Met de invoering van de EU-grondwet verliest Nederland haar soevereiniteit. Kort en goed hebben we weinig meer te vertellen over ons eigen land na invoering van de grondwet.

Een cynicus zou zeggen dat het verlies van onze soevereiniteit helemaal geen ramp is, gezien de zeer magere resultaten die onze eigen Haagsche politici boeken, en het steeds minder wordende vertrouwen van de Nederlandse bevolking in haar politici. Als we de politiek toch al niet vertrouwen, kunnen we Den Haag maar beter wat minder macht geven, misschien doen Brusselse politici het nog wel beter.

Daar kun je natuurlijk op hopen, maar echt verwachten kun je het niet. Het bezit van macht leidt al snel tot vele verleidingen. Het aannemen van steekpenningen, het regelen van baantjes voor je politieke vrienden of familie, het zijn allemaal zaken die al regelmatig in het nieuws zijn geweest, en niet alleen in Italië plaatsvinden.

Om dat machtsmisbruik te voorkomen is controle essentieel. En die controle gebeurt in een democratisch systeem door het parlement en de vrije media. Maar….dan moet dat parlement natuurlijk wel de mogelijkheden hebben om “foute” politici tot de orde te roepen. Ook met de nieuwe grondwet blijft het EU-parlement een tandeloze tijger, samengesteld uit voornamelijk oude bekenden en partijgenoten van de bestuurders. Van die controle zal weinig terecht komen, en wie verwacht dat het Europees parlement wél de tanden zal laten zien, moet nog maar eens goed luisteren naar de oorverdovende stilte die te beluisteren was in Brussel na het schaamteloze doorbreken door Frankrijk en Duitsland van het stabiliteitspact.

De beslissers krijgen door invoering van de grondwet meer macht die nu nog bij de lidstaten ligt, maar de controle wordt niet geïntensiveerd. Europarlementariërs krijgen niet meer middelen in handen om falende bestuurders de laan uit te sturen.

Bovendien vervalt ook nog eens de “sociale controle” op politici. Een wethouder in een klein dorp zal het niet in zijn hoofd halen een scheve schaats te rijden, want voor hij het weet is het hele dorp op de hoogte. Een artikeltje in het lokale sufferdje is dan al genoeg om zo’n wethouder zijn biezen te laten pakken. Daar werkt de vrije pers.

In Den Haag is het al wat grootschaliger, maar desalniettemin blijft de factor “sociale controle” van groot belang. De politieke incrowd kent elkaar allemaal, de groep parlementaire journalisten er omheen kent ook alles en iedereen, en op die vierkante kilometer waar ons parlement zetelt is dan ook sprake van een groot dorpsgevoel. Met dorpsroddels, gesprekken bij de dorpspomp, en een eigen dorpskrantje.

In Brussel is dat weg. Er zijn geen journalisten die alle 22 talen spreken, en er lopen zó veel parlementariërs en andere ‘belangrijke’ lieden rond dat niemand exact weet wie wat, waar en wanneer aan het doen is. Het is één grote politieke stad geworden, met de bijbehorende anonimiteit van de stad. En daarmee zonder die noodzakelijke sociale controle.

Dat was natuurlijk altijd al zo, maar de stad breidt zich gestaag uit. De recente toetreding van 10 landen maakt het weer een stuk drukker en onoverzichtelijker. En de toetreding van nieuwe landen gaat gestaag door, Kroatië, Roemenië, Bulgarije en in een later stadium Turkije staan allemaal te dringen.

De politieke stad groeit en groeit, met de toegenomen macht groeit ook de vierde colonne der ambtenaren, en met elke extra Europese ambtenaar, politicus, beleidsmedewerker en secretaresse die toetreedt tot het Brusselse circuit groeit de anonimiteit binnen dat circuit.

Met als onvermijdelijk gevolg een kakofonie van talen en stemmen, waar geen journalist nog de weg weet. De ideale situatie voor machtsmisbruik door de machtshebbers.

De enige manier om dat nog een beetje in te dammen is te zorgen dat die machtshebbers niet te veel macht krijgen. Dus stem NEE in het referendum!

Dit artikel verscheen eerder op squarebanner-138px.gif