In de huidige maatschappij kunnen vervuilers zich simpelweg failliet laten verklaren en er mee wegkomen.
Hoe houden libertariërs onze lucht en ons water schoon? In mijn column van vorige week heb ik twee stappen onderzocht die libertariërs zouden nemen om het milieu te redden. In de eerste plaats zouden libertariërs de soevereine immuniteit afschaffen zodat slachtoffers van de grootste vervuiler van dit land – de overheid – compensatie kunnen krijgen. Ten tweede, libertariërs zouden land en dier kunnen privatiseren om zo soorten voor uitsterven te kunnen behoeden, onze parken te behouden, onze nationale bossen te beschermen en onze veestapel te vergroten. Daarnaast zullen libertariërs deze krachtige hervormingen aanvullen met schadeloosstelling, om vervuiling te voorkomen voordat het begint.
Libertariërs keuren de initiatie van geweld af om hun doel te bereiken. Schadeloosstelling is de oplossing wanneer iemand een ander schade berokkent, hun eigendom steelt of het beschadigt. Terwijl straffen is bedoeld de agressor aan te pakken, stelt schadeloosstelling het slachtoffer in staat zijn normale leven op te pakken. Schadeloosstelling is een “straf” die past bij de misdaad en vormt daarom een effectiever afschrikmiddel.
Bijvoorbeeld, als uw buren vuilnis op uw gazon dumpen, zou u verwachten dat zij het ook weer opruimen. Doen zij dit niet, nadat u hen dit verzocht heeft, kunt u de politie bellen. Als zij uiteindelijk dan toch uw gazon herstellen, verwacht u dat zij u compenseren voor de kosten die u heeft moeten maken om uw schade te herstellen. Natuurlijk, de kosten en rompslomp om uw gazon te herstellen zullen groter zijn dan de voordelen die uw buren hebben door de dumping van hun vuilnis. Daarom, als zij weten dat u zeer waarschijnlijk compensatie zal zoeken, zullen ze minder snel geneigd zijn uw gazon te bevuilen.
Het herstellen van het milieu is een dure en moeilijke taak. Schadeloosstelling zal daarom een enorm kostbare straf zijn en het beste afschrikmiddel mogelijk. Laten we nu eens een echt voorbeeld onderzoeken hoe schadeloosstelling, in combinatie met privatisering, ons water kan beschermen.
In het Verenigd Koninkrijk hebben inwoners eigendomsrechten over de rivieren die door hun land stromen. Als iemand stroomopwaarts het water vervuilt en vissen doodt, hoeven de inwoners stroomafwaarts niet te wachten op een bureaucratische commissie om de zaak te onderzoeken. Zij zullen onmiddellijk de vervuilers aanklagen om hun kostbare bezit te beschermen en eisen dat hun schade vergoed wordt. Als resultaat worden potentiële vervuilers effectief weerhouden het milieu te vervuilen.
Water dat geen privaat eigendom is, is veel slechter af. Recentelijk zocht een actiegroep contact met mij omdat zij bezorgd waren over bedrijven die giftig afval dumpten in de Ohio-rivier. Omdat de overheid het rentmeesterschap claimt over deze rivier hebben individuen geen eigendomsrechten op grond waarvan zij een claim kunnen indienen. Zij moeten wachten tot bureaucraten besluiten in actie te komen. Maar ja, als de bedrijven geld doneren aan de partijkas van machtige politici, kan het zo maar zijn dat er niets gebeurt, zelfs in het geval dat de lokale autoriteiten oprecht bezorgd zijn over het milieu. Zelfs als de overheid besluit de vervuiler aan te pakken, is schadeloosstelling zelden een eis. In de meeste gevallen betaalt het bedrijf een boete. In veel gevallen is de boete echter laag genoeg voor bedrijven dat het goedkoper is te vervuilen en de boete te betalen. Private eigenaars zullen slechts zelden bereid zijn hun eigendom voor een klein bedrag te laten vervuilen, zeker omdat de waarde van het bezit gigantisch zal dalen.
Zelfs oceanen zouden beschermd kunnen worden tegen vervuiling wanneer privaat eigendom van visrechten wordt gekoppeld aan schadeloosstelling. In sommige staten is het toegestaan om oesters te kweken (homesteading). Private oesterperken zijn vruchtbaarder en winstgevender dan publieke perken. De eigenaars hebben een prikkel om geld te investeren om voor ze te zorgen en ze duurzaam te oogsten.
In het begin van de vorige eeuw claimden garnalenvissers in de Golf van Mexico collectief eigendomsrechten over de kustwateren. Hun vereniging reguleerde de duurzame vangst van garnalen om de lange termijn winst te maximaliseren. De overheid van de VS weigerde echter deze rechten van de garnalenvissers te erkennen en verbood hun organisatie. Het zal u niet verbazen dat er vervolgens te veel garnalen werden gevangen en de populatie daalde.
