Red.: Peter Siebelt is als onafhankelijk onderzoeker niet verbonden aan het Libertarisch Centrum. De auteur is fel gekant tegen elke vorm van autoritair gezag en onderschijft de doelstelling van het Libertarisch Centrum dat de vrijheden en eigendommen van personenen dienen te worden gerespecteerd.

Een voorpublicatie uit het nog te verschijnen boek:

ECO NOSTRA: HET NETWERK ACHTER VOLKERT VAN DER GRAAF

Op 30 januari 2003 boog de kandidatencommissie van GroenLinks voor de Eerste Kamer zich over de conceptlijst voor de senaatsverkiezingen. Een lid van die kandidatencommissie, Jack Bogers, staat vandaag terecht wegens het schenden van het ambtsgeheim. Waarschijnlijk zullen de strafrechtelijke gevolgen van zijn daad miniem zijn en zal de burger worden onthouden wat de daadwerkelijke gevolgen zijn van zijn handelen: dat de volledige waarheid omtrent de moord op Pim Fortuyn nooit meer te achterhalen is.

Om toch enig licht te laten schijnen op Jack Bogers en de invloed die hij en een aantal van zijn partijgenoten hadden en hebben op de wereld van Volkert van der Graaf, bieden wij u deze publicatie aan. Behalve Bogers spelen Chris Huinder en Wilbert Willems een zeer dubieuze rol in deze voorpublicatie uit ECO NOSTRA, een binnenkort te verschijnen boek over de moord op Fortuyn.

Op 17 februari 2003 maakten Bogers en de rest van de kandidatencommissie de definitieve lijst voor de Eerste Kamer bekend: Chris Huinder op de tiende plaats en Wilbert Willems op nummer elf. Na de verkiezingen voor de Eerste Kamer op 26 mei 2003 zal blijken of dit illustere gezelschap in de Eerste Kamerfractie komt voor GroenLinks.

Huinder gaat net als Volkert knokken voor de kwetsbaren in onze maatschappij, zo zegt hijzelf. ,,Ik deed het decennia lang in actiegroepen en derdewereldclubs, in tijdschriften en debatpanels. Ik wil het nu gaan doen in de senaat,” aldus Huinder.1
Volgens de commissie heeft Huinder een brede achtergrond: ,,Kennis van buitenlands beleid, ontwikkelingssamenwerking, internationale verdragen en conventies, burgerparticipatie, vooral die van allochtonen, en de multiculturele samenleving (projectleider bij Forum). Hij zou graag met enthousiasme zijn veelzijdige ervaring en netwerken willen inzetten in de Eerste Kamer. Een afweging tussen vernieuwing en continuïteit heeft ertoe geleid dat de commissie hem voordraagt voor plaats 10.”2

Over Willems schrijft de commissie eveneens lovend. ,,Wilbert Willems is in staat gebleken zijn enorme netwerk, onder meer opgebouwd als veeljarig Tweede-Kamerlid, actueel te houden en verder uit te bouwen op basis van advieswerk op breed maatschappelijk terrein. De commissie was onder de indruk van de politieke en ook persoonlijk sprankelende uitstraling van Wilbert.”3

Dat klinkt allemaal heel mooi. Strafrechtelijk zal het dan ook heel moeilijk zijn om deze politici op het matje te roepen voor de gevolgen van hun daden. Maar kunnen we hun daden ook moreel goedkeuren? Leest u mee en oordeelt u zelf.


HOOFDSTUK 2

MOORDDADIGE ENGELBEWAARDERS


Op 27 maart werd Volkert van der Graaf door de Amsterdamse rechtbank berecht. “Justitie zou bij die gelegenheid kunnen uitleggen waarom de Binnenlandse Veiligheidsdienst geen greep kon krijgen op het circuit waarin de verdachte verkeerde,” schreef het Reformatorisch Dagblad in een voorbeschouwing van deze zaak. Opmerkelijk is dat tegenover Justitie een rechter zat die zelf heeft meegewerkt aan de afbraak van onze veiligheidsdienst.

In dit hoofdstuk wordt belicht hoe GroenLinks en zijn achterban de BVD hebben ondermijnd. Hun activiteiten hebben er in belangrijke mate toe bijgedragen dat Van der Graaf onbelemmerd kon opgroeien van idealist tot moordenaar.

Enkele bevindingen van dit onderzoek zijn reeds verschenen in een aantal media. Het meest spraakmakend was wel het artikel in De Telegraaf van 18 januari 2003 waarin de dubbelrol van ex-wethouder Bogers uit Wageningen wordt beschreven. Bogers was tot tweemaal toe de engelbewaarder van Van der Graaf. Op 6 mei 2002, de avond van de moord, en in april 1990.

Op zes mei ’s avonds, enkele uren na de moord, krijgt burgemeester Jaap Sala van Wageningen via het hoofd van de afdeling Burgerzaken te horen dat de politie het doopceel wil lichten van een voormalige inwoner van Wageningen en oud-student milieuhygiëne aan de Landbouwuniversiteit wegens de moord op Fortuyn. Het gaat om Volkert van der Graaf, werknemer bij Vereniging Milieu-Offensief. Sala belt daarop zijn wethouders, onder wie Jack Bogers, en informeert hen over de arrestatie van Van der Graaf.

Sala wil overleggen, want hij is bang voor rellen in Wageningen. Op televisie heeft hij de rellen in Den Haag gezien en hij vreest dat deze naar Wageningen zullen overslaan. Met de wethouders wordt afgesproken dat zij zich aan de geheimhoudingsplicht houden. Sala zal als enige officiële woordvoerder naar buiten treden. Later belt Sala Bogers nogmaals en vraagt hem – zéér vertrouwelijk – of hijzelf Van der Graaf kent.

Bogers, die in Wageningen veel contacten heeft met linkse actiegroepen, belt vervolgens in het diepste geheim zijn vriend Sjoerd van der Wouw, voorzitter van de Vereniging Milieu-Offensief: ,,Er is een Volkert opgepakt. Als dat jouw Volkert is kun je verwachten dat de politie ook belangstelling heeft in jouw verhaal.” Vanaf dat moment zingt de naam van Van der Graaf rond. Hierdoor heeft de politie geen schijn van kans om als eerste in contact te komen met de omstreden milieuactivisten. Ze krijgen alle tijd om belastend materiaal te vernietigen. Zo is er mogelijk nog dezelfde avond belastend materiaal uit het kantoorpand van Milieu-Offensief in Wageningen verdwenen. Zeker is dat op de avond van de moord na tien uur ’s avonds ongeveer 200 bestanden door iemand uit Van der Graafs computer thuis zijn verwijderd.

Met zijn handelen heeft Bogers zijn ambtsgeheim geschonden, aldus de plaatsvervangend persofficier, mr. B. Steensma, van het OM in Arnhem. Hierop staat maximaal een jaar gevangenisstraf en een boete van 11.250 euro.

