Het is een kwalijke zaak, dat vrijwel niemand in de gaten heeft dat de vrek wel degelijk een beetje, of eigenlijk een heleboel, gelijk heeft.
Het is alweer Kerstmis en dus weer tijd om de metaformose van Ebenezer Scrooge te vieren.
U kent het ritueel:
het begin: verwens de vrek uit Charles Dickens “A Christmas Carol”. ten slotte: bejubel de brave ziel die hij uiteindelijk wordt.
Het is een kwalijke zaak, dat vrijwel niemand in de gaten heeft dat de vrek wel degelijk een beetje, of eigenlijk een heleboel, gelijk heeft.
Om dit op zijn waarde te kunnen inschatten is het noodzakelijk om Scrooge’s visie op het leven vanuit zijn onaangename persoonlijkheid te kennen.
Men zegt dat hij een haviksneus en een scherpe stem heeft, maar zeker zullen niet alle keiharde zakenlieden zulke jammerlijke figuren zijn. Ook zullen hun kleurloze neefjes ( zoals Scrooge’s neefje Fred ) niet altijd goed uitziende kinderen zijn met mooie vrouwen. Het zijn de dichterlijke vrijheden, die de opzet van dit verhaal ondersteunen.
Laten we eens onbevooroordeeld kijken naar de zogenaamd onderbetaalde bediende Bob Cratchit. In feite zou, indien Cratchit meer waard zou zijn dan de 15 shilling die Scrooge hem betaalde, er altijd wel iemand zijn, die hem graag meer zou bieden. Aangezien niemand dat heeft gedaan, en aangezien Chratchit’s winstnajagende baas zeker niet van plan is om iets om niets te betalen, moet Cratchit wel precies dat waard zijn wat hij als huidig loon krijgt.
Zeker, Cratchit heeft meer nodig, althans hij vraagt meer, om zijn gezin te onderhouden, maar Scrooge heeft Cratchit niet gedwongen om kinderen te verzorgen, die hij zo moeilijk kan onderhouden. Als Cratchit kinderen had, terwijl hij kon vermoeden dat hij het moeilijk zou hebben om hen te verzorgen, is hijzelf en niet Scrooge verantwoordelijk voor hen. Trouwens als Cratchit er geen idee van gehad zou hebben hoe kostbaar zij wel zouden zijn, waarom zou Scrooge dan de gevolgen van Cratchitÿs fouten moeten dragen?
Dat ene stuk steenkool dat Scrooge hem geeft toont aan dat Cratchit niet aan zijn kille bureau geketend is.
Als hij in deze baan blijft, toont dat aan dat zijn huidige loon en werkplek te verkiezen zijn boven andere die hij kent, of waarvan hij denkt dat die mogelijk te vinden zijn.
Nog bekender zelfs dan zijn slechte gedrag zijn Scrooge’s woorden die hij snauwt wanneer hem om giften wordt gevraagd: Zijn er dan geen gevangenissen en hoe zit het met de werkhuizen?
Ontstellend?, terecht?, gebrek aan compassie?
Niet noodzakelijk. Volgens Scrooge steunt hij die instellingen al door middel van zijn belasting betalingen. Omdat hij zo gedwongen wordt om hen die zichzelf niet kunnen of niet willen helpen, te helpen, is het niet onredelijk dat hij weigert om verdere fondsen ten behoeve voor hun extra comfort te doneren.
Dat velen de dood boven een werkhuis verkiezen gelooft Scrooge niet en hij raakt niet onder de indruk van die verhalen over de vreugdeloosheid van die werkhuizen. Hij heeft gelijk om niet onder de indruk te raken, want de publieke voorzieningen voor de armen moeten wel “Dickensiaans” blijven. Des te plezieriger de alternatieven ten opzichte van productieve bezigheid zullen zijn, des te groter zal het aantal mensen die deze alternatieven verkiezen, worden, en des te minder mensen er beschikbaar voor productief werk zullen zijn. Wanneer de gemeenschap verwacht dat iedereen werkt, dan moet dat werk dan ook veel attractiever zijn dan niets doen.
Hoewel gewoonlijk laconiek, laat Scrooge zich een beetje gaan wanneer Cratchit suggereert dat hij wel een betaalde Kerstvacantie zou willen hebben. Het is niet terecht protesteert Scrooge. Cratchit weerspreekt dit met de irrelevante opmerking dat het maar één maal per jaar Kerstmis is. Natuurlijk is het niet terecht, Cratchit zou trouwens zeker bezwaar maken tegen het verzoek om een dag zonder betaling te komen werken, terwijl hij het wel een normale zaak vindt wanneer hij voor niets betaald zou worden.
Cratchit heeft duidelijk de Gulden Regel vergeten (of zou het zo zijn, dat , omdat Scrooge zoveel meer bezit dan Cratchit, de Gulden Regel niet van toepassing is? Maar Scrooge denkt niet dat hij zo rijk is en zou hij hierin trouwens niets te zeggen hebben?)
Scrooge’s eerste werkgever, die goeie ouwe Feziwig, was heel wat makkelijker met het geven van een Kerstfeest voor zijn employees. Probeerde deze de extra kosten aan zijn klanten te berekenen, of betaalde hij de jonge Scrooge een fractioneel lager loon?
De grootste van de Grote Leugens over Scrooge is dat er geen reden zou zijn voor zijn jacht op geld. “Hij geeft helemaal niet om luxe; Hij doet er geen enkele weldaad mee” is de mening van de verfoeide neef Fred. Beide ideeën zijn helemaal fout. Scrooge leent wel degelijk geld uit en om te ontdekken of hij er goed mee doet, volstaat het om bij zijn klanten te informeren.
