Keynesianen die steeds leningen willen blijven aangaan om zich naar welvaart te spenderen, betekent eigenlijk hetzelfde als dieper en dieper in een put graven en ooit hopen op de top van een berg te zullen staan. Dat is de wereld op zijn kop.

“The best way to destroy the capitalist system is to debauch the currency. By a continuing process of inflation, governments can confiscate, secretly and unobserved, an important part of the wealth of their citizens.” – John Maynard Keynes

Afgelopen zomer was het weer economische crisis. Eigenlijk nog steeds dezelfde als die van 2008. Hoe dan ook vond Fed-voorzitter Bernanke het tijd om het een en ander publiek te maken. De jaarlijkse zomerbijeenkomst van centraal bankiers eind augustus in Jackson Hole was zijn uitgekozen moment. Helicopter Ben kreeg het er zwaar te verduren. Hij deelde namelijk reeds mee minstens tot 2013 door te zullen gaan met zijn nulrentebeleid. Dit veroorzaakte de hevigste tegenstand in jaren. Leden van de Board of Governors van het Federal Reserve System, Richard Fisher (Dallas Fed), Narayana Kocherlakota (Minneapolis Fed) en Charles Plosser (Philadelphia Fed) zijn critici van de eeuwig aanhoudende lage rente en stemden tegen dit beleid. Het massaal opkopen van Amerikaanse staatsobligaties door de Fed en de langdurige lage rente hebben er immers voor gezorgd dat er dermate veel geld in de economie aanwezig is, dat hoge inflatie dreigt. De tegenstemmers zijn zich hiervan bewust. En gelijk hebben ze. De hoge goudprijs en de tumultueuze gebeurtenissen deze zomer op de beurzen tonen immers aan dat 3 jaar quantitative easing en lage rentes de crisis niet hebben opgelost. Het optreden van Ben Bernanke in Jackson Hole was enkel een bevestiging van het feit dat hij eigenlijk nog weinig greep heeft op de gebeurtenissen.

De algemene politiek van centraal bankiers om crisissen te bestrijden is de rente laag houden. Waarom? De redenering is tweeledig. Een lage rente maakt zowel lenen goedkoop, maar zorgt er ook voor dat sparen niet de moeite is. Het brengt immers quasi niets op. Omdat leningen aantrekkelijker lijken gaat men meer lenen om bijgevolg te consumeren of te investeren. Keynes’ adagium dat geld moet rollen past hier perfect in, alsook zijn spaarparadox (kort gezegd: hoe meer men spaart, hoe lager de welvaart). ‘Crisissen worden namelijk veroorzaakt door het stilvallen van de vraag, wanneer men dus spaart creëert men geen vraag’. Spaarders zijn dus het grote juk voor de Keynesianen. ‘Daarom moeten overheden en centrale banken de vraag stimuleren om de economie te reanimeren.’

In tegenstelling tot de Keynesianen zien de aanhangers van de Oostenrijkse School sparen als positief gedrag voor de economie. Sparen is immers een tijdelijk uitstel van consumptie. Keynesianen spreken over een spaarparadox omdat ze niet verder kijken dan hun neus lang is. Wanneer tijdens een crisis iedereen tegelijk gaat sparen dan constateert men een verlaging van de vraag naar goederen en diensten. Wanneer men enkel gaat focussen op de korte termijn dan kan men niet om de crisis heen. Een bedachtzamere analyse doet ons inzien dat de recessie eigenlijk een herstelfase is van de economie. De vraag valt immers uit omdat iedereen gaat sparen om op langere termijn terug te consumeren.  Tijdens deze recessie daalt de vraag, de prijzen moeten zich dus aanpassen aan een kleinere geldhoeveelheid (er is immers door de daling van de vraag naar goederen en diensten minder geld in omloop) waardoor er uiteindelijk deflatie zal optreden. Net zoals inflatie een daling is van de waarde van het geld is deflatie het omgekeerde, namelijk een stijging van de waarde van het geld. Je kunt dus meer kopen met minder geld. Omdat de waarde van het spaargeld stijgt wordt er meer kapitaal opgebouwd. Met groter kapitaal kan men investeren in productiviteitsverbetering waardoor efficiëntere productiemechanismen worden uitgevonden. Meer produceren tegen lagere prijzen betekent een welvaartstoename. Sparen verhoogt dus op lange termijn de welvaart. Hieruit concluderen we dat de spaarparadox niet bestaat. Bernanke bevordert met zijn lage rentes moedwillig het aangaan van leningen en maken van schulden. Wanneer deze lage rentes voor zeer lange tijd blijven bestaan, creëer je een wereld die enkel nog gebaseerd is op leningen en zeepbellen. Een ketting van schulden stelt voortdurend het herstel van de economie uit. Hierdoor verarmt de samenleving stelselmatig. Keynesianen die steeds leningen willen blijven aangaan om zich naar welvaart te spenderen, betekent eigenlijk hetzelfde als dieper en dieper in een put graven en ooit hopen op de top van een berg te zullen staan. Dat is de wereld op zijn kop.

