De Belgische overheid heeft zojuist besloten een participatie te nemen in de zieke belgische staalbedrijven, 40 tot 60%. Dit door omzetting van de astronomische vordering die reeds bestond wegens vroegere hulp in aandelen.

In een TV-interview werd aan onze huidige premier, Paul van den Boeynants, gevraagd welke filosofie er achter die overheidsbeslissing stond. “Filosofie?”, zo vroeg de eerste minister heel verwonderd, “Filosofie? Helemaal geen filosofie. Wij stonden met onze rug tegen de muur en hadden geen keuze. Anders ging onze staalindustrie om zeep!”.

Dertig miljard franken belastinggeld en geen filosofie! Niemand die zich afvraagt waarom het de staalindustrie slecht gaat. De enige manier om te ontdekken hoe deze industrie geholpen kan worden is ons af te vragen of er kan, mag en dient te worden geholpen. Wat de gevolgen zijn zowel voor de staalindustrie als voor de rest van de Belgische bevolking, tot wat meer belastingen en méér belastingconsumptie leidt, welke de prijs is van deze ‘non-keuze’ en of er eigenlijk wel van redding gesproken kan worden.

Onwetendheid, om geen sterker woord te gebruiken en beleefd te blijven? Wellicht. Maar vergeet niet dat de regering beweert almachtig te mogen beschikken over onze vrijheid, onze produktiekracht en de resultaten van onze arbeid. Hoe dient dan zulke onwetendheid wel te worden genoemd?

De regering geeft er zich zelfs geen rekenschap van dat hun optreden wel degelijk gebaseerd is op een filosofie: “alsof belastinggeld uit de lucht valt en niet wordt afgenomen van andere burgers”; wij, overheid, mogen almachtig beschikken over de vrijheid, de ambities, de produktiekracht en het arbeidsresultaat van onze medeburgers; wij, Sinterklaas & Co., zijn geroepen onze (non-)inzichten en (non-)opvattingen door middel van staatsdwang op te dringen aan onze medeburgers; wij, overheid, kunnen door onze dwang de vrijheid bevorderen, en door het onteigenen van produktie de voorspoed verhogen. Onze medeburgers hebben niet het gelijke recht vrij te produceren en vrij te beschikken over de vruchten van hun leven of in leven te blijven. ‘Nuttige’ arbeid is wat in onze kraam van pas komt en waarmede wij kiespropaganda kunnen maken enz. enz.

Als wij, burgers, ooit aan deze mentaliteit en de moordende greep van de overheid willen ontsnappen, dan is het nodig deze overwegingen, die achter politieke handelingen schuil gaan, op zo ruim mogelijke schaal bekend te maken en aan de kaak te stellen, b.v. door middel van De Vrijbrief. Het uiteindelijke doel is echter te trachten het tij te doen keren. Dit kan niet met slechts enkele voorvechters. Daarvoor moeten wij ons groeperen en op een gegeven gunstig ogenblik alle krachten kunnen inzetten. Groeperen, coördineren, bekendmaken: allemaal dingen die niet mogelijk zijn zonder een permanent contact, in casu, deze Vrijbrief. Laten wij daarom trachten steeds maar abonnees bij te maken en (speciaal voor onze Belgische lezers) in de eerste plaats zelf abonnee te worden. Want De Vrijbrief is de opvolger van de B.B.S.-Nieuwsbrief. Onze krachten zijn voortaan gebundeld op BENE(lux)-niveau!