De ondermijnende acties van Bogers én van zijn partijgenoten van GroenLinks staan niet op zich, maar maken deel uit van een jarenlange en goed georganiseerde aanpak tegen politie en inlichtingendiensten. Een aanpak die tot op vandaag de dag in volle gang is. Een campagne die tot doel heeft een wel zéér dubieus netwerk te beschermen tegen te veel belangstelling van de Nederlandse overheid. Een netwerk vol met krakers, anarchisten, verkrampte communisten, zogenaamde pacifisten en terroristen.

Ook prominente politici, professoren, hoogleraren en juristen nemen eraan deel. Zelfs Nol Vermolen, een van de rechters die Van der Graaf een belachelijk lage straf gaf, maakte deel uit van het netwerk. Een machtige schaduwregering die systematisch – beetje bij beetje – de politie en de inlichtingendiensten dusdanig vleugellam heeft gemaakt zodat idealisten als Volkert zich ongestoord konden ontwikkelen tot potentiële moordenaars.

ALS JE MAAR LUISTERT

Op 1 maart 2003 demonstreerden een paar honderd krakers in Den Haag tegen het veiligheidsbeleid van het kabinet. De activisten vonden dat ze nog steeds te veel werden gecontroleerd.

Enkele dagen voor de demonstratie werd de politie nadrukkelijk gewaarschuwd: ,,Of de demonstratie daadwerkelijk een rustig verloop zal hebben hangt voor het grootste deel af van de opstelling van de politie op de dag zelf.” De organisatie waarschuwde de politie niet te “provoceren”, door bijvoorbeeld stokken van spandoeken te halen of agenten in burger tussen de demonstranten te laten lopen. De organisatie benadrukte dat ze zich in een dergelijk geval niet meer verantwoordelijk voelde voor het verloop van de demonstratie.

De “regie van de angst” regeerde en burgemeester en korpsbeheer voldeden aan dit “vriendelijke” verzoek. Geen mobiele eenheid, geen politie te paard, maar een klein groepje opvallend vriendelijke en behulpzame agenten begeleidden de karavaan.

Resultaat: vele tienduizenden euro’s schade, onder meer bij de plek waar Pim Fortuyn drie taarten in zijn gezicht had gekregen: het perscentrum Nieuwspoort. De ramen werden volgeplakt met gebakjes van scheerschuim en de beveiligingscamera’s bedekt met doeken. ,,We gaan weer taarten gooien!” klonk het luid.

Bij de Amerikaanse ambassade werd een van de hekken uit de scharnieren gelicht, het terrein bestormd en de gevels beklad met spuitbussen. Na de bekladding verzocht de politie de relschoppers vriendelijk om het terrein te verlaten. Niemand werd aangehouden.

Bij de Spaanse ambassade werd met geschreeuw en spandoeken geprotesteerd tegen het uitleveringsverzoek door Spanje van de van ETA-lidmaatschap verdachte Juan Rodríguez. Deze militante anarchist genoot de gastvrijheid van de Nederlandse radicalen in onder meer de ‘vrijstaat’ Vrankrijk in Amsterdam.

Bij Paleis Noordeinde hielp een agent al keuvelend twee demonstranten bij het ophangen van een spandoek. Alleen wanneer een demonstrant een anti-Oranjetirade houdt werd er ingegrepen. Bij het politiebureau werd een lawaaispektakel gehouden en de spuitbus rijkelijk gehanteerd.

Na een spoor te hebben achtergelaten van vele tienduizenden euro’s schade, spreken de radicalen van een overwinning. ,,Niemand is gearresteerd, de politie heeft geluisterd. We wilden niet dat de politie paarden zou inzetten, wij zijn immers principieel tegen misbruik van dieren,” aldus de beroepsradicaal Yvonne van GroenFront!

De demonstranten vonden dat de politie had geluisterd door zich terughoudend op te stellen. De organisatie benadrukte dat de kans groot was geweest dat de demonstratie op een rel was uitgelopen als de politie wel in groten getale aanwezig was geweest, of op dat moment hard had opgetreden. Dan was er veel meer schade geweest. En niet alleen bij de Amerikaanse ambassade.

Een woordvoerder van de Haagse burgemeester Deetman was boos en zei dat de betogers “zich niet aan de afspraken hebben gehouden”. Verder onthield hij zich van commentaar.
Ook Tweede-Kamerleden hebben boos gereageerd. Niet alleen op de relschoppers, maar vooral op het lakse politieoptreden tegen hen. Het CDA vraagt opheldering aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Kamerlid Theo Rietkerk: ,,Men kijkt en doet niets. Dat past niet bij het rechtsgevoel. De politie moet alles aanpakken wat de rechtsorde schaadt.”

De LPF vraagt zich af of de politie wel van de moord op Pim Fortuyn heeft geleerd. Kamerlid Joost Eerdmans is woedend. ,,Dat de politie zich hier klaarblijkelijk door extreem-linkse demonstranten heeft laten intimideren vindt de LPF onaanvaardbaar. Het lijkt wel alsof er – ondanks de moord op Pim Fortuyn – bij de autoriteiten nog steeds het beeld bestaat van een ‘ongevaarlijk’ extreem-links.”

Hoe heeft het verval van politie, justitie en inlichtingendiensten zover kunnen komen? Verklaart dit soms ook waarom zij geen greep konden krijgen op het circuit waartoe Volkert van der Graaf behoorde?

SLACHTEN

In 1990 ontspringt Volkert van der Graaf de dans. Hij staat aan de wieg van zijn radicale carrière. De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) heeft interesse voor groeperingen waartoe hij behoort, maar GroenLinks is zijn engelbewaarder. En niet voor de laatste keer…

Het is april 1990 wanneer bij Ruud van Aken, student plantenveredeling aan de Landbouwuniversiteit Wageningen, wordt aangebeld. Een BVD-agente staat voor de deur met het verzoek om voor hen te gaan werken. Of hij naar vergaderingen van radicale actievoerders wil gaan. Het doel blijkt de Ziedende Bintjes te zijn, een radicale actiegroep die in augustus 1989 een proefveld met genetisch-gemanipuleerde aardappelen op het Wageningse instituut ITAL vernielde. Resultaat: miljoenen guldens aan schade. Volgens een van zijn medestudenten was Van der Graaf lid van deze groepering.

Intussen is Van der Graaf met zijn huidige vriendin Petra Lievense ook lid van de Stichting Lekker Dier. Petra zit in de redactie van het ledenblad en Volkert organiseert allerhande activiteiten. In maart 1990 staat een huiveringwekkende oproep in het blad van Lekker Dier. Op pagina 10 kopt een artikel over de landbouwlobby, poeliers en hun reclamemakers: “Wanneer worden de boodschappers geslacht?”

Petra Lievense heeft hier de redactionele verantwoordelijkheid voor. Dezelfde uitgave bevat een foto waarop Van der Graaf en zijn collega met een bebloed hemd en slagersmes in de hand staan te demonstreren tegen genetische manipulaties voor een slagerij in Wageningen. Ook rept het tijdschrift over aanslagen op slachthuizen in Gelderland en Utrecht door de actiegroep “het kalf van de slachtbank”.

