Libertarianism has only a tiny ideology: “THOU SHALT NOT AGRESS’

De laatste tijd kregen we verschillende verzoeken om de filosofie van het Libertarisme nog eens te verduidelijken.

Dit vooral om voor veel nieuwe lezers de zaak eens op een rijtje te zetten. Maar tevens om ook de ervaren libertariërs nog eens de argumenten te geven die ze in gesprekken zo vaak nodig hebben.

Aan het begin van dit jaar had ik zeer kort na elkaar drie gesprekken die mij er toe brachten om dan maar zo snel mogelijk met deze serie te beginnen.

Ik had een lunchafspraak meteen belangrijke accountant. Nadat er allerlei zakelijke dingen waren afgehandeld, kwam het Libertarisme ter sprake.

Op een gegeven ogenblik zei hij: „Och, ik geloof dat jullie wel goede dingen hebben, maar jullie zouden niet zo extreem rechts moeten zijn”.

Ik zeg: „WAT? Vind jij het Libertarisme EXTREEM RECHTS?”, en tot mijn verbazing kreeg ik als antwoord: „Ja, en dan druk ik me nog zwak uit”.

Als op dat moment mijn schoenen hadden kunnen afvallen van verbazing zou dat gebeurd zijn.

Je eerste gedachte is dan „Hoe kan iemand dat nu van ons denken?”, direct gevolgd door: „Hoe kan die man zo stom zijn”, en dan weer onmiddellijk erachter aan: „Heb ik het dan altijd zo slecht uitgelegd?”. Ik zal nog terugkomen op zijn redenering en de verklaring. Maar eerst de andere gesprekken.

Het tweede gesprek vond toevallig plaats op diezelfde avond. We hadden bezoek van een gepensioneerd technicus. En dan komt er bijna altijd wel iets over het Libertarisme op tafel. En de tweede keer op die dag werd ik met stomheid geslagen toen mijn bezoeker zei dat hij zich best met veel dingen van het Libertarisme kon verenigen, als „jullie maar niet zo extreem links waren”.

Uiteraard heb ik hem toen het verhaal van diezelfde ochtend verteld.

Drie dagen later had ik weer een dergelijke ervaring met een student. Mijn gesprekspartner maakte nu bezwaar tegen de “atheïstische basis” van het Libertarisme. Op de onjuistheid daarvan zal ik ook later nog terugkomen. Laat ik hier eerst zo kort mogelijk stellen wat het Libertarisme WEL is.

Daarvoor gebruik ik een stelling van Karl Hess,: Libertarianism has only a tiny ideology:

“Thou shalt nog aggress.”

Zeer eenvoudig dus:

Het Libertarisme heeft maar een zeer eenvoudige ideologie:

GIJ ZULT JEGENS UW NAASTE GEEN AGRESSIE PLEGEN.

Iedereen die zich consequent aan die regel wil houden, IS een Libertariër; of hij dat zelf weet of niet, doet er niet toe. En iedereen die er zich niet aan houdt, is geen Libertariër, ook al noemt hij zich wel zo.

Dit komt zeer dicht bij een ander “gebod”: GIJ ZULT NIET STELEN. Ik vind echter de “niet-agressie” een nog iets ruimer begrip.

Toen ik dit aan mijn vriend de accountant voorlegde, vond hij dat nogal eenvoudig en zei dat daar toch “alle mensen voor zijn”.

Als je deze grondslag van het Libertarisme inderdaad zo aan iemand uitlegt, zegt hij al vlug dat hij daar ook voor is.

Maar als je vraagt of hij dat in al zijn consequenties wenst te aanvaarden, schrikt hij meestal terug. De agressie van een persoon tegen een ander persoon wordt in het algemeen afgekeurd. Zelfs de agressie van een groepje personen (een bende bvb),wordt als slecht ervaren.

Maar zodra dit groepje zich een soort “legitimiteit” verschaft, dan vindt men het vaak geen agressie meer. Als dit stelen en/of agressie maar via de overheid gespeeld wordt, kan opeens alles.

Dan aanvaardt men dat jonge arbeiders moeten betalen voor jongelui die willen studeren; dat mensen moeten betalen om anderen (goedkoper?) naar de schouwburg te laten gaan; dat allerlei mensen moeten werken om aan vissers subsidie te geven voor grotere schepen, waardoor ze meer vis kunnen vangen, en daarna subsidie om diezelfde schepen af te breken.

