Het is voor het eerst dat een officieel orgaan, en nog wel één van de belangrijkste adviesorganen van de regering, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), kritiek levert op het Nederlandse klimaatbeleid in een nieuw rapport, getiteld: ‘Klimaatstrategie – tussen ambitie en realisme.’ De Raad doet dat nochtans zonder de menselijke broeikashypothese – waarover in de wetenschappelijke wereld een heftige scholenstrijd woedt – ter discussie te stellen. Maar los daarvan, bevat het rapport, naast enkele missers, vele verstandige aanbevelingen en een schat aan waardevolle informatie. Nu maar hopen dat deze ook in het beleid tot uitdrukking komen.

Op 28 juni jl. presenteerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in Nieuwspoort zijn nieuwste rapport: ‘Klimaatstrategie – tussen ambitie en realisme.’ Het eerste exemplaar werd aangeboden aan de staatssecretaris van VROM, Pieter van Geel.

Uitgangspunt van het rapport is de menselijke broeikashypothese. Deze houdt in dat de aarde opwarmt, voor een substantieel deel als gevolg van de uitstoot van door de mens veroorzaakte broeikasgassen, in het bijzonder CO2, die vrijkomen bij de verbranding van fossiele brandstoffen. Dit zou tot een potentieel catastrofale temperatuurverhoging kunnen leiden.

In het WRR-rapport (blz. 31) wordt gesteld: ‘Volgens de huidige inzichten zal zonder kli¬maatbeleid het mondiale temperatuurgemiddelde tot 2100 met 1,4 0C tot 5,8 0C stijgen ten op-zichte van 1990.’ Strikt genomen is dit niet juist. In de bron van dit citaat, de ‘Summary for Policymakers’ van het IPCC 2001, staat het volgende: ‘The globally averaged surface temperature is projected to increase by 1.4 to 5.8 0C over the period 1990 to 2100.’ Uit deze zinsnede blijkt duidelijk dat hier om projecties gaat, en niet om voorspellingen of verwachtingen. Projecties zijn gebaseerd op een reeks min of meer plausibele veronderstellingen. Als die onjuist blijken te zijn, zullen daarmee ook de projecties afwijken van de werkelijkheid. Meer daarover later.

De WRR acht zich niet gekwalificeerd om een oordeel te vellen over de verschillende standpunten die in het wetenschappelijke debat op dit terrein naar voren worden gebracht tussen aanhangers van de antropogene broeikashypothese en de zogenoemde klimaatsceptici (waartoe ook ondergetekende behoort), die daar vraagtekens bij stellen. De Raad heeft zich aangesloten bij de ‘officiële’ opvattingen van organisaties zoals het KNMI en het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change: een internationaal netwerk van klimatologen en beoefenaren van aanverwante wetenschappen, dat onder auspiciën van de VN periodiek een inventarisatie maakt van de stand van de klimaatwetenschap). Dat de Raad dit standpunt heeft ingenomen is begrijpelijk. Niettemin is dat jammer, want hiermee negeert de WRR de honderden, zoniet duizenden rapporten en artikelen – vele in gezaghebbende wetenschappelijke tijdschriften – die kritisch staan tegenover de antropogene opwarmingshypothese. Daarmee heeft de Raad de indruk versterkt dat deze hypothese onomstreden is.

Wensdenken
Tijdens de presentatie van het rapport stelde de WRR-projectleider, de econoom Jacques Pelkmans, dat het wensdenken regeert op het terrein van het klimaatbeleid. Hij doelde daarbij on-der andere op het feit dat de landen met de meeste uitstoot van broeikasgassen, zoals de Verenigde Staten, China en India, niet van plan zijn zich bij Kyoto aan te sluiten. Daarmee is het effect van Kyoto beperkt, zo niet nihil.

Deze opmerking viel verkeerd bij staatssecretaris Van Geel. Deze wees erop dat de WRR als buitenstaander niet goed op de hoogte is van de stand van het interna¬tionale overleg. ‘De Raad miskent wat er internationaal is uitonderhandeld. Een niet onderbouwd advies’, aldus Van Geel. Volgens hem was Kyoto een eerste stap op een lange weg. Om de finish te halen moet de marathonloper toch eerst van start gaan. En juist als eerste stap kwalificeerde hij Kyoto als een succes. Kostenefficiënte instrumenten als emissiehandel, ‘Joint Implementation’ en het ‘Clean Development Mechanism’ die zonder Kyoto niet tot stand waren gebracht, hebben in veel gevallen tot milieusuccessen geleid, aldus Van Geel.

Toch is twijfel op zijn plaats. Hoe kan men toch in alle ernst beweren dat welk rapport dan ook van de WRR – met zijn decennialange traditie – niet onderbouwd zou zijn? Met kan het natuurlijk met de onderbouwing niet eens zijn. Maar te beweren dat onderbouwing ontbreekt, gaat toch te ver. Mijn persoonlijke indruk is dan ook dat het advies van de WRR in tal van opzichten beter onderbouwd is dan het huidige klimaatbeleid. Retorisch maakt dat laatste een solide indruk. Maar wat is er in werkelijkheid tot dusver van terecht gekomen? Hoe is het bijvoorbeeld gesteld met de naleving van de uitstootdoelstellingen van het (mini-)Kyoto waartoe de Europese landen zich hebben verplicht? Wat voor effect heeft dat op het klimaat? En wat is de kans dat Kyoto na 2012 een vervolg krijgt?

Mitigatie en adaptatie
Bij het klimaatbeleid wordt een onderscheid gemaakt tussen mitigatie en adaptatie. Onder mi-tigatie vallen maatregelen zoals Kyoto, die de uitstoot van broeikasgassen beogen te beperken. Adaptatie omvat maatregelen die aanpassing aan hogere temperaturen en de mogelijke gevolgen daarvan beogen, zoals het verhogen van dijken.

Voor Nederland zijn een natter klimaat en een hogere zeespiegel beleidsmatig het meest rele-vant. Daarom betekent aanpassing in de eerste plaats waterbeleid in relatie tot de overstromingsveiligheid. De WRR is van mening dat hieraan hoge prioriteit dient te worden toege-kend.

Hernieuwbare energie
Voor de vereiste emissiereductie ziet de raad uit het oogpunt van de kosten en energiezekerheid een belangrijke rol weggelegd voor steenkool. ‘Ook kernenergie moet wereldwijd kunnen’, aldus projectleider Pelkmans. De WRR ziet weinig in toepassing van duurzame energie. ‘Zonne energie is nu waanzinnig duur’, vindt Pelkmans. Ook windenergie is qua prijs nog een stap te ver, vanwege de noodzakelijke vervangende reservecapaciteit die nodig is voor windstille perioden. Dat is een pikante uitspraak, zeker op het moment dat er voorbereidingen worden getroffen voor de bouw van een tweede windmolenpark in zee. Deze opvatting ondersteunt overigens de positie van de VVD ten aanzien van windenergie, zoals deze reeds geruime tijd bij monde van Tweede Kamerlid Paul de Krom wordt uitgedragen. Ook ‘roependen in de woestijn’, zoals Pieter Lukkes en Hans Halkema, die sinds jaar en dag hebben gewezen op de nadelen van windenergie, zullen met genoegen kennis hebben genomen van het oordeel van de WRR.

Volgens de WRR biedt moderne hernieuwbare energie (zon, wind, waterkracht en moderne biomassa) tot 2030 veel te weinig potentie om een wereldwijd toereikende emissiereductie te verwezenlijken, nog afgezien van de relatieve kosten. Fossiele energie zal daarom zeker tot 2050 de wereldenergievoorziening domineren. Met name kolen zullen een heel belangrijke rol blijven spelen. Een dozijn koleneconomieën met samen ongeveer twee derde van de wereldbevolking zal de bestaande goedkope en goed gespreide kolenvoorraden zeker exploiteren. In een wereldwijde klimaatstrategie is het dus onvermijdelijk om de emissiereductie-inspanningen toe te spitsen op kolen en meer in het algemeen op schone fossiele energie.

Veelkleurige flexibiliteit
De WRR stelt vast dat de marginale kosten van emissiereductie zullen in de zich ontwikkelende landen nog decennialang laag zijn – lager dan in de ontwikkelde landen die al veel aan de verbetering van hun energieefficiëntie hebben gedaan – maar de reductie van CO2-emissies zal alleen tot stand komen indien de rijke OESO landen daarvoor geheel of gedeeltelijk de kosten dragen. De raad meent daarom dat Nederland zijn inspanningen voor emissiere-ductie met voorrang moet richten op het Clean Development Mechanism (CDM), zo nodig te verbinden met ontwikkelingswerk.