De ene is een huiseigenaar met een nieuw dak, een andere is een handelaar die er een scheepslading thee mee heeft gefinancierd waarmee hij weer winst heeft gemaakt, terwijl de mensen die zijn thee drinken, gelukkig zijn dat ze thee kunnen kopen.. En dat alles dank zij Scrooge.
Door Dickens wordt er nergens over tevreden klanten gesproken, maar toch moeten er heel wat geweest zijn zodat Scrooge zo rijk kon worden. Er wordt gezegd dat Scrooge zijn schuldenaren zo meedogenloos achterna zat dat de mensen, die bij hem een lening hadden, zich al verheugden in zijn overlijden, althans zo hield de “” Geest van Kerstmis” het hem voor. “Zelfs uitstel van betaling van de schuld zou al een ramp kunnen afwenden.”
Deze laatste opmerking is driedubbele onzin.
Ten eerste: Een zakenman zoals Scrooge zal altijd wel zo verstandig zijn om uitstel van betaling te regelen, om in ieder geval zijn investering veilig te stellen en hij zal dus altijd bereid zijn om een ramp af te wenden, want iets wat waardeloos is in beslag te laten nemen levert geen revenuen op. (Er is geen bank die projectontwikkelaars failliet wil laten gaan om eigenaar te worden van een half afgebouwd winkelcentrum).
Ten tweede: Het zeurderige tweetal kende en aanvaardde de voorwaarden die Scrooge eiste. Door de overeenkomst te verzaken, zijn zij feitelijk betrokken bij diefstal.
Ten derde: En dit is het belangrijkste, volledig genegeerd door zowel de “Geest van Kerstmis” als door Dickens: er zijn nog altijd mensen, die hopen ten behoeve van hun plannen geld van Scrooge te lenen; geld dat hij wel eerst van zijn oude klanten moet terugkrijgen. Scrooge kan geen geld uitlenen dat hij nog niet heeft teruggekregen. Ook zal hij geen cent verdienen indien hij geld dat terugkomt niet opnieuw kan uitzetten.
Een moeilijk geval is natuurlijk de schuld van Bob Cratchit die het geld nodig had voor een noodzakelijke operatie van kleine Tim. (Hier wijk ik van de tekst af, maar de karakters van Dickens zijn zo bekend, dat zij van toepassing gemaakt kunnen worden op andere gevallen.)
Indien je denkt dat het harteloos is van Scrooge om de terugbetaling te eisen, denk dan eens aan de ziekelijke Sid, die nog veel noodzakelijker geopereerd moet worden dan Tim. Zo moet Sid’s vader wachten op het ogenblik waarop Cratchit eindellijk zijn lening zal afbetalen. Is Tim’s leven zoveel meer waard dan dat van Sid? En hoe zouden we moeten uitleggen aan Sidÿs vader dat zijn zoon niet geopereerd kan worden omdat Scrooge uit altruïsme met Kerstmis, Cratchit zou toestaan om zijn afbetalingsschema te veranderen? Scrooge brengt zijn geld niet uit altruïsme in omloop, dat is in ieder geval zeker, maar zijn motieven, welke die ook mogen zijn, passen volledig in onze maatschappij.
Wat kunnen we over die motieven zeggen? Dat Scrooge niet veel voldoening put uit de diensten die hij onbedoeld toch verleent lijkt wel een deel van de opvatting van Dickens te zijn. Maar wie, behalve Dickens dan, zegt dat Scrooge zich niet verheugt? Hij besteedt alle tijd aan zijn zaken, hij houdt ervan om zijn geld te tellen en verder heeft hij geen enkele interesse.
Ook blijkt Scrooge nergens moeilijkheden mee te hebben en vertoont hij geen enkel teken van depressiviteit of van een intern conflict.
Of hij dat wilde of niet heeft Dickens Scrooge verreweg de meest intelligente figuur in zijn fabel gemaakt en de grootste waarde van Scrooge is volgens Dickens dat er niets “gemaakts” aan hem is.
We kunnen besluiten, dat op zijn onopvallende manier Scrooge een productief mens is, die met zijn leven tevreden is, ja zelfs gelukkig. De wens van Dickens om de waarde van een liefdevolle houding te tonen is ook voor ons een natuurlijke zaak. Maar er is geen enkele reden om als object van lering, een ondernemer te nemen , wiens ideeën en handelen ten voordele van zijn werknemers en de maatschappij werken. Moet zo’n man niet een eerlijker lot gegeven worden dan eenzaam te sterven als een paria: Jasses, zeg ik Humbug.
Michael Levin is hoogleraar in de filosofie aan de City University van New York.
Vertaald door WvH.
Tja, even voor alle duidelijkheid Mr. Levin, een kameel kan echt niet door het oog van een naald kruipen en Farizeeen en schriftgeleerden waren ook geen echte slangen, noch babyslangetjes van adders. Bovendien bestond de prinses die op een erwt te slapen werd gelegd met een stapel matrassen ertussen, niet echt.
Ik hoop niet dat Uw leven hierdoor helemaal overhoop gegooid wordt?
De wereld mag hopen dat deze gedachtenspinsels van U puur voor de grap bedoeld werden en dat U niet echt serieus alle metaforen en parabels, ter lering en vermaak bedoeld, tot het land der fabelen verwijst (of hoorden ze daar nu juist wel thuis?)
Enfin, laten we hopen dat het thema Scrooge ook eind van dit jaar, hoewel volledig uitgemergeld en grijs gespeeld, toch weer ten tonele wordt gebracht, in de stille verwachting dat sommige vastgeroeste geesten weer voor eventjes losgemaakt mogen worden.
Comments are closed.