Veel critici klagen dat de vrije markt een ‘onpersoonlijk monster’ blijkt, door inefficiënte ondernemers te elimineren of hun in andere richtingen te sturen. De vrije-markt-economie, zo beweren zij, is ‘de wet van de jungle’, waar de ‘survival of the fittest’ van kracht is. Libertariërs die een vrije markt voorstaan worden daarom “Sociaal Darwinisten” genoemd, die de zwakkeren willen uitroeien, ten gunste van de sterkeren.

In de eerste plaats zien deze critici het feit over het hoofd dat de werking van de vrije markt totaal verschillend is van een overheidsdaad. Wanneer een overheid optreedt, zijn individuele critici machteloos om het resultaat te veranderen. Ze kunnen dat alleen doen als ze de heersers uiteindelijk kunnen overtuigen dat hun beslissing veranderd moet worden; dit kan een lange tijd duren of totaal onmogelijk zijn. Op de vrije markt is er geen ultieme beslissing die wordt opgelegd met dwang; iedereen is vrij om zijn eigen beslissingen te maken en daarmee significant de resultaten van ‘de markt’ te veranderen. Kortom, iedereen die vindt dat de markt te wreed is geweest tegen sommige ondernemers of tegen enige andere inkomensontvangers, is volkomen vrij om een liefdadigheidsfonds op te zetten voor geschikte giften en leningen. Zij die bestaande liefdadigheid bekritiseren als “onvoldoende” zijn volkomen vrij om het gat zelf te vullen. We moeten oppassen dat wij de markt niet gaan beschouwen als een reële entiteit, een maker van onveranderlijke beslissingen. De markt is het resultaat van de beslissingen van alle individuen in de maatschappij; mensen kunnen hun geld uitgeven op elke manier die zij willen en kunnen elke beslissing maken met betrekking tot hun persoon en hun eigendom. Ze hoeven niet tegen de ‘markt’ te vechten, of één of ander wezen dat bekend staat als de ‘markt’ te overtuigen, voordat zij hun beslissingen kunnen verwezenlijken.

De vrije markt is in feite precies het diametraal tegengestelde van de ‘junglemaatschappij’. De jungle wordt gekarakteriseerd als een oorlog van allen tegen allen. De één gaat er alleen op vooruit ten koste van een ander, door het afpakken van de anders eigendom. Aangezien iedereen op een bestaansminimum leeft, is er een echte stijd om overleving, waarbij de sterkere macht de zwakkere verplettert. Op de vrije markt, verdient de één echter alleen door een ander te dienen, ook al kan hij zichzelf ook terugtrekken in zelf-voorzienende productie op een primitief niveau, als hij dat belieft. Het is precies door de vreedzame samenwerking van de markt dat alle mensen erop vooruitgaan door de ontwikkeling van de arbeidverdeling en kapitaalinvesteringen. Het prinicpe van ‘survival of the fittest’ op zowel de jungle als de markt toe te passen, is het negeren van de basisvraag: Fitheid waarvoor? De ‘fitten’ in de jungle zijn degenen die het meest vaardig zij in het uitoefenen van brute kracht. De ‘fitten’ op de markt zij degen die het meest vaardig zijn ten dienste van de samenleving. De jungle is een brute plaats waar sommigen van anderen afpakken en allen op het hongerniveau leven; de markt is een vreedzame en productieve plaats waar allen tegelijkertijd hunzelf en anderen dienen onder oneindig hogere consumptieniveau’s. Op de markt, kunnen de gullen liefdadigheid verschaffen, een luxe die niet kan bestaan in de jungle.

De markt verandert daarom de jungles destructieve concurrentie naar een mager bestaansminimum in een vreedzame samenwerkende concurrentie ten dienste van het individu en anderen. In de jungle gaan sommigen alleen erop vooruit ten koste van anderen. Op de vrije markt gaat iedereen erop vooruit. Het is de markt — de contractuele maatschappij — die orde uit de chaos onttrekt, die de natuur onderwerpt, en de jungle elimineert, die het mogelijk maakt dat de ‘zwakken’ productief kunnen leven, of van giften uit de productie, in een koninklijke stijl, in vergelijking met het leven van de ‘sterken’ in de jungle. Door de levensstandaard te verhogen, geeft de markt de mens daarnaast de vrije tijd om juist die kwaliteiten van de maatschappij te cultiveren, die de mens van de bruten onderscheidt. Het is is juist het étatisme dat de wet van de jungle terughaalt — conflicten terugbrengt, disharmonie, strijd, en de oorlog van allen tegen allen, en algemene armoede. In plaats van de vreedzame ‘stijd’ van concurrentie tot wederzijds voordeel, biedt het étatisme calculationele chaos en de doodsstrijd van Sociaal Darwinistische concurrentie naar politieke privileges en een beperkte levensstandaard.

junglerothbard.jpgMurray N. Rothbard (1926–1995) was de grondlegger van het moderne libertarisme en de voornaamste woordvoerder van de Oostenrijkse School binnen de economie. Hij was de auteur van The Ethics of Liberty en For a New Liberty en een scala van boeken en artikelen. Hij was ook academisch vice-president van het Ludwig von Mises Institute en The Center for Libertarian Studies. Samen met Lew Rockwell was hij de hoofdredacteur van The Rothbard-Rockwell Report.

Dit artikel komt uit het boek “Man Economy and State, with Power and Market” van Murray Rothbard, en is vertaald door MeerVrijheid.

Dit artikel verscheen eerder op: mvlogo-small.jpg

3 REACTIES

  1. Jungle heet tegenwoordig tropisch regenwoud.
    En een tropisch regenwoud is het waard om te behouden: de longen van de wereld. De markt als de longen van de wereld : dat komt dichter bij de waarheid.

  2. De tropische regenwouden zijn niet de longen van de wereld, dat is het plankton in de oceanen. De markt als kloppend hart van de samenleving, dat lijkt me een nog betere metafoor.

  3. Wat nou als we de markt de plankton van de wereld noemen?
    Een kloppend hart (net als een regenwoud als een geheel) insinueert een gereguleerde eenheid (alhoewel een regenwoud iets minder).

    Als we het over plankton hebben weet iemand dat je het over een heleboel kleine dier-dingetjes bedoeld die worden opgegeten door de grootste dieren in de zee.

Comments are closed.