Het emissiehandelssysteem van het Kyoto protocol is een waardevol instrument voor de voorlopende landen, maar lijdt onder, wat de Raad noemt, de effectiviteitstegenstelling: het haalbare is niet effectief, het effectieve is niet haalbaar. De kleine kring van deelnemende landen kan geen effectief mondiaal beleid ontwikkelen zonder de landen die op afzienbare termijn niet aan Kyoto (willen) deelnemen. Veelvuldig liggen aan de weigerachtigheid van de niet deelnemende landen de vrees van geringere economische groei en het veiligstellen van de energiezekerheid ten grondslag. Daarom is naast de Kyoto benadering een ‘veelkleurige flexi-biliteit’ nodig van initiatieven die aansluiten bij de belangen van deze landen. Daardoor zal gemakkelijker een draagvlak worden gevonden voor het ontwikkelen van technologieën die een klimaatvriendelijke exploitatie van kolen mogelijk maken dan voor emissieplafonds die een rem zouden kunnen zetten op de economische groei van opkomende economieën. Aldus de WRR.

De vraag is echter of de rijke landen bereid zijn de hiervoor benodigde middelen in voldoende mate beschikbaar te stellen. Een andere vraag is of de ontwikkelingslanden hier nu ècht op zitten te wachten, gegeven het feit dat hun prioriteiten nu eenmaal verschillen van die van de rijke landen. De bestrijding van armoede komt voor hen op de eerste plaats.

Krokodillentranen
Volgens de WRR mag het klimaatbeleid niet heilig worden verklaard. Het dient tegenover andere prioriteiten te worden afgewogen. In dit verband is het relevant te wijzen op het feit dat in vele beleidsuitspraken krokodillentranen worden geplengd over de schadelijke effecten van een opwarming van de aarde voor de ontwikkelingslanden. Hierbij wordt gewoonlijk over het hoofd gezien dat deze met vele meer urgente problemen hebben te kampen. Voor hen is het ‘klimaatprobleem’ toch een ver-hun-bed-show. Het geld dat aan Kyoto wordt uitgegeven, kan veel nuttiger worden besteed om aldaar noden van hogere prioriteit te lenigen. Bjørn Lomborg, voormalig milieuactivist en auteur van het boek ‘The Skeptical Environmentalist’ (en dus nu hoog op de zwarte lijst van de milieubeweging), heeft in 2004 acht wereldvermaarde topeconomen, waaronder vier Nobelprijswinnaars, uitgenodigd om in Kopenhagen deel te nemen aan een bijeenkomst. Daar mochten zij zich uitspreken over de prioriteit die aan de oplossing van verschillende mondiale problemen zou dienen te worden toegekend, gegeven het feit dat men een dollar of euro nu eenmaal maar één keer kan uitgeven. Kosten/baten-analyse speelde hierbij een centrale rol. Daar kwam uit dat hoge prioriteit diende te worden gegeven aan zaken als betere gezondheidszorg, schoner drinkwater, meer scholen, betere voeding, de bestrijding van aids en malaria, alsmede de bevordering van vrijhandel. Volgens de gevolgde methodiek bleek het tegengaan van het broeikaseffect hekkensluiter te zijn. Tegenover elke dollar die daaraan zou worden besteed, stond een bate van 25 dollarcent. Per saldo dus een behoorlijk verlies. De aldus opgestelde lijst van prioriteiten is bekend geworden als de ‘Copenhagen Consensus’.

Voorzorgsbeginsel
Vaak wordt beweerd dat er maatregelen dienen te worden genomen tegen het (vermeende) antropogene broeikaseffect op grond van het voorzorgsbeginsel. De WRR is echter – m.i. terecht – van oordeel dat het voorzorgsbeginsel geen houvast biedt, omdat hoge kosten moeten worden afgewogen tegen deels nog onbekende risico’s. Het paradoxale feit doet zich dus voor dat een inschatting moet worden gemaakt van het onbekende. Het voorzorgsbeginsel kan daardoor geen antwoord geven op de vraag wat een verstandige mix is van emissiereductie en aanpassing.

Effectiviteit van Kyoto
Zoals de WRR opmerkt, hebben de deelnemende landen volgens het Kyoto-protocol op mondiaal niveau afgesproken in de periode tussen 2008 en 2012 hun emissies terug te brengen tot tenminste 5 % beneden het niveau van 1990. Maar het totnogtoe gevoerde beleid is niet effectief gebleken, noch in de EU, noch mondiaal, aldus de WRR.

Volgens staatssecretaris Van Geel wil de EU harde afrekenbare doelen en andere landen daar-bij betrekken. Als we dat niet doen brokkelt het draagvlak af, aldus Van Geel. Maar, zoals Elsschot reeds zei: ‘Tussen woord en daad staan wetten in de weg en vele praktische bezwaren.’ Wat is de werkelijkheid?

Zoals bekend, heeft Europa geen gelegenheid onbenut gelaten om de Verenigde Staten te verwijten een onverantwoordelijk klimaatbeleid te voeren door zich niet bij Kyoto aan te sluiten. Het is dan ook ironisch te moeten constateren dat broeikasgasemissies van de EU van 2003 – 2004 een grotere stijging vertoonden dan die van de VS. In plaats van te dalen, namen zij toe met 0,4%, aldus het European Environment Agency (EEA). Meer in het algemeen laten de cijfers een groeiende kloof zien tussen de uitstootdoelstellingen van Europa en de werkelijke emissies (zie grafiek).

Figuur 1: Uitstoot van broeikasgassen van de EU vergeleken met de Kyoto-doelstellingen.
Bron: EEA.

Hoewel de Amerikaanse economie in 2005 met 3,5% groeide – meer dan het dubbele van het groeicijfer van de EU – steeg de uitstoot daar met slechts 0,1%.

Maar zal Europa het in de toekomst dan misschien beter doen? Het ziet er niet naar uit. Voor de komende periode 2008 – 2012 heeft Duitsland aangekondigd dat het een verhoging van de uitstootdoelstelling zal voorstellen, waarbij nieuwe op kolen gestookte elektriciteitscentrales vrijstelling zullen krijgen van deelname aan het emissiehandelssysteem. Frankrijk heeft gezegd dat het huidige plafond met 4,2% wil verlagen. Maar dat is nog steeds 20 miljoen ton CO2 meer dan de werkelijke emissies in 2005.

Van de 30 geïndustrialiseerde landen die zich bij Kyoto hebben aangesloten, hebben er 17 hun plafond in 2004 overschreden. Japan heeft een verlaging van 6% ten opzichte van het basis-jaar 1990 toegezegd, maar in feite 7% meer uitgestoten.

World Climate Organisation
Volgens de WRR biedt de huidige UNFCC (United Nations Framework Convention on Climate Change) een geschikt kader om multilaterale coördinatie in te passen, maar om de coördinatie effectiever te maken zou een World Climate Organisation (WCO) moeten worden opgericht: een vaste organisatie met daaromheen vaste diplomatieke missies. Dit is volgens de WRR nodig om een zekere mate van probleemeigenaarschap te creëren, zodat beslissingen worden genomen en uitgevoerd, aldus de WRR. Ook dit standpunt kon geen genade vinden in de ogen van de staatssecretaris – m.i. overigens terecht. Immers dezelfde factoren die thans het bereiken van overeenstemming in de weg staan, zullen nog in versterkte mate gelden bij de oprichting van een dergelijke organisatie. Bovendien: wéér een nieuwe internationale organisatie erbij met alle daaraan verbonden kosten en twijfelachtige opbrengsten! Wie zit daar nu ècht op te wachten?

De gebroken hockey stick
Het WRR-rapport kwam te laat om nog aandacht te kunnen schenken aan de definitieve teraardebestelling van de zogenoemde hockey stick-grafiek. Deze grafiek nam een belangrijke plaats in in de laatste rapporten van het IPCC, en werd gepresenteerd als de icoon van het an-tropogene broeikaseffect.

De hockey stick-grafiek laat een geleidelijke temperatuurdaling zien van het jaar 1000 tot ongeveer 1900 (de stok van hockeystick) om daarna snel te stijgen (het blad van de hockeystick). De curve is zeer suggestief en alarmerend. Zij lijkt een waarschuwing in te houden dat de mens verantwoordelijk is voor de recente opwarming van de aarde, die zonder precedent is.

Maar de grafiek bleek gebreken te vertonen. In 2003, publiceerden twee Canadese klimaatsceptici, Steven McIntyre en Ross McKitrick (M&M), een forse kritiek op de grafiek in het wetenschappelijke blad, Energy & Environment. M&M gebruikten dezelfde data als Mann et al, maar kwamen op veel hogere temperaturen voor de Middeleeuwen uit, zelfs hoger dan de huidige temperaturen. Aanvankelijk werd hun artikel genegeerd door de gevestigde orde. Pas toen in februari 2005 een geactualiseerde en meer uitgewerkte versie werd gepubliceerd in Geophysical Research Letters, werden beide auteurs serieus genomen. Dit kwam ook omdat de bekende Duitse klimatoloog, Hans von Storch (geen klimaatscepticus), met een paar collega’s even daarvóór een kritisch artikel over de hockey stick had gepubliceerd in Science. Von Storch ging zelfs zo ver de hockey stick als Quatsch te bestempelen.

