DENK, SCHRIJF, LEES EN ZEG WAT JE WILT? OFTEWEL: EEN BESTSELLER SCHRIJVEN TEN KOSTE VAN JE LEVEN

Ik zal mijn gehele diplomatieke achtergrond nodig hebben om een Libertarische analyse te schrijven van de gang van zaken rondom Rushdie’s boek “The Satanic Verses”, om te voorkomen dat over mij de zelfde vloek wordt uitgesproken.

Het is al erg genoeg als slaaf van een Nederlandse maffia te leven, waarbij je leven niet zeker is. Het is nog erger wanneer je door een miljoenen leden tellende godsdienst vogelvrij wordt verklaard: degene die jou doodt is verzekerd van een luxueus “leventje” in het hiernamaals.

Zoals een ieder kan weten heeft een Brit, Rushdie, een boek geschreven “The Satanic Versus” geheten, waarvan beweerd wordt dat het een afschuwelijke godslastering bevat voor het Islamitische geloof. De publicatie van dit boek was aanleiding voor Khomeini om de Islamitische gelovigen te gelasten de schrijver te doden. Diplomatieke betrekkingen tussen Iran en de Europese landen werden sterk verminderd, en het Westen beroept zich op de vrijheid van meningsuiting. Beledigde Islamieten roepen om de dood van de schrijver en de gevoelens worden gevaarlijk heftig. De Haagse politie laat nagaan in hoeverre het aanzetten tot een moord op zich strafbaar is.

Interessant voor Libertariërs is hoe deze kwestie vanuit de Libertarische filosofie is te analyseren. Uitgangspunt van de Libertarische filosofie is het volledig respect van ieder individu, zijn leven, vrijheid en eigendom. Dit impliceert logischerwijs het gebod op het niet-initiëren van geweld, alsook de dreiging daarmee. Dit laatste wordt vaak met “dwang” aangeduid, of met “psychologisch geweld”, en is voor deze analyse een belangrijk begrip.

Als we er van uitgaan dat over geweldsinitiëring duidelijk en onomstotelijk overeenstemming is te krijgen, dan is het zaak geweldsdreiging nader te analyseren. Wanneer iemand (of een groep) tegen je zegt: “je geld of je leven”, dan doe je er verstandig aan dit letterlijk op te vatten. (Het niet betalen van belasting leidt tot soortgelijke consequenties).

Vanuit de gedachte “het zekere voor het onzekere nemen” is het verstandig iedere dergelijke uiting als waar aan te nemen. Of je moet de ander zo goed kennen, of de context moet er naar zijn, dat je weet dat het niet serieus moet worden opgevat. Dit is zeldzaam, en voorbehouden aan zeer goede vrienden, of een spel, vallende binnen wederzijds aanvaarde spelregels. Dus, in principe, moet ieder uitspraak om iets te doen ook als zodanig worden opgevat.

Wanneer mensen vrij zijn op de “markt” te kiezen voor een beschermingsbedrijf en voor een rechtsspraakbedrijf, dan kan men ervoor kiezen dat bepaalde uitspraken niet letterlijk worden opgevat. Bijvoorbeeld: een aantal mensen kan met elkaar afspreken dat ze onderling kunnen zeggen elkaar te zullen bestelen, terwijl ze weten dat ze dat niet zullen doen. Dit kan verwarrend worden. Zelfs in een vrijemarktsituatie voor bescherming (politie) en rechtspraak (justitie) is het onwaarschijnlijk dat voor een dergelijke verwarrende communicatie wordt gekozen.

Als iemand zegt dat hij je gaat vermoorden, dan doe je er verstandig aan dit letterlijk op te vatten, en maatregelen te nemen. Wanneer bijvoorbeeld je zelf niet eerst schuldig ben aan geweldsinitiëring, dan is diegene die zegt jou te zullen doden daaraan schuldig en is daarmee vogelvrij verklaard, d.w.z. dat een ieder over het leven mag beschikken van degene die een dergelijke uitspraak doet. (Proportionaliteit en begrip voor tijdelijke ontoerekeningsvatbaarheid buiten beschouwing gelaten).

De uitspraak van ieder die oproept tot doding van een ander, en van ieder die zegt dat iemand gedood moet worden moet derhalve letterlijk worden opgevat. Dit is een kwestie van respect voor de eerlijkheid van de ander, van respect voor taal en taalgebruik, en respect voor jezelf.

Nu de moeilijker kwestie: mag iemand iets schrijven, denken, zeggen en lezen over de geloofsopvattingen van een ander?

Denken is gelukkig (nog) niet te verbieden. Wel te beïnvloeden. De gebruikelijke omschrijving van een godsdienstgeloof is een stelsel van opvattingen over het ontstaan van alles (door een schepper “god” genaamd), over de bedoeling van het bestaan en vervolgens over de regels die nageleefd moeten worden (moraliteit).

Volgens de Libertarische filosofie is een ieder vrij zelf uit te maken of de vraag van belang is hoe de wereld is ontstaan, en vervolgens te kiezen welk antwoord hiervoor van toepassing is. leder mens is ook vrij te kiezen voor een moraliteitwaar hij/zij naar leeft, mits er geen geweld wordt geïnitieerd.

Men mag bijvoorbeeld geloven in een god in ieder grassprietje, in Zeus of Wodan, in één god of meerdere goden, zolang dit geloof niet leidt tot geweldsinitiëring, noch tot dreiging daarmee.

