In dit verhaal zal ik mij beperken tot de ontwikkelingen van de regulering in ons beroep en…
In dit verhaal zal ik mij beperken tot de ontwikkelingen van de regulering in ons beroep en over de gevolgen daarvan. U weet wellicht,dat er in de jaren na de oorlog een toenemend aantal mensen fysiotherapie ging studeren. Toch had ons beroep nog weinig aanzien. De samenwerking met de artsen liet veel te wensen over. Het kwam toen nog voor dat een patiënt naar je verwezen werd zonder opgave van diagnose. Als je daarnaar informeerde, kreeg je rustig te horen dat je daarmee niets te maken had. “U masseert maar juffrouw!”. Toen ik mijn bevoegdheid had, solliciteerde ik bij alle ziekenhuizen met een fysiotherapieafdeling om te vragen of ik in aanmerking kon komen voor een baan. Het lukte, maar het kostte een hoop moeite! Daarna is er vrij vlot een tekort aan fysiotherapeuten ontstaan. Patiënten moesten lang wachten voordat ze behandeld worden, medewerkers op notabasis eisten en kregen heel hoge (dikwijls te hoge) percentages van het bruto-honorarium en de kwaliteit van het werk, dat door sommige collegae geleverd werd, was niet altijd zoals het moest en had kunnen zijn.
Maar de slinger van de klok ging weer de andere kant uit. Veel jonge collegae studeerden af en gingen zich vestigen. In de meeste plaatsen verdwenen de wachtlijsten voor patiënten. “Gelukkig”, zuchtten velen van ons, “de markt herstelt zich en er zal weer concurrentie komen”. Concurrentie is geen vies woord, maar een gezonde noodzaak tot het leveren van kwaliteit. Bovendien levert een beetje vrije tijd veel mogelijkheid tot studie en bezinning.
Maar helaas, dat mocht niet, want er mag niet zo heel veel in deze maatschappij. De ziekenfondsen kregen toestemming contracten aan fysiotherapeuten, die zich wilden vestigen, te weigeren. Waarom? Omdat een toename van fysiotherapeuten een toename van het aantal verrichtingen zou veroorzaken. Dus moest er ingegrepen worden. Een normaal marktmechanisme werd verstoord, de concurrentiemogelijkheid werd uitgeschakeld. Men vergat dat de hoeveelheid fysiotherapeuten niet onbeperkt zou kunnen toenemen, omdat er nog altijd heel wat geld nodig is om je te kunnen vestigen. Dat geld moet worden geleend omdat de meesten van ons geen ouders hebben, die zo kapitaalkrachtig zijn, dat ze het kunnen geven. Banken lenen geen geld als er geen zekerheid is dat ze de rente en aflossingen terugkrijgen.
Waarom waren er zoveel jongeren fysiotherapie gaan studeren? In de eerste plaats omdat het een fijn beroep is, maar daarnaast was het ook te gemakkelijk geworden door de overheidssubsidies (beurssysteem) om te gaan studeren. De overheid is dus wel zwaar schuldig aan de grote toename van het aantal fysiotherapeuten! De eerste reguleringsfout is dus het beurssysteem, de tweede reguleringsfout is de stop op de nieuwe vestigingen. De derde reguleringsfout zal wel binnenkort overal gemaakt worden en wordt al hier en daar gemaakt: een stop op het aantal uren dat een fysiotherapeut mag werken. Weg concurrentie. Als de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg wordt ingevoerd, komen er nog een reeks reguleringsfouten bij.
Wie is degene die uiteindelijk het slachtoffer zal worden? De patiënt. Totdat die patiënt er genoeg van heeft en zich net als in Engeland en Israël weer zal gaan wenden tot de particuliere klinieken en particulier werkende artsen en fysiotherapeuten, ondanks zijn reeds betaalde premie voor de overheidsgezondheidszorg. Daar zal men fatsoenlijk geholpen worden zonder lange wachttijden. De dichter Heine heeft reeds lang geleden gezegd dat je naar Nederland moet gaan als de wereld vergaat, omdat daar alles 50 jaar later gebeurt. Nederland blijkt eerst zelf alle dingen te moeten proberen die elders al verkeerd gegaan zijn. Waarom toch? Waarom moet de vrijheid van elk individu beknot worden? Waarom kunnen we niet zelf verantwoordelijk zijn voor ons handelen? Regulering belemmert altijd de ontwikkeling van een vrij marktmechanisme van vraag en aanbod. Helaas zijn er teveel mensen die hun brood verdienen met regeltjes maken, die anderen beknotten in hun vrijheid (die regeltjesmakers worden door ons betaald!). Let wel, een vrijheid, die ook de vrijheid van de ander respecteert en niet belemmert. Rekening houden met de vrijheid van de ander, betekent dat je niet kunt doen en laten wat er in je eigen gekke hoofd opkomt. Maar als je geen rekening houdt met de vrijheid van de ander, gaat die ander bij jou weg, heb je geen patiënten en kun je niet leven.
The person who does not choose to be free, may soon not be free to choose! – Sally Hayes