Bij hun onderzoek naar de juistheid van de hockey stick hebben M&M veel tegenwerking ondervonden van Mann et al. Door dit gedrag rees het vermoeden dat deze iets te verbergen hadden. Dit was aanleiding voor het Amerikaanse ‘House Committee on Energy and Commerce’ (met opsporingsbevoegdheid) om een onderzoek te beginnen, waarbij Mann et al werden uitgenodigd om alle noodzakelijke informatie ter beschikking te stellen. Deze reageerden geprikkeld. Zij vergeleken deze actie met een heksenjacht à la McCarthy. Ook de wetenschapscommissie van het “Huis” mengde zich in de zaak en na wat procedureel gehakketak werd het onderzoek uiteindelijk door twee gezaghebbende ad hoc commissies – onafhankelijk van elkaar – uitgevoerd.

De eerste was een speciaal panel van de Amerikaanse Academie van Wetenschappen (NAS). Dit bracht in juni 2006 rapport uit, waarin de kritiek van M&M op de hockey stick in essentie werd onderschreven. Er dient eraan te worden herinnerd dat deze grafiek de basis vormt voor de veel gehoorde beweringen dat de temperatuurstijging in de 20ste eeuw waarschijnlijk de grootste was van die van welke eeuw dan ook gedurende de afgelopen duizend jaar. Voorts dat de jaren negentig het warmste decennium vormden van het millennium en dat 1998 het warmste jaar was van deze periode. Maar de wetenschappelijke basis van die beweringen ontbrak. Een van de panelleden van de NAS verklaarde zelfs dat het IPCC een “very misleading message” had verkondigd toen het de hockey stick als de icoon van het antropogene broeikaseffect had gekozen.

De statistische aspecten van de hockey stick-grafiek werden door een groep onder leiding van prominent expert, Edward Wegman van de George Mason Universiteit, onderzocht. Deze kwam tot overeenkomstige conclusies en oordeelde bovendien dat Mann et al gebruik hadden gemaakt van verkeerde statistische methoden. Wegman en zijn groep vonden ook dat Mann en zijn paleoklimatologische collega’s een nogal gesloten wereldje vormden die elkaar de bal toespeelden en niet gediend waren van pottekijkers van buiten hun discipline. Bovendien hadden zij weinig tot geen contact met statistici. Anders gezegd: hun kennis van de statistiek was beneden de maat. En Wegman et al concludeerden: ‘Especially when massive amounts of public monies and human lives are at stake, academic work should have a more intense level of scrutiny and review. It is especially the case that authors of policy related documents like the IPCC report, Climate Change 2001: The Scientific Basis, should not be the same people as those that constructed the academic papers.’ En dat laatste was wèl het geval geweest bij de opstelling van de gewraakte rapporten.

De hockey stick heeft een cruciale rol gespeeld bij het mobiliseren van politiek steun voor Kyoto. Het is een genante gedachte dat dit geldverslindende project, dat geen waarneembaar resultaat zal opleveren – daarover zijn voor- en tegenstanders het met elkaar eens – berust op misleiding. In het recht geldt misleiding als ontbindende voorwaarde voor overeenkomsten. Wellicht dat men ten aanzien van Kyoto deze optie serieus zou moeten overwegen, eens te meer daar de hockey stick – helaas – bij lange na niet het enige voorbeeld van misleiding is in het IPCC-proces.

Maar dat stond allemaal niet in het WRR-rapport. Daarin stond wèl (op blz. 37): ‘Het zogenoemde hockey stick-debat […] laat zien hoe de onzekerheid instrumenteel gebruikt wordt in het politieke debat.’ Dat is een wat wonderlijke opmerking, gegeven het feit dat het hier om een ernstig geval van wetenschappelijk wangedrag gaat met grote maatschappelijke consequenties.

Een blik op de thermometer
In de hitte van de klimaatdiscussie kan het geen kwaad af en toe ook eens op de thermometer te kijken. Ontwikkelt de gemiddelde wereldtemperatuur zich wel volgens de steil oplopende temperatuurprojecties waarmee het IPCC ons vrees aanjaagt? Of gaat het klimaat zijn soevereine gang?

De nauwkeurigste temperatuurmetingen zijn die met satellieten, waarmee in 1979 werd begonnen. Deze meten de temperatuur in de lagere troposfeer: van de oppervlakte van de aarde tot een hoogte van ongeveer 5 mijl. Deze vormen de basis voor onderstaande grafiek. De curve laat een temperatuurpiek zien in 1998. Deze wordt algemeen toegeschreven aan het El Niño-effect. Dat heeft niets met menselijke invloed te maken.

Toegegeven, het gaat om een relatief korte periode. Daar mogen dus geen overhaaste conclu-sies aan worden verbonden. Maar op basis van deze waarnemingsreeks van 25 jaar kan men nauwelijks spreken van een trendmatige klimaatverandering (door wat voor oorzaak dan ook). Ook de spreiding van de temperatuurmetingen rond het gemiddelde is daarvoor veel te groot. Er is hooguit een kans dat het zo is. Maar de stijging is zo gering dat men er bepaald niet van wakker hoeft te liggen. In ieder geval vormen deze waarnemingen geen bevestiging van de paniekscenario’s van het IPCC.

Figuur 2: Gemiddelde wereldtemperatuur. Afwijking van het gemiddelde van de periode 1978 – 1999.
Bron: Roy Spencer.

Zoals dat wel eerder is voorgekomen, bijvoorbeeld bij de onheilsprojecties van de Club van Rome, weigert de werkelijkheid zich te conformeren aan de alarmistische toekomstbeelden die door de mens zijn bedacht. Ook dát is een stukje realisme dat in het WRR-rapport meer aandacht had mogen krijgen.

Liberale invalshoek
Meer dan aanhangers van de meeste andere politieke stromingen zijn liberalen beducht voor een verlies van persoonlijk vrijheid. Het effect van Kyoto en vervolgafspraken (die overigens, zoals eerder werd aangegeven, hoogst onwaarschijnlijk zijn) op de maatschappelijke orde is niet of nauwelijks onderwerp van debat geweest. Ook in het WRR-rapport wordt dit aspect niet behandeld. Maar als de aanhangers van Kyoto hun zin krijgen, heeft dit ingrijpende consequenties, die gepaard gaan met een ongekende inperking van de vrijheid van ondernemen en de keuzevrijheid van de consument.

Als men de ‘kleine lettertjes’ van de officiële literatuur die rond Kyoto is verschenen leest, dient de eerste stap die thans is gezet door 10 – 30 verdere stappen te worden gevolgd, waarbij uiteindelijk alle landen van de wereld zich zullen dienen aan te sluiten. Elke stap zal tot verdere reductie van de emissies dienen te leiden. Tegelijkertijd zal ook elke extra stap hogere kosten met zich brengen, want het ‘laaghangende fruit’ zal natuurlijk het eerst worden geplukt. Om dit voor elkaar te krijgen, is een concentratie van bevoegdheden op internationaal niveau vereist die zonder precedent is in de menselijke geschiedenis. De centrale internationale autoriteit belast met de uitvoering van Kyoto en het vervolg daarop, zal hoe langer hoe meer greep op de productie en consumptie in de deelnemende landen dienen te krijgen. Om het geheel doen slagen zullen straffe sancties noodzakelijk zijn.

Niet alleen de bedrijven zullen in toenemende mate onder curatele worden gesteld, ook de burgers. Elke burger zal recht hebben op een individueel uitstootquotum voor broeikasgassen. Gebruikt hij/zij minder, dan kan het overschot worden verkocht. Indien men meer wil gebruiken, dient men dat bij anderen bij te kopen.

De lezer die op dit moment wordt overmand door het gevoel dat de fantasie van de auteur enigszins op hol is geslagen, moet ik er – helaas – op wijzen dat dit voorstel onlangs is gelanceerd in een voordracht van de Britse minister voor milieu, David Miliband. ‘Imagine a country,’ zei hij, ‘where carbon becomes a new currency. We carry bank cards that store both pounds and carbon points. When we buy electricity, gas and fuel, we use our carbon points, as well as pounds. To help reduce carbon emissions, the government would set limits on the amount of carbon that could be used.’

Dit ideetje werd geopperd door een vertegenwoordiger van de regering van het land dat George Orwell tot zijn grootste schrijvers rekent – tevens het land dat prat pleegt te gaan op zijn ‘common sense’.

Voetnoten:

1. Bij Joint Implementation gaat het om projecten tussen de zogenoemde Annex I- landen (de OESO-landen, Oost-Europa en de landen van de voormalige Sovjet-Unie) ter reductie van CO2-emissies en de opname van CO2 in ‘sinks’ (opname-putten van CO2, zoals bossen). De hieruit volgende emissiereductie-eenheden tellen (deels) mee voor de Kyotodoelstellingen van het investerende land.

