Ondanks de inspanningen van de historicus Niall Ferguson om de goede kanten van het Britse Rijk te laten zien beschouwt een overweldigende meerderheid van het Amerikaanse volk kolonialisme en imperialisme als slechte zaken. Daarom zal elke groep, individu of overheid die de aantijging van kolonialisme of imperialisme naar haar hoofd geslingerd krijgt, zich hiertegen hevig verzetten. Bij verschillende gebeurtenissen in New York en Washington werd onlangs deze beschuldiging aan het adres van de milieubeweging geuit.

012104C_large.jpgOverheidsfunctionarissen, bureaucraten van hulporganisaties, en ook sandaaldragende greens, worden verantwoordelijk gehouden voor massale ziekte en sterfte in de armste landen van de wereld omdat zij hun verdorven reguleringsbeleid exporteren naar de Derde Wereld. Totnogtoe heeft de milieubeweging deze kritiek vooral genegeerd, maar langzaamaan wordt ze gedwongen een antwoord te geven aangezien de term ‘eco-imperialisme’ steeds meer gemeengoed wordt.

Het duidelijkste voorbeeld van eco-imperialisme is het verbieden of minimaliseren van het gebruik van de pesticide DDT om ziektes die door muggen worden overgedragen te bestrijden. Zorgen over schade aan de eieren van roofvogels (die waarschijnlijk veroorzaakt zijn door grootschalig gebruik van DDT in de landbouw) hebben ervoor gezorgd dat de milieubeweging restricties op het gebruik van DDT heeft geëist. Dit heeft de laatste decennia tientallen miljoenen mensen hun leven gekost. Maar naast dit ‘kroonvoorbeeld’ worden nu ook andere voorbeelden bekend. Op de bijeenkomst van het George C. Marshall Instituut in Washington DC sprak de Indiase econoom Prasanna Srinivasan, over de pesticide Paraquat. Hij documenteerde hoe de milieubeweging heeft geprobeerd deze pesticide te laten verbieden en hoe ze daar, ongelukkig genoeg, op verschillende plaatsen succesvol in is geweest.

In tegenstelling tot DDT is Paraquat extreem giftig, en zoals vele zwaar depressieve mensen hebben ondervonden is het een efficiënte, zij het extreem pijnlijke, methode om suïcide te plegen. Maar is het enkele feit dat de pesticide gevaarlijk is als je het verkeerd gebruikt, reden om het te verbieden ook aan diegenen die er verantwoord mee kunnen omgaan? De milieubeweging zegt ja, Prasanna Srinivasan zegt nee.

“Pesticiden als Paraquat beschermen 40% van de globale voedselproductie. Dat zeg ik niet alleen, maar dat stelt ook de Food and Drug Organisation (FAO) en elke landbouwkundige expert.” zo stelt Srinivasan. Zonder Paraquat zouden mensen in delen van de wereld sterven van de honger. Daarnaast is Paraquat niet schadelijk voor het milieu; het breekt vanzelf af, en in tegenstelling tot DDT, blijft het niet in het milieu aanwezig. Het zorgt er ook voor dat er minder land nodig is voor dezelfde hoeveelheid voedselproductie; m.a.w. het zorgt voor een hogere opbrengst per hectare.

De inherente eigenschappen van Paraquat en de maner waarop het wordt verkocht in meer dan honderd landen, betekenen dat de kans om het per ongeluk op te drinken minimaal is. Het komt voor dat mensen per ongeluk vergiftigd raken, maar dit gebeurt uiterst zelden.

Ongevoelig voor deze argumenten eisen milieugroeperingen, zoals het International Pesticide Elimination Network (IPEN), een wereldwijd verbod. Het is duidelijk dat de meeste actoren binnen groepen zoals het IPEN, niet elke dag hoeven te strijden om voldoende voedsel binnen te krijgen, en een verbod op Paraquat zou hun consumptiepatroon bestaande uit dure, organische producten, gekocht bij gespecialiseerde aanbieders, dan ook op geen enkele manier beïnvloeden. Maar de meeste van ’s werelds armste mensen hebben deze luxe-keuze niet.

