In dit artikel zal ik twee filosofische fouten behandelen die onlangs hebben geleid tot gevaarlijke dwalingen, dwalingen die de vrije markt ondermijnen.
Dat filosofische ideeën belangrijk zijn is geen nieuws voor de economen van de Oostenrijkse school, wiens economische theorieën berusten op de conceptuele analyse van actie en waarde. Maar filosofie kan zowel verwarring stichten als inzicht verschaffen. In dit artikel zal ik twee filosofische fouten behandelen die onlangs hebben geleid tot gevaarlijke dwalingen, dwalingen die de vrije markt ondermijnen.
PERSONIFICATIE
Ik begin met een bekende fout: die van personificering van de maatschappij. Dit is het geloof dat met het woord “maatschappij” een wezen bedoeld wordt met eigen kenmerken en mogelijkheden, en dat mensen zijn zoals ze zijn omdat de “maatschappij” ze zo maakt. Zoals een moederschip kleinere versies van zichzelf uitzendt op bepaalde missies, leidt het behandelen van de maatschappij als een ding over en boven de individuen die er deel van uitmaken er toe dat andere meer specifieke zaken, zoals criminaliteit, welvaart, armoede, besparingen, en groepsdruk, behandeld worden alsof het zelfstandig denkende en handelende entiteiten zijn. Anders dan bij de meeste fouten die begaan worden wanneer mensen niet nadenken over wat zij zeggen, wordt een personificatie door zijn aanhangers niet als blunder gezien, maar als een belangrijke sociologische ontdekking. Analytisch gesproken, het slechtste gevolg van personificatie is dat het leidt tot pseudo verklaringen. Het beroep op zulke entiteiten als maatschappij of criminaliteit bevredigt de behoefte om te begrijpen zonder echte intellectuele inspanning te hoeven plegen. Eén uur later ben je nog steeds nieuwsgierig. Jeugd uit de achterstand buurten plegen zoveel misdaden zo wordt ons verteld, omdat ze onder “groepsdruk” staan. Maar wat is groepsdruk anders dan andere jongeren uit de achterstandsbuurt die ook misdaden plegen en hun vrienden daarbij uitnodigen. Groepsdruk is gewoon een andere naam voor het fenomeen waar we in de eerste plaats nieuwsgierig naar waren, namelijk criminaliteit in achterstand buurten. Voorbeelden van deze manier van redeneren kunnen worden uitgebreid zonder einde. Elders citeer ik bewoners van Connecticut die klagen “dat ze voorbijgestreefd waren door de rijkdom van Fairfield County in de jaren 80”. En dan is er natuurlijk die prachtige zin van de New York Times: “de Carter familie wordt achtervolgd door wat de 54 jaar oude matriarch, Regina, het monster ‘crack cocaïne’ noemt. Zij heeft gezien dat het haar dochter verslond, en nu vecht ze voor de ziel van haar kleinkind. Al deze voorbeelden tonen aan dat personificatie de schuldige individuen verlost van hun verantwoordelijkheid. Geeft niet de schuld van onproductief, slecht en roekeloos gedrag aan de kleine sloeber, maar geef de schuld aan de grote sociale machine waarvan hij slechts een klein en hulpeloos onderdeel is. De keerzijde van het verontschuldigen van verdorvenheid is gebrek aan respect voor de deugd. Kleine radertjes kunnen natuurlijk niet autonoom zijn, of recht op vrijheid hebben. Wat mensen denken dat hun eigen beslissingen zijn, wordt hen opgedrongen. Dus de enige manier om de maatschappij te verbeteren, is te sleutelen aan de grote machine, de mensen verpletterend in het proces. Dergelijke systematische interventie, van het soort dat alleen de overheid kan ondernemen, lijkt in conflict te komen met de individuele vrijheid, maar goed, individuen zijn toch niet echt vrij. Zij zijn slaven van hun sociale rol, de staat doet niets erger dan wat de “maatschappij” hen reeds heeft aangedaan.