Of de oproep in dit blad voor de BVD de aanleiding is geweest om bij Van Aken aan te kloppen, zal wel altijd een raadsel blijven. In ieder geval heeft de BVD op dat moment een goede informatiepositie: een van hun infiltranten verkeert in dezelfde kringen als Van Aken.

De BVD-benadering maakt Van Aken benauwd. Hij is lid van GroenLinks en stapt naar de locale partijtop van GroenLinks in Wageningen. Die is ziedend over de poging van de BVD om haar lid voor de dienst te laten spioneren. Het is niet de eerste keer dat de BVD tracht binnen het GroenLinks’ netwerk te infiltreren.

De voormalige loco-burgemeester van Wageningen Jack Bogers en zijn partijgenoot Jelle de Gruyter, anno 2003 fractievoorzitter, weten wat hun te doen staat. Ze roepen de hulp in van hun landelijke partner in BVD-bestrijding: het beruchte onderzoeksbureau Jansen & Janssen.

Al snel zijn ze het met elkaar eens over de wijze waarop ze het werk van de BVD gaan saboteren. Ze sturen Van Aken met een microfoontje en cassetterecordertje onder zijn hemd op pad. Van Aken speelt zijn spel uitstekend. Zonder argwaan te wekken slaagt hij erin om het vervolggesprek met de BVD heimelijk op te nemen. Tot in Den Haag heerst er vreugde binnen GroenLinks. Het spel kan beginnen.

Via bevriende journalisten wordt het gesprek breed uitgemeten in de media. De BVD kan niet anders doen dan de infiltratie afblazen. En de Ziedende Bintjes – onder wie Volkert van der Graaf – kunnen gerust ademhalen.

Voor de BVD gaat een unieke kans voorbij om al in een vroeg stadium zicht te krijgen op de activiteiten en radicale denkbeelden van de latere moordenaar van Pim Fortuyn.

GROENE MOLLEN

In goed overleg met de Tweede-Kamerfractie van GroenLinks is een enorme rel verzekerd. De jager op inlichtingendiensten, parlementariër Wilbert Willems van GroenLinks, eist een verklaring van minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales (PvdA) over de infiltratiepoging van de BVD in zijn achterban. Hij wil een principieel gesprek over de taken van de BVD.

Willems heeft al sinds het begin van zijn politieke carrière nauwe banden met het buitenparlementaire netwerk, ja zelfs met radicale actievoerders. Als fractielid van de toenmalige PSP in Den Haag verklaarde hij zich in juni 1981 samen met zijn toenmalige collega’s Fred van der Spek en Andrée van Es solidair met radicale acties. In een verklaring schreven ze dat de PSP-fractie zich, zoals steeds, in en buiten het parlement, bleef inzetten voor hen, die strijden tegen militarisme en voor een leefbare wereld.

Dezelfde politici waren verontwaardigd over de veroordeling van leden van de extreme actiegroep Onkruit wegens hun bezetting van het RDM-kantoor. Ze wensten vrijspraak van de veroordeelden in hun hoger beroep, omdat hun strijd en doeleinden gerechtvaardigd zouden zijn geweest. Sindsdien zijn de banden met radicalen nog nader aangehaald.

In de Tweede Kamer tracht Dales het optreden van de BVD in Wageningen te verdedigen. Volgens haar heeft de BVD geprobeerd in de Ziedende Bintjes te infiltreren omdat zij “gewichtige belangen” heeft geschaad en het ernaar uitziet dat dat nog eens gaat gebeuren. Een profetische uitspraak, zo zal later blijken.

Van haar partijgenoot, de PvdAer Jurgens krijgt Dales ‘een schop in haar rug’. Hij helpt GroenLinks een beetje. Hij vindt de infiltratie flauwekul. “Als de veiligheid van de staat in gevaar is door de actie van De Ziedende Bintjes, dan kan elke misdaad wel als staatsgevaarlijk worden aangemerkt”, aldus het linkse kamerlid.

Intussen bereikt het spektakel op lokaal niveau een hoogtepunt. Binnen de gemeenteraad van Wageningen schopt men de nodige herrie. GroenLinks blaast hoog van de toren en eist bij herhaling dat er een debat komt en dat de BVD uitleg komt geven over de gang van zaken.

De druk wordt zo groot dat de burgemeester zich genoodzaakt ziet de BVD uit te nodigen. Na enig getouwtrek gaat de dienst erop in. De vergadering van 4 juli 1990 is openbaar en de publieke tribune zit afgeladen met Wageningse actievoerders. Of een tevreden Volkert zich onder de toeschouwers bevindt, is tot nu toe onbekend.

Jack Bogers en zijn collega Jelle de Gruyter zijn in ieder geval in hun element. Ze voeren een perfecte show op, stellen harde vragen en doen BVD-agent Keller diep door het stof kruipen.

De Gruyter wil zoveel mogelijk weten over de BVD-aanwezigheid in zijn Wageningse kringen. Hij wil weten hoe vaak in Wageningen is geprobeerd informanten te werven, en met hoeveel informanten de BVD op dat moment actief of sluimerend contact heeft. Hij wil ook weten welke rol plaatselijke politiefunctionarissen hebben gespeeld in de beslissing om Van Aken te benaderen. Dit soort vragen zullen we verder in het verhaal nog menigmaal tegenkomen.

Bogers vindt het onjuist dat zijn collega’s mikpunt zijn van onderzoek door de BVD. Volgens hem komt het erop neer dat: “de overheid groepen preventief laat bespioneren waarvan je sterk moet afvragen in welke mate ze ondemocratisch zouden zijn.”

BVD’er Keller houdt zich op de vlakte. Hij zegt wel stoer: ,,Wij komen alleen in actie als er sprake is van gewichtige bedreiging van de rechtsorde, het voorkomen van misdrijven en indien er levensgevaar is voor burgers.” Dit staat in schril contrast met de moord op Pim Fortuyn twaalf jaar later.

Kellers optreden staat aan de wieg van de afbraak van de BVD. Dat blijkt uit de woorden van antigeheimedienstactivist Roger Vleugels. Kellers uitleg gaf volgens Vleugels een vluchtige blik in de BVD-keuken. Deze gaf bijvoorbeeld de mogelijkheid om de denkwijze van een geheime-dienstmedewerker te volgen en de BVD uitleg van “gewichtige belangen” te vragen. Vleugels vindt wel dat in Kellers’ redenering iedere ‘hekkenknipper’ beticht kan worden van het treffen van staatsbelangen.

De actiegroep de Ziedende Bintjes had tot dan toe nog maar een keer van zich laten horen, in augustus 1989. Tegen beter weten in haakte De Gruyter in op die eenmalige actie: ,,U had het over het ‘stelselmatig’ plaatsgrijpen van anti-demokratische acties. Als stelselmatig een voorwaarde is, dan kun je toch niet op basis van één actie een BVD-onderzoek beginnen?”