Hoe komt het dat na vele waarschuwingen en tegenstand centrale bankiers en politici nog steeds geloven in de spaarparadox van Keynes? Is het kortzichtig egoïsme dat zich manifesteert in het beschermen van de huidige generatie ten nadele van toekomstige generaties? De uitspraak “in the long run we’re all dead” kan immers tellen als een serieus staaltje egoïsme. In het relatief recente economisch verleden werd nochtans aangetoond dat het doorbreken van de spaarparadox crisissen kan oplossen. Hiervoor moet ik de illustere Paul Volcker vanonder het stof halen. Deze grote, charismatische en statige man (hij is 2m01) gaf immers indirect aan dat de Oostenrijkers gelijk hebben.

Paul Volcker was de voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve onder presidenten Jimmy Carter en Ronald Reagan. Hij is de geschiedenis ingegaan als de persoon die de stagflatie-crisis heeft beëindigd. Dit is een periode van het tegelijk stilvallen van de economische groei in combinatie met hoge inflatiecijfers. Tall Paul met sigaar beschreef deze periode van stagflatie als volgt: “There was this feeling that we were caught in a box that we didn’t know how to get out of, where you had international instability of the dollar, domestic inflation, domestic instability, rising unemployment, and low productivity. It was not a brilliant economic period.”

Laat ons eerlijk zijn, dit lijkt zeer goed op wat we heden ten dage in de Verenigde Staten van Amerika en andere landen van de wereld zien. Enig verschil is dat de huidige crisis nog meer omvat en eigenlijk erger is dan de stagflatie-crisis. Alleen al de huidige in omloop zijnde geldhoeveelheid is ettelijke malen het veelvoud van toen, getuige de oorlogen in het Midden-Oosten en de geldpolitiek van de Fed.

Hoe werd deze stagflatie gecreëerd? Wel, gedurende de jaren ’60 van de vorige eeuw waren de Amerikanen verwikkeld in de bekende Vietnamoorlog. Hoe financier je een oorlog? Juist, met schulden en inflatie (omwille van het printen van geld). De waarde van de Dollar daalde daarom sterk, de goudprijs schoot de lucht in. Uiteindelijk begin de jaren ’70 was president Nixon het beu dat het goud massaal zijn land verliet in ruil voor Dollars. Het verbreken van het Bretton Woods-akkoord en het sluiten van een nieuw akkoord, the Smithsonian Agreement, in 1971 betekende het einde van enige vorm van geld gekoppeld aan goud. Dit betekende voor velen een nog groter wantrouwen in de Dollar. De OPEC-landen beseften dat ze een zwakke dollar kregen in ruil voor hun olie. Door de oliekraan dicht te draaien wilden ze de prijzen doen stijgen, en ze stegen. De Federal Reserve zag de bui hangen en wilde de crisis bestrijden door meer kapitaalinjecties en extreem lage rentes. Dit bleek niet te werken, de economie bleef krimpen en de inflatie liep uiteindelijk in 1981 uit tot 13,5% (cijfer meegedeeld door de Amerikaanse overheid, waarschijnlijk lag het percentage nog hoger). Zie hier: stagflatie. De VSA moest een plan uitvinden zodat de wereld de Dollar terug zou aanvaarden.