Deze manier van denken wordt gebruikt in aanvallen op het gebruik van goedkope arbeidskrachten door Amerikaanse ondernemingen. Juanita in de Filippijnen maakt hardloopschoenen voor 50ct per uur, een goede zaak voor beide partijen; het eindproduct is goedkoper dan wanneer het in Amerika gemaakt zou zijn, en Juanita is beter af dan ze zou zijn zonder haar baan. Natuurlijk, 50ct is minder dan een Amerikaan zou krijgen, vooral omdat zoveel andere mensen op de Filippijnen haar baan zouden aanvaarden voor dat salaris. Maar veel mensen vinden dit schandelijk en beschuldigen Nike van “uitbuiting”. Juanita, begrijp je, is namelijk gedwongen te werken voor 50ct door de “armoede” van de “Derde Wereld”. De oplossing is natuurlijk een aanval op de “armoede” zelf, door er voor te zorgen dat Nike hogere lonen betaald dan dat het zou willen betalen via pure onderhandelingen.
Interventionisten hekelen het standpunt van de aanhangers van de vrije markt, of, in de woorden van Hobbes: “de waarde van alle zaken [zoals Juanita’s arbeid] wordt bepaald door de smaak van de koper; en daarom is de juiste waarde dat wat de koper bereid is te geven”. De interventionist antwoordt hierop dat Juanita niet vrijwillig een contract aangaat, omdat ze gevangen zit in het systeem, etc. Hier speelt personificatie een rol. Omdat de Filippijnse arbeidspool onafhankelijk van Juanita, Carlos en Corazon behandeld wordt, die er de oorzaak van is dat zij een laag loon aanvaarden, gaat men voorbij aan de vraag waarom de Filippijnse arbeidspool is zoals hij is. Filippijnse arbeid is zo goedkoop om redenen van opleiding, vaardigheden en training. Misschien kunnen de Filippijnen niet collectief onderhandelen, maar dat is ook een beschouwing van de individuele vaardigheid van de Filippijnen om met elkaar samen te werken. “De economie” traint niemand tot iets: het is een andere naam voor individuen die met elkaar handel drijven in goederen of diensten. Het karakter van een economie wordt verklaard door de interacties van de mensen die er deel van uitmaken. Als dit eenmaal duidelijk is, is ook duidelijk wat interventie in “de economie” werkelijk is, namelijk het dwingen van mensen.
Het geloof in collectieven wordt veroorzaakt door het verwarren van twee soorten van menselijke kenmerken. Het ene soort kenmerk hebben mensen in isolatie, zoals lengte, gewicht, leeftijd en gezondheid. Het is duidelijk dat deze kenmerken niet verklaren hoe mensen zich gedragen ten opzichte van andere mensen. Observeer zo lang als je wilt Robinson Crusoe op zijn verlaten eiland, en je zult nooit leren wat voor manier van praten hij heeft. Als sociale “holisme” de claim is dat groep karakteristieken niet gereduceerd kunnen worden naar de individuele leden, dan is dat waar. Maar, mensen hebben ook “relationele” kenmerken; Crusoe’s neiging om grappen te vertellen aan iedereen die maar luisteren wil, bijvoorbeeld, is daar een van. Welnu, hoewel dit kenmerk betrekking heeft op andere mensen, is het toch van Crusoe het individu. 10.000 kilometers verwijderd van iedere andere ziel, is Crusoe toch een goede spreker, in die zin dat hij grappen zou vertellen als hij toehoorders had. Een belangrijke vondst is nu dat eigenschappen van een groep gereduceerd kunnen worden tot de relationele kenmerken van zijn leden. Op het moment dat je weet hoe deze leden zich tot elkaar verhouden – hoe praatziek ze zijn, hoezeer geneigd tot samenwerken, hoe handig ze onderhandelen – kan je voorspellen wat voor soort economie zij zullen scheppen, en holisme is onwaar. Houdt deze twee zaken uit elkaar en fouten ten opzichte van personificatie worden niet meer gemaakt
DE SKIM-MILKING DROGREDEN
Zoals ik al zei, de meeste Oostenrijkse economen weten van de hulp en ondersteuning die personificatie verleent aan het collectivisme. Ik kom nu tot wat ik als een veel serieuzere fout beschouw. Deze fout is ook veel minder bediscussieerd, zodat zijn desastreuze gevolgen onopgemerkt zijn gebleven. Ik heb het hier over de opvatting dat dingen nooit zijn zoals ze lijken, of, om hebt meer abstract te zeggen, dat de wetenschap verschijningen altijd uitlegt in termen van het tegendeel.