2. Het Clean Development Mechanism is een variant op Joint Implementation en heeft betrekking op projecten in ontwikkelingslanden. Annex I-landen kunnen uit deze projecten voortvloeiende emissiekredieten meetellen voor de eigen doelstellingen.

—-
Hans Labohm is onafhankelijk econoom en publicist. Hij is ‘expert reviewer’ van het IPCC en lid van de kernredactie van Liberaal Reveil.

Gepubliceerd in Liberaal Reveil, oktober 2006.

21 REACTIES

  1. In dit WRR-rapport staat ook nog een misvatting.

    In hoofdstuk 4, paragraaf 4.2: ‘De kringloop van broeikasgassen’, wordt het meest belangrijke broeikasgas op Aarde – waterdamp – nergens vernoemd, terwijl waterdamp in volume varieert van 0,5 tot 4 procent. Er bevindt zich dus 100 x keer meer waterdamp in de atmosfeer dan koolstofdioxide.

    De invloed van waterdamp in de broeikas is dus evident, maar het is voor politici zeer lastig om hier financieel beleid aan vast te koppelen.

  2. Volgens mij heeft Hans Labohm een te vriendelijk oordeel over de WRR geveld. Mijns inziens heeft de WRR nagelaten om een objectief advies aan de regering te geven. Zo’n advies had de volgende punten moeten omvatten, die alle afgeleid kunnen worden uit een studie van de wetenschappelijke literatuur:

    1. Het is verre van zeker is dat de menselijke uitstoot van CO2 invloed heeft op het klimaat. Het is zelfs niet waarschijnlijk.

    2. Het klimaat is een “complex systeem” dat “chaotisch gedrag” vertoont. Dat betekent in de praktijk dat het klimaat niet voorspelbaar is met enige nauwkeurigheid voor een tijd die verder weg ligt dan de “voorspellingshorizon”. Hoewel dit niet zeker is, bedraagt deze waarschijnlijk (veel) minder dan tien jaar.

    3. Uit de vorige punten volgt dat een “klimaatbeleid” in feite niet mogelijk is.

    4. Het “succes” waar Staatssecretaris Pieter van Geel op doelde is te vergelijken met de kleren van de keizer uit het sprookje van Andersen. Als je goed kijkt is er helemaal geen succes. Landen als Nederland schenken honderden miljoenen aan Oost-Europese landen waarvoor ze in ruil “emissierechten” krijgen. Zodra de waarheden van bovengenoemde punten tot de politiek zijn doorgedrongen, zijn deze “rechten” waardeloze stukjes papier geworden. Kunnen we dat een succes noemen? Verder is het zo dat het systeem van emissiehandel de concurrentiepositie van onze industrie ten opzichte van die in China en India vergaand benadeelt.

    5. Windenergie krijgt ten onrechte het voordeel van de twijfel. In de eerste plaats heeft het gebruik van windenergie geen invloed op het klimaat. In de tweede plaats zal het om technische redenen nooit op grote schaal kunnen worden gebruikt voor electriciteitsopwekking. Bovendein zal windenergie altijd veel duurder zijn dan conventionele energie. En dat blijft zo, omdat de kosten van windenergie voornamelijk worden bepaald door de kosten van investering en die zullen bijna evenredig omhooggaan met stijgende olieprijzen.

    Dick Thoenes
    Dwingeloo

  3. Reactie op Joop van Tiggelen van 7 november

    Waterdamp komt bij alle rapporten over het broeikaseffect als de #1 broeikasgas uit de bus.

    Mede daarom is het verbazend dat er nog steeds wordt gesproken over ‘waterstof als energie drager'(zie oa artikel van Simon Rosendaal http://www.libertarian.nl/NL/archives/000292.php)

    1x raden wat er overblijft na Waterstof verbranden….. inderdaad water, in damp-vorm om precies te zijn!
    Een wereldwijde waterstof economie zou dus een ware ramp betekenen als de CO2 doom-scenario aanhangers het gelijk aan hun zijde hebben.

    -J.Vos

  4. Wat een hoop gedraai toch weer. Lezers van dit artikel moeten zich realiseren wat er allemaal NIET genoemd wordt in dit verhaal.

    Allereerst wordt die hockeystick-discussie nu wel erg oud. De eerste publicaties van Mann et al. hierover zijn uit 1998, en de klimaatwetenschappers zijn er na een verhitte wetenschappelijke discussie nu wel eens dat het historisch temperatuurverloop nu eenmaal volgens een op een hockeystick lijkende lijn loopt. Er zijn in de afgelopen 8 (!) jaar natuurlijk heel wat dingen verbeterd en ontdekt. Maar ik daag de heer Labohm uit om een recente wetenschappelijke publicatie te tonen die een alternatief toont voor de hockeystick. Deze zal hij niet kunnen vinden.

    Het is wel duidelijk dat sommige skeptici met genoegen de inmenging van politiek in de wetenschappelijke discussie aanzien. Ook hier worden beweringen van het “House Committee on Energy and Commerce” aangehaald alsof de wetenschappers het niet alleen af kunnen.

    Wat hier niet vermeld wordt is hoe de Amerikaanse regering geen gelegenheid onbenut heeft gelaten om de klimaatdiscussie te saboteren. Wetenschappelijke rapporten worden herschreven en aangepast door Washington (NYT, 7 jun 2005) en klimaatdeskundigen wordt verboden met de pers te praten. Lekker liberaal is dat.

    En om zichzelf helemaal te diskwalificeren presenteert Labohm een grafiekje van de “Gemiddelde wereldtemperatuur” met bron “Roy Spencer”. Dat is toch flauwekul, iedereen kan deze cijfers nazoeken bij de NASA of meteorologische instituten en inzien dat de temperatuur nou eenmaal stijgt, dat valt nu nog moeilijk te ontkennen.

    En dan moet eigenlijk nog het gegoochel met woorden genoemd woorden. “Broeikashypothese” is net zo kinderachting als “evolutiehypothese” of “zwaartekrachthypothese”. Noem het nou gewoon een theorie. En tussen “projecties” en “volgens de huidige inzichten zal” bestaat ook geen wezenlijk verschil.

    Een kat in het nauw maakt rare sprongen.

  5. Beste Mathijs Romans, je hebt een interessante reactie. Je hebt gelijk dat sommige skeptici geen haar beter zijn dan de “pro’ers” betreft het politiek maken van de discussie. De VS overheid doet kennelijk niet anders dan onze Van Geel en de IPCC-summary makers.

    Maar je maakt wel een aantal fouten betreft de inhoud. Belangrijkste is inderdaad dat de Hockstick discussie oud is. Dat is die, maar nog steeds wordt deze grafiek gebruikt in tal van niet wetenschappelijke media. O.a. MilieuDefensie en Greenpeace hanteren hem. Al Gore idem. En dit terwijl, anders dan jij stelt, de klimaatwetenschappers het er na een verhitte wetenschappelijke discussie juist eens over zijn dat het historisch temperatuurverloop geheel NIET via een op een hockeystick lijkende lijn loopt!

    Zelfs Mann zelf heeft afgelopen zomer een publicatie verricht, waarin hij erkent dat er – op zijn minst op het Noordelijk halfgrond – een warme middeleeuwen was! De HockeyStick is dood. Niet meer of minder dan dat. De discussie gaat nu over of de warme middeleeuwen een “lokaal” verschijnsel was en wat de oorzaak was van de daling van de temperatuur sindsdien totaan de huidige periode van stijging. Mann zelf suggereert nu dat de ontbossing in de middeleeuwen de oorzaak is, en nu CO2 dit (over)compenseert.

    Tweede denkfout is te denken dat “projecties” hetzelfde is als “volgens de huidige inzichten”. Projecties wil zeggen dat je een aantal relevante zaken niet weet en dus maar een – onderbouwde uiteraard – schatting maakt. Aannamende dat die schatting juist is, ga je dan kijken wat er gebeurd. Echter omdat menzelf ook beseft dat die schattingen van doorslaggevende invloed zijn, maakt men een aantal projecties met variaties op die aannames. Belangrijk is te weten dat deze aannames, niet aannames zijn betreft de klimaatwetenschap, maar betreft economisch ontwikkeling, wereldbevolkingsroei, etc. Ook interessant is dat die projecties op basis van zo’n 20 modellen zijn. Die alle 20 een andere uiitkomst geven en kwalitatief nog maar matig correleren met het verloop van de temperatuur van de laatste eeuw.

    En betreft de harde cijfers. Probleem is dat er vele bronnen zijn betreft de huidige temperatuurmetingen. Meesten, doch niet alle, laten een stijging zien. Niemand ontkent dit dan ook! Wel is het zo dat de stijging niet overeenkomt (kwalitatief en kwantitatief) met de CO2-theorie. Ook is het zo dat zelfs IPCC erkent dat CO2 niet de enige oorzaak is van stijging van de temperatuur. IPCC en KNMI houden het op zo’n 50%. Stijging alleen is geen bewijs voor CO2 als oorzaak!!!

