In de pas uitgekomen Hollywood-film, The Day after Tomorrow, wordt New York overspoeld door een reuzegolf onmiddellijk gevolgd door een nieuwe ijstijd. En dat allemaal omdat het klimaat ernstig is verstoord door snelle opwarming van de aarde.
In de pas uitgekomen Hollywood-film, The Day after Tomorrow, wordt New York overspoeld door een reuzegolf onmiddellijk gevolgd door een nieuwe ijstijd. En dat allemaal omdat het klimaat ernstig is verstoord door snelle opwarming van de aarde.
Het is een spectaculaire film met poëtische beelden, geweldige computer-animaties en andere speciale effecten. Maar is het verhaal ook realistisch? Men zou zich bijvoorbeeld kunnen afvragen hoe een opwarming van de aarde een nieuwe ijstijd kan veroorzaken? Het antwoord op die vraag ligt besloten inde werking van het volgende mechanisme.
Door het feit dat de mens voortdurend broeikasgassen in de atmosfeer brengt als gevolg van het verbruik van fossielebrandstoffen, zal de wereld opwarmen. Het ijs op de polen smelt. Hierdoor zal zoet water in de Noord-Atlantische Oceaan terechtkomen. De Golfstroom bestaat uiteen kringloop – een soort lopende band, in klimatologisch jargon: North Atlantic Thermohaline Circulation – van een bovenstroom van zuid naar noord, die de warmte van de tropen naar Noord-Amerika en West-Europa brengt, en een onderstroom van noord naar zuid. In het noorden aangekomen zakt het water naar beneden om weer terug te stromen naar het zuiden. Maar zout water zakt gemakkelijker dan zoetwater. Als het zoute water minder zout wordt door toevoeging van het zoete smeltwater van de polen als gevolg van een opwarming van de aarde, zal de ‘lopende band’ van de Golfstroom worden afgeremd dan wel onderbroken, hetgeen tot een nieuwe ijstijd in Noord-Amerika en West-Europa zal leiden.
Maar klopt die redenering wel? Verschillende klimaatwetenschappers, waaronder ons ‘eigen’ KNMI, achten dit om verschillende redenen hoogst onwaarschijnlijk. Deze kwalificatie is het wetenschappelijk equivalent voor ‘onzin’. De maker van de film, de Duitse regisseur, Roland Emmerich, beweert niettemin dat het scenario is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Hij geeft toe dat de rampen die in de film worden getoond zich in werkelijkheid niet zo snel zullen voltrekken, maar toch…
De hoofdfiguur in de film is een paleoclimatoloog, die de geschiedenis van het klimaat bestudeert, gespeeld door de acteur Dennis Quaid. Als eenling neemt hij het op tegen het Witte Huis. Hij verwijt de Amerikaanse regering alleen maar oog te hebben voor de economie en in gebreke te blijven om de mensheid te redden van de catastrofale gevolgen van de opwarming van de aarde. Zijn tegenspeler in de film is een kalende en bebrilde Amerikaanse vice-President, die grote fysieke gelijkenis vertoont met de huidige echte vice-president, Dick Cheney. Kortom, de film pretendeert een duidelijk politieke boodschap uit te dragen.
En de voormalige vice-president van de VS, Al Gore, die zich altijd een groot voorstander heeft betoond van het Kyoto-verdrag om de uitstoot van menselijk broeikasgassen te beperken, heeft de film aangegrepen als aanleiding voor het starten van een nieuwe bewustwordingscampagne om het gevaar van opwarming van de aarde onder de aandacht van het publiek te brengen. De milieubeweging heeft zich overigens enigszins gedistantieerd van de film. Zij vindt het weinig waarschijnlijk dat de daarin vertoonde catastrofes binnen zo’n korte periode zullen plaatsvinden. Maar tegelijkertijd grijpen de groene activisten de film aan als een welkome impuls om het publiek nog eens extra hun onheilsboodschap onder de neus te wrijven. Er bestaat volgens hen een reëel gevaar voor opwarming van de aarde als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen door de mens, in het bijzonder CO2 dat vrijkomt bij de verbranding van fossiele brandstoffen.
Maar is er nu werkelijk sprake van opwarming van de aarde? En zo ja, zijn menselijke activiteiten daarvan de oorzaak? En zijn alle wetenschappers het daarover eens? Het antwoord op die vragen is drie-maal ‘nee’.