Laten we meer precies worden door vier bekende, werkelijk baanbrekende ontdekkingen te beschouwen, die door zowel filosofen als historici verkeerd geïnterpreteerd zijn. Dit heeft geleid tot een verwrongen beeld van wetenschappelijk onderzoek bij het grote publiek. 1) in 1573, toonde Copernicus aan dat de aarde rond de zon draait: de zon en de sterren hebben een vaste plaats ten opzichte van de aarde. 2) een eeuw later blies Robert Boyle de deeltjes theorie van materie nieuw leven in. Deze theorie zegt dat de materiële wereld bestaat uit geweldige aantallen minuscule deeltjes wiens interacties de eigenschappen van de grotere objecten verklaren. Zoals de meeste van ons op de middelbare school geleerd hebben, werd uit dit inzicht twee gevolgtrekkingen gemaakt. Ten eerste, gewone objecten zoals een lantaarn zijn niet solide, maar bevatten vooral lege ruimte. Ten tweede, kleur is niet een eigenschap van iets in de natuur. Maar het is een effect van die kleine deeltjes op het menselijk zenuwstelsel, dat in de hersens zetelt. De deeltjes theorie kon niet bewezen worden tot aan de 19de eeuw, maar Newton, Locke en andere denkers waren snel overtuigd. De deeltjes theorie is al eeuwen een deel van onze intellectuele erfenis. 3) in de huidige tijd, hebben raadsels over stralingsenergie en banen van elektronen er toe geleid dat natuurkundigen hebben voorgesteld om de energie van deeltjes niet te zien als continue -, maar als discrete hoeveelheden. Deze “quantum theorie” zei dat hoe beter men de snelheid van een deeltje kon bepalen, hoe onduidelijker de positie. Dus, op elk tijdstip is je hand verspreid over het hele universum: het lijkt alleen alsof de hand een scherp bepaald gebied inneemt omdat hij daar is waar de waarschijnlijkheids golven pieken. Onbegrijpelijk als het klinkt, het kan maar beter waar zijn, want het is de theorie waarop processors gebaseerd zijn. 4) Einstein’s speciale relativiteitstheorie, gepubliceerd in 1905, ontkent dat er zulke zaken als ruimte en tijd bestaan zoals normaal ervaren wordt. Je mag misschien denken dat de Mars pathfinder (het laatste geschenk van de belastingbetaler aan de wetenschappers) iets aan het doen is op dit moment dat ik dit schrijf. Helaas, dat is niet zo. Twee gebeurtenissen die simultaan zijn voor jou zijn niet de simultaan voor waarnemers die ten opzichte van jou bewegen. En nog erger, de afstand van de kamer waarin jij dit zit lezen tot de pathfinder varieert met snelheid van de waarnemer. Absolute gelijktijdigheid en afstand bestaan niet. Als dit nog niet gek genoeg is, Einstein kondigde later aan dat objecten die vallen in het zwaartekrachtveld van een massief lichaam niet echt steeds sneller gaan; maar massa vervormd de ruimten en wat wij ondergaan als een versnelling door de zwaartekracht is in werkelijkheid een gelijkmatige beweging in een gebogen tijd-ruimte.
