FEIT: Zolang de leningen bestemd worden voor kapitaalvorming kan het geen kwaad als de natie per saldo een schuldenland is. Recente discussies over de Verenigde Staten als schuldenland klinken bedenkelijk, maar het komt er echter op neer, dat buitenlanders meer in Amerika investeren dan de Amerikanen in het buitenland.

Met andere woorden, er komen meer internationale investeringen in Amerika terecht, dan andersom. Er is echter wel een grein van waarheid in de bewering, dat een natie die in haar totaliteit een schuldenland is te kampen heeft met een zwakke economische situatie.

In het geval van de Verenigde Staten waar de geleende gelden gebruikt worden om de enorme schatkisttekorten te drukken, is het inderdaad bezig onverantwoorde leningen te sluiten. Buitenlandse investeringen aanwenden om geldverspillende overheidsprojecten uit te voeren is ongezonde economische politiek, die moet eindigen in een economische ramp.

Het probleem is echter niet het feit op zich per saldo een schuldenland te zijn, het probleem wordt voornamelijk veroorzaakt door de buitensporige hoge overheidsuitgaven, die het lenen noodzakelijk maken. De oplossing is dan ook om geldverspillende overheidsprojecten te verminderen die de gehele economie onder zo’n zware druk zetten. De huidige status van de VS als schuldenland is echter het resultaat van de betrekkelijk gezonde economische situatie en het buitenlandse aandeel in de Amerikaanse staatsschuld.

Het buitenlandse kapitaal dat direct aan particuliere investeringen toevloeide nam toe van $ 12 miljard in 1983 tot $ 22,5 miljard in 1987. Het overgrote deel van de kapitaalstroom is dus terecht gekomen in werkvermeerderende ondernemingen, zoals de recent aangekondigde bouw van een Toyota-fabriek in Kentucky.

Deze investeringen hebben nu al reeds een gunstige invloed op de Amerikaanse arbeidsmarkt, de Amerikaanse verbruikers en de Amerikaanse economie in zijn geheel.

Dat deel van de Amerikaanse schuld dat dus gebruikt wordt voor kapitaalsuitbreiding, is dan ook een gezonde positieve stimulans voor de Amerikaanse economie. Een aantal factoren maken het investeren in de VS momenteel een lucratieve zaak. De economische opbloei in de VS was al geruime tijd gaande voordat deze in andere landen op gang kwam, en de Amerikaanse economie is nog steeds de sterkste ter wereld. Als gevolg daarvan waren de Amerikaanse bedrijven in een betere positie om buitenlands kapitaal aan te trekken en waren zij betrekkelijk makkelijker bereid buitenlands kapitaal te lenen. Deze toename van investeringen in Amerika betekende hogere rentetarieven en een sterkere dollar, waardoor dus waardepapieren in dollarnotering zeer aantrekkelijk werden voor naties met een minder sterke valuta.

In feite zijn de buitenlandse investeringen een afspiegeling van de tekorten op de betalingsbalans tussen de VS en de rest van de wereld. Wat de buitenlanders niet in normale goederen en diensten kopen, kopen zij in waardepapieren en rechtstreekse investeringen.

Neem Japan bijvoorbeeld. Zoals uit fig. 7 blijkt. Ondanks dat Amerika meer goederen uit Japan importeerde dan de Japanners uit Amerika (vandaar de stijging in het tekort op de betalingsbalans) investeerden de Japanners ruwweg het bedrag van dit tekort in de VS en deze investeringen gaan bij voorkeur meer naar winstgevende sectoren van de economie dan naar achterblijvende sectoren.

Internationale geldleningen zijn precies hetzelfde als elke andere internationale transactie. De ene partij levert nu geld of goederen in ruil voor goederen of geld in de toekomst en vice versa. Bezorgdheid voor de VS als “schuldenland” heeft net zo weinig zin als bezorgdheid om de betalingsbalans. Laten we eens terugkijken naar het voorbeeld van mythe 5.

Stel nu voor dat meneer Jansen $ 3000.- leent aan een Japanse bank en meneer Smit investeert $ 2000.- op de Japanse beurs. Net zoals het geval is wanneer er in goederen wordt gehandeld heeft ieder voor zich het gevoel met deze ruil beter geworden te zijn. Als je echter beide zaken bij elkaar telt wordt er van de heren Jansen en Smit gezegd, dat ze een “schuldenland” zijn. Samen hebben ze immers meer geleend van dan uitgeleend aan de Japanners.

Het optellen van ieders schulden en investeringen maakt de kwestie echter alleen maar onduidelijker. Alleen de individu Jansen heeft een schuld. Het ergste wat van hem gezegd kan worden is, dat hij op een gegeven dag die $ 3000.- plus rente zal moeten terugbetalen, maar dat wist hij toen hij de lening aanging en naar we mogen aannemen rekende hij erop het geld terug te kunnen betalen als het zover was. Leende hij dat geld om in zijn zaak te investeren, dan verwachtte hij, dat zijn winst groot genoeg zou zijn om de lening terug te betalen. Op dezelfde manier lenen momenteel Amerikaanse bedrijven in binnen- en buitenland om projecten te starten, die naar zij menen meer dan genoeg winst zullen opleveren om hun schulden te betalen. Zeer veel winstgevende bedrijven hebben per saldo schulden.

Meer buitenlandse investeringen in de VS betekenen een grotere economische groei, grotere productiviteit en uiteindelijk hogere lonen voor de Amerikaanse werknemers. Buitenlands kapitaal maakte deze uitbreiding mogelijk. Zo waren de VS in de vorige eeuw ook een “schuldenland”, een tijd van enorme industriële expansie en een stijgende levensstandaard. Die uitbreiding werd door buitenlands kapitaal mogelijk gemaakt, terwijl de VS tijdens de slechtste economische periode die we kennen – de Grote Depressie – juist GEEN schuldenland was. De Depressie was een tijd van economische stilstand in plaats van uitbreiding en dus waren er maar zeer weinig buitenlanders bereid om in de VS te investeren.

Voorstanders van beschermende maatregelen spreken zichzelf tegen als zij zeggen bezorgd te zijn over de buitenlandse investeringen in de VS. Aan de ene kant klagen zij, dat de dollars het land uit gaan, omdat Amerikanen buitenlandse goederen kopen. Aan de andere kant klagen zij, dat er geld het land binnenkomt in de vorm van buitenlandse investeringen … maar ze kunnen natuurlijk niet allebei hebben.

Hoewel het Japanse handelsoverschot met de VS is gegroeid, wordt dat gecompenseerd door de Japanse werkgelegenheid scheppende investeringen in de VS.