Voor wie na een lange hete zomer en een – tot nog toe – zachte winter sombert over broeikas-toestanden, is deze maand een interessant boek verschenen. Het is geschreven door drie wetenschapsbeoefenaren, die zich in de eerste zin meteen voorstellen als ‘klimaat-sceptici’. Daarmee bedoelen zij dat ze niet geloven dat ons rampen te wachten staan door de door mensen veroorzaakte uitstoot van kooldioxide en andere gassen die in de atmosfeer de warmte vasthouden die de planeet uitstraalt.

De auteurs zijn, in leeftijdsvolgorde, Dick Thoenes, Hans Labohm en Simon Rozendaal. Thoenes is een scheikundige, die als onderzoeker bij DSM en Akzo heeft gewerkt en hoogleraar is geweest in Enschede en Eindhoven. Labohm is een econoom, die voor de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken heeft gewerkt en nu verbonden is aan Clingendael. Rozendaal is ook scheikundige en wetenschapsredacteur van Elsevier. Hun boek is in het Engels geschreven en heet: Man-Made Global Warming: Unravelling a Dogma. Het is samengesmolten uit een verzameling artikelen van de drie, die voor een deel ook op internet ( www.techcentralstation.com) zijn gepubliceerd.

Een nadeel is dat de drie het soms niet kunnen laten hun tegenstanders, de profeten die zeker lijken te weten dat de aarde op weg is naar haar einde, belachelijk, en soms zelfs een beetje verdacht te maken. Dat is wel begrijpelijk, ze zijn zelf maar al te vaak zo bejegend, maar zulke sentimenten vertroebelen de discussie. En wat we juist nodig hebben is een open, nuchter, eerlijk debat, want er staan grote belangen op het spel. Daarvoor dragen Thoenes, Labohm en Rozendaal veel materiaal aan, dat ook voor leken begrijpelijk en overtuigend is.

Het broeikas-debat is nog vrij jong en heeft iedereen eigenlijk overrompeld, omdat tot diep in de jaren zeventig alle klimatologen ervan overtuigd waren dat niet opwarming, maar afkoeling van het aardoppervlak rampen teweeg zou brengen. Waardoor is die angstpsychose ontstaan? Niet door de milieubeweging, hoewel die zich het thema wel gretig eigen heeft gemaakt. De drie menen dat er sprake was van een samenloop van allerlei belangen, waarin twee politici een hoofdrol hebben gespeeld: Margareth Thatcher die in Engeland de kolenmijnen wilde sluiten, en Al Gore, de Amerikaanse vice-president, die met een kruistocht vóór de Nieuwe Economie en tégen de Nieuwe Milieuvervuiling uit de schaduw van Bill Clinton trachtte weg te komen.

Het leidde er in elk geval toe dat in 1988 door de Verenigde Naties het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) werd opgericht, een denktank van klimatologen. Hun gedachtengang is verleidelijk eenvoudig. De zon verwarmt de aarde door straling, de aarde kaatst die weer terug, maar in de atmosfeer wordt een deel van de straling door waterdamp en andere gassen vastgehouden. Die fungeren als het glazen dak van een broeikas, waardoor het aardoppervlak een gemiddelde temperatuur van vijftien graden houdt. Door de energieslurpende activiteiten van mensen wordt de ‘glasplaat’ dikker, en dan wordt de aarde warmer. Het poolijs smelt, de zeespiegel stijgt, het klimaat verandert. Geschrokken hebben de wereldleiders in 1997 in Kyoto afgesproken dat de industrielanden de uitstoot van ‘broeikasgassen’ sterk moeten reduceren.

