Door de grote aandacht die de REGENWOUDEN de laatste tijd (terecht) krijgen, weet bijna…
Door de grote aandacht die de REGENWOUDEN de laatste tijd (terecht) krijgen, weet bijna iedereen dat deze wouden groot gevaar lopen te verdwijnen. De bossen verdwijnen doordat er om verschillende redenen gekapt of afgebrand wordt.
Per jaar verdwijnen er volgens opgave van de FAO 7,5 miljoen hectaren.
Bijna iedereen is ervan overtuigd dat dat beslist niet goed is voor ons aller toekomst. Integendeel. Het is overduidelijk dat we het verdwijnen van die bossen moeten voorkomen.
DUS moeten we de import van dat hout gaan boycotten, want als het niet meer mag worden ingevoerd, zal er vanzelf minder worden gekapt en zo sparen we dan de bossen.
IS DAT JUIST?
Als je ziet hoevelen deze redenering aannemen en verkondigen, zou je bijna geneigd zijn om het te geloven.
MAAR HET IS NIET JUIST?
Want het gaat er om wat we eigenlijk willen bereiken. En dat is toch duidelijk dat we er voor willen zorgen dat de bossen in stand blijven.
Wat gebeurt er nu door de bovenstaande (onjuiste) redenering? Daarvoor moeten we eerst beseffen dat de hoeveelheid hardhout die wordt geëxporteerd, minder is dan 15% van de totale vernietiging van het bos. De andere 85% wordt vernietigd doordat bos wordt afgebrand om plaats te maken voor landbouwgrond en voor grote ontwikkelingsprojecten. Dit laatste vooral in Brazilië voor de bouw van de waterkrachtcentrales, een project gefinancierd uit ontwikkelingsgelden.
Een zeer belangrijke rol speelt ook de bevolkingsexplosie die zich afspeelt in de landen van de regenwouden. Deze minder “ontwikkelde” bevolking is voor haar levensonderhoud vooral aangewezen op landbouw. Als we dan bedenken dat ze zich in de komende 20 à 30 jaar weer zullen verdubbelen, kunnen we begrijpen hoeveel nieuwe landbouwgrond zij weer nodig hebben, en hoeveel bos ze daarvoor zullen afbranden. Nog afgezien van hout dat ze gebruiken voor hun eigen huisvesting. (Al is dat maar ongeveer 10% van de hoeveelheid die ze afbranden).
Als we nu de export van die bovengenoemde 15% zouden kunnen tegenwerken, dan zal inderdaad voor dat deel minder gekapt worden. Daardoor zal een aantal houtkappers en de eraan verbonden werkers in de transport en exportbedrijven werkloos worden, en ook weer op de landbouw worden aangewezen. De ontwikkelingslanden waarin deze bossen zijn, zullen dan ook hun broodnodige deviezeninkomsten missen, waardoor de economie nog verder achteruitgaat en er nog meer werklozen komen.
De totale verdere ontwikkeling zal zeer vertraagd worden. Er zal dan meer bos vernietigd worden dan thans het geval is.
Bovendien wordt door een boycot het hout minder waard door de verminderde vraag. De bereidheid om het woud goed te onderhouden wordt daardoor ook steeds minder. Een goed onderhoud is alleen mogelijk als het hout goed wordt gebruikt tegen lonende prijzen. Zo zien we dat een ogenschijnlijk voor de hand liggende oplossing net het tegendeel bereikt van wat er de bedoeling van was.
Net als zo vaak blijkt ook hier weer de wijsheid uit het bekende boek van Henri Hazlitt: ECONOMICS IN ONE LESSON**.
Hazlitt toont daarin op eenvoudige en briljante wijze aan dat om goede economische maatregelen te nemen, het noodzakelijk is om ALLE factoren zowel op de KORTE als op de LANGE termijn in de besluitvorming te betrekken.
Het ontbreken van deze procedure is een belangrijke oorzaak van de grote fouten die er gemaakt worden. Een halve redenering is vaak zo simpel en lijkt volledig. Velen kunnen of willen niet doordenken en lopen eenvoudig achter de beweringen van hun “leiders” aan. We zien dan ook heel veel energie verloren gaan, of, erger nog, besteed worden aan verkeerde oplossingen door goedwillende actievoerders, die niet het volledige en juiste inzicht hebben in de zaak waar ze mee bezig zijn.
De echte schuldigen daarvoor zijn voor een groot deel te vinden bij politici en hun “intellectuelen” die naar meer macht streven en weten dat je “het volk” eenvoudige oplossingen moet aandragen.
Ook de media (in het algemeen) zouden meer moeten studeren om de juiste en VOLLEDIGE feiten te publiceren.
De oplossing in het onderhavige probleem van de regenwouden moet dan ook niet gezocht worden door tegen een verschijnsel of tegen een facet, zoals tegen de export te ageren.
De oplossing moet uitgaan van het definiëren van het probleem (het verdwijnen van de regenwouden), het analyseren van de oorzaken (kappen en verbranden om een aantal redenen, ontwikkelingsproblematiek en bevolkingsexplosie), en het formuleren van het doel dat we uiteindelijk willen bereiken (het optimaal in stand houden of uitbreiden van de tropische bossen). Een mogelijke oplossing is te vinden in een verantwoord gebruik van de bestaande bossen. Net als dat bij voorbeeld in Europa al meer dan 200 jaar gebeurt met het zachthout. Daar wordt door herbeplanting ervoor gezorgd dat er niet meer hout wordt gekapt dan er aangroeit. De daardoor ontstane “natuurverjonging” werkt positief voor economie en ecologie. Daardoor blijven de bossen in stand of vergroten zelfs. De kosten voor deze vernieuwing zijn daar al lang in de kostprijs van het hout verwerkt. Datzelfde zou met het hardhout ook kunnen/moeten gebeuren. En hoe eerder hoe beter. Dat het kan werken is reeds lang bewezen.
Als we de regenwouden willen behouden, moet er een totale geïntegreerde aanpak komen. De oplossing moet in de ontwikkelingslanden zelf gerealiseerd worden. Deze kunnen alleen maar echt geholpen worden, ook in ons eigen belang, als niet door onjuiste maatregelen het tegendeel wordt veroorzaakt.
* Gegevens voor dit artikel komen voor een deel uit publicaties van de ITTO, de International Tropical Timber Organization, waarin 24 consumenten 18 producentlanden zijn vertegenwoordigd. Deze organisatie omvat daardoor 95% van de wereldhandel en 70% van de wouden. Ook gegevens verstrekt door FAO, en uit een schrijven van de Nederlandse staatssecretaris Yvonne van Rooy dat bestemd is voor alle gemeenten.
** Dit boek is verkrijgbaar bij het LIBERTARISCH BOEKCENTRUM.