Hierna volgt een samenvatting van de lezing die Nel Van Hulten-van Os hield tijdens het Libertarische Trefpunt op 12 september jl. te Rotterdam.

Nel van Hulten-van Os is gevestigd als fysiotherapeute te Schiedam.

Het woordenboek Van Dale geeft een aantal omschrijvingen van het begrip “zelfstandigheid”. Ik beperk me tot: “onafhankelijkheid, het handelen uit eigen kracht”, m.a.w. “ik kan het zelf wel!”.

Die onafhankelijkheid ,het zelfvertrouwen, dat tot uitdrukking komt in “ik kan het zelf wel”, leert een mens in de loop van zijn leven. Hij begint met een totale afhankelijkheid van degenen die voor hem willen zorgen, meestal de ouders. De enige mogelijkheid die hij heeft om te protesteren, is huilen. Hij huilt omdat hij pijn, honger of een vieze luier heeft. Hij huilt op verschillende manieren en de ouders leren die manieren te onderscheiden. Na een tijdje gaat het kind lachen en ontdekt dat er een positieve manier is om contact te zoeken en aandacht te krijgen. Zijn zintuigen gaan zich ontwikkelen en samenwerken: het kind gaat de omgeving ontdekken door te grijpen, te kluiven, te horen, te ruiken en te zien. Een klein kind moet alles nog ontdekken, ook zichzelf, en bovendien heeft het een niet volledig uitgegroeid zenuwstelsel.

Frances Kendall heeft in haar boek “Super Parents, Super Children” zeer nadrukkelijk betoogd datje een kind moet beschouwen als een mens zonder ervaring. Een kind leert langzamerhand zijn eigen mogelijkheden en krachten te ontdekken en leert dat het rekening moet houden met andere mensen, dieren en de dingen waarmee het te maken krijgt.

Wil je als volwassene een kind begeleiden zodat het uit kan groeien tot een gelukkig, onafhankelijk mens dat voldoende zelfvertrouwen heeft om zelfstandig te kunnen zijn, dan is het goed om te trachten vanuit een aantal vaste principes met dat kind om te gaan. Maar dat betekent wel dat je zelf ook vanuit bepaalde principes moet proberen te leven!

Een aantal belangrijke principes zijn de volgende:

1) Een kind wordt in de wandeling “jouw kind” genoemd, maar in wezen is een kind noch jouw noch andermans eigendom, doch een zelfstandig wezen waarvoor je je verantwoordelijk voelt.

2) Jij moet het kind laten voelen dat je het respecteert en het kind moet ook jou respecteren.

3) Het enige belangrijke verschil tussen een volwassene en een kind is de ervaring.

4) Ieder mens moet de vrijheid hebben te leven zoals hij wil, mits hij de vrijheid en het bezit van een ander niet schaadt. Dat geldt voor kinderen en volwassenen (en ook voor je huisdieren).

5) Kinderen moeten als ze heel klein zijn totaal verzorgd worden, maar bovendien is het heel belangrijk dat ze geknuffeld worden! Missen ze dit:lichamelijke contact en de liefde en de zorg, dan worden kinderen gestoord, ontwikkelen ze zich laat en hebben een laag I.Q. De eerste vier levensjaren zijn het belangrijkste.

6) De belangrijkste eigenschappen die je moet trachten te ontwikkelen bij het kind zijn onafhankelijkheid, zelfvertrouwen en individualiteit.

7) Maak je excuses tegen een kind als je beseft dat je iets verkeerd hebt gedaan en leer mede daardoor een kind excuses te maken. Volmaakt zijn we nu eenmaal geen van allen!

8) Breng het geduld op om een kind zijn gang te laten gaan als het iets zelf wil proberen en zeg niet telkens ” Dat zal ik wel voor je doen, want dat kan ik beter of sneller”.

Frances Kendall geeft in haar boek een reeks praktische voorbeelden, waarin deze principes verder uitgewerkt worden. Er zijn dingen waarmee je het niet mee eens behoeft te zijn, maar die je in ieder geval aan het nadenken zetten.

Ik ben dan ook blij dat het boek in het Nederlands is verschenen!

Naschrift redactie:

Het boek (gebonden, 160 blz.) is door uitgeverij De Roode Toren op de markt gebracht tegen een winkelprijs van fl. 39,50 excl. verzendkosten.