Paul Volcker zag er niet alleen hard uit, hij was ook hard. Hij kwam met het buitengewone en geniale idee om de rente te doen stijgen tot zelfs 20%.  U leest het goed: 20% rente in 1981, dat waren tijden! Wat Volcker hier eigenlijk mee aantoonde was dat de Verenigde Staten niet zomaar geld bijdrukte. Hiermee wou hij terug het vertrouwen in de Dollar herstellen. Gezien beleggers, banken, overheden, kortom alle mensen, aanvankelijk niet meer geloofden in de waarde van de Dollar wou Volcker hierop reageren. De Dollar zou plaats moeten ruimen voor Amerikaanse staatsobligaties. Dankzij de hoge rente waren deze obligaties zeer interessant voor centrale banken. De dollar werd terug geëxporteerd: in ruil voor hoogrentende staatsobligaties.

Toch was er een grotere en betere reden waarom Volcker de stagflatie-crisis beëindigde. Deze moet trouwens niet zo ver gezocht worden. De hoge rente zorgde ervoor dat sparen plots zeer aantrekkelijk werd. Hierdoor werd lenen en dus consumeren en spenderen op basis van schulden uitermate onaangenaam. Zowel burgers als bedrijven konden de hoge interestvoeten vaak niet betalen. Als gevolg gingen ondernemingen investeringen uitstellen en moesten ze kostenefficiënt te werk gaan. De werkloosheid verdubbelde nogmaals. Wat we zien was een eerder gecreëerde zeepbel die plots ging barsten. De Amerikaanse economie kwam terecht in een zware recessie. Paul Volcker moest bakken kritiek pareren. Zoals reeds beschreven wordt in tijden van crisis in een vrije markt het geld automatisch schaarser, gezien men gaat sparen en de vraag naar goederen en diensten daalt. Dit was exact wat er gebeurde, maar dan met een artificiële lont in elkaar geknutseld. Dankzij het aanleggen van gespaarde geldreserves kwam er na een recessie een economische boost die werd gekenmerkt door productiviteitsverbetering en innovatie. Het internet en de mobiele telefoon mogen misschien beschouwd worden als de vruchten van het zaad dat toen werd gezaaid. Dit herstel had misschien beter kunnen plaatsvinden zonder de centrale bank of een interveniërende instantie. Wie zegt er dat de artificiële 20%-rente van Volcker de marktrente zou geweest zijn? Waarschijnlijk was het wel een goede benadering van Tall Paul. Hij had het lef om iets te ondernemen compleet tegen de stroom in. Velen kunnen van een dergelijk gedrag leren. Namelijk niet prediken wat de meerderheid wil, maar wat echt broodnodig is.

Wie slechts kan prediken wat de massa wil, doet aan zelfverloochening. Daarenboven sleept die persoon de ganse groep mee in pure malaise. Letterlijke moord en brand zijn er de rechtstreekse exponenten van.

In deze tekst wou ik aantonen dat originele ideeën, zoals onder andere het Volcker-plan, ooit bestonden. Daarenboven toonde Volcker met zijn plan indirect, hetzij opzettelijk, hetzij onopzettelijk aan dat de Oostenrijkers gelijk hebben op vlak van de spaarparadox. Ze bestaat niet. Om de ontwaarding van de dollar te voorkomen moest Volcker het geld kunstmatig schaars maken, iets wat in een vrije markt automatisch zou gebeuren, gezien in tijden van crisis de natuurlijke reactie van mensen sparen is en dus een daling van de vraag naar geld. Dit deed hij door middel van zeer hoge rentevoeten, de economie stagneerde, om later terug te boomen. Ik beschouw de hoge rentes niet als het ultieme reddingsmiddel. Hoe dan ook kan de les van Volcker een pleister op een gapende wonde zijn die het bloeden tijdelijk wat zal stelpen. Hoe slecht het de komende maanden zal verlopen weten weinigen, maar één iets staat vast: Paul Volcker is groter dan Ben Bernanke, veel groter…

Michiel Rogiers
Voorzitter LVSV Nationaal
Liberaal Vlaams StudentenVerbond