Kort na de opening van het IJzeren Gordijn begonnen de vroegere Communistische staten in het Oostblok zich Sociaal Democratische Republieken te noemen. Kennelijk om duidelijk te maken, dat zij zich van het Communisme (Communistische Rusland) hadden afgekeerd en dat zij volgens het democratische systeem wilden regeren, maar wel met een socialistische inslag. Althans zo komt het voor. Niet alleen deze staten echter, maar ook groepen of partijen in de Westerse Wereld noemen zich Sociaal Democraten tot aan individuen toe.

Allereerst is het noodzakelijk vast te stellen wat Socialisme is en wat Democratie betekent. Ik citeer hiervoor uit de Winkler Prins Encyclopedie van 1938.

Democratie = Volksheerschappij; een staatsvorm waarin aan het gehele volk invloed op de regering is toegekend.

Het Socialisme omvat als tegenstelling tot het Individualisme, zowel het Collectivisme als het Communisme.

Collectivisme betekent de vervanging van het private kapitaal door het collectieve kapitaal, dat wil zeggen de vervanging van de algemene particuliere productiewijze door een nieuwe, die gebaseerd is op het collectieve eigendom van alle productiemiddelen in de maatschappij, die een sociale collectieve organisatie van de nationale arbeid ten gevolge zou hebben. Nog meer dan de collectieve eigendom van de productiemiddelen is het de socialisatie* der productiewijze, die het essentiële van het collectivisme uitmaakt.

Het Communisme beoogt naast de socialisatie van de productiemiddelen de collectieve eigendom van alle genotmiddelen met loon naar behoefte (Dit werd in het Communistisch Manifest van Friedrich Engels en Karl Marx naar voren gebracht).

*) Socialisatie is het doelbewust organiseren van de geleidelijke overgang van kapitalisme naar socialisme.

Van ingrijpende betekenis voor het Socialisme was “Het Kapitaal” van Karl Marx. Dit boek heeft grote invloed uitgeoefend en werkt nog op de massa; niet om de wetenschappelijke inhoud, die weerlegd is, maar om zekere tot het gevoel sprekende passages en leuzen, waarvan voor de licht ontvlambare massa een opzwepende bekoring uitgaat. De Socialisten, die erkennen, dat de ontwikkeling der maatschappij anders is, realiseren zich, dat zij moeten samenwerken met andere democraten en ethici om de toestand van de arbeiders te verbeteren.

Van een wetenschappelijke doctrine is geen sprake meer: alle kracht wordt besteed aan organisatie en politieke winst. Het Socialisme wordt niet gedragen door een sluitende leer, maar door een radicale hervormingspartij, die het persoonlijke bezit en inkomen van ieder wil verdelen ten gunste van anderen in die maatschappij, die om wat voor reden ook, het minder hebben.

Communisme is evenals het Collectivisme een vorm van socialisatie en wel het uiterste gevolg daarvan. Het Communisme geeft voor het menselijk en maatschappelijke geluk te bevorderen door een strenge toepassing van het beginsel van gelijkheid in de verdeling van de sociale rechten en plichten. Evenals het Collectivisme, beoogt het communisme de socialisatie van de productie, maar daarenboven ook het gemeenschappelijke eigendom van de genotmiddelen.

In de late 19e Eeuw begonnen mensen, ook niet socialisten, zich zorgen te maken om de minderen – armen – in de maatschappij. Deze bezorgden werden allengs Liberalen genoemd. Zij zetten zich, onder andere in de Verenigde Staten, in tegen grote ondernemingen, die door lagere prijzen te rekenen voor aanbieders van grote partijen, de minder goed georganiseerde concurrenten op “oneerlijke wijze” het brood uit de mond zouden stelen. Ook de bekende “anti-trust” wetten uit die tijd waren daar een gevolg van. Hoewel goed bedoeld werkten deze wetten averechts, en verarmden de groten zowel als de kleinen.

Maar dat werd nooit erkend en aan andere “kapitalistische uitbuiting” geweten. Deze wetten waren naderhand mede oorzaak van de grote depressie van 1929 en latere jaren.

In de 20e Eeuw begonnen de arbeiders mondiger te worden hetgeen zich uitte in de Russische Revolutie. Ook de algemene armoede na de Eerste Wereldoorlog maakte, dat velen zich tot het socialistische gedachtegoed voelden aangetrokken. In de politiek verschijnen dan ook vele communistische en socialistische partijen. In Nederland was dat de Sociaal Democratische Arbeiders Partij,
de S.D.A.P. naast een veelheid van andere socialistische en communistische partijen.

Ook in de Amerikaanse politiek traden zij meer naar voren. Zodanig, dat de regering van President F.D. Roosevelt doortrokken was van allerlei socialistisch getinte figuren. Zo sterk zelfs, dat de persoonlijke adviseur van Roosevelt bij de Yalta Conferentie in 1943: Alger Hiss, een door en door communistische landverrader, alles aan Stalin overbriefde en diens instructies weer aan Roosevelt doorgaf.

In Duitsland en Italië overheersten in de 30-er jaren ook socialistische politieke partijen. Eén van de kenmerkende facetten van deze socialisten was , dat zij niet de volledige economie naar zich toe trokken, maar dat zij de organisatie van het bedrijfsleven met rust lieten, maar wel voorschreven wat en hoeveel er geproduceerd mocht worden. Deze vorm van Socialisme werd met Fascisme aangeduid. Fascisten zijn dus wezenlijk niets anders dan ordinaire socialisten.

Gedurende de Dertiger Jaren van de Twintigste Eeuw ontwikkelde in Nederland het socialistische gedachtegoed zich steeds meer. Er ontstonden allerlei socialistische en communistische partijen en partijtjes, die vaak ook weer uiteen vielen. Ook onder niet specifieke socialistische partijen, zodat ook Christelijke partijen socialistische trekken in zich op namen.