Alle grote godsdiensten die de geschiedenis heeft gekend hebben naam gemaakt met kruistochten en heilige oorlogen waarmee “ongelovigen” allerlei ellende is aangedaan. De Spaanse Inquisitie en de Heksenvervolgingen zijn bekende voorbeelden. Maar deze realiteit daargelaten is het een ieder vrij om te geloven wat hij wil. Je mag geloven in een duivel, in engelen, in onbevlekte ontvangenis, in concubinaat/celibaat/polygamie, in een hiernamaals of in een hiervoormaals, in heropstanding of in het Nirwana. Keuze genoeg. De essentie voor samenleven blijft het niet-initiëren van geweld, noch het dreigen daarmee. Zodra een godsdienst, religie of metafysische verklaring zich schuldig maakt aan logisch-geïmpliceerde geweldsinitiëring, dan zijn aanhangers daarvan te beschouwen als (potentiële) geweldsinitiatoren.

Wanneer een godsdienst zegt dat alle ongelovigen tot het geloof bekeerd of gedood moeten worden, dan is deze godsdienst als geweldsinitiërend te beschouwen. Een ieder die in schrijven of in spreken een dergelijke godsdienst aanvalt, beantwoord deze geweldsinitiëring en is moreel volledig in zijn recht.

Er zijn uiteraard vele godsdiensten, c.q. metafysische stelsels, die geen geweldsinitiëring gebieden. Integendeel. Mag iemand over een dergelijk geloof denken wat hij wil? Uiteraard. Ja. Mag hij daarover schrijven wat hij wil? Hij mag schrijven over de geloofwaardigheid c.q. belachelijkheid van dat geloof. Hij mag dat geloof verwerpen zolang hij niet dreigt geweld te initiëren tegen de geloofsaanhangers. En hij moet dit wel op eigen kosten doen of hiervoor financiering vinden. Het is namelijk een wijdverspreid misverstand dat vrijheid van meningsuiting ook zou inhouden de plicht op de verzorging van meningsuiting. Zoals Frank van Dun ooit het onderscheid maakte tussen “recht om te huwen”, en “de plicht van anderen ervoor te zorgen dat je trouwt” in vergelijking met het “recht op leven, c.q. werk, enz.”, zo betekent het recht op vrije meningsuiting niet dat anderen de plicht hebben te betalen voor jouw uiting. De Nederlandse regering was van plan na te laten gaan in hoeverre er sprake zou zijn van godslastering in het boek van Rushdie. Dit maakt de zaal nog ingewikkelder. Godslastering is te omschrijven als het beledigen van een “god”. Dit is een merkwaardige soort belediging. Van goden is doorgaans bekend dat deze super/supra wezens gekenmerkt zijn door alwetendheid, almacht en het alom aanwezig zijn. Zo’n wezen is niet te kleineren, te belasteren of te beledigen door luttele mensen. Bovendien zou een godheid dit niet hoeven toe te laten in zijn almacht. Tenslotte zou zo’n godheid er op zich ook geen probleem mee hebben, want hij zou zelf de “lasteraar” geschapen hebben en dit van te voren in zijn voorzienigheid voorzien hebben. Conclusie. Zij die het hebben over godslastering hebben een lage dunk van hun eigen god (c.q. goden) laat staan van hun eigen godsdienst en hun vertrouwen in hun eigen geloof daarin.

Als je geloof het ware is, dan hoef je zeker niet te dreigen met geweldsinitiëring tegen hen die er niet in geloven of die jouw geloof betwijfelen, zelfs “bespotten”. Een sterk geloof is niet te bespotten. Het geeft derhalve te denken wanneer geloofsaanhangers vinden dat hun geloof en hun god belasterd en bespot worden. Dat is niet te rijmen met de eerder gegeven kenmerken van een godheid: almacht, alwetendheid, e.d.

Terug naar de toepassing van de Libertarische filosofie op de kwestie Rushdie.

1. Een uitspraak die dreiging met geweld inhoudt, behoort doorgaans letterlijk te worden opgevat.

2. Geweldsinitiëring is immoreel, en degene die dat doet of er mee dreigt mag in het uiterste geval moreel/rechtsfilosofisch zonder beperking zelf worden gedood.

3. Voorzover een godsdienst of geloof zich niet inlaat met geweldsinitiëring is het ronduit te respecteren.

4. Een ieder mag denken, zeggen en schrijven wat hij wil over welk geloof dan ook, zolang het op eigen kosten (of financiering) geschiedt en geen geweldsinitiëring inhoudt, noch ermee dreigt.

PS: Inmiddels heb ik Rushdie’s Satanic Verses bekeken. De stijl en inhoud vond ik zeer vervelend. (Sofie’s Choice vond ik qua schrijfstijl ook uitermate vervelend, maar het thema was zeer boeiend; ga dus naar de film!). Hoe iemand zich over Satanic Verses kan opwinden is mij een raadsel, tenzij je voor school verplicht bent dergelijke saaie kost te lezen; dan zou ik me nog meer ergeren.

Wie echter meer wil weten over de drie weken van februari 1989 toen Khomeini de Islamitische staat in Iran inluidde, verwijs ik graag naar James Clavell’s Whirlwind. Een geromantiseerde geschiedschrijving, die echt een op de feiten gebaseerde aanklacht genoemd kan worden.