Temperatuurmetingen aan de oppervlakte van de aarde laten inderdaad een opwarming zien. Maar dat geldt niet voor de temperatuur in de hogere luchtlagen die met weerballonnen of satellieten worden gemeten. Dat is opmerkelijk want volgens de hypothese van het door de mens veroorzaakte broeikaseffect dienen juist de hogere luchtlagen en de polen meer op te warmen dan de oppervlakte van de aarde.
Dat is duidelijk niet het geval. In de natuurwetenschappen is het gebruikelijk dat hypothesen die niet worden bevestigd door metingen, worden verworpen. Men gaat dan op zoek naar een nieuwe hypothese die een betere verklaring biedt van de waarnemingen. Maar in de huidige klimatologie heeft men zo zijn eigen methoden. De universele wetten van de logica worden daar kennelijk op een andere wijze geïnterpreteerd. Dat is merkwaardig.
Als er al sprake zou zijn van opwarming, is het dan waarschijnlijk dat de mens daaraan een substantiële bijdrage zou leveren? Nee, volgens de literatuur is de mens slechts verantwoordelijk voor een kwart procent van het totale broeikaseffect. De rest is van natuurlijke oorsprong: voor het grootste deel waterdamp. Het zou wel heel toevallig zijn als het menselijk aandeel nu net de spreekwoordelijk druppel zou zijn die de emmer doet overlopen. Bovendien zorgt het broeikaseffect ervoor dat wij niet op deze aardkloot doodvriezen; dus eigenlijk best prettig.
Vaak wordt de indruk gewekt dat alle wetenschappers het eens zouden zijn over door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde. Maar dat is een sprookje. Wereldwijd hebben tienduizenden bona fide wetenschappers stelling genomen tegen de hypothese dat de door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen tot opwarming van de aarde zou leiden. Daarmee hebben zij zich tegen het Kyoto-verdrag gekeerd dat bedoeld is om de menselijke uitstoot van broeikasgassen te beperken.
Hun protesten zijn door de Europese overheden genegeerd. In de VS hebben zij daarentegen wèl gehoor gevonden. Het is dus onjuist te beweren dat de afwijzing van president Bush van Kyoto uitsluitend zou zijn ingegeven door het feit dat dit verdrag een rampzalige invloed zou hebben op de Amerikaanse economie (volgens sommige schattingen zo’n 4 procent van het BBP per jaar). Dat is op zich waarschijnlijk wel waar (zoals dat trouwens ook voor Europa zal gelden, maar dan minder vanwege de lagere energie-intensiteit van de Europese economie), maar de klimaatwetenschappelijke argumenten tegen Kyoto hebben een minstens even grote rol gespeeld. Ook de (Europese) media hebben slechts zelden aandacht geschonken aan de kritische geluiden van de zogenoemde klimaatsceptici. Hoe zou dat toch komen?
Opvallend is ook dat het aantal kritische artikelen in gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften de laatste tijd sterk is toegenomen. Maar terwijl de kritiek op wetenschappelijk gebied aanzwelt, gaat het Europese beleid ongestoord zijn soevereine gang.
Niet gehinderd door enige kennis van de laatste ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied, wordt er binnen de EU thans de laatste hand gelegd aan een beperking van de uitstoot van CO2. Daarnaast is men bezig een systeem op te zetten van verhandelbare CO2-emissierechten. Mochten de betrokken bedrijven hun toegestane emissieplafond overschrijden, dan kunnen zij van bedrijven die daaronder blijven, emissierechten bijkopen. Op die manier hoeven zij geen draconische maatregelen te nemen om hun produktie aan te passen.
Dat lijkt op het eerste gezicht een verstandige aanpak. Bij nader inzien kleven hieraan toch grote bezwaren. Het hele systeem vergt een enorme bureaucratie met het daarbij behorende controleapparaat en betekent een grotere bemoeizucht van de overheid met het bedrijfsleven.
En dit is nog maar de eerste stap. Deze dient nog door vele andere stappen te worden gevolgd. Met andere woorden we hebben hier te maken met wat de Engelsen een kameelneus noemen. De neus is betrekkelijk klein, maar het beest dat er achteraan komt is reuze groot. Het eind van het liedje is dat we in een soort economie terecht komen die veel weg zal hebben van die van de vroegere Sovjet-Unie. En we weten allen hoe succesvol die was. Tel uit je winst.