Deze zaken zijn zo fascinerend omdat in elke van de vier voorbeelden steeds ideeën die we geloofden op basis van gewone observatie volledig onwaar bleken te zijn. De zon lijkt te bewegen langs de hemel, maar in werkelijkheid doet hij dat niet. Lampen lijken solide en bruin maar zijn dat in werkelijkheid niet. Handen lijken een precieze positie in te nemen, maar doen dat niet. Er lijkt absolute gelijktijdigheid te bestaan maar dat is dus niet zo. Natuurlijk, sommige van deze gevolgtrekkingen kunnen betwist worden. Men kan zeggen dat als iets “solide” genoemd wordt dat betekent dat ik mijn hand er niet doorheen kan steken. En ik kan mijn hand niet door deze lamp steken, ook al bevalt hij vooral lege ruimte. Ik kan ook beargumenteren dat “kleur” betrekking heeft op datgene van een object, inclusief de wijze waarop de atomen aan het oppervlak gegroepeerd zijn, dat zekere prikkelingen veroorzaakt bij de waarnemers. Omdat de groepering van atomen aan het oppervlak van de lamp zekere prikkelingen veroorzaakt, betekent dit dat de lamp zelf letterlijk bruin is.
Toch, de boodschap is duidelijk: in vier opvallende gevallen toonden de wetenschap aan dat het omgekeerde waar was van wat op het eerste gezicht leek. Wat er toen gebeurde is geloof ik, dat wetenschapshistorici die eigenlijk beter hadden moeten weten, deze vier gevallen radicaal gegeneraliseerd hebben tot een (in het jargon van de eerste overtreder) paradigma. Volgens dit paradigma toont de wetenschap altijd aan dat dingen het omgekeerde zijn van wat zij lijken. Zorgvuldig onderzoek van praktisch elk fenomeen zal aantonen dat de alledaagse overtuigingen daarover fout zijn. In feite, dingen aannemen zoals ze lijken getuigt van naïviteit, terwijl de bereidheid iets tot zijn ware proporties terug te brengen het kenmerk is van de intellectueel, de diepe denker. Op een bepaald punt in H.M.S Pinafore van Gilbert en Sullivan, zingt Little Buttercup “Things are seldom what they seem. Skim milk masquerades as cream”, daarom noem ik deze verwrongen manier van denken de “skim milk” drogreden. Skimmilking is een van de belangrijkste factoren die geleid hebben tot een vloedgolf van nonsens. De skim milk vooronderstelling dat de dingen zelden zijn zoals ze lijken is niet het handelsmerk van een bepaalde schrijver of kliek, hoewel Kuhn’s werk over de irrationaliteit van de vooruitgang van de wetenschap ongetwijfeld geholpen heeft. Ook Freuds theorie dat de redenen waarom mensen denken te handelen rationaliseringen zijn van minder verheven motieven in het onder bewustzijn, heeft een steentje bijgedragen. De belangrijkste reden is echter de geweldige nadruk die werd gelegd op de vier beroemde ontdekkingen van zaken die niet bleken te zijn wat ze leken.
Ik heb op deze ontdekkingen niets aan te merken. Maar zij zijn niet typisch voor de wetenschap. Omdat zij te maken hebben met fenomenen op onmenselijke schaal is het geen wonder dat het gezonde verstand niet juist quantum of relativiteits effecten waarneemt; het gaat te snel, zijn te groot of te klein, of alleen maar waarneembaar bij snelheden die normaal nooit bereikt worden. De evolutie had geen reden ons voor te bereiden op wat gebeurt in nanoseconden, op astronomische afstanden, of bij de snelheid van het licht. Echter de evolutie heeft ons goed voorbereid voor de dimensies waarop economische en sociale fenomenen plaats hebben. Een schepsel dat slecht voedsel niet herkent of slecht anticipeert op zijn soortgenoten zal minder nakomelingen hebben. Wij stammen dus af van mensen die hierin wel goed waren. Op de schaal van menselijk gedrag is het gezonde verstand een prima leidraad voor actie. Daarom is skim-milking een drogreden. Nu verbinden we deze drogreden met de progressieve ideeën. Een van de meest ergerlijke aspecten van progressieve ideeën is de extreme verdorvenheid. Waarom geloven zoveel intellectuelen in de volgende baarlijke nonsens:
- Straf schrikt niet af.
- Huwelijk is een vorm van prostitutie.
- Mannen zijn eigenlijk net als vrouwen.
- Homoseksuelen zijn net als heteroseksuelen.