Dat had de Gruyter beter niet kunnen zeggen, want amper een maand later staat hij gigantisch voor aap. De activisten zijn ontzettende kwaad en laten zien dat ze lak hebben aan de BVD en aan de minister van Binnenlandse Zaken. In de nacht van 9 op 10 juli 1990 worden opnieuw proefvelden van aardappels vernield in Ede en in Emmeloord. De actie wordt opgeëist onder de vindingrijke naam: ‘de Woedende Escorts.’

Gruyters formulering raakt kant nog wal en zoals we verder in dit verhaal zullen lezen is GroenLinks en haar achterban méér dan stelselmatig betrokken in anti-demokratische acties.

Uiteindelijk leidt de affaire Van Aken tot veel Kamervragen en publiciteit en rolt als een sneeuwbal alsmaar groter en groter dwars door de gelederen van de BVD heen.

STROOMSTOTEN

Na de affaire Van Aken komt het speuren naar verdachte medewerkers binnen de eigen gelederen in een stroomversnelling. Zo is iedere activist die zich enigszins terughoudend opstelt bij radicale acties bij voorbaat verdacht. Wanneer zo’n persoon komt “bovendrijven” wordt onmiddellijk besloten om deze een tijdje in de gaten te houden. Dan gaat men zelf als een soort geheime dienst tekeer. Alleen gebruikt men dan iets minder democratische methoden. Vermoedelijke dissidenten of infiltranten worden achtervolgd en gefotografeerd wanneer zij verdachte personen ontmoeten. Denkt men genoeg bewijzen te hebben, dan schuwt men hardere methoden niet en wordt de vermoedelijke infiltrant bijvoorbeeld onder valse voorwendselen naar een locatie gelokt. Daar wordt die persoon dan eens flink aan de tand gevoeld.

Een voorbeeld hiervan laat niet lang op zich wachten. Het is 20 oktober 1990, ruim drie maanden na de affaire Van Aken. De vredesactivist Joop de Boer wordt heimelijk naar een locatie gelokt en ontvoerd door gemaskerde personen. De Boer is goed bekend in de Wageningse kringen. Hij is onder anderen een goede kennis van de Wageningse “hekkenknipper” Gerrit van der Ent. Van der Ent verkeert in de kringen van Van Aken en Van der Graaf.

Tijdens het langdurige verhoor van De Boer wordt gebruikgemaakt van stroomstoten. De gemaskerde mannen ontmaskeren hem uiteindelijk als BVD-informant.

Willems is er weer als haantje de voorste bij. Hij kondigt aan onmiddellijk Kamervragen te stellen.

Tijdens de behandeling van de vragen stort Willems zich namens GroenLinks met allerhande vragen op minister Dales. Hij krijgt hierbij de steun uit onverwachte hoek – vanuit de linkervleugel van de VVD: door Hans Dijkstal. Dijkstal stelt voor dat er een Commissie van Toezicht wordt opgericht die activiteiten van de BVD controleert. Hij vindt zelfs dat het onderzoek naar “migratiestromen” waarmee de BVD zich naar eigen zeggen bezighoudt, niet tot de taken van de BVD behoort. In dit kader zullen we van Dijkstal en van Willems nog meer horen. Mede door dit soort politieke uitspraken weten buitenlandse leiders van moorddadige groeperingen, zoals de Filippijnse Communistische Partij of de Koerdische PKK, zich veilig binnen onze maatschappij. Ook zij verkeren in Volkerts kringen.

Willems kan tevreden achteroverleunen. Dijkstal blijft nog even “doorzeuren”. Dales raakt aardig gefrustreerd en zegt: ,,Iemand heeft er kennelijk lust in dit vuurtje steeds maar op te stoken.” Verder onthult ze dat de reorganisatie van de BVD reeds is voltooid en dat er een geheime commissie is ingesteld waarin alleen de fractievoorzitters van de grote partijen zitting hebben. GroenLinks dus niet.

Willems heeft zijn antwoord klaar en noemt het een “doofpotcommissie” die zo snel mogelijk vervangen moet worden door een democratisch platform waarin de minister op normale manier verantwoording kan afleggen.

Wanneer Willems begint over de affaire Joop de Boer wordt Dales geïrriteerd en onderbreekt zij hem. Ze vindt dat er teveel ophef over wordt gemaakt en dat “incidentjes worden opgespeeld”. Maar Willems laat zich niet zo gauw afschuiven. ,,GroenLinks stelt de kwestie niettemin schriftelijk in de Kamer aan de orde,” kondigt hij aan.

Hij moet wel, want achter de schermen is zijn achterban druk doende om zowel minister Dales als de BVD een onaangename verrassing te bezorgen. Het moment is zeer gunstig. In die week gaat de Tweede Kamer namelijk de reorganisatieplannen van de BVD behandelen, dus een prima tijdstip voor gezamenlijke actie. Eveline Lubbers van Jansen & Janssen en het huidige Kamerlid voor GroenLinks Wijnand Duyvendak zijn erbij betrokken.

Op 6 november is het dan zover. In de Tweede Kamer wordt de interpellatie van Willems behandeld. Dales kondigt aan dat het nieuwe beleid van grotere openheid van de BVD ten opzichte van de media door haar voorlopig wordt beëindigd. Er moet rust komen rondom de BVD. Aan nieuwe sensationele gegevens over en van de BVD heeft zij niet de geringste behoefte.

Toch neemt Willems minister van Justitie Hirsch Ballin nog even onder handen. Hij wil meer weten over de rol van een BVD-infiltrant tijdens een actie van antimilitaristen in Lunetten in maart. Na heftig doordrammen krijgt hij het voor elkaar dat Ballin een onderzoek toezegt door de Rijksrecherche.

Intussen komt het duveltje uit het doosje. Diezelfde dag presenteert zijn partijgenoot Andrée van Es een zorgvuldig geheim gehouden cadeautje: het boek De tragiek van een geheime dienst. In het boek zijn de bekentenissen van Joop de Boer uitgebreid beschreven. Ook wordt de werkwijze van de geheime dienst in kaart gebracht. Maar de grootste klap is wel het publiceren van de foto’s, privé-adressen, telefoonnummers, autotypes en kentekennummers, burgerlijke staat, activiteiten in het burgerlijke leven en eventuele kinderen van inlichtingen- en politiemensen in Nijmegen.

De universiteitsstad staat op zijn kop. Nijmegen is namelijk een bolwerk van GroenLinks en van radicale activisten. Door de publicatie kunnen de inlichtingenmensen in Nijmegen en omgeving hun werk niet meer doen. Hun identiteit is bekend geworden en het zoeken naar nieuwe infiltranten is bijna onmogelijk geworden. Het zal veel moeite, tijd en geld kosten voordat de inlichtingendienst zich van deze klap kan herstellen.