Deze reeks kun je aanvullen met alle zaken waarmee de overheid zich bemoeit.

Moeilijk in dit soort gesprekken is de ander te laten inzien dat er geen PRINCIPIEEL verschil is tussen de agressie van een enkel persoon, en de agressie van een grote groep. Zelfs al is die groep 51% van de bevolking, of zelfs 99,9%.

En toch is het zeer belangrijk in het gesprek op dit punt tot duidelijkheid te komen, want anders is er geen basis voor het vervolg.

Mijn ervaring is dat de gesprekspartner dan meestal met allerlei problemen komt aandragen over: “en hoe los je dan op “. Vul maar in, het onderwijs, de wegen, de zwakken in de maatschappij, enz. enz.

Als je er “in trapt” om voor het eerste probleem een Libertarische oplossing aan te dragen, zul je meestal merken dat dan de vraag wordt herhaald met een ander probleem. En dat gaat dan eindeloos door, en niemand overtuigt niemand.

Daarom probeer ik tegenwoordig om, alvorens op de oplossingen in te gaan, eerst duidelijk zijn uitspraak te krijgen dat hij het met “Het Libertarisch Gebod” eens is. Het verdere gesprek blijkt dan meestal veel vruchtbaarder te zijn.

In dit eerste artikel in deze reeks nog even over de mening van de accountant betreffende het “extreem rechts” zijn van het Libertarisme. Op de andere hierboven genoemde meningen kom ik een volgende keer terug. Op mijn vraag waarop dit extreem rechtse idee gebaseerd was, kreeg ik te horen dat dat onder andere bleek uit de Libertarische houding ten opzichte van Zuid-Afrika en de apartheid. “Jullie vinden zelfs dat je in dat land moet investeren”.

Weer vielen mijn schoenen af. Ik ben er toch echt van overtuigd dat in alle Vrijbriefartikelen en in alle gesprekken waarin dat ooit ter sprake kwam, een grote afschuw voor dit apartheidssysteem is uitgesproken. Apartheid is wel een van de duidelijkste NIET-Libertarische uitingen. Iemand die daar voor is, is gewoon geen libertariër.

Ik heb het gevoel dat de uitleg die ik toen gegeven heb, voldoende was om de verkeerde mening recht te zetten. Vooral al het werk en de acties die door iibertariërs gedaan worden om ook voor Zuid-Afrika tot een menswaardige oplossing te komen, maakte indruk. Het is zelfs zo dat de (Libertarische) oplossing in het boek: SOUTH AFRICA, THE SOLUTION de enige vreedzame oplossing is die er tot nu toe is aangedragen; alle andere oplossingen komen van groepen die zelf alleen maar de macht aan zich willen trekken. Belangrijk en pijnlijk is echter te ervaren dat personen die toch goed kunnen lezen en die al jaren de VRIJBRIEF ontvangen, toch nog dergelijke verkeerde meningen kunnen hebben.

Daar moeten wij weer van leren, want kennelijk brengen we onze positie toch niet duidelijk of goed genoeg over.

Deze rubriek zou daar wat aan kunnen doen. Laat ons uw mening, uw ervaringen in deze zaken weten. Wij zullen dan zien hoe we samen met eikaars kennis verder kunnen komen en zodoende werken met meer resultaat aan een betere maatschappij. Professor Murray Rothbard wijst er in zijn boek FOR A NEW LIBERTY op dat het bij het beschouwen van het Libertarisme nuttig is om een onderscheid te maken tussen.

a. Hoe zal de ideale situatie er straks uit zien? en

b. Hoe komen we van de huidige toestand in die gewenste situatie?

In discussies is het belangrijk om beide problemen gescheiden te behandelen. Doen we dat niet, dan krijgen we alleen maar verwarring en ons gesprek wordt onvruchtbaar. Ook moeten we niet trachten over te brengen dat de “Libertarische maatschappij” een situatie is van melk en honing en dat er dan helemaal geen problemen meer zullen zijn.

Wel kunnen we aantonen en rationeel beredeneren dat we in een eerlijker en rechtvaardiger wereld terecht zullen komen, en daardoor in een wereld zonder oorlog. Ook komen we in een maatschappij die productiever zal zijn en doordat er meer geproduceerd zal worden, zal er ook meer te consumeren zijn. Ook door de allerarmsten en de allerzwaksten.

Het kan een wereld worden waarin het nog beter is om te leven.