Wie gaat er – zonder een overheid die dwingt producten terug te halen – voor zorgen dat bedrijven hun ondeugdelijke producten repareren?
Hoe kunnen consumenten beschermd worden als er geen licentiewetgeving is? Wie zal, zonder de FDA (Food and Drug Administration, VS), de hebzuchtige bedrijven ervan weerhouden de mensen te vergiftigen om snelle winst te behalen? Zonder een overheid die dwingt producten terug te halen, wie gaat er dan voor zorgen dat bedrijven hun ondeugdelijke producten repareren? Wie zal het water testen op vervuiling?
Beschermt licentiewetgeving ons echt tegen gewetenloze mensen? Opvallend genoeg ontdekten Sidney Carroll en Robert Gaston dat deze wetgeving ons nou juist kwaad doet. Staten met de strengste wetgeving voor elektriciens, tandartsen en opticiens hebben een opvallend hoog aantal toevallige elektrocuties, slechte mondhygiëne en blindheid!
Maar hoe komt het dat deze wetten de consumenten, voor wie zij nu juist opgesteld zijn, niet beschermen? Als de eisen omhoog gaan, zullen blijkbaar minder mensen in staat zijn een licentie te verwerven. Zij die het wel lukt, zullen hogere kosten in rekening brengen en mensen langer later wachten. Meer mensen zullen geneigd zijn hun eigen gezondheid op het spel te zetten door zelf elektriciteitsproblemen te verhelpen, hun oogcontrole over te slaan of hun bezoek aan de tandarts uit te stellen. Licenties verlagen dus de hoeveelheid kwaliteitsservice die wordt geleverd, bovenal aan de armen.
Als deze licentiewetten ons nu meer kwaad doen dan goed, kan de markt dit dan beter? Het antwoord is een volmondig “Ja!”. Vrijwillige certificering doet precies dat wat verplichte overheidslicenties niet kunnen.
Certificering is een “bewijs van goedkeuring”, gewoonlijk verstrekt door een overkoepelende beroepsorganisatie of een onafhankelijk laboratorium aan leveranciers van producten of diensten. Het “UL” symbool dat wordt gevonden op elektrische apparaten bijvoorbeeld, is een certificaat verstrekt door Underwriter Laboratories. In tegenstelling tot een licentie, is certificering vrijwillig, niet verplicht. Hoewel de maker van dit soort apparatuur niet door wetgeving verplicht is een UL-certificaat te verwerven, geven middenstanders er de voorkeur aan alleen producten te verkopen die aan de UL-standaard voldoen.
Carroll en Gaston merkten op dat “certification (voluntary licensing) seems to increase the number of licenses compared to both no licensing and compulsory licensing”.
Doordat het aantal leveranciers toeneemt, dalen de kosten voor het certificeren en stijgt de hoeveelheid kwaliteitsservice die wordt geleverd. Certificering geeft consumenten een houvast maar, in tegenstelling tot licenties, laat aan hen de uiteindelijke beslissing.
|
Deze keuzevrijheid kan netelig worden in levensbedreigende situaties. De FDA bijvoorbeeld stelt momenteel zulke hoge eisen aan goedkeuring dat het gemiddelde medicijn 12 jaar en $300 miljoen aan ontwikkeling kost. Gedurende deze tijd zijn terminale patiënten bij wet verboden nieuwe, experimentele therapieën te ondergaan. Zelfs als ze het geluk hebben in een onderzoek mee te mogen doen, zouden ze een placebo kunnen krijgen in plaats van een werkzaam medicijn.
De goedkeuring van propranolol door de FDA, de eerste zogenaamde bètablokker voor hartaandoeningen, kostte een geschatte 30.000 Amerikanen nodeloos hun leven, terwijl het al drie jaar in Europa beschikbaar was. The FDA probably killed more people, by delaying this single drug, than it saved during its entire existence. Licentiewetten zijn een medicijn dat veel erger is dan de kwaal.
Door de regulering van de FDA zien zwarte markt chemici een uitgelezen kans in het verschaffen van “ondergrondse” versies van nieuwe, maar niet goedgekeurde, medicijnen aan patiënten met AIDS en kanker. Certificering is een meer barmhartige benadering en maakt geen criminelen van mensen die vechten voor hun leven. Professionele farmaceutische organisaties, of zelfs de FDA, zouden medicijnen kunnen labelen als “niet getest”, “veilig bij testen op dieren”, of “effectief bij mensen” etc etc. Consumenten zouden dan, met hulp van vertrouwde medici, een afgewogen keuze kunnen maken die recht doet aan hun persoonlijke overtuiging.
