendy McElroy.

[3] Might is right. (1905). Ragnar Redbeard (Jack London? Arthur Desmond?). Dit onbedoeld ironische werk kan gezien worden als een soort van sociaaldarwinistisch manifest.