Sluitstuk van de blijken van solidariteit is de oproep van de liberaal Armand De Decker tot het invoeren van een Tobinbelasting. Maar is een Tobinbelasting echt wel een goed idee of zijn er andere, meer liberale recepten om op een structurele manier armoede te bestrijden?
De verschrikkelijke crisis in Azië heeft ook Europa niet onberoerd gelaten. Verschillende reddingsoperaties worden opgezet vanuit onze contreien. B-fast, Beaucourt en de actie 12-12 zijn met de beste bedoelingen onderweg. Sluitstuk van deze blijken van solidariteit is de oproep van de liberaal Armand De Decker tot het invoeren van een Tobinbelasting. Maar is een Tobinbelasting echt wel een goed idee of zijn er andere, meer liberale recepten om op een structurele manier armoede te bestrijden?
James Tobin lanceerde in 1978 het idee voor een belasting op wisseltransacties. Het gaat om de heffing van een kleine belasting telkens een buitenlandse munt omgewisseld wordt. Het idee is de grote internationale munttransacties te beteugelen en zo voor voldoende marktstabiliteit te zorgen. De vorm waarin de belasting wordt gegoten is deze van Spahn waar de belasting op een lage voet wordt gezet in een ‘normale’ marktsituatie en de belasting verhoogd wordt wanneer speculatie tegen een munt dreigt (1).
Tegen de Tobinbelasting zijn in de eerste plaats veel praktische argumenten in te brengen. Om een efficiënt systeem van Tobinbelasting te laten werken, zou dit op een globale schaal moeten worden ingevoerd. Indien dat niet gebeurt, zullen de financiële activiteiten zich verplaatsen naar regio’s zonder een dergelijke belasting. Ook rijst de vraag welke instantie de belasting zal moeten innen. Groeperingen als ATTAC zullen nooit toestaan dat het IMF deze belastingen int en besteedt, een voorstel dat nochtans van Tobin zelf komt (2). Het innen en de controle zouden in ieder geval de implementatie van een enorme bureaucratie vergen.
De Tobinbelasting zou ook enkel die speculatie mogen treffen die marktverstorend werkt. Hier ontstaat een probleem want het is onmogelijk om ‘goed’ van ‘slecht’ kapitaal te onderscheiden. De Tobintaks is dan ook gebaseerd op de misvatting dat het grootste deel van het kapitaalverkeer speculatief en dus slecht is. Banken en grote bedrijven gaan, als ze vreemde valuta binnenkrijgen, deze terug verkopen tegen andere vreemde valuta en gaan op deze manier hun risico spreiden om te vermijden dat ze slachtoffer worden van grote koersschommelingen (een soort omgekeerde speculatie als het ware).
Dat ze dat doen is uiteraard een goede zaak, het verhoogt de stabiliteit van de economie en het internationaal handelsverkeer. Resultaat van het invoeren van een Tobinbelasting zal zijn dat het risico minder gespreid zal worden en dat de markten volatiele zullen worden en dat meer ondernemingen in problemen zullen raken. Dit wordt zelf bevestigd door recent economisch onderzoek dat stelt dat een Tobinbelasting de volatiliteit van de markten verhoogt (3).
Belasting op enkel muntomzettingen is trouwens onvoldoende want het treft niet de afgeleide producten van kapitaal zoals bijvoorbeeld ‘futures’. Ook de hoogte van de belasting vormt een probleem. Te hoog en ook de ‘goede’ investeerder wordt afgeschrikt, te laag en de speculant die hoge winst ruikt zal zich niet laten tegenhouden, zelfs niet wanneer een variabele voet wordt toegepast. Deze variabele voet heeft het bijkomend nadeel dat er onzekerheid in de markt ontstaat en dat is ten alle prijze te vermijden.
Het idee van de Tobinbelasting werd in de jaren ’90 opgepikt door de andersglobalisten en zelfs tot ultiem actiepunt verheven van groeperingen zoals ATTAC. De Tobinbelasting dient nu niet in de eerste plaats voor marktstabilisatie, maar wel voor het geven van macht aan politiek om in te grijpen op financiële markten en voor een vorm van herverdeling van kapitaal. Het geïnde geld zou immers gebruikt worden om sociale projecten op te starten in de derde wereld. Tobin zelf heeft zich al duidelijk gedistancieerd van deze interpretatie, maar dit terzijde.
Maar er bestaan ook andere oplossingen om de onderontwikkelde landen vooruit te helpen, namelijk de vrijhandel zelf. En het zijn de geïndustrialiseerde landen die de sleutels in handen hebben. Zo zou het verdwijnen van de miljarden euros landbouw- en industriesubsidies die wij elk jaar spenderen aan onze economie de derde wereldlanden veel meer baten. Protectionisme in Amerika en Europa door middel van zware importheffingen beletten de toegang van producten vanuit de derde wereld en maken een eerlijke concurrentie onmogelijk. Maar om hier tegen te ageren is politieke moed nodig, dikwijls tegen het eigen electoraat in.
Deze economische liberalisering moet hand in hand gaan met het ontwikkelen en afdwingen van elementaire vrijheden. Mensenrechten, elementaire democratie met stabiele instellingen zoals vrijheid van meningsuiting, eerlijke rechtspraak en degelijk onderwijs, vormen een essentieel onderdeel in de reeks van maatregelen die derde wereldlanden uit de impasse kunnen helpen. Ook hier ontbreekt het de Europese naties dikwijls aan moed en daadkracht om mistoestanden krachtig te veroordelen en aan te pakken. Ook de VN blijken niet in staat adequaat om te gaan met internationale crisissen en mistoestanden en om de eenheid te bewaren.
Er zijn dus liberale alternatieven voor de Tobinbelasting, zowel economische als menselijke. Maatregelen die kunnen helpen om armoede te bestrijden in derde wereldlanden liggen grotendeels in onze handen. Het is dan ook jammer dat een liberale excellentie zijn goede voornemens voor 2005, voor een betere, meer liberale wereld reeds zo vroeg heeft opgedoekt en dat Europa er niet in slaagt eerst intern orde op zaken te stellen vooraleer de wereld te willen veranderen.
(1) http://www.imf.org/external/pubs/ft/fandd/1996/06/pdf/spahn.pdf
(2) Interview in Der Spiegel, 3 september 2001.
(3) http://www.anderson.ucla.edu/faculty/bhagwan.chowdhry/tobin.pdf
Dit artikel verscheen eerder op: |
Liberales verstuurt wekelijks een gratis nieuwsbrief met interviews, essays en boekbesprekingen. Inschrijven kan op www.liberales.be.
In België is de tobintaks goedgekeurd! Door de franstaligen, de cd&v, de socialisten en de groenen. De Vlaamse liberalen waren tegen, denk ik. Waarom hebben ze dan de regering niet laten de vallen!! De socialisten dreigen daar zo dikwijls mee, als er een liberaal of vlaamse eis op tafel komt dan moet het altijd rustig gaan en als er een socialistische eis op tafel komt dan moet het altijd snel gaan.
Comments are closed.