Bij onze oriëntaties over politieke partijen kwamen wij het NCD tegen. De naam vinden wij niet goed gekozen, omdat hij verwarring geeft met het “Nederlands Centrum van Direkteuren”. CDN zou al beter zijn, maar dat klinkt misschien te veel als CPN. Ook hebben wij moeite met woorden als “Christen” en “Democraten”* Zie ook onze vorige politieke beschouwingen. Onze tweede impuls was verrassend positief. We hoorden allerlei programmapunten die nogal libertarisch over kwamen:

  • Afbouw van subsidies van Ministeries aan instellingen en personen.
  • 20 – 30% belastingverlaging.
  • Om aan geld te komen (gedurende een overgangsfase?) moeten gemeentes hun onroerend goed maar verkopen.
  • Alle organisaties (Rijk, Provincie, etc.) moeten weer gaan werken met zelffinanciering: de activiteiten zelf moeten geld opbrengen en de uitgaven aangepast aan de inkomsten.
  • Géén eenzijdige ontwapening.
  • Herstel van positieve vrijheid voor het bedrijfsleven.
  • De overheid moet niet zelf ondernemer spelen, en ook niet via een achterdeur ingrijpen in het ondernemingsgebeuren.
  • Herstel rechtsbescherming voor gewone burgers.
  • De verstikkende werking van de overheidsbureaucratie op de economie moet verdwijnen
  • Het verwarrende netwerk van voorschriften, geboden, verboden, vergunningen en regels moet drastisch worden gesaneerd.
  • De Staatsmonopolies op allerlei gebieden (o.a. energie en openbaar vervoer) moeten verdwijnen. Evenals alle gemeentelijke bepalingen inzake aan- en verkoop van huizen.

Als alleen dat bovenstaande al eens werd verwezenlijkt, dan zou onze vrijheid al van 18 naar 38% gaan! Maar er zijn nog een paar aardige gedachten in de opzet van deze partij:

De parasolgedachte. Dit is het streven naar het bijeen brengen van belangen en streefgroepen om zoveel mogelijk bestaande organisaties te bundelen. De groepen onder de NCD-parasol blijven volkomen zelfstandig. Men denkt op die manier tot een totaalprogramma te komen, waar de meerderheid van de bevolking achter kan staan. Deze gedachte klinkt positief, maar natuurlijk kan ze alleen succes hebben als ze werkt in de richting van het wegnemen van belemmeringen. Daardoor komt er meer vrijheid voor iedere groep om haar belangen te verwezenlijken; zolang dit niet gaat ten koste van andere groepen.

Het Referendum. Waarschijnlijk is een referendum een betere manier om belangrijke politieke beslissingen te nemen dan de tegenwoordige. Veel geritsel en koehandel kan uitgeschakeld worden. Ik geloof dat invoering van het referendum een stap vooruit is. Daarbij word ik dan ook gesteund door de positieve resultaten die er in Zwitserland mee bereikt worden. Maar te stellen dat dit pas echte democratie is, en dat “de wil van het volk” (wat is dat?) gebeurt, daar kunnen we toch nog een vraagteken bij zetten. Het referendum is overigens een onderwerp waar we later nog eens op terug kunnen komen.

Jammer dat we bij al dat positieve toch ook punten tegenkomen waar we ons als libertariërs helemaal niet mee kunnen verenigen, of die zo vaag gesteld worden dat ze voor allerlei uitleg vatbaar zijn.

Hoe zien we: “een doelmatige aanpak van de Werkeloosheid”? Wat moet de Staat dan nog allemaal aanpakken?

“Oplossing van de woningnood”. Wat wil de Staat nog meer doen? Er is maar een goede oplossing: de Staat moet niets doen. En hoe moeten we begrijpen wat precies betekent: “Wij gaan uit van een open christelijke grondslag op een oecumenische basis.”

En: “de keuze bevorderen tussen militaire dienstplicht en een sociale dienstplicht voor alle mensen (jongens en meisjes) ten behoeve van medemens en medeschepselen”; betekent dit een vergroting van de onvrijheid door de dienstplicht uit te breiden ook voor meisjes? En hoe moeten we het begrip “Dienstbaarheid en Leefbaarheid” invullen? En is “het uitvoeren van een nationaal energieprogramma” het invoeren van een grote staatsgecontroleerde instantie?

U ziet dat naast al die positieve punten echt nog meer uitleg nodig is. Geïnteresseerden kunnen mogelijk het programma nog positief beïnvloeden.