GroenLinks en hun achterban kunnen voorlopig tevreden achterover leunen. Hun voornaamste doel is bereikt. De inlichtingendienst is voorlopig in en rond Nijmegen uitgeschakeld. Op panische wijze tracht de gemeente Nijmegen, politie en het Openbaar Ministerie de schade te beperken en het boekje uit de handel te nemen. Mis poes. Ze hebben hun tegenstanders onderschat en worden op een gigantische wijze in de maling genomen.

EEN TRAGISCHE RECONSTRUCTIE

Het is begin november 1990 wanneer bij de extreem-linkse financier XminY een subsidieverzoek binnenkomt voor een gulle bijdrage in de kosten van het onderzoek en gereedkomen van De tragiek van een geheime dienst. De kosten van het onderzoek bedragen ongeveer 4500 gulden, die van het boek 5000 gulden.

,,We hopen met het boek een zo breed mogelijk publiek een zo goed mogelijk inzicht te geven in het functioneren van de Nederlandse geheime diensten en met name die in Nijmegen. Om veiligheidsreden kan de subsidie-aanvraag niet worden toegelicht. Het boek is te bestellen bij uitgeverij Ravijn, van welke uitgeverij het overigens geen uitgave is. Jullie eventuele subsidie kan gestort worden op: Giro 1580195 t.n.v. Stichting Voorlichting Kraken o.v.v. De Tragiek. 1051 VD Amsterdam. Dit gironummer is voor de gelegenheid gekozen,” aldus de aanvragers.

Het boek wordt verkocht via tussenverkopers, zoals het Anti-Militaristisch Onderzoeks Kollektief (AMOK), het Nijmeegse krakersbolwerk de Grote Broek en een aantal
alternatieve boekhandels. De belangrijkste financier van Ravijn is XminY, waar op dat moment de GroenLinks’er Chris Huinder de scepter zwaait. Enkele Ravijn-medewerkers zijn: Eveline Lubbers, Wijnand Duyvendak, Maurice Crul, Freek Kallenberg en de beruchte taartgooier Kees Hudig, alias Kees Stad.

Samen met de gemeente Nijmegen spant de politie een kort geding aan tegen de uitgever, verkopers en verspreiders van het boekje. De schrijvers kunnen niet aangeklaagd worden omdat hun identiteit onbekend is. ,,We weten ook niet wie de schrijver is. Op een gegeven moment stond hier een partij in dozen verpakte boeken op de stoep,” beweert een medewerker van Ravijn in de Volkskrant van 7 november 1990.

Daar laat de politie het niet bij zitten. Op diezelfde dag wordt Peer de Rijk, aangehouden op het kantoor van Milieudefensie in Amsterdam. Hij wordt ervan beschuldigd medeplichtig te zijn aan de ontvoering en mishandeling van Joop de Boer. Wetenswaardig is dat het huidige GroenLinkse Tweede Kamerlid, Wijnand Duyvendak, er enige jaren directie heeft gevoerd. Vermeldenswaard is ook dat Milieudefensie sinds 1992 nauw samenwerkt met de Vereniging Milieu Offensief: de club van Volkert van der Graaf.

Twee dagen later, op vrijdag 9 november 1990, klopt een deurwaarder laat in de middag aan de deur bij Ravijn en een aantal Nijmeegse panden van groeperingen en duwt hen een dagvaarding in de hand. Volgens Eveline Lubbers zegt hij: “Prettig weekend, verder!” en vertrekt.

Op maandagochtend 12 november om 10 uur dienen ze te verschijnen voor de Rechtbank in Arnhem.

Wederom geven de activisten op gepaste wijze te kennen niet alleen lak te hebben aan Dales of de BVD-directeur Docters van Leeuwen maar ook aan de Nederlandse rechtspraak. Op maandagochtend vroeg staan ze in de hal van het gerechtsgebouw met bundels boeken onder hun arm. Ze houden een losse verkoop van De tragiek van een geheime dienst. Na aanvang van het proces gaan ze er gewoon mee door.

Terwijl de advocaat van de eisers het boek als bewijsmateriaal overlegt, krijgt de rechter van Ravijn een véél mooier exemplaar: de tweede druk met de kaft in kleur. De publieke tribune zit overvol met gniffelende actievoerders. Herman Pieter Bakker Schut en Tony Willenborg treden op als raadslieden namens uitgeverij Ravijn. De juristen hebben hun hele weekend opgeofferd aan de voorbereiding. Dat blijkt wel, want Bakker Schut houdt ellenlange betogen. Hij schets uitgebreid een aantal infiltraties die sinds 1987 – door zijn klanten – in de openbaarheid zijn gebracht. Een “trend in al zijn Stasi-achtige verschijningsvorm,” aldus Bakker Schut. Een aardige uitspraak voor iemand die niet alleen de door de Stasi ondersteunde Rote Armee Fraktion verdedigde, maar ook vergaande sympathie vertoonde voor deze terreurbeweging (ook de advocaat van Volkert, Britta Böhler sympathiseerde met deze terroristen).

Als klapstuk leest Bakker Schut een verklaring voor van Ravijn. Dat begint met een protest tegen de arrestatie van Peer de Rijk. Ravijn vindt het erg bitter te moeten constateren dat De Rijk die mogelijk bijgedragen heeft aan een grotere openheid over de BVD in de cel is beland. Volgens Ravijn is het volstrekt legitiem om iemand die alles aan de BVD heeft verteld daarover eens flink aan de tand te voelen. “De informatie die dit soort ondervragingen oplevert is van groot belang voor iedereen die zich een beeld van de BVD wil vormen, aldus Ravijn. Alles wat de laatste tien jaar bekend is geworden over de BVD is volgens hen bijna uitsluitend te danken aan doorgeslagen informanten en gestolen documenten. De meeste onthullingen zijn de aanleiding voor het samenkomen van de Vaste Kamercommissie van inlichtingen- en veiligheidsdiensten zoals de afgelopen twee weken. De tragiek van een geheime dienst levert een belangrijke bijdrage aan deze discussie.”

Bakker Schut sluit af met: ,,Uitgeverij Ravijn heeft tot nu toe de verspreiding van de Tragiek van een Geheime Dienst geregeld. Mocht dit ons verboden worden, dan ligt het in de lijn der verwachtingen dat anderen deze taak van ons overnemen. Boekhandels uit het land, en niet alleen de ‘alternatieve’, hebben ons laten weten sowieso door te gaan met de verkoop van dit boek.”

Hoe dat “ons laten weten” daadwerkelijk in elkaar zit, wordt er wijselijk niet bij verteld. Ravijn en XminY hebben een aantal scenario’s ingevuld in geval dat de rechter effectief zou optreden.

XminY heeft openlijk laten weten zich solidair te verklaren met de wederverkopers van het boek en een deel van de proceskosten van de gedagvaarde op zich te nemen.

