De in mijn vorig artikel geschetste Nederlandse éénpartij-staat bestaat al enkele decennia. Al enkele decennia is de sociaal-democratie de breed geaccepteerde norm. Onze hele maatschappij is als het ware doordrenkt met de sociaal-democratische idee. De ideeën die de politiek gebruikt ontstaan niet in een vacuüm. Maar waar komen ze dan vandaan?
Deel 2 Ideeën hebben consequenties.
De in mijn vorig artikel geschetste Nederlandse éénpartij-staat bestaat al enkele decennia. Al enkele decennia is de sociaal-democratie de breed geaccepteerde norm. Onze hele maatschappij is als het ware doordrenkt met de sociaal-democratische idee. Onze media en onderwijs instellingen dragen dit standpunt al generaties lang op een enthousiaste manier uit. Als gevolg zijn de meeste mensen het huidige systeem heel normaal gaan vinden. Wie de Nederlandse bevolking op politiek niveau, wil overtuigen van een vrije markt oplossing voor de problemen die we hebben, zal een ondoenlijke ideologische titanenstrijd moeten leveren, zonder kans op enig realistisch succes. Dat komt omdat het probleem zich op een veel dieper niveau bevindt. De ideeën die de politiek gebruikt ontstaan niet in een vacuüm. Maar waar komen ze dan vandaan?
Welke discipline bestudeert en werkt met ideeën? Dat is maar één academische discipline en dat is de filosofie. Het socialisme is in de eerste plaats een filosofie, net als het liberalisme en het conservatisme. De ideologische onderbouwing van de huidige sociaal-democratische dwangstaat is primair van filosofische aard. Wie de huidige cultuur effectief en dus blijvend wil veranderen, kan dat alleen door die filosofische basis te weerleggen en in diskrediet te brengen. Zij die denken dat ze dat alleen via de politiek kunnen doen, zonder zich te bekommeren om de onderliggende ideeën, hebben een materialistische conceptie van de geschiedenis en de wereld om ons heen.
Wat bedoel ik als ik zeg dat iemand een materialistische conceptie van de geschiedenis heeft? Ik bedoel daarmee dat iemand denkt dat als hij via de politiek de economische middelen in handen krijgt, hij dan ook in staat zal zijn blijvende veranderingen in de samenleving te bewerkstelligden.
En dat is een Marxistische kijk op zaken. Het was immers Marx die dacht dat je mensen door middel van de dwang en het geweld van de staat ‘from the top down’ kon veranderen. Hij dacht dat als je nu maar via de staat de macht had verkregen over de materiële middelen, over de geldstromen, over het eigendom van anderen, over het machts- en geweldsmonopolie van de staat, dat je dan de egoïstische kapitalistische mens kon omvormen tot de nieuwe altruïstische socialistische mens. Maar je kunt iemand niet met dwang en geweld van mening laten veranderen. Dat kan alleen door hem te overtuigen met goede argumenten. Dus door ideeën verandert de samenleving, niet door de politiek of de economie!
Hoewel Marx een filosoof was, geloofde hij dat het de materiële omstandigheden waren die bepaalden wat voor politieke ideeën mensen er op na hielden. Zo zou een arbeider noodzakelijk uit eigenbelang een socialist zijn en een fabriekseigenaar uit datzelfde eigenbelang noodzakelijk een kapitalist moeten zijn. Helaas voor hem klopte dat simpelweg niet. En als hij goed om zich heen had gekeken dan had hij dat ook kunnen zien. Zo was zijn grote vriend Friederich Engels een fabriekseigenaar en zou dus volgens de theorie van Marx een kapitalist moeten zijn. Maar Engels was een socialist in hart en nieren! Evenzo de Engelse fabriekseigenaar Robert Owen, ook hij was een overtuigd socialist.
Anders dan Marx dacht, accepteren mensen ideeën om twee redenen. Op de eerste plaats accepteren mensen de ideeën van de cultuur waarin ze opgroeien of leven zonder dat ze zich daar druk om maken. Wat gewoon is, is nu eenmaal gewoon en je kan er toch niets aan doen.
Dan zijn er ook die kritisch over ideeën nadenken. En zij zullen de geldigheid daarvan over het algemeen accepteren op basis van hoe zij die ideeën begrijpen en de mate van logische samenhang en toetsbaarheid van die ideeën. Hoe meer mensen overtuigd raken hoe invloedrijker het idee kan worden. Maar het heeft totaal geen zin om een idee politiek te willen implementeren in een land als dat idee bij de bevolking geen weerklank vindt. En dat is een heel belangrijk punt.
Omdat in Nederland de libertarische ideeën nauwelijks bekend zijn, zou het een ramp zijn als we morgen een libertarisch kabinet zouden krijgen. Gegarandeerd dat er honderden actiegroepen op de barricades zouden springen. Ik denk dat een dergelijk kabinet zeer snel verdwenen zal zijn. Hetzij door een nationale revolutie, hetzij omdat ze weggestemd zouden worden door een overweldigende meerderheid. De meeste mensen zouden niet weten wat ze met het libertarisme zouden moeten. En dat is ook helemaal niet zo vreemd na decennia lange socialistische indoctrinatie. Het zou dus absoluut niet genoeg zijn om politiek de macht in handen te krijgen. Trouwens van dat politieke machtsdenken zullen we in ieder geval af moeten, want de politiek is het probleem, en niet de oplossing!