De drie auteurs leveren een breed scala aan sterke tegenargumenten. Het interessantst is nog dat zij de klimatologen met hun eigen bevindingen om de oren slaan. Het IPCC heeft vastgesteld dat de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer in het jaar 2000 een kwart meer was dan in 1900 en dat de gemiddelde temperatuur op aarde in die honderd jaar 0,6 graad hoger is geworden. Maar bij nadere beschouwing van de temperatuurgegevens die het IPCC heeft verzameld blijkt dat die ‘opwarming’ de resultante is van periodes van temperatuurstijgingen (1900-1930: plus 0,45 graad en 1975-2000: plus 0,35 graad) en temperatuurdalingen (1930-1975: min 0,2 graad). Hoe kan het dat in het midden van de twintigste eeuw de gemiddelde temperatuur daalde, terwijl de hoeveelheid ‘broeikasgassen’ toenam?

In een van de laatste hoofdstukken bestrijden Thoenes, Labohm en Rozendaal de stelling dat het verstandig zou zijn, ondanks alle twijfels, het Kyoto-verdrag toch maar uit te voeren uit voorzorg. De overeengekomen reductie gaat om te beginnen honderden miljarden dollars kosten. Dat geld kan beter worden gebruikt om werkelijke milieuproblemen aan te pakken: de schrikbarende grond-, water- en luchtverontreiniging in arme landen die zich ontwikkelen. Er zullen handelsconflicten ontstaan met landen die, in navolging van president George Bush, het verdrag verwerpen. En uitvoering van het verdrag – inclusief de voorgestelde handel in ‘emissierechten’ – wordt oncontroleerbaar.

In december 2002 heeft Pieter van Geel, milieu-staatssecretaris onder Balkenende, Hans Labohm uitgenodigd met een groep mede-tegenstanders op zijn departement in discussie te treden met zijn adviseurs. Woensdag 12 maart 2003 vond de confrontatie plaats. Het werd een mooie dag, de ongelovigen maakten veel indruk met hun argument dat in Nederland nog nooit een behoorlijke kosten-batenanalyse is gemaakt van ‘Kyoto’. En daarna hoorden zij en wij niets meer van Van Geel. Moet Gerrit Zalm niets eens met hem gaan praten over de gevolgen voor de schatkist?

manmadeglobalwarming.jpgHans Labohm, Simon Rozendaal, Dick Thoenes:
Man-Made Global Warming: Unravelling a Dogma,
ISBN 0 906522 25 0,
prijs circa 43 euro.

Copyright: Het Parool
Uit Het Parool: Economie, donderdag 29 januari 2004

3 REACTIES

  1. Het lijkt erop alsof de geleerden de planeet Aarde als een gesloten systeem zien.
    Als we de recente plaatjes van de planeet Mars bekijken, dan is het Water op die planeet -weggekookt/verdampt- in de Ruimte.
    Zou dat met onze Aarde niet kunnen gebeuren ?
    Ik denk het wel, alleen geloof ik niet dat de Mens daar veel aan kan veranderen, e e n s zal ook de Aarde offer worden van een vervelende gang van zaken zoals dat zich overal in het Heelal afspeelt.
    En of/als dat 110 jaar eerder of later gebeurt is totaal gezien; onbelangrijk.
    Of we dat nou leuk vinden is een heel ander verhaal.

  2. Zie voor meer informatie over deze bijeenkomst;

    http://www.techcentralstation.be/030304B.html

    Ik zou trouwens niet al te veel van Pieter van Geel verwachten. Deze bestuurskundige weet duidelijk niet waar het over gaat en kan niet verder komen dan bovenstaande heren bekritiseren omdat ze “verwarring” zaaien. En dat willen we natuurlijk niet in het aangeharkte Nederland.

  3. Iedereen heeft voor en tegenargumenten!
    Mijn ene vraag blijft!
    Waarom smelten de gletsjers te snel af?
    Je kan het zelf gaan bekijken, de Rhone gletsjer trekt zich te snel terug. Waarom dan?
    Die temperatuursmetingen kunnen een beetje onnauwkeurig zijn, maar elke oude Zwitser die in de buurt van de gletsjer woont kan vertellen waar dat hij 50 jaar geleden nog lag, en dat is een heel stuk verderop dan nu!

Comments are closed.