    En de zon is momenteel ook heter dan sinds 400 jaar, en was in de middeleeuwen ook heter dan 400 jaar geleden. Toeval? Wellicht, wellicht ook niet.

    Maakte de kat maar eens wat andere sprongen dus …

  6. Beste Armin,

    wat ik jammer vind aan de klimaatdiscussie is dat telkens weer dezelfde dingen voorbijkomen, dezelfde soundbites, terwijl de meeste gegevens voor zichzelf kunnen spreken.

    Neem nou die hockeystick. Je schrijf: de hockeystick is dood, de klimaatwetenschappers zijn het erover eens, en ook Mann vindt dat de middeleeuwen warmer waren etcetera. Maar de hockeystick is een soundbite. Laten we kijken naar wat er gebeurt is. Mann et al. publiceren in 1998 als een van de eerste een reconstructie van het temperatuurverloop in het laatste decennium. Hierbij wordt gebruik gemaakt van allerlei bronnen. Deze bevindingen zijn bekritiseerd door McIntyre en McKitrick, o.a. op het gebruik van een bepaalde set van boomringen.

    Hierover wil ik het volgende opmerken:

    1. McIntyre en McKitrick geven geen alternatief, ze zeggen niet wat volgens hun een betere methode zal zijn.
    2. De claims van McIntyre en McKitrick zijn niet onomstreden. Sommige zijn niet publiceerbaar gebleken, andere zijn later alsnog verworpen.
    3. En dit is eigenlijk het belangrijkste: verder onderzoek in de afgelopen 8 jaar heeft uitgewijzen dat het nu inderdaad significant warmer is dan tijdens de middeleeuwen. Dus is de hockestick springlevend, Armin! Kijk maar bijvoorbeeld hier:
    http://en.wikipedia.org/wiki/Image:1000_Year_Temperature_Comparison.png
    Je ziet hier ook Mann’s voorspellingen doorlopen, die niet ver afwijken van de nieuwere data. Let ook op dat de schaal belangrijk is: als je de temperatuurschaal vergroot, lijkt de figuur meer op een hockeystick, verklein je hem dan lijkt hij er minder op.

    Dan nog over die projecties. “Projecties” en “volgens huidige inzichten” duiden allebei op schattingen. Daarbij bestaan verschillende trajecten voor de toekomst. Veelzeggend is dat de grootste variate tussen de trajecten afhankelijk ligt in de onzekerheid of de mensheid iets tegen het broeikaseffect onderneemt of niet! Dit geeft meteen aan dat de bal weer bij de politiek ligt, en het tijdperk van wetenschappelijke verkenningen achter ons ligt.

    Betreft de harde cijfers: ik moet je uit de droom helpen, want de stijging van temperatuur volgt wel degelijk uit de broeikastheorie (binnen de waarschijnlijkheidsverdeling). Je opmerking dat het IPCC en KNMI erkennen dat CO2 het broeikaseffect voor maar 50% veroorzaakt is een drogreden: er zijn andere menselijke invloeden zoals methaan. Het IPCC zegt dit erover:
    http://www.grida.no/climate/ipcc_tar/wg1/figspm-3.htm

    De activiteit van de zon is misschien de laatste strohalm voor de echte scepticus. Helaas wordt het effect hiervan geschat op 10%-35% van de opwarming die we waarnemen…

  7. Beste Mathijs,

    Ik zal geen welles-niettes gaan doen, want daar schieten we niets mee op. Ik zie dat jij in iedergeval wel de moeite genomen hebt je echt te verdiepen in de zaak. Maar wel een paar kritiekpuntjes omdat ik waarschijnlijk onduidelijk was.

    De Hockystick is echt verworpen. Zie ook de verwijzingen in het artikel zelf. Dat er nog steeds disccussie is betreft of de warme Middeleeuwen een lokaal (Europa/Noordelijk halfgrond) klopt. Maar mijn punt was nu net, dat de wetenschap vooruit gaat, terwijl organisaties als GreenPeace en Al Gore en vaak ook ‘skeptici blijven hangen in oude veronderstellingen. Het feit dat Mann onlangs in een eigen (!) publicatie het bestaan van een warme middeleeuwen erkent en klimaatreconstructies gebruikt die een ander temperatuurverloop aangeven dan in zijn Hocktsticks zou toch wel iets moeten zeggen!?

    Ook is zeker niet onomstotelijk vastgesteld dat de middeleeuwen kouder waren. Er zijn plaatsen wara reconstructies daar echt hogere temperaturen aangaven. Ook o.a. in de reconstructie van mann zelf … Andere reconstructies laten weer wat anders zien inderdaad. Soms zelfs laat een onderzoek gemengde resultaten zien. Mooi voorbeeld is het door Al Gore aangehaalde onderzoek van Lonnie Thompson’s reconstructie van de middeleeuwen. Gore bweerde dat die aangaf dat de warme period etpoen wel bestond, maar niet zo hoog was als nu. Klopt voor betreft 2 ijs-samples. De overige 4 lieten echter zien dat de warme periode juist net zo warm of warmer was. Enkel de ene 2 of de andere 4 gebruiken noemt men Cherry-picking.

    Zo ook de kritiek op McIntyre en McKitrick. Hun eerste kritiek bevatte inderdaad enkele fouten. Deels ook veroortzaakt door de onwilligheid van Mann om mee te werken. Ik refereer naar hun latere 2005 publicatie. Muv het Mann-clubje zelf, wordt inmiddels erkent dat zij op grote lijnen gelijk hebben. Hierin wordt overigens wel degelijk een alternatief gegeven, en hun onderzoek gaat steeds verder. Duidelijk is ook dat een 3 tal datasets bepalen zijn of je wel of geen HockyStick krijgt. Inmiddels is een levendige discussie ontstaan over of en waarom je die wel/niet zou moeten gebruiken en hoe robuustheid gemeten moet worden. Maar die discussie gaat niet meer over de HockyStick zelf, maar over latere reconstructies. Ik verwijs o.a. naar Mann’s eigen 2006 artikel!

    En betreft dat het IPCC en KNMI erkennen dat onbze CO2 voor maar 50% de huidige temperatuurstijging veroorzaakt voor de laatsdte ruweeg 30 jaar en de rest volgens hen natuurlijk van oorzaak is (dus geen andere menselijke oorzaak!), was om aan te geven dat wat de wetenschap stelt en wat de media soms stelt niet klopt.

    Zo moet je mijn verhaal ook lezen. Andersom is het ook niet zo, dat er geen aanwijzingen zijn. Maar er zijn nog zo veel meetgegevens (zoals het kwalitatieve temperatuursverloop – kwantitatief valt het inderdaad nét tegen de ondergrens aan van de meerderheid (!) van de set van modellen) die niet kloppen met de theorie, dat je niet kunt spreken van een voldongen feit.

    Ikzelf vind de hele CO2 discussie overigens interessant maar niet relevant, daar reductie een utopia is. Maar ik zou zelf niet durven beweren dat de mens geen invloed heeft. Zo moet je mijn stuk ook niet lezen. Maar de – niet aan jou gerichte! – hauteine houding van sommigen dat skeptisci zich enkel in rare bochten wringen om het maat niet te willen inzien wat al lang bewezen is is misplaatst.

  8. Beste heer Romans,

    Als de mens de oorzaak is van de opwarming, hoe eindigde dan de laatste ijstijd?

    Kortom: het klimaat is nooit stabiel geweest. Dan is het natuurlijk een sprookje om het nu wel stabiel te willen houden.

  9. Beste Armin,

    bedankt voor je reactie. Het idee van mijn betoog is dat de hockeystick een subjectief gegeven is, en in die zin alleen te verwerpen is als het temperatuurverloop gewoonweg niet op een hockeystick lijkt. Je schrijft opnieuw dat Mann erkent dat er de middeleeuwen een warme periode waren. Dat is niet hetzelfde als het verwerpen van de hockeystick.

    Ik zou graag een inhoudelijke discussie voeren. Maar zonder bronvermelding zal dat niet makkelijk zijn. In mijn eerste reactie daagde ik Hans uit om een publicatie te geven waarin geen hockeystick blijkt. Die is er niet. Je schrijft dat er constructies zijn waaruit blijkt dat het in de middeleeuwen warmer was dan nu. Welke zijn dat dan? Ik zie alleen de constructies zoals ze bijvoorbeeld staan op het National Climatic Data Center ze geeft(http://www.ncdc.noaa.gov/paleo/recons.html) en daar blijkt dat toch echt niet uit.

    Ik heb ook even McIntyre’s publicatie van 2005 erbij gepakt. Hierin schrijft hij dat hij de hockeystick definieert als het temperatuurverschil van de serie 1400-1980 en 1902-1980. Dat scheelt nogal natuurlijk: het grootste gedeelte van de temperatuurstijging gebeurde na 1980, bijna een halve graad. Zoals ik al eerder zei: de hockeystick is een soundbite, en met wat gegoochel met schaling en definities kun je hem verwerpen en weer terugkrijgen.