Van de BVD heeft men op dat moment geen gevaar meer te duchten. Die blijft wijselijk op een afstand. Maar de rechtbank blijft een onvoorspelbare factor, dus wordt er in het geniep druk aan een alternatieve verspreiding gewerkt.
Bakker Schut is nog niet klaar met zijn verhaal. Zijn betoog gaat door met een verhaal over de bijzondere positie die Nijmegen inneemt, als trendsetter in het politie-, justitie- en inlichtingenwerk. Op zich niet zo verwonderlijk want Nijmegen is een bolwerk van het radicale activisme. Bakker Schut maakt duidelijk dat Ravijn geen cent verdient aan het verspreiden van De tragiek. ,,De enige mogelijke ‘winst’ is een bijdrage aan de openbaarheid over de Nijmeegse BVD.” Volgens Bakker Schut is de affaire een doodnormale zaak want iedere geheim agent loopt het risico als spion te worden ontmaskerd. “Het is natuurlijk jammer voor de persoon in kwestie dat hij is ‘afgebrand’, zoals dat in het jargon heet, maar de overheid moet maar een nieuwe functie voor hem zoeken,” aldus Bakker Schut.

Volgens Eveline Lubbers kan de rechter de spitsvondigheden van Bakker Schut en zijn maat wel waarderen en met een glimlach op zijn gelaat zegt hij: ,,Daar zal het wel op neerkomen in dit geval, ja.”

Al met al een goed klimaat voor Ravijn en XminY en… het wordt nog beter. De rechter besluit pas vier dagen later uitspraak te doen. Volgens Eveline Lubbers geeft dit Ravijn de gelegenheid er voor te zorgen dat ook de tweede druk tegen die tijd helemaal is uitverkocht. Inderdaad op de dag van de uitspraak is de gehele tweede druk reeds de deur uit.

Vier dagen later doet de president van de rechtbank, mr L. van der Weij uitspraak. Hij maakt duidelijk dat de grenzen van het recht zijn overschreden en dat het boek een niet te rechtvaardigen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de inlichtingenmensen heeft veroorzaakt. Het boek mag niet langer worden verspreid en alle verspreide boeken moeten worden teruggehaald. Binnen een week moet een lijst worden overhandigd aan de advocaat van de politiefunctionarissen en de gemeente Nijmegen met namen en adressen van boekhandels die het boek verkopen. Op straffe van vijfduizend gulden per dag met een maximum van 50.000 gulden.

Sinds die dag is het uitgeverij Ravijn verboden het boekje nog verder te verspreiden, bovendien mogen ook de Nijmeegse actiepanden die gedagvaard waren het niet langer verkopen.

Eveline Lubbers laat weten dat het boek zelf niet verboden is, maar de verspreiding ervan. Dat komt omdat onbekend zou zijn wie het boek heeft uitgegeven of gedrukt. Maar het vonnis heeft een vervelende kant voor Ravijn. De rechter heeft Ravijn bevolen een lijst te overleggen van iedereen aan wie het boek geleverd is, ook op straffe van de dwangsom van vijfduizend gulden per dag. Dat betekende niet alleen een lijst boekhandels, maar ook de namen van particulieren die via de giro een exemplaar hebben besteld.

Maar ook daarvoor hebben de activisten een vindingrijke oplossing. Om te voorkomen dat de namen bekend zouden worden bij de BVD wordt de lijst bij een notaris gedeponeerd. De advocaat van de klagende inlichtingenmensen krijgt te horen dat die namen er liggen, maar krijgt ze niet te zien. XminY adviseert kopers om naar de boekhandel te gaan om te voorkomen dat XminY ooit gedwongen zou worden zo’n lijst te leveren. Bakker Schut en zijn cliënten zijn niet tevreden met de uitspraak van de rechter en gaan in hoger beroep.

Op de dag van de uitspraak krijgt een twintigtal boekhandels onmiddellijk een fax van de advocaat van de inlichtingenmensen met het verzoek of ze alvast willen helpen met het uitvoeren van het vonnis tegen Ravijn door met onmiddellijke ingang De tragiek uit de schappen te verwijderen. Op een na voldoet niemand aan dat verzoek. Toch krijgt niemand een kort geding aan zijn broek, noch de boekhandels, noch XminY.

Voor de verdere verspreiding van het boek maakt de uitspraak niet veel uit, want XminY heeft die taak onmiddellijk overgenomen en de rechtspraak en de advocaat van de politiefunctionarissen worden op sluwe wijze bij de neus genomen. Het boek beleefd drie herdrukken en die worden – op enkel exemplaar na – allemaal verkocht.

De wijze waarop dit gebeurt is kenmerkend voor de manier waarop men nog stééds te werk gaat.

DE RECHTSPRAAK OMZEILD

XminY legt het vonnis naast zich neer en presenteert de dag na het vonnis een persverklaring waarin zij aanbiedt zorg te dragen voor de verdere verspreiding van het boek. De telefoon staat roodgloeiend. De eerste dag hebben ze al 250 bestellingen binnen. De politiefunctionarissen zijn woedend. Op hoge poten stuurt hun advocaat Mr. F.J.P. Delissen op 19 november een brief aan XminY waarin hij te kennen geeft de subsidiegever aan te pakken wanneer zij het boek verder verspreiden.

Jammer dan, XminY gaat gewoon door. Maar voor alle zekerheid geeft de coördinator van het fonds, Chris Huinder, nog diezelfde dag instructies aan zijn staf hoe zij moeten handelen in de verdere verkoop van het boek:

,,Er wordt alleen telefonisch bestellingen opgenomen. Vanaf kantoor wordt niet verkocht. Men zegge: ‘er wordt vanuit loods’ o.i.d. geleverd en dat kan enkele dagen duren’. In ieder geval maken men altijd duidelijk dat op kantoor geen exemplaren van het betreffende boek aanwezig zijn om ‘aanloop’ van bijvoorbeeld minder gewenste personen te voorkomen. Er wordt geen enkel verband gelegd met Ravijn (uitgever), omdat die er ook feitelijk niet is.” Chris Huinder maakt nog eens duidelijk dat hij de scepter zwaait in deze affaire: “Alle persmededelingen en eventuele noodzakelijke juridische stappen lopen via Chris. Aanlevering van een derde druk van het betreffende boek gebeurt eventueel pas vanaf donderdag” aldus Huinder.

Op diezelfde dag bespreekt hij met zijn staf een landelijke demonstratie die op 24 november in Nijmegen zal plaatsvinden onder de naam “Tegen de snuffelstaat”. Een mooie gelegenheid om niet alleen aandacht te vragen voor het boekje maar ook om de nodige exemplaren te verkopen.

Op 21 november beantwoordt Huinder de brief van Delissen. De vertragingstactiek gaat in werking. Hij laat weten dat het bestuur van XminY goede nota neemt van de brief en “in bijzondere zitting ten spoedigste bijeen zal komen” om Mr. Delissen “uiterlijk donderdag-namiddag schriftelijk een reactie” toe te zenden. ,,Spoedheidshalve wordt deze brief ook aan uw kantoor gefaxed.”