Voordat de FDA zo doordringend werd, testten de American Medical Association en de Consumer Research nieuwe medicijnen zelf en gaven de goede hun “bewijs van goedkeuring”. De FDA echter test geen enkel medicijn zelf maar verplicht simpelweg de farmaceutische industrie dit te doen. Het testen door een veelvoud aan certificatieorganisaties zou daarentegen veel objectiever zijn. Hebzuchtige bedrijven die de bedoeling hebben consumenten te bedriegen zouden niet in staat zijn hun data te vervalsen op de wijze waarvan ze soms vandaag de dag beschuldigd worden. Medicijnen zonder enig certificaat worden bijna zeker gemeden door zowel artsen als patiënten en zorgen ervoor dat bedrieglijke bedrijven effectief ontmaskerd worden.
Natuurlijk, certificering biedt ook geen ijzeren garantie. Het testen kan niet altijd de bijeffecten voorspellen noch kan het iedere mechanische kwetsbaarheid ontdekken. Als defecten daarentegen zichtbaar worden, zal de “rating” van het certificaat naar beneden worden bijgesteld. Om te voorkomen dat het bedrijf klanten verliest zullen de verstandige onder hen het defect herstellen door de producten terug te roepen of door een andere geschikte methode, alles om ervoor te zorgen dat het certificaat de huidige waarde behoudt. Bedrijven die niets doen, zullen zeer waarschijnlijk ten onder gaan omdat consumenten zich zullen beschermen door naar een ander te gaan met een betere reputatie. Aangezien certificering het aantal aanbieders verhoogt, hebben consumenten meer keus dan ooit.
Certificering verhoogt het consumentenvertrouwen en spoort expansie aan. Flessenwater, bijvoorbeeld, strijdt succesvol tegen het kraanwater dat geleverd wordt door vele lokale gemeenten. Veel consumenten zijn ontevreden over de smaak van het water van de publieke voorziening of hebben problemen met de gezondheidsrisico’s van het toegevoegde chloor of fluoride. Verkopers nemen derde partijen in de hand om aan te tonen dat hun product superieur is aan kraanwater of aan water van de concurrent. Rapporten kunnen in de meeste gevallen opgevraagd worden zodat consumenten zelf kunnen vergelijken. Als we morgen wakker worden in een libertarische wereld, zouden we een hoop consumentenbescherming reeds aantreffen in de vorm van vrijwillige certificering.
Als we daarentegen wakker worden in de huidige situatie, moeten we erg op onze hoede zijn met verplichte overheidslicenties. Als we niet oppassen, zal Big Brother ons beschermen tot de dood aan toe!
|
Referenties:
Sidney L. Carroll and Robert J. Gaston. “Occupational Restrictions and the Quality of Service Received: Some Evidence.” Southern Economic Journal 47: 959-976, 1981.
Mary J. Ruwart, “Protecting Ourselves to Death,” Healing Our World: The Other Piece of the Puzzle (Kalamazoo, MI: SunStar Press, 1993), pp. 85-96.
Vertaling door Bas Jonker.
Dit artikel verscheen eerder op: |
Natuurlijk zou vrijwillige certificering een belangrijke bijdrage tot de oplossing van het kwaliteitsprobleem kunnen zijn. Alleen zien we in Europa op voedingsgebied bijvoorbeeld een wirwar van kwaliteitslogo’s.
Bovendien zijn die helaas ook niet allemaal onverdacht. Nu kun je natuurlijk redeneren, iets is beter dan niets (of dan een schijnzekerheid van overheidswege), maar het huidige “systeem” is niet van de ene dag op de andere tot stand gekomen. Dat duurt echt wel een aantal decennia. Bovendien moet je als consument ALTIJD kritisch blijven. Zodra de mogelijkheid om effectief kritiek uit te oefenen ontbreekt (bijvoorbeeld in het geval van bepaalde regionale monopolies), zal het systeem ontaarden en misbruikt worden.
Geachte heer/mevrouw,
Is het mogelijk dat er wel een medicijn tegen aids en kanker
momenteel ontwikkeld zou kunnen worden met de huidige kennis? Is het mogelijk dat dit door de farmaceutische industrie expres wordt tegengehouden omdat het verstrekken van de huidige medicijnen winstgevender is dan het genezen van patienten?
Met vriendelijke groet,
Yolanda Groeneweg
Comments are closed.