    Waar het uiteindelijk om gaat, is of de temperatuurstijging van de laatste eeuw lijkt op een natuurlijke fluctuatie of niet. Je zult het toch met me eens moeten zijn, dat alle reconstructies aangeven dat temperatuursveranderingen in de afgelopen decennia een stuk geleidelijker waren dan we nu zien.

    Dat het IPCC en het KNMI de temperatuurstijging voor 50% wijt aan natuurlijke oorzaken is gewoon niet waar volgens mij. Zie link in mijn voorgaande reactie. Kun je een bron geven waar het tegendeel uit blijkt?

    Overigens wil ik niet zeggen dat alles al bekend is. Er wordt nog steeds veel uitgevonden en verbeterd. Maar alle indicatoren blijven toch dezelfde kant uitwijzen, zelfs Hans Labohm kan daar niet onderuit komen. Het is een utopie om broeikasgasuitstoot te reduceren? Dat zou ik niet willen zeggen. Maar het is evengoed een utopie te leven in een alsmaar warmer wordende wereld, zonder daar grote schade van te ondervinden.

  10. Beste Mathijs,

    Om niet in herhaling te vallen. Er zijn talloze reconstructies die geen hockstick-achtige vormen geven. Zoals je zelf aangeeft zijn uit veel reconstructies met wat gegoochel met schaling en definities hem te verwerpen en weer terug te krijgen. Het idee dat het dus in kannen en kruiken is, is niet waar. Ik beweer echter geheel niet dat het daarom ook niet bewezen is, maar ik hamer vooral op het feit dat wat de media en inmiddels politici roepen en wat wetenschappelijke realiteit is niet overeen komt.
    En niet zo objectieve site (namelijk enkel sceptici) die wel bruikbaar is om tientalle van die reconstructies te krijgen is http://www.co2science.org

    Betreft het natuurlijk zijn van de klimaatwijzigingen ben ik een beetje verbaasd dat je daar niet van op de hoogte bent. Ik dacht dat dat redelijk bekend was. Meeste wetenschappelijke literatuur die ik ken, spreekt ook vooral over een ongewone stijging ipv ongewone temperatuur de laatste 30 jaar. Maar om bronnen te geven.

    http://www.knmi.nl/klimaatscenarios/waarnemingen/index.html

    “Het grootste deel van die stijging vond plaats in de afgelopen 30 jaar: sinds 1975 is de temperatuur gemiddeld met 0,5°C gestegen. Op grond van vergelijking van modelberekeningen en waarnemingen kan men concluderen dat
    de opwarming in de afgelopen 30 jaar vooral door de mens is veroorzaakt. Vóór 1975 hield de temperatuurstijging voornamelijk verband met natuurlijke oorzaken. ”

    Het getal 50% kon ik even niet terugvinden. Naar het ging er mij vooral om dat de wetenschap genuanceerder is dan Al Gore en trawanten. Die 50% meende ik ergens gelezen te hebben, maar het gaat mij voroal om de kwalitatieve zaak. In relatie met de zon kan ik aanraden

  11. Beste Mathijs,

    Om niet in herhaling te vallen. Er zijn talloze reconstructies die geen hockstick-achtige vormen geven. Zoals je zelf aangeeft zijn uit veel reconstructies met wat gegoochel met schaling en definities hem te verwerpen en weer terug te krijgen. Tenzij je natuurlijk op voorghand aanneemt dat enkel het gegoogel van Mann juist is en de andere aannames dus onjuist. 🙂
    Mann als mede-auteur is inmiddels daarop teruggekomen betreft Europa. Hij en mede-auteurs wierp daar overigens ontbossing als koelende factor op. (http://www.clim-past.net/2/99/2006/cp-2-99-2006.pdf)

    “Proxy records and results of a three dimensional
    climate model show that European summer temperatures
    roughly a millennium ago were comparable to those of the
    last 25 years of the 20th century, supporting the existence of a summer “Medieval Warm Period” in Europe.”

    Enkel zomer, enkel europa, maar wel iets dat hij tot voor kort glashard ontkende! En zo beweegt er in de wetenschap meer dan in de media.

    Het idee dat het dus in kannen en kruiken is, is niet waar. Ik beweer echter geheel niet dat het daarom ook niet bewezen is, maar ik hamer vooral op het feit dat wat de media en inmiddels politici roepen en wat wetenschappelijke realiteit is niet overeen komt. De wtenschap is milder dan de politiek en media.

    Een niet zo objectieve site (namelijk enkel sceptici) die wel bruikbaar is om tientalle van die reconstructies te krijgen is http://www.co2science.org

    Betreft het natuurlijk zijn van de klimaatwijzigingen ben ik een beetje verbaasd dat je daar niet van op de hoogte bent. Ik dacht dat dat redelijk bekend was. Meeste wetenschappelijke literatuur die ik ken, spreekt ook vooral over een ongewone stijging ipv ongewone temperatuur de laatste 30 jaar. Maar om bronnen te geven van KNMI (niet de meeste sterk voor mjn pleidooi, maar wel eentje die ik snel kon vinden)

    http://www.knmi.nl/klimaatscenarios/waarnemingen/index.html

    “Het grootste deel van die stijging vond plaats in de afgelopen 30 jaar: sinds 1975 is de temperatuur gemiddeld met 0,5°C gestegen. Op grond van vergelijking van modelberekeningen en waarnemingen kan men concluderen dat
    de opwarming in de afgelopen 30 jaar vooral door de mens is veroorzaakt. Vóór 1975 hield de temperatuurstijging voornamelijk verband met natuurlijke oorzaken. ”

    Het getal 50% kon ik even niet terugvinden. Die 50% meende ik ergens gelezen te hebben, maar het gaat mij vooral om de kwalitatieve zaak. In relatie met de zon kan ik aanraden artikelen van Lassen. Online zie ik weinig anders dan dit

    http://www.tmgnow.com/repository/solar/lassen1.html

    met als semi-ondersteuning voor jouw verhaal

    http://web.dmi.dk/fsweb/solarterrestrial/sunclimate/welcome.shtml

    (Niet van Lassen) waarbij wél erkent wordt dat enkel de laatste X jaar niet-natuurlijk verklaard zouden kunnen worden.

    Nadeel is dat echte artikelen niet online staan. Als je die echter leest, zie je meer nuance dan wat je op de radio hoort en waarmee ons belastingen opgedrongen worden.

    Als laatste punt of temperatuursveranderingen in de afgelopen decennia een stuk geleidelijker waren dan we nu zien, is dat verre van zeker. Dat is afhankelijk van de reconstructies die je gebruikt en additioneel of je de laatste 2000 jaar neemt of verder terug gaat.

    Zelf maak ik me weinig zorgen. De huidige minimale stijging is verre van schadelijk en zelfs positief op veel punten. En anders is er toch geen geld en alternatief om fossiel te vervangen. Sterker nog dat zou rampzalig zijn. Goedkope fossiele energie schrappen zal meer doden veroorzaken in de 3e wereld dan een iets meer opwarming. De hoeveelheid energie die bespaard moet worden is gewoon onrealistisch groot ivm bevolking- en welvaartsgroei in met name die 3e wereld.

  12. Beste Armin,

    ik val ook niet graag in herhaling. Maar je schrijft eerst dat de hockeystick “dood” is. Nadat ik daarop reageer schrijf je dat het dan in ieder geval niet onomstotelijk vast staat dat het nu warmer is dan de middeleeuwen. En nu blijk je niet eens één reconstructie te kunnen presenteren die NIET op een hockeystick lijkt.

    Die website http://www.co2science.org is, zoals je zelf al aangeeft, niet heel erg objectief. Hun “Temperature record of the week” is vanuit wetenschappelijk oogpunt hilarisch. Wat ik onder “reconstructie” versta is een wetenschappelijke publicatie van de temperaturen in de afgelopen decennia van de gehele wereld, of in ieder geval van een heel halfrond. En niet de metingen van een of ander plaatsje in Ohio.

    Het klopt dat instellingen als het KNMI de temperatuurstijging niet voor 100% willen toeschrijven aan de mens. Maar dat is meer een slag om de arm, er zijn geen natuurlijke oorzaken bekend die op dit moment ook temperatuurstijging zouden kunnen veroorzaken, behoudens misschien zonne-activiteit, laat staan dat ze voor 50% ingecalculeerd worden. Als je zegt dat de wetenschap genuanceerder is dan een kwalitatieve discussie, dan lijken me dit soort getallen toch wel relevant.

    De zonne-cyclus discussie is inderdaad een beetje overgewaaid, nadat de laatste 30 jaar niet echt in overeenstemming blijken met solar forcing.