Geheel tegen de waarheid in sluit hij af met: ,,In de verwachting, dat deze snelle procedure u aanleiding geeft het beoogde schrijven af te wachten alvorens verdere acties ondernomen worden”…

Maar Delissen riekt onraad. Hij laat zich niet afschepen en eist een spoedig antwoord.
Huinder heeft zijn verhaaltje klaar. De volgende dag krijgt Delissen antwoord, drie pagina’s vol. Enkele citaten: ,,Dat daarbij noodzakelijkerwijs privé-gegevens van de betrokkenen onthuld zijn wordt o.i. niet alleen gerechtvaardigd door de doeleinden van de schrijvers (…) maar ook door de aard zelve van het geheime inlichtingen- en spionagewerk van de betrokken agenten. (…) Juist door de functioneel-onthullende waarde van het boek is er sprake van een nuttige correctie op een algemeen maatschappelijk beeld van BVD- en PID-agenten als een groep achterbakse, onhandige, geïsoleerde, onmaatschappelijke types. (…) Juist in de benoeming en de identificering van de betrokken PID’ers blinkt het boek uit in accuratesse, fijngevoeligheid en politieke takt.”

Om meer uitstel te krijgen en een onmiddellijke confrontatie met Delissen uit weg te gaan vervolgt hij dat XminY naar alle redelijkheid bereid is ,,zonder onze stichting zelf te benadelen- ten behoeve van uw cliënten met u in nader overleg te treden teneinde te onderzoeken op welke wijze verdere verspreiding van het gewraakte boek mogelijke frustraties bij uw cliënten als gevolg van onthulling van hun door schrijvers niet acceptabel geachte praktijken weggenomen kunnen worden.”

Op schijnheilige wijze biedt Huinder aan om een openbare oproep aan de schrijvers en uitgever van het boek te doen om bij de uitgave van een herdruk een veel minder vergaande identificatie te gebruiken. “t.w. anonimisering van persoonsgegevens, reducering van de herkenbare gegevens tot initialen en onder gelijktijdige opschorting van verdere verspreiding van het boek onzerzijds, totdat” let wel “een reactie zijdens de schrijver of de uitgever is ontvangen, waarna hernieuwd overleg met u zal plaatsvinden” aldus Huinder.

Huinders bedrog komt tot een hoogtepunt wanneer hij zijn schrijven afsluit met de wens ,,in goed en redelijk overleg wederzijds al die punten te behandelen, die mogelijk een verschil van inzicht tussen partijen vormen.” Intussen is de verspreiding van de derde druk al in volle gang.

Weer een dag later wordt het schimmige spel op brutale wijze verder opgevoerd. XminY geeft in een persverklaring te kennen dat meer dan dertig boekhandels meer dan 300 exemplaren van het boek hebben besteld en dat een derde druk is verschenen. De daadwerkelijke bedoeling van het persbericht is waarschijnlijk om bezoekers die de komende dagen deelnemen aan verscheidene activiteiten erop te attenderen dat het boek in ruime mate in voorraad is. In ieder geval schroeft het bericht de verkoop op. De dag na het persbericht worden grote aantallen exemplaren verkocht: op het officiële oprichtingscongres van GroenLinks in Den Haag vijftig en tijdens een conferentie van de radicale jongerenbeweging Rebel in Amsterdam veertig*.

Tijdens de landelijke demonstratie “Tegen de snuffelstaat” in Nijmegen, waar meer dan 1000 actievoerders de straat opgaan, worden nog eens meer dan 300 exemplaren van het boek gesleten. Ondanks eerdere dreigingen van de politie dat ze hard zouden optreden tegen demonstranten die zouden proberen het boekje te verspreiden treedt de politie niet op. Bij het hoofdbureau van politie wordt via luidsprekers de handelwijze van de Nijmeegse BVD-agenten uitvoerig uit de doeken gedaan. Daarbij wordt ook geciteerd uit het boek. Na afloop van de demonstratie worden pamfletten uitgedeeld waarin inzage wordt geëist in de persoonsdossiers die de BVD bezit.

Intussen gaat Delissen in op XminY’s bedrieglijke voorstel. Hij maakt zijn eisen bekend over het anonimiseren van inlichtingenmensen in een nieuwe publicatie. Op 29 november laat XminY schriftelijk aan Delissen weten dat zijn voorgestelde anonimisering van politiefunctionarissen te ver gaat. Vier dagen later wordt tijdens een XminY-vergadering besloten te wachten op het antwoord van Delissen. ,,Ondertussen is de derde en laatste versie van de Tragiek uitverkocht,” aldus de notulen.

Op 4 december verschijnt een klein artikel in NRC Handelsblad: “De stichting XminY heeft vandaag de verspreiding van het boek ‘De tragiek van een geheime dienst’ gestaakt omdat alle exemplaren van de derde druk zijn uitverkocht. Volgens een woordvoerder van XminY heeft de (onbekende) uitgever gisteren telefonisch aan XminY meegedeeld dat er geen plannen zijn een vierde druk uit te geven. Vanaf 19 november heeft XminY ruim 600 exemplaren verkocht aan onder meer 70 boekhandels”.

Maar op 6 december wordt de daadwerkelijke reden duidelijk waarom XminY met het verspreiden is gestopt.

In een brief aan de staf schrijft Huinder dat hij tijdens de laatste vergadering heeft begrepen dat er intern bezwaren bestaan tegen het verspreiden door XminY van het boek. Hij benadrukt dat het een beslissing was van de staf en het bestuur om de verspreiding van het betreffende boek over te nemen op het moment dat via een juridische uitspraak de eerdere verspreider Ravijn was uitgeschakeld. Door de verspreiding over te nemen kan de strijd tegen het geïntrigeer en geïnfiltreer van een BVD-afdeling te Nijmegen worden voortgezet, aldus Huinder.

Volgens Huinder zit daar natuurlijk juridisch gezien een gevaar in. XminY zou via een kort geding wellicht materiële schade moeten betalen. ,,Hoe ‘aangenaam’ en ‘lonend’ een slachtofferrol ook zou zijn” zijn de woorden van Huinder. Tevens zou theoretisch de mogelijkheid bestaan van een al te opdringerige belangstelling van bepaalde overheidsdiensten voor het archief van XminY. Huinder geeft uitleg over hoe XminY een drievoudige verdedigingslinie had opgebouwd tegen de veel te opdringerige diensten.