En hoeveel kost dat allemaal aan welvaarts- en banenverlies? De verschillende schattingen hierover lopen sterk uiteen. Maar voor Nederland alleen al moet men wat de kosten betreft in miljarden per jaar denken. Hoeveel zal dat dan niet in de wereld als geheel kosten? Honderden miljarden dollars per jaar. Ook over het werkgelegenheidsverlies bestaanverschillende schattingen. Volgens sommige scenario’s kunnen die voor een land als Nederland wel tot zo’n paar honderdduizend oplopen in de komende tien jaar.
En wat levert Kyoto allemaal op aan afkoeling? Daarover vertellen klimatologen ons dat dat 0,02 (twee honderdste!) graad Celsius is in 2050. Het vervelende is dat dat op een thermometer niet is waar te nemen. Ze zijn eenvoudigweg niet nauwkeurig genoeg. En wat zeggen de regeringen daar dan van? Die zeggen er niets van. Die zwijgen in alle (Europese) talen, hetgeen verrassend is, gegeven het feit dat zij alle openheid en transparantie zo hoog in het vaandel hebben geschreven. Met andere woorden: de Europese burgers hebben tot dusverre nog nooit van hun overheden mogen horen wat Kyoto aan afkoeling oplevert. Merkwaardig! We gooien dus al dat geld weg voor maatregelen die zelfs na zo’n vijftig jaar niet een aantoonbaar resultaat opleveren?
Het kan toch niet waar zijn? Helaas …. pindakaas.
En wat is nu de moraal van dit verhaal? Zou het misschien zo kunnen zij dat het klimaatbeleid een zeer inspirerend thema biedt voor een spannend vervolg op de Lof der zotheid van Erasmus?
Hans H.J. Labohm is als gastonderzoeker verbonden aan het NederlandsInstituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael in Den Haag en co-auteur van ‘Man-Made Global Warming: Unravelling a Dogma.’
Dit artikel verscheen eerder in het Friesch Dagblad op 23 juni 2004.
Goede film, laten we zuinig zijn
op de natuur. Maar het voorspellende
karakter van “The Day After”,
een film uit de jaren waarin
de nucleaire winter na een atoom-
oorlog wordt getoond is ook nooit
uitgekomen. Meer sensatie dan
realisme vrees ik.
Jurassik park bestaat toch ook….. en Robocop heb ik zelf gezien, op tv.
Het is toch verbluffend dat er mensen zijn die dit [day after tomorrow] geloven. Trouwens, het schijnt ook plagiaat te zijn …….. hoe diep kun je vallen.
Maar, naar het schijnt hebben de “groene” politici en milieu fanaten het toch niet aangedruft deze film als het ultime bewijs voor het einde van de aarde te gebruiken. Trouwens de aarde vergaat pas over enkele miljoenen jaren (als de zon het tijd vindt om “uit te gaan”) , De mensheid, die kan eerder verdwijnen…….om weer na enkele tienduizenden jaren te “herrijzen”.
Wat te denken van de EU uitbreiding. Polen, met een economie op kilometers achterstand op het “rijke” westen, wordt opgezadeld met een “verplichting” om 40 miljard te investeren in het milieu.
Zullen de Polen het er voor over hebben om weer 40 jaar in armoede te leven, om dit bedrag op te hoesten? Misschien helpt deze film.
Bij de artikelen van Hans H.J. Labohmalle krijg ik toch het idee dat de toekomst maar moet uitwijzen wie gelijk krijgt.
De club van Rome krijg van Hans een veeg uit de pan en deze fictie film etc. de waarheid zal wel in het midden liggen en “ach” op het moment dat het bewezen wordt Hans en wij al overleden.
Zet 10 geleerden op een rij en je krijgt 10 antwoorden.
Een oud gezegde is dat men de kruik maar kan vullen tot dat die barst. Misschien geldt dat ook met de natuur en dat noemen wij een natuurramp en de vraag is dan of dit een zelfregulering van de natuur of komt het (toch) van ons.
In “De laatste uren van het oude zonlicht”, door Thom Hartmann, haalt deze een voorbeeld aan dat een verschil van 0.1 procent meer of minder warmte van de zon het verschil maakt tussen een ijstijd of niet. Een berekening over het wereld energie verbruik en de directe warmte uitstoot leert dat dit de 1 procent benaderd.
Eigenlijk leven we al weer in een ijstijd, het wachten is alleen nog op de eerst volgende flinke energie crisis.