Gedurende de Tweede Wereldoorlog ontstonden er onder druk van de Duitse bezetting en het ondergrondse Verzet, in Nederland sterker georganiseerde socialistische groepen, sterk onder invloed door het communisme. Na de oorlog ontstonden nieuwe politieke partijen; de P.V.D.A. en de communistische C.P.N.

Daartegenover stonden dan de christelijke partijen en de liberalen. Deze laatsten vormden de Partij voor de Vrijheid. Opgericht door de heer Oud ex P.v.d.A. lid en later omgevormd tot de V.V.D. Vergeet niet, dat in al deze partijen een stroom socialistisch denken inbegrepen was (dus ook de christelijke).

En al deze partijen beriepen zich op de DEMOCRATIE. Want immers zij waren gekozen door het volk en regeerden voor het volk.

Van al deze partijen was de communistische partij (dank zij hulp uit de Sovjet-Unie?) het sterkst georganiseerd hetgeen zich uitte in de enorm grote communistische vakbond: de Eenhieds Vak Centrale (E.V.C.). De organisatie en kracht van de E.V.C. was zodanig, dat de zittende regeringspartijen zich daardoor bedreigd voelden. De E.V.C. werd daarom bij regeringsbesluit gedwongen opgeheven. Het gevolg spreekt voor zichzelf.

Deze leden hadden geen andere keuze dan zich bij de Christelijke en Socialistische vakbonden (en politieke partijen, ondanks dat er een kleine communistische partij bestond) aan te sluiten. [Eén en ander zal zeker op advies en instructie vanuit de Sovjet Unie gedirigeerd zijn.] En zo werd de politiek en speciaal de P.V.D.A. geïnfiltreerd door communisten, die steeds sterker een
stempel gingen drukken op het gehele denken en doen van de leden. Hieruit ontstond de befaamde “Ruk naar Links”

Eenvoudige burgers, vaak met een lagere opleiding en/of gebrekkige kennis van het Nederlands en bepaalde bestaande manieren en gebruiken, kwamen in allerlei regeringsstructuren, ambtelijke instanties en in de vakbeweging terecht.

Hier ondervonden zij problemen met de gevestigde normen, manieren en gebruiken. De oplossing bestond er voor hen uit deze zaken te nivelleren. De taal moest vereenvoudigd worden, ondanks dat iedereen op school de gelegenheid kreeg om goed Nederlands te leren (indien zij zich daarvoor wilden inspannen!). De hoeveelheid leerstof en net niveau daarvan werd verlaagd. Het normale systeem van prestatiebeloning was niet socialistisch, dus moest dat worden afgeschaft. Niet alleen op scholen, maar ook in het bedrijfsleven. Pure nivellering dus.

Voor het Socialisme in al zijn vormen en geledingen was en is er geen middel ongeoorloofd om hun doelstellingen te bereiken. Leugen en bedrog, halve waarheden, maar ook moord zijn voor hen allemaal geoorloofd. [Bijvoorbeeld Marcel van Dam, die op de televisie met – onware – methoden “bewees” dat de flessen van een bepaalde frisdrankenfabriek spontaan ontploften en daarmede het gehele bedrijf ten gronde richtte. Aan het lot van de betrokken arbeiders, die plotseling werkeloos werden werd geen aandacht besteed.]

Over de jaren heen is onze hele maatschappij geïnfiltreerd door Sociaal Democraten. De regering, de overheidsinstellingen, ministeries, zoals Justitie en het Recht, het omroepbestel met zijn nieuwsvoorzieningen, allerlei instanties, stichtingen enzovoort, enzovoort. Allemaal zijn ze doortrokken van het socialisme en het socialistische gedachtegoed.

En telkens wordt dit socialisme door deze sociaal democraten gerechtvaardigd, omdat zij opkomen voor de zwakkeren of de kansarmen in de maatschappij. Dit zijn volstrekt ongrijpbare groepen. Niemand kan (en wil) deze groepen duidelijk en precies omschrijven en aanduiden en dus is het een heerlijk doel om te ge-(mis)bruiken.
Onder allerlei beweringen en redeneringen zijn vele sociaal democraten bezig zich nog verder van de gehele maatschappij meester te maken, terwijl zij daarnaast uit hun “diepe sociale bewogenheid” voor de zwakkeren, niet nalaten hun eigen zakken te vullen.

Deze gang van zaken wordt al jaren lang door vele Nederlanders onderkend en met lede ogen aangezien, maar er was weinig anders tegen te doen dan ééns in de vier jaar naar de stembus te gaan om met uiterst weging resultaat de democratische stem uit te brengen.
Maar toen??..! Toen kwam er een persoon, die de vele fouten en misstanden in de maatschappij, waar velen zich aan ergerden, duidelijk en helder bij de naam durfde te noemen en veranderingen voorstelde.
Hiermede kreeg hij in de politiek een hele grote meerderheid achter zich. De reeds lang bestaande zwijgende meerderheid.

Nu dreigde een enorme ommezwaai in het zelfvergenoegde Sociaal Democratische bestaan van velen, regeringsbonzen en andere betrokkenen. Het “heerlijke rode leventje” zou wel eens afgelopen kunnen zijn.
En dus werd die man “gewoon even” vermoord en gaat men voort met de orde van de dag. Men werpt zich dus weer met volle overgave op voor de kansarmen en leeft er weer heel plezierig van.

Vergeet echter één ding niet: Sociaal Democraten zijn niets anders dan ordinaire socialisten of communisten – het is één pot nat – en “vossen verliezen wel hun haren, maar nooit hun streken!”.