Dagny Taggert en Hank Rearden, twee industriële ondernemers zijn op zoek naar de geniale uitvinder van een revolutionaire motor. Het spoor leidt hen naar een klein verpauperd stadje, dat rondom de fabriek was ontstaan. De fabriek behoorde toe aan de directeur-eigenaar Jed Starnes.
De fabriek was failliet gegaan en de gebouwen waren vervallen. Desondanks vonden zij wel de restanten van de motor, maar deze was dusdanig vernietigd, dat daar niets mee te beginnen viel. Tijdens hun zoektocht in de fabriek vielen hen wel de overblijfselen op van de ruime en ooit zeer luxueuze directiekantoren, zelfs voorzien van een badkamer met geëtst glazen douchewanden.
Zij komen in contact met een oud medewerker van de fabriek, die bereid is hen over de gang van zaken te vertellen. Hieronder volgt zijn verhaal.

“………er kwam een hele ommekeer in de fabriek, waar ik twintig jaar gewerkt heb, toen de oude Jed overleed en zijn erfgenamen de leiding overnamen. Zij lieten ons er ook over stemmen en iedereen -tenminste bijna iedereen – stemde voor. Het voorstel was, dat iedereen in de fabriek zou werken naar zijn kundigheid, maar zou worden betaald naar zijn behoeften. Zij deden het voorkomen alsof ieder, die tegen het plan was innerlijk een kindermoordenaar was en een verderfelijk mens.

Weet U hoe het te werk ging dat plan en wat het de mensen aandeed? Probeer eens water in een vat te gieten, dat in de bodem vlugger weg loopt dan het erboven ingegoten kan worden en met elke emmer water, die U er in gooit wordt het gat in de bodem groter en hoe harder je werkt, hoe meer er van je verlangd wordt en je staat daar maar emmers te gieten, 40 uur per week, dan 48 uur, dan 56 uur en dat alles voor het avondeten van je buurman — voor de operatie van zijn vrouw — voor de mazelen van zijn kind — voor zijn moeders invalidenwagentje — voor het overhemd van zijn oom — voor het schoolgeld van zijn neefje — voor de baby van de buren — voor de baby, die nog geboren moet worden — voor wie dan ook om je heen — want het is aan hen om te krijgen van luiers tot gebitten — en het is aan jou om te werken zonder enige opbrengst dan zweet, zonder vooruitzichten voor jou behalve hun pleziertjes en dat voor je verdere leven, zonder hoop, zonder vooruitzichten.

Door ieder naar zijn vermogen, voor ieder naar zijn behoeften en noden. Het kostte slechts één vergadering om te ontdekken, dat wij bedelaars waren geworden — waardeloze, zeurende, snotterende bedelaars, wij allemaal, omdat niemand recht op zijn loon kon doen gelden als zijn verdienste; hij had geen recht op zijn loon; het werk, dat hij deed behoorde niet aan hem, het behoorde aan “de Familie” (alle arbeiders) en die waren hem niets verschuldigd. De enige aanspraak, die hij op hen had waren zijn noden.
Dus moest hij bedelen om soelaas voor zijn noden, als een waardeloze bedelaar, moest hij al zijn problemen en ellende opbiechten, tot aan zijn verstelde broek aan toe en de verkoudheden van zijn vrouw in de hoop, dat “de familie” hem zijn aalmoes zou geven.

Hij moest ellende aanvoeren, omdat nood en ellende de criteria waren geworden voor het toebedelen van geld. Dat liep dus uit op een wedstrijd tussen zesduizend scharrelaars, die ieder voor zich meenden, dat hun nood veel erger was, dan die van hun broeders. Welke mensen dacht U hielden zich stil en schaamden zich en welk soort mensen liep met de poen weg?

Wat was dat ook weer, dat ze ons altijd vertelden over de smerige concurrentie van het winstsysteem, waar mensen erom moesten vechten wie de betere baan zou krijgen? Smerig was het toch?
Maar U had eens moeten zien hoe het eraan toeging toen we allemaal moesten vechten wie het slechtste baantje kon krijgen. Er is geen betere manier om een mens ten gronde te richten, dan hem in een positie te dwingen waar hij moet trachten niet zijn best te doen, waar hij met zichzelf moet worstelen om een slechte prestatie te leveren, dag in, dag uit.