“Eigenlijk leven we al weer in een ijstijd, het wachten is alleen nog op de eerst volgende flinke energie crisis.”
Toch leuk om te lezen dat we in een ijstijd zitten terwijl het nu over de 32 graden is en ik al zwetend achter mijn pc zit. 😉
Gisteren (7 September) een herhaling van Vara-programma de Ontdekking van 28 februari:
Hierin duitse wetenschappers die met computer modellen hebben aangetoont dat het theoretisch mogelijk is om de Sahara weer groen te krijgen, er moet dan alleen meer broeikasgassen in het klimaat moet komen waardoor de plantgroei versterkt wordt en daardoor wordt de Sahara groen.
Wat moeten we nu doen, mer gas of minder gas? wat is erger, dat het klimaat warmer wordt of kouder?
Heb de site gevonde met de uitzending :
http://www.omroep.nl/vara/deontdekking/
Hier de tekst :
“De woestijn van de toekomst :
Een woestijn is een gebied met een extreem droog klimaat en met nauwelijks plantengroei. Zo’n 20% van het totale landoppervlak bestaat uit woestijn. Er valt meestal minder dan 25 centimeter regen per jaar. En als het al regent, verdampt het razendsnel. Toch zijn niet alle woestijnen gelegen in hete gebieden. Ook op de zuidpool is er bijvoorbeeld één. De heetste en droogste woestijnen liggen echter rond de keerkringen. Bij de evenaar verwarmt de zon de lucht het meest. Die stijgt op en vormt wolken. Droge lucht stroomt weg richting keerkringen en vormt daar hoge drukgebieden. Dit betekent droog en mooi weer. Deze luchtcirculatie op wereldschaal, vernoemd naar de ontdekker Hadley, bepaalt de ligging van de meeste woestijnen.
Klimaat en droogtes zijn niet de enige oorzaak van woestijnen. Ook menselijk ingrijpen veroorzaakt verwoestijning: ontbossing, overbegrazing, uitputting van de bodem, verzilting en verkeerde omgang met waterbronnen. De komende decennia zou, door verwoestijning en uitputting van de bodem, het totale landoppervlak aan woestijn wel eens kunnen oplopen tot maar liefst 45%. Maar kan de mens ook het omgekeerde: verwoestijning tot stilstand brengen? Of kunnen we de woestijn ook gebruiken zoals-ie juist is? En hoe zit het met de natuur zelf: zal het klimaat meer of juist minder woestijnen scheppen?
rof. Dr. Martin Claußen, Institute for Climate Impact Research
De Sahara is waarschijnlijk de bekendste woestijn. Je kunt je niet voorstellen dat hier ooit wat zal groeien. Toch was nog niet eens zo lang geleden de Sahara een groen gebied met rijke vegetatie. Zo’n 6.000 duizend jaar geleden was het een groen gebied met rivieren. Niet alleen leefden er veel dieren, maar ook mensen. Ze leefden van landbouw, jacht en zelfs van visserij. Onvoorstelbaar als je de oneindige zandoceaan van vandaag de dag ziet. De ontdekking van dat groene verleden en de geboorte van de Sahara, komt van professor Claußen uit Potsdam. Ten behoeve van zijn onderzoek naar klimaatveranderingen werden computermodellen ontwikkeld.
Eén van Claußen’s uitkomsten was de relatief zeer snelle klimaatwisseling die zich in de Sahara heeft voltrokken. Hele kleine afwijkingen in de stand van de aardas kunnen tot enorme klimatologische veranderingen leiden. Maar volgens Claußen speelt plantengroei ook een belangrijke rol. Het klimaat bepaalt wat voor planten er groeien, maar het omgekeerde lijkt ook te gelden: plantengroei beïnvloedt het klimaat. Vegetatie zorgt voor opwarming van de atmosfeer erboven en een stijging van warme lucht. Hierdoor ontstaan wolken en regen die weer plantengroei helpen. Als deze balans verstoord wordt, dan kan het klimaat zeer snel omslaan.
Dr. Diaa El-Din El-Quosy, Min. of Water Resources Egypte
Op dit moment wonen er in Egypte 65 miljoen mensen. Dat lijkt niet veel voor zo’n groot land. Maar 95% van het land is woestijn. Al die mensen leven dan ook voornamelijk in de smalle stroken langs de rivier de Nijl. Daardoor wonen al die mensen steeds dichter op elkaar. Binnen vijftien jaar verwacht men dat de bevolking toegenomen zal zijn tot 90 miljoen inwoners.