Volgens de medeoprichter van Greenpeace, Patrick Moore: “…heeft de milieubeweging haar objectiviteit, moraliteit en menselijkheid verloren.” Op een bijeenkomst in New York, georganiseerd door het Congress for Racial Equality (CORE), concludeerde Moore deze week: “De pijn en het lijden die de milieubeweging veroorzaakt in ontwikkelingslanden kunnen niet langer worden getolereerd.”

CORE wil ervoor zorgen dat ‘eco-imperialisme’ een gangbare term wordt. Niger Innes van CORE zegt dat hij de eco-moorden, waar de milieubeweging volledig onverschillig tegenover lijkt te staan, wil stoppen. Innes maakt een belangrijk punt als hij enigszins ironisch stelt dat de gemiddelde Europese koe $250 dollar per jaar aan subsidie ontvangt, terwijl meer dan een miljard mensen moeten overleven met minder dan $200 dollar per jaar. Door het reduceren van markten voor hun producten zorgen westerse landbouwsubsidies voor net zoveel lijden in arme landen als restricties op pesticiden dat doen.

Dr. CS Prakash, professor in de plantgenetica aan de Tuskegee Universiteit, legde uit hoe genetische modificatie van planten het aantal kinderen dat blind wordt door een tekort aan vitamine A, gereduceerd zou kunnen worden. Op dit moment worden zo’n 500,000 kinderen per jaar blind en zgn. gouden rijst kan dit probleem doen oplossen, maar veel milieugroeperingen zijn fel gekant tegen deze technologie.

“Door massaal wilde, ongefundeerde verhalen over de onveiligheid van biotechnologische gewassen de wereld in te sturen, werpen zij enorme obstakels op in de ontwikkeling van genetische modificatie van planten, die voor economische welvaart voor de armen op het platte land zouden kunnen zorgen.” zo concludeert Dr. Prakash.

Paul Driessen, een organisator van de CORE bijeenkomst en de auteur van Eco-Imperialism: Green Power Black Death hoopt net als Innes dat de term eco-imperialisme veel meer bekendheid krijgt. Driessen zegt: “Het is tijd om deze groeperingen verantwoordelijk te houden en organisaties, stichtingen, gerechtshoven en beleidsmakers te dwingen om de consequenties van het beleid dat ze opleggen aan ’s werelds armste mensen in te zien.”

Het is te hopen dat de inspanningen van Driessen en Innes resultaat opleveren. Het morele bankroet van de moderne milieubeweging moet blootgelegd worden en hun werk is een goed begin.

Dit artikel verscheen eerder op TechCentralStation.com en is met toestemming overgenomen en vertaald. De auteur, dr. Roger Bate is directeur van de organisatie Africa Fighting Malaria. Vertaling door Koen Swinkels.

Dit artikel verscheen eerder op: mvlogo-small.jpg

3 REACTIES

  1. Wat DDT betreft, moet men de balans maken tussen de toxische effecten die het veroorzaakt, de persistentie in het ecosysteem, enerzijds, is het voldoende bekent dat DDT, en zijn metaboliet hormoonverstooders zijn, en dat ze op deze wijze de hormonale balans in onevenwicht brengt, het DDE is bovendien carcinogeen.
    Ik ben mij er ter dege van bewust dat de strijd tegen malaria toppriorteit is, en dat er om die reden ook nog gebruik wordt gemaakt van DDT, men moet hier de voordelen tegen de nadelenafwegen, ,wat een zeer moeilijke oefening is, want DDtt gaat op middenlangetermijnhet hele ecosystem verwoesten, de vraag is of deze mensen hier ook baat bij hebben.
    men kan de muskietennetten bestrijken met andere minder persistente pesticiden, dit zou misschien een oplossing kunnen bieden.
    hoogachtend
    Jan Anton Gilles

Comments are closed.