Wat echter hier van belang is, is dat men geen cultuurverandering tot stand kan brengen in een land zonder dat de ideeën achter die cultuurverandering door een groot deel van de bevolking begrepen en gedragen worden. Dus een effectieve, langdurige en fundamentele verandering moet ‘from the bottom up’ komen en a-politiek, ja zelfs anti-politiek van aard zijn! Het libertarisme zou, denk ik, moeten werken aan wat ik noem: een ideologische inbedding. Ideeën moeten in een samenleving ingebed zijn voor ze enig effect kunnen hebben. Ze moeten gedragen worden door een groot deel van de bevolking. De politiek, het ideologische instituut, dat het dwang en geweldsmonopolie van de staat effectueert, kan nooit de oorzaak zijn van langdurige filosofisch en culturele verandering. En dat komt omdat de politiek zelf het concrete effect is van de dominante filosofie.
De conclusie kan dan ook niet anders zijn dan dat het niet alleen veel te vroeg is voor politieke actie. Maar ook dat we ons verre van politieke actie zouden moeten houden. Ik denk dat geen taak op dit moment belangrijker is dan te werken aan de ideologische inbedding van onze ideeën.
De enige manier om dat te doen is in de eerste plaats ons zo ver mogelijk te houden van het corrupte proces dat als ‘de politiek’ bekend staat. In de tweede plaats zullen we een ideologisch activisme moeten gaan ontwikkelen. En we kunnen dat doen door een proces dat ik een pamfletten-oorlog zal noemen.
Een pamfletten-oorlog is een gedreven en ideologisch bevlogen activisme dat erop gericht is onze ideeën waar dan ook, in welke vorm dan ook, uit te dragen. Dat kan door artikelen te schrijven op blogs als deze, door brieven te schrijven naar kranten en andere media zoals de TV of radio, door artikelen te schrijven, essays of boeken en zelfs door pamfletten uit te delen bij evenementen. Die geschriften kunnen kort geschreven felle stukken zijn of artikelen die diep op zaken ingaan. Het enige criteria is dat onze ideeën op een goede manier worden uitgelegd. Het is echter belangrijk om te beseffen dat dit een zeer langdurig en soms ontmoedigend proces is.
Er ligt geen oplossing op de korte termijn in het verschiet. Er is geen shortcut tot snel succes via de politiek. We hoeven niet iedereen te overtuigen.
Vaak is het bijvoorbeeld beter de politieke klasse keihard te bekritiseren en ze verder te negeren dan te proberen ze te overtuigen. Dat lijkt mij pure tijdsverspilling èn bijzonder onpraktisch! Met andere woorden; de filosofische weg is de praktische weg!
Laten we beginnen met ons goed te informeren. En dat betekent niet alleen lezen over libertarische filosofie en ideeën maar ook, voor zover mogelijk, Marx en andere socialisten gaan bestuderen. Je moet bekend zijn met datgene wat je wilt gaan bestrijden. Laten we alstublieft niet de onbeschofte fout maken van onze ideologische tegenstanders, die de vrije markt bekritiseren zonder enige interesse te tonen voor haar werking en aard!
Wat ik hier voorstel is een zwaar en langdurig proces maar, zoals Ayn Rand eens schreef:
‘Those who fight for the future, live in it today’.
En dat, beste lezer, is de best denkbare beloning.
Goed idee, laten we vooral ook muziek en andere kunstvormen niet vergeten als medium.
Beste Henri,
Natuurlijk kunnen, -en vooral moeten,- woorden worden ingezet om een zo breed mogelijke verspreiding van het Libertarisch denken te bewerkstelligen. Woorden kunnen immers dodelijke wapens zijn, vlijmscherp als een mes. Daarin ondersteun ik je. Zodra echter de huidige ‘machthebber’ zich in het nauw gedreven zal gaan voelen door ‘onze’ woorden, zal hij niet aarzelen middels nieuwe wetgeving deze woorden te stoppen en te bestempelen als Staats-gevaarlijk.
Ik zou een slecht ondernemer zijn indien ik slechts sla in mijn groentewinkel zou verkopen. Het is verstandiger ook tomaten en spruiten in mijn toko uit te stallen. Risicospreiding.
Zoals gezegd: Indien het Libertarisch denken door slechts woorden een grote acceptatie binnen onze samenleving zou verkrijgen dan kun je er op wachten dat de Staat zal gaan ingrijpen en dit gaat verhinderen. Indien je dan al geen ‘politieke infrastructuur’ hebt aangelegd zullen de ‘woorden’ al weer snel vergeten zijn en ben je weer helemaal terug bij af. De Staat immers gaat echt niet dan pas ingrijpen als 80 procent van Nederland Libertarisch denkt. Nee, dat zullen ze na verwachting al bij 5 procent gaan doen.
Groet,
Sander
Comments are closed.