Plezier was het eerste, dat zij afschaften. Word niet altijd van je verwacht je te schamen als je bezwaar hebt als iemand je vraagt iets op te geven, dat je plezier verschaft?
Er was een man, die zijn hele leven hard had gewerkt omdat hij zijn zoon wilde laten studeren. Welnu de jongen slaagde voor de middelbare school in het tweede jaar van het nieuwe systeem — maar “de familie” wilde de vader geen “tegemoetkoming” geven. Zijn zoon kon niet naar de universiteit stelden zij, totdat er genoeg was om ieders kind naar de universiteit te sturen en dat geld was er niet. De vader stierf het volgende jaar bij een ruzie in een kroeg; een ruzie om niks eigenlijk, maar zulke ruzies begonnen onder ons steeds vaker voor te komen.

En daar was een oude man, een weduwnaar zonder familie, die maar één hobby had: oude grammofoonplaten —- persoonlijke luxe werd dat genoemd, maar tijdens dezelfde bijeenkomst kreeg Millie Bush, een dochter van de een of ander, een naar lelijk achtjarig meisje een paar gouden beugels toegewezen voor haar uitspringende tanden — dit was een “medische noodzaak”, want de fabriekspsycholoog had gezegd dat het arme kind er een minderwaardigheidscomplex van zou over houden als haar tanden niet werden recht gezet. De oude man, die van muziek hield ging echter aan de drank.

Maar de onbekwamen en de onverantwoordelijken vierden hoogtijdagen. Zij verwekten babies, zij brachten jonge meisjes in de problemen, elke zwangere zuster, van waar ook in het land, werd erbij gesleept voor een extra ondersteuningsuitkering; zij kregen meer ziekten dan een dokter kon ontkennen, zij vernielden hun kleding, meubels, hun huizen — wat kon het verdommen — “de famile” betaalde ervoor!
Zij ontdekten meer wegen om in ” nood” te geraken, dan wij ons ooit voor konden stellen. Zij ontwikkelden er een speciale handigheid in, dat was de enige kundigheid, waarover zij beschikten.

Toch was dit de morele wet, die professoren, denkers en volksleiders over de gehele wereld hadden willen invoeren. Als dat was wat het deed voor een enkele kleine plaats, waar iedereen elkaar kende, moet U zich eens voorstellen wat dat zou betekenen op wereldschaal.
Werken zonder kans op iets extra’s, totdat de Combodianen allemaal gevoed zijn en de Patagoniërs allemaal naar de Universiteit zijn geweest. Te moeten werken voor een blanco cheque, die het bezit is van elk mens dat geboren wordt, door mensen die je nooit zult zien, wier noden je nooit zult kennen en wier kundigheid, luiheid, slordigheid of bedrog je met geen mogelijkheid kunt ontdekken en geen recht hebt om in twijfel te trekken — alleen maar werken en werken en werken — om de beslissing over te laten aan de Ivys en de Geralds [Ivy en Gerald waren de erfgenamen van Jed Starnes] van deze wereld wier buiken je met je inspanningen en je dromen en de dagen van je leven moet vullen.

En dit zou dan de morele wet zijn, die wij moeten aanhangen? Is dit —- een moreel ideaal?
Onze ellende duurde vier jaren van onze eerste vergadering tot de laatste en het eindigde op de enige manier waarop het eindigen kon: faillissement.
Ivy Starnes gaf nog een korte bondige speech, waarin zij zei, dat het plan gefaald had, omdat de rest van het land er niet in meegegaan was en dat één enkele gemeenschap het niet kon bolwerken midden in een zelfzuchtige hebzuchtige wereld………”

Een uittreksel uit “Wereldschok”, een vertaling van “Atlas Shrugged” door Ayn Rand

Ayn Rand (eigenlijke naam: Alissa Zinovievna Rosenbaum) werd geboren in 1905 in St Petersburg. Zij studeerde daar Geschiedenis en Filosofie en vluchtte met hulp van familie in 1926 naar Amerika, waar zij aanvankelijk in de filmindustrie ging werken.
In de dertiger jaren begon zij zelf met het schrijven van korte verhalen en toneelstukken. Een redelijke bekendheid kregen “Night of January 16th”, “We the Living”(1936) en “Anthem” (1938).

Haar eerste grote succes was echter “The Fountainhead”, dat uitkwam in 1943 en in het Nederlands vertaald is als “De eeuwige bron”. In 1957 verscheen Rand’s magnum opus, “Atlas Shrugged”, in het Nederlands vertaald als “Wereldschok”.
Vanaf de 60er jaren ging Ayn Rand zich meer richten op het weergeven van haar filosofische ideeën in essays, tijdschriftartikelen en lezingen. Deze artikelen verschenen in tijdschriften als “The Objectivist Newsletter”, “The Objectivist” en “The Ayn Rand Letter”.

Ayn Rand overleed in Maart 1982. Haar filosofie staat bekend als “Objectivisme”.

randfoto.jpg