Libertarische tegenstanders van anarchie vallen een karikatuur aan. Hun argumenten zijn normaliter utilitaristisch en komen neer op zoiets als ‘maar anarchie kan niet slagen’ of ‘we hebben de staat en de zaken waar zij voor zorgt gewoon nodig’. Deze aanvallen berusten echter op verwarring.
Libertarische tegenstanders van anarchie vallen een karikatuur aan. Hun argumenten zijn normaliter utilitaristisch en komen neer op zoiets als ‘maar anarchie kan niet slagen’ of ‘we hebben de staat en de zaken waar zij voor zorgt gewoon nodig’. Deze aanvallen berusten echter op verwarring.
Stephan Kinsella |
Als je jezelf een anarchist noemt wil dat niet zeggen dat je denkt dat anarchie in de praktijk zal ‘werken’ (wat dat ook moge betekenen), noch dat je voorspelt dat anarchie ooit bereikt zal of überhaupt kan worden. Je kunt immers ook een pessimistische anarchist zijn. Wat het betekent om een anarchist te zijn is simpelweg dat je gelooft dat agressie ongerechtvaardigd is, en dat een staat noodzakelijkerwijs agressie gebruikt. Daaruit volgt dat staten en de agressie die ze gebruiken niet te rechtvaardigen zijn. Het is dus eigenlijk vrij simpel. Anarcho-kapitalisme is een ethische opvatting en het is dan ook geen verrassing dat het utilitaristen verwart.
Uit het bovenstaande volgt dat een ieder die geen anarchist is moet volhouden dat óf (a) agressie gerechtvaardigd is, óf (b) een staat niet noodzakelijkerwijs agressie gebruikt.
Bewering (b) is duidelijk onjuist. Een staat zal altijd belasting heffen, wat een vorm van agressie is. Een staat zal verder altijd verbieden dat andere partijen voor defensie en bescherming zorgen, wat ook een vorm van agressie is. (Om nog maar te zwijgen van de talloze wetten die slachtofferloze transacties verbieden. In de geschiedenis hebben staten deze altijd, zonder enige uitzondering, aan de bevolking opgelegd. Het is dan ook verbazingwekkend dat minarchisten denken dat een minarchie überhaupt mogelijk is.)
Met betrekking tot bewering (a): wel, socialisten en criminelen vinden ook dat agressie gerechtvaardigd is. Maar daarmee is het nog niet waar. Criminelen, socialisten, en anti-anarchisten zullen nog steeds moeten laten zien hoe agressie – de initiatie van geweld tegen onschuldige slachtoffers – gerechtvaardigd is. Het is geen verrassing dat het onmogelijk is om dit aan te tonen. Maar criminelen voelen zich ook niet verplicht om agressie te rechtvaardigen; waarom zou dat voor voorstanders van een staat anders zijn?
De kritiek van conservatieven en minarchisten op de idee van anarchie komt simpelweg voort uit een verwarring. Anarchisten voorspellen niet (noodzakelijkerwijs) dat anarchie ooit bereikt zal worden – ikzelf denk bijvoorbeeld niet dat het ooit zo ver zal komen. Maar dat op zich betekent niet dat het bestaan van een staat gerechtvaardigd kan zijn.
Een analogie om dit te illustreren: conservatieven en libertariërs zijn het er allemaal over eens dat private misdaad (moord, beroving, verkrachting) niet gerechtvaardigd is, en dat het niet ‘zou moeten’ voorkomen. Maar zelfs als de meeste mensen goede mensen worden, zal er nog altijd een kleine minderheid zijn die zich crimineel gedraagt. Er zal altijd misdaad zijn. Maar die misdaad zullen we ook altijd blijven veroordelen en we zullen pogen haar te verminderen.
Is er een logische mogelijkheid dat er geen criminaliteit meer is? Vanzelfsprekend. Iedereen zou er vrijwillig voor kunnen kiezen om de rechten van anderen te respecteren. In dat geval zal er geen criminaliteit meer zijn. Het is niet zo moeilijk je dat voor te stellen. Desalniettemin zullen we criminaliteit nog steeds veroordelen en als iets slechts beschouwen, ook al omdat we weten dat het altijd kan terugkeren. Dus het is onzinnig of zelfs onoprecht om op mijn claim dat criminaliteit immoreel is, te antwoorden ‘maar dat is geen praktisch standpunt’ of ‘maar dat zal nooit werken’ ‘omdat er altijd criminaliteit zal zijn’. Het enkele feit dat er altijd criminaliteit zal zijn – dat niet iedereen vrijwillig de rechten van anderen respecteert – betekent niet dat het ‘niet praktisch’ is om er tegen te zijn, noch betekent het dat criminaliteit gerechtvaardigd is. Het betekent niet dat er een fout zit in de bewering dat criminaliteit slecht is.