De enige mogelijkheid lijkt het bewoonbaar maken van de woestijn. En dat gaan ze dan ook doen op grote schaal. Een gebied van 80 bij 80 kilometer wordt veranderd in een groen gebied waar mensen komen te wonen en werken en waar de landbouw dankzij de zon het hele jaar door royale oogsten moet garanderen.
Dr. Diaa el Quosy van het ministerie van Water en Irrigatie leidt Menno rond langs het prestigieuze Toshka-project. Met behulp van enorme kanalen, dammen en de allergrootste waterpompen ter wereld wordt Nijlwater afgetapt en de woestijn ingeloodst om de dorre Sahara te veranderen in een oase die veel Egyptenaren een toekomst moet bieden.
Prof. Dr. Ing. Jörg Schlaich, Ingenieurburo SB&P, Duitsland
Wat kun je met een woestijn? Het enige wat er in overvloed is, is hitte en zand. Je zou kunnen denken: silicium (zand) is een belangrijke grondstof voor zonnecellen, dus zonnecellen maken en energie opwekken maar. Helaas is zonne-energie economisch gezien nog niet echt rendabel. Maar naast zand en hitte biedt de woestijn nog iets: ruimte. Die ruimte is nodig voor het revolutionaire idee dat professor Jörg Schlaich heeft ontwikkeld. Hij wil gigantische torens bouwen om energie op te wekken. Schlaich’s idee is eerst uitgevoerd in Zuid-Spanje: een toren van 200 meter hoogte.
In Australië worden de voorbereidingen getroffen voor het eerste volwaardige model: een toren van maar liefst 1.000 meter. Dit hoogste bouwwerk ter wereld zal 200.000 huishoudens van stroom kunnen voorzien. De energietoren bestaat uit een enorme pijp, omringd door een grote cirkelvormige glazen kas met een doorsnee van 7 kilometer. Het ziet er uit als een soort gigantische omgekeerde punaise. De zon verwarmt de lucht onder het glazen dak. Aangezien warme lucht lichter is dan koude lucht, stroomt het door het langzaam oplopende glas naar de toren in het midden. Daar zorgt de warme opstijgende lucht voor een sterke stroming die in de toren turbines aandrijft die de energie opwekken.
Toekomst
Martin Claußen
Over 5 tot 10 jaar zullen we de wisselwerking tussen mens en milieu in Noord Afrika beter begrijpen. Met behulp van onze computermodellen wordt het mogelijk om de waarschijnlijkheid van abrupte klimaatveranderingen in zowel Afrika als verschillende gebieden in de wereld behoorlijk in te schatten.
Diaa El- Din El- Quosy
Over 15 jaar zal dit verlaten gebied worden veranderd in een groen gebied, waar miljoenen mensen wonen. En de plek zal het land van hoop zijn, het land van de toekomst.
Jorg Schlaich
Ik ben ervan overtuigd dat het gebruik van zonne-energie, en dan met name middels de ‘solar chimney’, de zonne-energietoren, een sleutel is tot de oplossing van ons huidige energieprobleem. Om je een idee te geven, wanneer ongeveer 15 % van de Sahara de energietorens zou gebruiken, zou dat in de energiebehoefte van de hele wereld voorzien. ”
Aangezien we dus nog zo weinig weten van de mechanisme van het klimaat en we dus niet kunnen voorspellen wat er gaat gebeuren, hoe kan het dan dat de milieubeweging zegt dat te veel BKG (BroeiKasGas) slecht is? Het zou dus ook gewoon goed kunnen zijn, een beetje meer BKG in de atmosfeer?
Iedereen weet dat de goede bedoelingen van een overheid altijd verkeerd aflopen, of zodanig verkeerd lopen dat het tegengestelde bereikt wordt. Ook wordt een overheisproject altijd duurder dan begroot en wie moet dat betalen??????
Wij moeten dat betalen. ou ik zeg altijd maar, geen enkele doemscenario die de afgelopen periodes zijn beschreven en besproken zijn uitgekomen, dus deze ook niet. We dus kunnen lekker slapen en hopen dat de milieubeweging zichzelf om zeep helpt. Is beter voor het milieu en de mensen!
Hij, die rijden, werken en consumeren gaat, groet U!
Comments are closed.