- Er zijn geen verschillen tussen rassen.
- Kapitalisme leidt tot armoede.
- Mensen die vrijwillig handel drijven staan onder dwang, maar het kopen van het enige merk schoenen in de sovjet winkel is vrijheid.
- Intelligentie is niet van belang voor wat men in het leven bereikt.
- Iedere student kan presteren op het allerhoogste niveau als zijn leraar gelooft dat hij dat kan.
- Het geven van geld aan vrouwen die ongehuwd kinderen hebben leidt niet tot meer kinderen die opgroeien zonder hun beide ouders.
- Het belasten van iets leidt tot meer daarvan.
- Belasti
ng is een goede manier om het financieringstekort weg te werken. - Diversiteit is kracht.
- Jozef Stalin meende het goed met de Verenigde Staten.
Hoe komt het, vragen wij ons constant af op conferenties en in privé conversaties, dat iemand zulke belachelijke ideeën gelooft? Progressieven zijn anti experts: je kan er op vertrouwen dat ze het bij het verkeerde eind hebben. Wat zij zeggen is een betrouwbare gids voor de leugen. Hoe kan dat?
Er zijn natuurlijk vele verschillende oorzaken – jaloezie, schuld, identificatie met de underdog, het vooruitzicht het dwangapparaat van de staat te leiden – maar iets moet de geest voorbereiden om datgene te accepteren wat in strijd is met waarneming en gezond verstand. Dit is het punt waarop skim milking een belangrijke rol speelt. Wat ik wil zeggen is dat deze dingen geloofd worden juist omdat zij in tegenspraak zijn met waarneming en gezond verstand. De progressieve ideeën worden verenigd op één punt, namelijk dat zij allen de ervaring tegenspreken; ze komen vanuit de ervaring, via de veronderstelling dat ervaring altijd misleidt.
Stel je voor dat je van jezelf denkt een groot intellectueel te zijn, een diepe denker. Je wilt jezelf onderscheiden van het grote publiek door dingen te weten, die zij niet weten. Gezien worden als wetenschappelijk is ook menselijk, en je hebt het idee opgedaan dat het doel van de wetenschap het overboord gooien van populaire vooroordelen is (progressieven hebben in het algemeen meer opleiding genoten. Ze zijn dus op de hoogte van deze ontdekkingen). Je kan dan tot de volgende conclusies komen over het menselijk gedrag:
- De geslachten lijken te verschillen, dus moeten ze hetzelfde zijn
- Mannen en vrouwen gaan relaties met elkaar aan vanuit diepe emoties, dus die relatie is commercieel
- Zwarten doen het minder goed op school dan blanken of Aziaten, doen het minder goed bij testen, verdienen minder, en zijn meer geneigd tot criminaliteit, afhankelijkheid van de bijstand, ongehuwd ouderschap, dus moeten zij wel even intelligent en ambitieus zijn als blanke en Aziaten.
- De gedachte aan seks met een andere man schrikt heteroseksuele mannen af, dus homoseksuelen zijn precies hetzelfde als heteroseksuele.
- Engels is een fonetische taal, dan moet het onderwezen worden als een ideografische taal.
- Kapitalisme heeft geleid tot welvaart overal waar het geprobeerd is, dus moet het slecht zijn.
- Socialisme heeft nooit ergens gewerkt, daarom moet het goed zijn.
- Niemand dwingt iemand iets te doen op de vrije markt, dus zijn zij niet vrij.
- Onder socialisme kan je niet doen wat je wil, dus ben je vrij.
- Iedereen is bang voor de dood, pijn en verlies van bezit, dus dreiging met dood, pijn of in beslagneming van eigendommen leidt niet tot verandering in gedrag.
- Intelligente mensen doen het goed vanaf de eerste klassen op school, maken zich moeilijke dingen eigen waar de rest van ons bij achterblijft, ze lossen de problemen op op het werk; daarom heeft intelligentie niets te maken met succes.
- Sommige mensen begrijpen simpele ideeën niet hoe wij ook ons best doen en te onderwijzen; daarom is een mislukking een reactie op onze verwachtingen.