Op dezelfde manier kun je op mijn claim dat de staat en agressie ongerechtvaardigd zijn niet antwoorden dat ‘anarchie kan niet werken’ of dat het ‘niet praktisch is’, of ‘dat het niet erg waarschijnlijk is dat anarchie ooit realiteit zal zijn’(1). De idee dat de staat ongerechtvaardigd is, is een normatieve of ethische positie. Het feit dat er niet voldoende mensen zijn die de rechten van hun buren willen respecteren om anarchie daadwerkelijk te realiseren, m.a.w. het feit dat voldoende mensen de legitimiteit van de staat ondersteunen zodat deze zal blijven bestaan, betekent op zichzelf niet dat de staat en haar agressie gerechtvaardigd zijn. (2)
Andere utilitaristische antwoorden zoals ‘Maar we hebben een staat nodig’ spreken de bewering dat staten agressie gebruiken en dat agressie niet gerechtvaardigd is, niet tegen. Het betekent dan ook simpelweg dat de voorstanders van de staat er geen problemen mee hebben om agressie tegen onschuldige slachtoffers te initiëren – m.a.w. de voorstander van de staat deelt de mentaliteit van de crimineel en de socialist. De private crimineel is van mening dat zijn behoeften de enige zaken van belang zijn; hij heeft er geen probleem mee om geweld te gebruiken om zijn behoeften te bevredigen; het maakt hem niet uit wat goed of slecht, juist of onjuist is. De voorstander van de staat denkt dat zijn opvatting dat ‘we’ zaken ‘nodig hebben’ het rechtvaardigt om geweld tegen onschuldige individuen te gebruiken of goed te keuren. Zo simpel is het.
Wat dit argument ook moge zijn, het is niet libertarisch. Het is geen argument tegen agressie. Het is een argument voor een andere opvatting – ervoor zorgen dat publieke ‘behoeften’ bevredigd kunnen worden, ongeacht de kosten ervan – het is geen argument voor vrede en samenwerking. De crimineel, gangster, socialist, aanhanger van de verzorgingsstaat, en zelfs de minarchist, delen allen de mening dat naakte agressie gerechtvaardigd is om een bepaald doel te bereiken. De details verschillen, maar het resultaat is hetzelfde – onschuldige levens worden vertrapt door fysiek geweld. Sommigen kunnen dit onder ogen zien en accepteren; anderen zijn beschaafder – libertarischer, zou men kunnen zeggen – en verkiezen vrede boven gewelddadige strijd.
Aangezien er criminelen en socialisten onder ons zijn, is het geen verrassing dat de meeste mensen een bepaalde mate van criminele neigingen bezitten. Per slot van rekening berust de staat op de stilzwijgende toestemming van de massa’s die, ten onterechte, van mening zijn dat de staat legitiem is. Maar niets van wat hierboven beschreven is betekent dat criminele activiteiten die gesteund worden door de massa’s gerechtvaardigd zijn.
Het is tijd voor libertariërs om een positie in te nemen: ben je vóór agressie of ertegen?
(1) Een ander punt: in mijn mening is het bereiken van een minarchie net zo onwaarschijnlijk als het bereiken van een anarchie. Wat opvalt is dat bijna elk argument dat minarchisten gebruiken over hoe onpraktisch een anarchie zou zijn, ook tegen de idee van een minarchie gebruikt kan worden. Beide vormen zijn uiterst onwaarschijnlijk. Voor beide vormen is het noodzakelijk om miljoenen mensen van mening te doen veranderen. En beide vormen berusten op aannamen die de meeste mensen gewoonweg niet zo veel interesseren.
(2) Hoewel de argumenten vóór een anarchie niet afhangen van haar waarschijnlijkheid of haalbaarheid, net zo min als de argumenten tegen private criminaliteit afhangen van de mogelijkheid dat er geen criminaliteit meer zal zijn, is anarchie duidelijk mogelijk. Er is bijvoorbeeld anarchie tussen verschillende naties. Er is ook anarchie binnen een overheid zelf, zoals werd aangetoond in het belangrijke maar veelal genegeerde artikel in de Journal of Libertarian Studies van Alfred G. Cuzà ”Do We Ever Really Get Out Of Anarchy?” Cuzán stelt dat zelfs de overheid zelf intern een anarchie is – de president dwingt anderen in de regering niet letterlijk om zijn bevelen op te volgen; ze gehoorzamen hem vrijwillig, dankzij een herkende, hiërarchische structuur. De (politieke) anarchie van een overheid is geen goede anarchie, maar het laat wel zien dat anarchie mogelijk is – dat we er zelfs nooit echt aan ontkomen. En Shaffer maakt de inzichtrijke opmerking dat we met onze buren continu in een toestand van ‘anarchie’ verkeren. Als de meeste mensen niet al het karakter hadden om op vrijwillige basis de meeste rechten van hun buren te respecteren, zouden samenleving en beschaving onmogelijk zijn. De meeste mensen zijn goed genoeg om een beschaving te laten ontstaan, ondanks het bestaan van een bepaalde mate van publieke en private criminaliteit. Het is denkbaar dat de mate van goedheid zou kunnen stijgen – door educatie of universelere economische welvaart bijvoorbeeld – genoeg om de steun voor de legitimiteit van de staat te doen verdampen. Het is alleen erg onwaarschijnlijk.