Ook onze lucht kan beschermd worden tegen vervuiling via schadeloosstelling en privaat eigendom. Bijvoorbeeld, in een libertarische maatschappij zullen de wegen privaat eigendom zijn. Als nabij wonende mensen klagen over vervuiling, kan het wegbedrijf hen compenseren. Het is echter meer waarschijnlijk dat de bewoners willen dat de vervuiling stopt. Aangezien 80% van de vervuiling wordt veroorzaakt door 20% van de auto’s, kan het wegbedrijf besluiten de toegang te weigeren of hogere gebruikerskosten te vragen aan deze autobezitters. Gegeven deze alternatieven zullen de meeste autobezitters er voor kiezen om een nieuwe auto te kopen ofwel te zorgen dat hun uitstoot vermindert. Dit soort maatregelen zou vervuiling doen afnemen tot het punt dat het mensen niet meer dwars zit. Op dezelfde wijze kunnen slachtoffers een bedrijf aanklagen dat vervuilende producten maakt, die op haar beurt de kosten voor de schadeloosstelling kan doorberekenen aan haar klanten. Hogere prijzen zullen het gebruik ontmoedigen en de vervuiling doen afnemen.
Natuurlijk, in plaats van schadeloosstelling om het gebruik van mogelijk schadelijke producten te stoppen, besluit de overheid vandaag de dag ze simpelweg te verbieden. Bijvoorbeeld, het insecticide DDT zorgde ervoor dat insecten die malaria, gele koorts, slaapziekte, tyfus en nekkramp overbrachten, verdwenen, met name in derde wereld landen. Gedwongen door het verbod dat uitgevaardigd was door de Amerikaanse overheid, stopte Sri Lanka (toen nog Ceylon) het gebruik van DDT. Het aantal slachtoffers van malaria steeg van ongeveer 25 tot 2 miljoen per jaar. De slachtoffers konden geen kant op want de overheid had soevereine immuniteit. Zonder deze immuniteit zouden slachtoffers van schadelijke wetten of verboden schadevergoeding kunnen eisen. De dreiging van een dergelijke rechtszaak zou wetgevers aansporen de effecten van hun acties te onderzoeken. Nu komen politici vanwege hun immuniteit letterlijk weg met moord.
In de huidige maatschappij kunnen vervuilers zich simpelweg failliet laten verklaren en er mee wegkomen. In een libertarische maatschappij daarentegen kan een eiser niet door de overheid gedwongen worden zijn eis tot schadevergoeding op te geven. Vervuilers die niet direct kunnen betalen zouden zeer waarschijnlijk maandelijkse betalingen moeten doen om hun schuld plus rente volledig af te betalen. Als zij weigeren te betalen, worden ze naar alle waarschijnlijkheid opgesloten in een werkkamp en zullen de extra kosten voor opsluiting ook op hen verhaald worden. De meeste vervuilers zullen dan wel kiezen om te betalen anders verliezen ze hun vrijheid en kunnen ze nog meer kosten tegemoet zien.
Het kan voorkomen dat de schade het bedrag overtreft dat de vervuilers kunnen betalen, zelfs over de rest van hun leven. Schadevergoeding kan niet de doden tot leven wekken of simpel een vergiftigde bron zuiveren. Echter, door het privatiseren van land en dieren, kan slecht overheidsbeleid niet 40% van ons land en wildstand vernietigen die nu in publieke handen zijn. Het instellen van schadevergoedingen zal een formidabel afschrikmiddel vormen voor vervuilers en door het afschaffen van soevereine immuniteit zullen onze bureaucraten niet langer wegkomen met het doden van miljoenen mensen.
(Met dank aan Bas Jonker voor de vertaling)
Mary Ruwart is gespecialiseerd in het geven van korte, overtuigende antwoorden op de moeilijke vragen over het libertarisme. Ze schreef er zelfs een boek over: “Short Answers to the Tough Questions”. Ook schreef ze de internationale bestseller “Healing Our World” waarin ze het sociale gezicht van het libertarisme laat zien. Haar website is: www.ruwart.com. |
Referenties:
1. John Baden, “Destroying the Environment: Government Mismanagement of Our Natural Resources: (Dallas, TX: National Center for Policy Analysis, 1986), pp. 20-21.
2. Alston Chase, Playing God in Yellowstone: The Destruction of America’s First National Park (New York: Atlantic Monthly Press), pp. 123-124.
3. Mary J. Ruwart, “Destroying the Environment” and “Pollution Solution” in Healing Our World: The Other Piece of the Puzzle (Kalamazoo, MI: SunStar Press, 1993), pp.97-110; 171-18
Dit artikel verscheen eerder op: |
Er lijkt mij toch een substantieel verschil te zitten tussen de VS en Europa. In Europa lijkt mij niet de staat de grootste vervuiler, wel het tegengestelde, de met smetvrees geplaagde zuiverheidsfanaticus. Of niet?
Hoe bescherm je zaken die je geen particulier eigendom kan maken? Als walvissen uitsterven lijdt niemand economische schade. Toch heb ik liever niet dat dat gebeurt.
Vervuiling heeft geen identificatiebewijs. Als ik astma ontwikkel door fijn stof, moet ik dan individuele automobilisten, de kolencentrales of de chemische industrie aanklagen. Hoe kan je in godsnaam bewijzen dat het hun stof is die ik heb ingeademt.
Kortom een overheid die emissiebeperking oplegt lijkt me wel zo efficient.
Alhoewel ik als rasindividualist het libertarisme erg sympathiek vind, legt de de milieuproblematiek wat mij betreft de beperkingen er van bloot: Niet alles is te reduceren to individueel bezit, niet elke interactie is te reduceren tot een 1 op 1 interactie tussen individuen.
Comments are closed.