XminY manoeuvreert zodanig rond de verspreiding van het boek, dat een kort geding zo ver mogelijk naar achteren wordt geschoven, zo niet vermeden. De ruimte en tijd die daardoor vrijkomen worden gebruikt voor het maximaal verkopen van het boek. Volgens Huinder is XminY in die opzet geslaagd: meer dan 600 boeken zijn doorverkocht en een kort geding vindt niet plaats. ,,Via correspondentie met de tegenpartij werd de aandacht van de doorgaande verkoop afgeleid. XminY kreeg veel goodwill bij actievoerend Nederland en een redelijke perscovering,” aldus Huinder. “De feitelijke verkoop van het boek lieten we niet plaatsvinden vanuit het kantoor, maar vanuit een “geheime” opslagplaats. Bestellingen konden bij ons alleen telefonisch gedaan worden. Betalingen liepen en lopen nog steeds alleen via de giro of de bank en niet contant. Op die manier werd er voor gewaakt, dat ‘ongewenste’ kopers van het boek geen toegang kregen tot het XminY-kantoor om (sic) eens ‘vrijblijvend’ een kijkje te nemen. Aangezien het bij Ravijn als eerdere verspreider en drie ‘wederverkopers’ in Nijmegen bovendien om een civielrechtelijke en niet om een strafrechtelijke zaak ging, zou een politie-inval uiterst onwaarschijnlijk zijn, maar niettemin werd deze (tweede) voorzorgsmaatregel genomen,” vervolgt Huinder.

Ter afsluiting maakt Huinder duidelijk dat er vanaf 1988 naar wordt gestreefd om de project-archieven en andere interne archieven van XminY zoveel mogelijk onder te brengen bij het IISG. Alleen met toestemming van het bestuur, dat daartoe de coördinator weer heeft gemandateerd, mogen deze worden geraadpleegd.

,,Deze ‘wetenschappelijke en historische verberging’ van het XminY-archief voorkomt, dat politie of BVD zomaar inzicht kunnen krijgen in de gehele handel en wandel van XminY. Alleen het archief van de laatste jaren blijft natuurlijk kwetsbaar, maar om zinvol en accuraat als fonds te kunnen werken, is dat nu eenmaal een risico dat we moeten lopen. In de hoop bij jullie hiermee naar genoegen de bezwaren weggenomen te hebben, voorwaarts met de strijd,” aldus Huinder.

De maatregelen om de BVD buiten de deur te houden zijn wel nodig, want XminY is een van de belangrijkste financiers van de radicale beweging in en buiten Nederland. De bezorgdheid van enkele bestuurders is te begrijpen: in die periode financiert men bijvoorbeeld: de gewapende strijd op de Filippijnen en ook de campagne om de Filippijnse terrorist Jose Maria Sison in Nederland te houden; een bezoek van een leider van de Peruviaanse verzetsgroep Tupac Amaro die later in opspraak zou komen wegens de bezetting van de Japanse Ambassade in Lima; radicalen in Bangladesh; Burmezen die mensen martelen en vermoorden; Van der Graafs achterban in Wageningen zoals het Bioot/platform; en de oprichting van het Infocentrum in Wageningen.

Ook is er nauw contact met (ex-)RaRa-verdachten zoals Wijnand Duyvendak. Daarnaast financiert XminY: GroenLinks met duizenden guldens, de kraakbeweging en onder anderen acties tegen de Golfoorlog in 1990.

Al met al genoeg zaken die de buitenwereld en zeker de BVD niet mag weten. Dus is actie om inzage door de BVD in hun activiteiten te voorkomen broodnodig.

Intussen voelt de vroegere vriend van Joop de Boer, de hekkenknipper Gerrit van Ent, zich zonder BVD-dreiging zo vrij als een vogeltje. Op 28 december 1990, drie weken na Huinders betoog, vernielt hij het hekwerk bij de luchthaven Volkel.

Ruim een jaar nadat in een kort geding het verspreidingsverbod is afgedwongen, dient op maandag 3 februari 1992 het hoger beroep van Ravijn en de stichting Amok tegen de PID’ers van de Nijmeegse politie. Het hoger beroep was toegespitst op de kwestie of er wel sprake was van schending van de privacy van de PID’ers en of die schending een boekverbod noodzakelijk maakte. Volgens de advocaat van de PID was er van privacyschending wel degelijk sprake, want zijn cliënten waren sinds het boekje bedreigd, aangesproken op straat, er waren spullen voor hun besteld en er was grote onrust in hun gezinnen ontstaan. Tevens benadrukte hij dat zijn cliënten er grote moeite mee hadden gehad dat er niet opgetreden was tijdens de “Snuffelstaat”-demonstratie. Dit kwam door de angst voor rellen.

Bakker Schut begint meteen met een aantal overwegingen met betrekking tot het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (het EVRM). Ravijn en AMOK verliezen echter.

Het Hof is nu strenger dan de rechter destijds. Die was voor meer interpretaties vatbaar over het belang van het bekritiseren van de geheime dienst. Die was namelijk van mening dat het ontmaskeren van agenten wel zou kunnen, als het functioneren van de PID als zodanig maatschappelijk onaanvaardbaar zou zijn.

Het Hof ziet dit anders: ,,Er mag dan zeer verschillend worden gedacht over het functioneren van PID/BVD, maar ze maken nog altijd deel uit van de Nederlandse rechtsstaat. Dat het algehele functioneren van de diensten als maatschappelijk onaanvaardbaar moet worden geacht, dat staat allerminst vast, in ieder geval kan niet worden gezegd dat het bestaan daarvan algemeen als misstand wordt beschouwd, die door publicaties als de onderhavige aan de orde moet worden gesteld.”

Het Hof is vooral gevallen over de uitgebreide beschrijving van de relevante personen. Daardoor heeft de publicatie van deze informatie tot oogmerk hun functioneren als agenten van de BVD onmogelijk te maken en hun kwetsbaarheid aan te tonen. Volgens de President van het Hof is dit zonder meer een dreiging voor de betrokkenen, en dat is “misbruik van informatievrijheid”.

Een jaar later staat op 28 en 30 september 1992 een opmerkelijke uitspraak in de notulen van XminY: ,,Ravijn zit met de nasleep van het boekje ‘tragiek van de geheime dienst.’ Ravijn wil weten of ze een beroep kunnen doen op het fonds voor de Burgerlijke ongehoorzaamheid dat destijds garant stond voor XminY. Chris heeft al beloofd het Fonds en (iemand van de ) fractie van GroenLinks (Wilbert Willems) aan gedane toezeggingen aan ons te herinneren. Zijn die toezeggingen overdraagbaar aan Ravijn?”

Conclusie: GroenLinks betaalde mee aan acties tegen de democratische orde.

BVD ZONDER VLEUGELS

Intussen heeft zich nog iets anders voorgedaan. In november 1990 verklaart de directeur van de BVD Docters van Leeuwen voor de KRO-televisie dat de BVD in mei 1991 begint met het vernietigen van tweederde van haar persoonsdossiers. Die uitspraak heeft vergaande consequenties. GroenLinks, Vleugels en hun makkers ruiken bloed en zien een nieuw argument voor hun acties. Ze zien een nieuwe kans om de BVD dwars te zitten en meer over de werkwijze van inlichtingendiensten en hun wetenschap over de linkse actiewereld te weten te komen.

4 REACTIES

  1. Groen niks is met afstand de meest foute politieke club van Nederland.
    Dit geld voor de stemmers alksook voor de bestuurders/politieke fouterikken..

Comments are closed.