    Ik denk niet dat we deze eeuw met zijn allen het loodje leggen vanwege klimaatverandering. Maar ik ben wel bang dat het een dure kwestie gaat worden wanner de temperatuurstijging meer dan 2 graden wordt. En vroeg of laat zullen we toch een keer moeten ingrijpen.

  13. Ik was deze oude discussie helemaal vergeten vandaar de late reactie. Kennelijk ben ik onduidelijk geweest (al vind ik dat het er toch in staat.) Je suggereet dat ik geen enkele reconstructie kan laten zien die géén HS laat zien. Ik beweerde een post hoger nu net dat geheel afhankelijk van een aantal datasets je in elke reconstructie de warme middeleeuwen kunt laten verschijnen over verdwijnen. Kijk op http://www.climateaudit.org en je ziet niet enkele, maar honderden reconstructies mét warme middeleeuwen.

    En het gebruik van die datasets die wel een HS opleveren is heel erg dubieus. Zie o.a.

    http://www.climateaudit.org/pdf/agu06.ppt

    Overigens ga je enorm de mist in door een temperatuurmeting van bijvoorbeeld Ohio te verwerpen. Het punt van co2science (hoeveel er op hen ook aaan te merken is) is een echt punt. Namelijk dat er duizenden locaties zijn die temperatuurverloop laten zien dat niet overeenkomt met de HS-achtige structuren. Dat is ook wat in de eerder geciteerde powerpoint staat (van niet dubieuze bron). Sterker nog er zijn er duizenden die wel een warme middeleeuwen laten zien. Hoogstens kun je disucussies hebben over de localiteit, duur en hoogte. Maar dat die er is is redelijk onomstreden. (Zie ook de publicatie van Mann zelf in 2006.) En het si dus verre van zo dat die alternatieve datasets slechter zijn dan die wel een HS opleveren. Itt vaak dus!

    Maar los daarvan, is het beeld dat de media (en semi-wetenschappers als Stern) bepleiten wel heel dramatisch. Het helpt mensen erop te wijzen dat het complexer is en een locatie niets zegt. Ofwel, het bekende beeld “het is hier en nu warmer en dus …” dat de media oproept, klopt niet.

    Overigens vergis je je betreft de solar-forcing dat dat overgewaaid is. Dat roepen sommigen graag, maar is net zoals bij CO2 een smerige discussie-truc. Ook daar is de discussie heel erg levendig en is het niet zo dat de laatste 30 jaar niet kloppen. Je refereert naar

    http://stephenschneider.stanford.edu/Publications/PDF_Papers/DamonLaut2004.pdf

    die inderdaad tot geweldige krantenkoppen leidde.
    Maar vergeet dan weer reacties als

    http://www.marshall.org/article.php?id=15

    Solar-forcing is nog steeds precies in the spotslights. Jij hebt toch een beetje de neiging enkel één kant te bekijken.

  14. Beste Armin,

    ik vrees dat je mijn reactie niet goed gelezen heb. We hebben het hier over het wetenschappelijk bewijs voor het wel of niet bestaan van het versterkte broeikaseffect, en ik wil dan ook graag vanuit een wetenschappelijk oogpunt discussieren.

    En van daar uit gezien is het verloop van de temperatuur van een of ander plaatsje in Ohio, gevonden door CO2science, wel een heel ridicuul geval van cherry picking. Uiteraard zijn er meetreeksen van temperaturen te vinden die stijgen. Het weer is namelijk behoorlijk fluctuerend, zodat sommige reeksen (toevallig) stijgen, en andere (toevallig) dalen. Als je kijkt naar bijvoorbeeld de gemiddelde temperatuur van heel Nederland, dan fluctueert die een stuk meer dan het gemiddelde van het hele noordelijk halfrond. Dat komt natuurlijk omdat Nederland een kleiner oppervlak heeft. Weliswaar groter dan 1 plaats in Ohio, maar kleiner dan die van het noordelijk halfrond.

    Vandaar ook dat ik je vraag om een wetenschappelijke reconstructie van de gemiddelde wereldtemperatuur, met gebruik van meerdere proxies. Er zal vast wel een reeks boomringen zijn van een of andere berg die jouw verhaal ondersteunt, maar het gaat mij om een correct gemiddelde, zodat het statistisch te verantwoorden is. Cherry picking is geen wetenschap!

    Solar forcing is buiten beeld geraakt om de simpele reden dat deze de laatste 10 jaar afneemt, terwijl de temperatuur toeneemt. Een gegeven feit waar nu eenmaal weinig aan te doen is. Je vindt een website waar kritisch commentaar gegeven wordt aan het betreffende onderzoek. Ik kan ook wel een website schrijven, maar dat wil nog niet zeggen dat het goed onderbouwd is. Daarvoor hebben we peer-review en ik raak dus niet overtuigd van een of andere website als het niet gepubliceerd is in een gerenommeerd tijdschrift.

    Trouwens een opmerking over je kwalificatie van Stern als een “semi-wetenschapper”. Je bedoelt toch niet toevallig Sir Nicholas Stern, schrijver van het recente Stern Review on the Economics of Climate Change? Professor economie aan verschillende Britse universiteiten, Honorary Fellow aan de American Academy of Arts and Sciences, en van 1994 tot 1999 Chief Economist van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling?

    Dat terzijde. In ieder geval kan ik mijn stelling herhalen: er is geen wetenschappelijke publicatie van een statistisch verantwoorde reconstructie van het temperatuurverloop van de aarde die niet op een hockeystick lijkt.

    Armin, je lijkt me geen domme kerel. Accepteer wat de wetenschap al tien jaar weet en blijf niet langer vast zitten in een wereld van leugens en halve waarheden. Later zul je er blij om zijn.

  15. Beste Mathijs,

    Ik begrijp je reactie heel goed. Ik gaf je ook een website met vele reconstructies van diverse bronnen die inderdaad een warme middeleeuwen geven. Namelijk http://www.climateaudit.org

    Sterker nog, al die bekende reconstructies die geen warme middeleeuwen geven zijn in een handomdraai te veranderen in eentje die het wel doet. Dat is nu net wat ik aangaf. Het blijkt dat een zeer klein groepje datasets namelijk de warme middeleeuwen doet verdwijnen. Een groepje waar zoals aangegeven is best wel wat op aan te merken is door o.a. het NCS. Zie o.a. de powerpoint die ik citeerde. Lees anders het NAS rapport waar ze naar verwijzen.

    Betreft CO2Science is het natuurlijk populistisch van hen om een grafiek van Ohio aan te geven. Dat ontken ik ook niet. Ik gaf al aan dat die site niet echt objectief is, maar mijn punt daarin was dat het nemen van duizenden van dit soort grafieken een pseudo-solide beeld kan geven. Je claimt dan duizenden bronnen en komt toch met een niet betrouwbaar resultaat. Welnu, dat is exact waar ik de recontructies die geen warme middeleeuwen laten zien van beschuldig! Zij doen aan cherry-picking door consequent dat kleine groepje datasets te gebruiken.

    Beteft solar-focing vergis je je verder enorm. Je verwart een specifieke vorm van solar-forcing met het niet bestaan van solar-forcing. Er was tot 1990 een sterke correlatie tussen laag-energetische straling en temperatuur. De auteur van dat artikel heeft zijn eigen artikel (ik geloof) zo’n 10 jaar later verworpen omdat het niet meer volledig (!) klopte. Andere bekende verwerpingen zijn die van Laut in 2003. Dat sommige sceptici (zoals de Groen Rekenkamer) het toch blijven herhalen klopt, maar dat is net zoiets als dat GreenPeace nog steeds de Hockey Stick afbeeld. Dat kun je de wetenschasppers in het veld niet kwalijk nemen.
    Maar wie spreekt met astronomen, weet dat die vanaf dag 1 al niet echt overtuigd waren. Die laag-energetische straling is niet krachtig genoeg het wolkendek te beinvloeden. Zij riepen al langer dat het gaat om de hoog-energetische straling. En die klopt uitstekend met de temperatuur zo bleek in 2006 nog. Alleen is deze niet geschikt om korte termijn-metingen mee te doen. Die cyclus gaat met ordes van eeuwen en het is moeilijk te bepalen of we nu nog stijgende zijn of weer dalende. Je kunt er dus moeilijk mee voorspellen of we nu nog stijgende zijn.
    Probleem in deze is dat ook wetenschappers langs elkaar heen bleken te praten. Zo had de website RealClimate (van Mann) kritiek op Nir J. Shaviv (een van de meest prominente wetenschappers op dat gebied), waarna die antwoorde met

    “There is a trend. The catch which neither you nor the proprietors of realclimate realize is that the energies relevant for low altitude ionization are way higher than the low energy records either you or they look at.