- Mensen raken gedemoraliseerd wanneer hun eigendommen hen ontnomen worden, daarom zullen zij harder werken bij hogere belastingen.
- Meer geld uitgeven dan je verdient is altijd desastreus, dus is het geen probleem voor de overheid.
- Mensen voelen zich meer op hun gemak bij mensen die zijn zoals hij zelf, daarom houden ze van etnische diversiteit.
- Stalin accepteerde een Messiaans geloof wiens Armageddon een confrontatie met het kapitalisme was; hij bezat nucleaire wapens; hij vermoordde miljoenen van zijn eigen landgenoten; dus hij bedoelde het niet zo kwaad.
Alleen een progressief die volledig overtuigd is van de skim-milking drogreden, kan dergelijke nonsens verzinnen. Echter de man in de straat wordt hiervan maar al te gemakkelijk overtuigd. Hij is er echt onder de indruk van wat de wetenschap allemaal vermag, er ten onrechte van overtuigd dat wetenschap en gezond verstand met elkaar in strijd zijn. Er zijn wellicht veel verschillende redenen waarom Jan met de pet gelooft in de progressieve leugens, een daarvan is ongetwijfeld de skim-milking drogreden. De paradoxen van de progressieve leer worden breed geaccepteerd door het grote publiek omdat het het idee heeft dat de wetenschap aantoont hoe de zaken werkelijk in elkaar zitten in tegenstelling tot wat er ogenschijnlijk aan de hand lijkt te zijn.
Laten we een relatie van deze drogreden tot economische vrijheid nader bekijken. Alle vormen van socialisme komen neer op het geloof dat vrijheid slavernij is. Onder het oppervlak van de burgerrechten dreigt het monster der slavernij. Marx imponeerde generaties van intellectuelen door zijn socialisme “wetenschappelijk” te noemen. Eerdere varianten van het socialisme noemen zichzelf reeds moreel superieur aan de markt maar morele superioriteit is moeilijk aan te tonen. Marx socialisme werd echter bewezen uit de “wetten” van de geschiedenis (klinkt nog mooi ook). Welk idee van wetenschap sterkte Marx hierin? Toen, net zoals nu, was het paradigma van wetenschappelijk ontdekking die van Copernicus, waar de werkelijkheid anders is dan de verschijning. Natuurlijk, moest ook een “wetenschappelijke” economische theorie er een zijn die de verschijning ontkent. Welnu, het is duidelijk dat handel, werk, en andere commerciële activiteiten berusten op vrijwilligheid. Dus, een “wetenschappelijke” theorie moet duidelijk maken dat hier geen sprake is van vrijwilligheid – dat, bijvoorbeeld, bij werk sprake is van “loon slavernij”. De werknemer is gedwongen een bepaald loon te aanvaarden omdat er andere werknemers zijn die ook die baan willen hebben in het “economisch systeem”. (Hier ziet men hoe skim- milking samenwerkt met personificatie) aan de andere kant, progressieve belasting, op het eerste gezicht een dwangbehandeling, bevordert de vrijheid door de plutocraten in te tomen. Zo ook het minimumloon, ondanks dat het op het eerste gezicht lijkt dat minder mensen werk kunnen krijgen. Een nieuwe uitvinding of dienst die zo gewenst is dat iedereen hem wil kopen is een monopolie dat zich aan de hulpeloze consumenten opdringt. De overheid moet ingrijpen en de prijs van de nieuwe dienst of uitvinding vaststellen. Voor de oningewijden lijkt dit een dwangmaatregel, maar in feite bevrijdt dit de consumenten van de onderdrukkende monopolist.