Dit artikel verscheen eerder (20 januari) op LewRockwell.com. Kinsella is advocaat in Houston. Op zijn website, www.StephanKinsella.com, heeft hij meer stukken van hemzelf staan. Vertaling: door Koen Swinkels. |
Dit artikel verscheen eerder op: |
Bedankt voor dit artikel. Ik ben erg benieuwd naar de gedachtengang achter de verschillende politieke stromingen.
Het lijkt erop dat deze kernwaarde van het A-K, het zich onthouden van agressie – ik noem het voor het gemak maar geweldloosheid – een waarde is waar veel mensen zich achter kunnen scharen, inclusief de hier gecriminaliseerde “socialisten”.
Het verschil tussen een pragmaticus of realist en deze auteur, is dat de auteur vrijheid en geweldloosheid als absoluut-ethische waarden en gedragsregels ziet, die, onafhankelijk van de staat van de wereld, resoluut zouden moeten worden toegepast. Wellicht vergis ik mij hierin, wellicht gelooft de auteur dat deze theorie van elke praktische waarde gespeend is, en dat wij haar puur op haar filosofisch-ethische merites moeten beoordelen. Dan snap ik niet waarom hij zich er überhaupt nog mee bezig houdt.
Ik geloof niet in een absolute ethiek. Hoe je je zult gedragen is afhankelijk van de staat van de wereld. Ethiek is niet een filosofische discipline, die los van de feitelijke wereld opereert, nee! De auteur ziet dat graag zo. Hij wil dat we dwang rechtvaardigen in absolute zin, geisoleerd van andere waarden en normen. In die zin is dwang inderdaad niet te rechtvaardigen. Dat wil zeggen: een ideale wereld kent geen dwang. Maar wij leven in een wereld die in een bepaalde toestand verkeerd en wij hebben ook nog andere waarden en normen. Als wij de dwang van de overheid om belasting te innen zouden afschaffen, zouden velen geen goed onderwijs meer kunnen betalen en een hele onderklasse zou aan de onderkant van de maatschappij geketend worden. Hun persoonlijke vrijheid in termen van maatschappelijke mogelijkheden zou ernstig worden aangetast. Zo zien we dat een onvrijheid noodzakelijk is om een vrijheid te kunnen garanderen. Soms moet je zijn wat je niet bent om te kunnen zijn wat je bent. De auteur wil dwang op zichzelf beoordelen, zoals de milieubeweging vaak kernenergie op zichzelf beoordeeld. In principe is kernenergie niet wenselijk, maar we moeten naar het volledige veld kijken en wellicht is het op een bepaald moment in een bepaalde situatie de minste van de kwaden! Zo ook met dwang.
De huidige situatie is nou eenmaal dat veel mensen niet vrijwillig zouden bijdragen aan de gemeenschappelijke diensten waar we nu van profiteren als maatschappij. Zou de mensheid evolueren naar een toestand waarin zij genoeg liefde kan opbrengen om voorbij het beperkte eigenbelang te kijken en goed voor elkaar te zorgen, dán zou het anarcho-kapitalisme een goede mogelijkheid zijn. In die situatie zou iedereen vrijwillig belasting afdragen, en vrijwillig delen met de armen. Het overheidsapparaat zou veel kleiner kunnen worden.
Overigens zou een systeem van financiële transparantie, waarbij iedereen kan zien wat een ander afdraagt aan de algemene pot, zeker bijdragen aan het vrijwillig willen meedoen aan de pot.
Hiermee is niet gezegd dat vrijheid ook vandaag de dag niet een belangrijk iets is. Om de God van Neale D. Walsch te citeren, “Het is slechts door het uitoefenen van de grootste vrijheid dat de grootste groei wordt bereikt – of zelfs mogelijk is.
Als alles wat je doet de regels van een ander volgen is, dan ben je niet gegroeid, maar heb je gehoorzaamd.
In tegenstelling tot jouw constructies is gehoorzaamheid niet wat Ik (God) van je wil. Gehoorzaamheid is geen groei, en groei is wat ik verlang.”
Comments are closed.