    In all solar activity proxies, one can see that on top of the 11-year solar cycle, there is a secular change over the 20th century: Increase from 1910 or so to 1940, decrease to the 70’s and then an increase. The catch, however, is that the secular trend at different energies is different. At low energies (which are not relevant to the amount of atmospheric ionization, but which keep on being mentioned by you or others), the increase from the 70’s is week, though it is still there, and comparable to the decreased from the 1940’s. When measured with high energies (e.g., as measured with muon ionization chambers), namely, at energies relevant to the amount of atmospheric ionization, the increase is larger, more than the decreased from the 1940’s to 1970’s.

    In any case, if you read this scientific paper which I published in JGR, you’ll see that the best fit estimate that I get is that solar activity explains 2/3’s or so of the warming. This would imply that a good fraction of the warming from the 70’s could be anthropogenic, however, we don’t really know that, it would again be circumstantial evidence without a smoking gun ”

    Een genuanceerd standpunt toch?

    En tenslotte: je kunt je stelling blijven herhalen, maar dat maakt hem nog niet waar. Ik verwijs weer even naar de verzamelijk van publicaties op de website van realclimate (die van diverse auteurs zijn, en waar ook de recontructies van niet-sceptici staan. Een gebalanseerde site dus), maar ook die ik nu tot vervelends toe herhaald heb – van o.a. Mann de vader van de HockeyStick zelf – “The origin of the European “MedievalWarm Period” (Clim. Past, 2, 99–113, 2006). Plus bijvoorbeeld “On Climate Response to Changes in the Cosmic Ray Flux and Radiative Budget” JGR-Space, vol. 110, A08105, 2005. Of van U. Neff et al., “Strong coherence between solar variability and the monsoon in Oman between 9 and 6 kyr ago”, Nature 411, 290 (2001). Toch niet de minste ‘blaadjes’.

    Misschien is de mens wel degelijk verantwoordelijk, maar jouw suggestie dat het zo goed als zeker is is, tja eigenlijk gewoon kletskoek. Er is vooral veel niet bekend.

    Merk ik tenslotte op dat mijn mening betreft het menselijk effect van klimaat en welke maatregelen wel moeten nemen los zijn. Ik geloof niet in de doembeelden van Al Gore. daar is geen wetenschappelijk bewijs voor ook aldus organisaties als KNMI. Wél geloof ik dat de mens invloed op het klimaat heeft. Echter niet zoals gesteld in de management summary van IPCC op basis van klimaatmodellen en beperkte reconstructies. Wel weer in de vele opmerkingen in het technische rapport die een genuanceerder beeld geven met geen doembeelden maar heel beperkte effecten. Ik geloof zoals aangegeven ook niet in Mann’s eerdere reconstructies, en wel in de diverse gecorrigeerde (die niets afdoen aan menselijk effecten vandaag). In geloof ook niet in Stern’s economisch verhaal (wat volgens mij meer politiek was dan wetenschap). Wel in denkrichtingen zoals Lomborg’s Stern-review (die wel gelooft in CO2-effecten via menselijk oorzaak) en de WRR die stelt dat de prijs van voorkoming onaanvaardbaar groot is en groter dan de prijs van niet aanpassen. Mijn eigen mening is dus – al zeg ik het zelf – genuanceerd. Dwz dat ik zowel kletskoek van de Groene Rekenkamer bestrijd als mensen die de suggestie wekken dat het in kannen en kruiken is. Zelden zijn extremen waar is bovendien mijn ervaring.

  16. Hoi Armin,

    ik zie dat je nog geantwoord hebt. Het is lang geleden dus je zult dit wel niet meer lezen, maar ik reageer toch maar even.

    Bedankt voor het eindelijk daadwerkelijk geven van referenties naar artikelen met temperatuurcurves die volgens jou niet te interpreteren zijn als een hockeystick. Het duurde even, en ik heb inderdaad mijn vraag vaak moeten herhalen voor je een concrete verwijzing geeft.

    Nu kan ik over naar mijn punt: kijk ik bijvoorbeeld naar het eerste artikel dat je aandraagt (Clim. Past, 2, 99\u2013113, 2006), dan moet ik je helaas mededelen dat de curve wel degelijk op een hockeystick lijkt, en hiermee bewijs ik mijn stelling.

    Kijken we bijvoorbeeld naar figuur 4a en figuur 4b, die een overzicht geven van de op proxies gebaseerde reconstructie, dan is de hockeystick zeer duidelijk te zien. Zouden de laatste jaren van deze eeuw worden meegenomen, dan wordt de figuur nog duidelijker.

    Het is jammer dat dit geen reconstructie een heel halfrond is, dit zou de aanwezige ruis meer dempen en een duidelijke beeld geven. Deze publicaties bestaan natuurlijk ook en laten duidelijk een “hockeystick”-vorm zien.

  17. Mathijs is de kwaadste niet, maar moet enkel nog een open geest krijgen voor de argumentatie van anderen. Mijn punt wat hij express blijft missen is dat elke Hockeystick figuur in een handomdraai te veranderen is in eentje die dat niet is. Simpelweg door geen Brisclecone of foxtails te gebruiken. Iets wat NAS ook zei dat “avoided” zou moeten worden en wat andeer wetenschappers in het veld ook al lang deden, omdat bekend is dat deze boomsoorten niet temperatuurafhankelijk zijn qua groei.

    Dat Mann de discussie blijft doen afdwalen naar de discussie omtrent zijn wel/niet dubieuze statistiek zal wel, maar staat daar los van. Zelfs als je – itt NAS en Wegman – die dubieuze statistiek wil accepteren is er geen hockeystick.

    De enige grafieken die wél een hockeystick laten zien zijn met deze specifieke boomsoorten. Dat ze eigenlijk ook allemaal deze dubieuze statistiek gebruiken, en ook al daarom verworpen kunnen worden is enkel een leuke bonus.
    Het aantal grafieken met stick-figuur is overigens maar heel beperkt. Het is een klein clubje auteurs die een bepaalde set data gebruiken.

    Maar voor een leuke set (bevat ook die van het hocky team)

    http://www.junkscience.com/MSU_Temps/Warming_Proxies.html

    Het bewijs echter dat de MWP en de LIA globaal waren is echter immens. Naast boomringetjes zijn er tig andere bronnen van historische, biologische, ijskernen, mineraallonderzoek, isotopen, etc.

    http://www.co2science.org/scripts/CO2ScienceB2C/data/mwp/description.jsp

    Een van de meest befaamde recente reconstructies is die van

    Moberg, A., et al. 2005
    2,000-Year Northern Hemisphere Temperature Reconstruction
    ftp://ftp.ncdc.noaa.gov/pub/data/paleo/contributions_by_author/moberg2005/nhtemp-moberg2005.txt

  18. Het is geen vervelende discussie, maar het lijkt erop dat we zo weer een stapje terug doen. Ik zal onvermoeibaar en geheel overbodig nog maar eens mijn stelling herhalen:

    Er is geen temperatuurreconstructie van het afgelopen decennium, geldend voor een halfrond of de gehele aarde, van wetenschappelijke oorsprong, die niet op een hockeystick lijkt.

    Ik dacht even dat je bij je voorgaande reactie eindelijk een duidelijke referentie gaf die mijn stelling zou falsifieren. Zoals ik echter aantoonde zijn de reconstructies in “The origin of the European “MedievalWarm Period” wel degelijk te zien als hockeystick.

    Je probeert me een beetje buitenspel te zetten met de opmerking “Mathijs is de kwaadste niet, maar moet enkel nog een open geest krijgen voor de argumentatie van anderen. Mijn punt wat hij express blijft missen is dat elke Hockeystick figuur in een handomdraai te veranderen is in eentje die dat niet is.” Ik schreef echter eerder al:
    “Ik heb ook even McIntyre’s publicatie van 2005 erbij gepakt. Hierin schrijft hij dat hij de hockeystick definieert als het temperatuurverschil van de serie 1400-1980 en 1902-1980. Dat scheelt nogal natuurlijk: het grootste gedeelte van de temperatuurstijging gebeurde na 1980, bijna een halve graad. Zoals ik al eerder zei: de hockeystick is een soundbite, en met wat gegoochel met schaling en definities kun je hem verwerpen en weer terugkrijgen.” Niet erg fraai om mij onterecht te beschuldigen van iets express missen, en dan mijn eerdere reactie zelf te negeren.

    Ik begrijp dat je niet de eerder aangedragen artikelen wilt verdedigen, maar nu met een pagina van junkscience (vreselijke website trouwens, maar dat terzijde), waar een hele verzameling grafieken staan die op het eerste gezicht niets met een hockeystick te maken lijken te hebben. Je refereert ook naar de inderdaad bekende reconstructie van Moberg (2005), toevallig de eerste grafiek van de junkscience-pagina.

    Je lijkt me goed genoeg thuis in de materie om in te zien dat er iets niet klopt hier, en ik weet niet zeker of je mij probeert te beledigen of je gewoon echt geen tegenvoorbeeld kan vinden.

    Inderdaad, de krul is er afgeknipt, de betreffende grafiek loopt tot ongeveer 1970!

Comments are closed.