De erfenis van de oude Marxisten om datgene wat vrijer lijkt als slavernij te zien en datgene wat dwangmatig lijkt als bevrijdend te zien is door nieuw links overgenomen. Je kan wel denken wanneer je naar de samenleving kijkt, dat mannen en vrouwen met elkaar verbintenissen aangaan omdat zij dat willen, dat vrouwen voor de kinderen zorgen omdat zij dat liever doen dan mannen, en dat mannen meer status najagen dan vrouwen omdat zij daar meer energie in stoppen. Dan heb je dat toch verkeerd gezien. Mannen en vrouwen handelen alleen zo omdat zij gehersenspoeld zijn door de het patriarchaat. Alleen door positieve discriminatie en totale oorlog tegen stereotypen zullen mannen en vrouwen vrij worden om zichzelf te zijn. Hier zouden wij nooit achter zijn gekomen als wij slechts op de verschijning waren afgegaan. Zijn de sociale wetenschappen niet geweldig? Ironisch genoeg vergaten Marx en zijn volgelingen naar een andere wetenschappelijke revolutie te kijken, die ook enige verschijnselen overboord zetten, maar die eenmaal juist begrepen, het begrip voor de markt verdiept. De evolutietheorie toonde aan dat het schijnbare ontwerp dat men in de natuur ziet, misleidend is. Dat vele levende organismen een efficiëntie en doelgerichtheid ten toon spreiden, die lijken op menselijke werktuigen, heeft generaties lang de mensheid in de waan gelaten dat de wereld geschapen was door een planner. Darwin heeft uitgelegd dat ontwerp kan worden nagebootst door willekeurige variaties die zich t
rachten te reproduceren onder beperkingen van de omgeving. Misschien is de wereld een schepping op een bepaalde theologische manier, maar zover het de natuurlijke processen betreft, simuleert het er een.
Doelgerichtheid zonder een bepaald plan lijkt op de spontane ongecoördineerde orde die ontstaat wanneer goederen met elkaar concurreren om te overleven op de markt. Dieren moeten energie opnemen en seksuele partners aantrekken; goederen moeten productie factoren opnemen en kopers aantrekken. Complexen ecosysteem zijn ontstaan, omdat alleen die organismen die voldoende voedsel vinden overleven, en uiteindelijk overleven alleen die goederen en diensten die naar hun verkooppunt getransporteerd worden. Zowel de natuur als de markt laten steeds meer verfijning zien. Alleen de beste varianten overleven. Eerdere modellen (eohippus, de Reo) maken plaats voor latere (Percherons, de Corvette), en ruwe methoden van de reproductie (mitosis, handwerk) maken plaats voor elegante methoden (sex, lopende band). Progressieven klagen over het gebrek aan centrale coördinatie op de markt. Bijvoorbeeld een gezondheidszorg met privé dokters, privé- verzekeringen en privé ziekenhuizen is voor hen “hodgepodge”. Hier zijn verschijnselen werkelijk misleidend. Orde zonder centrale planning is heel goed mogelijk. De afgelopen jaren hebben wiskundigen algemene theorieën van vermenigvuldiging opgesteld. Het onderzoek verduidelijkt niet alleen de processen die ik zojuist heb genoemd, maar ook de meer mysterieuze eigenschappen van een sociaal-economisch systeem, zoals het ontstaan van een moraal. De markt hangt af van goed vertrouwen. Maar waarom zouden mensen hun woord houden wanneer misleiding winstgevend is? Waarom straffen wij hebzucht wanneer het toch voordelig zou zijn om daarmee samen te werken? Om redenen zo blijkt die niet veel verschillen van waarom dieren niet tot aan de dood toe vechten, en waarom de verhouding mannen tot vrouwen in een populatie ongeveer 50-50 is. Tegelijkertijd, zoals je kan zien, draagt dit onderzoek er toe bij om grootschalige systemen te reduceren tot de acties van zijn individuele leden. Zij drijft nog een nagel in de doodskist van de personificatie. De verklaring (niet pooh-poohing) van wat wij waarnemen, het streven naar waarheid is het permanente doel van wetenschap. Ik eindig hier met het begin van een nieuw onderwerp. Oostenrijkse economen verdenken sociobiologie – waarover ik hier gesproken heb – er van een vorm van reductionisme te zijn. Ze willen weten of het autonome keuzegedrag van mensen vergeleken kan worden met dierlijk gedrag. Alles bij elkaar genomen heeft Adam Smith waarschijnlijk Darwin gelezen.