Niet de globalisering is een probleem, maar het gebrek aan globalisering.
Deze recensie over het door ons reeds veel geprezen boek “Leve het Kapitalisme” is geschreven door Dirk Verhofstadt uit Belgie. Dirk gebruikt in zijn recensie vaak het woord “liberaal” waar wij eerder het woord “libertarisch” of “klassiek liberaal” zouden gebruiken. Dit omdat de zogenaamde “liberalen” in Nederland te veel collectivistisch/socialistisch georiënteerd zijn om achter al die uitspraken te staan. Met die kanttekening een uitstekende aanbeveling voor het boek.
Antiglobalisten beweren dat vrije handel de ongelijkheid in de wereld vergroot, dat kapitalisme mensen arm houdt, dat economische groei het milieu schaadt, dat multinationals de lonen laag houden, en dat vrije financiële markten crises veroorzaken.
Allemaal fabels, aldus de Zweedse auteur Johan Norberg in zijn nieuwste boek onder de prikkelende titel Leve de globalisering. Van de vrije markt profiteert arm en rijk. Nooit in de geschiedenis zijn honger en armoede zo snel verdwenen als de laatste jaren, dankzij de vrije markt. Alleen in landen met een gesloten economie is de misère toegenomen. Niet de globalisering is dus een probleem, maar het gebrek aan globalisering. Niet de vrije handel veroorzaakt honger en ellende in de Derde Wereld, maar de afwezigheid van vrije handel.
Johan Norberg schuwt in zijn boek geen enkel heet hangijzer: kinderarbeid, kapitaalvlucht, milieuverloedering, de Tobintaks, muntspeculatie, de eis tot schuldkwijtschelding voor de ontwikkelingslanden, het rampzalige effect van Europese landbouwsubsidies op de Derde Wereld, de onweerlegbare samenhang tussen democratie, vrije meningsuiting en vrijemarkt-economie en de zogenaamde aantrekkingskracht van lageloonlanden voor westerse bedrijven. Telkens herleidt Norberg de mythes die de antiglobalisten hierover al enkele jaren de wereld insturen tot emotionele kreten. Hij doet dat aan de hand van harde feiten, eenvoudige statistieken en de laatste onderzoeksresultaten. Kortom, Leve de globalisering is het eerste standaardwerk dat fundamenteel de standpunten en het doemdenken van de antiglobaliseringsbeweging weerlegt, de discussie over globalisering in een veel minder somber daglicht plaatst en een heus alternatief aanbiedt.
De 29-jarige Johan Norberg begon zijn publieke optreden als een anarchistische studentenleider. Intussen heeft hij zijn mening op diverse vlakken bijgesteld, maar zijn fundamentele drang naar vrijheid is nog even sterk als vroeger. Zo omarmt hij de globalisering als het beste systeem om uit de lokale machtstructuren te breken, zelf te gaan reizen, handel te drijven of te investeren buiten de nationale grenzen. Globalisering is niet alleen interessant voor internationale jetsetters, maar ook voor de armen en machtelozen van deze wereld. Hun situatie kan spectaculair verbeteren als invoerrechten en subsidies worden afgeschaft en buitenlandse investeringen toenemen. Wat Norberg verdedigt is een échte liberale markteconomie, met vrije concurrentie die gebaseerd is op het recht je eigendom te gebruiken, op de vrijheid om te onderhandelen en overeenkomsten te sluiten, en een zaak op te starten.
Kapitalisme wordt in zijn ogen alleen gevaarlijk als dit een pact met de overheid sluit en op zoek gaat naar bescherming en privileges voor de eigen machtspositie maar die de vrije markt juist belemmeren. Een treffend voorbeeld daarvan zijn oliemaatschappijen die in Afrika overeenkomsten sluiten met corrupte regimes.
Johan Norberg ziet een samenhang tussen de markteconomie, de democratie, de vrijheid van meningsuiting en het recht je leven te leiden volgens je eigen waarden. Hiermee zit hij volkomen op het liberale spoor. “Wie liberalen ziet als mensen die alleen hun inkomen willen maximaliseren, weet niks over liberalen, en dat soort liberalen weten niks over de menselijke natuur.” Hiermee geeft hij aan dat hij dit boek niet zozeer schrijft omdat het geld opbrengt maar omdat hij gelooft in iets dat belangrijk voor hem is, nl. te kunnen leven in een liberale maatschappij omdat dit systeem de mensen garandeert dat ze dingen die belangrijk voor ze zijn, zelf kunnen kiezen. In het verloop van zijn boek blijft Johan Norberg voortdurend consequent met dit uitgangspunt.
Ondermeer op het vlak van de migratie hebben heel wat zogenaamde liberale politici het moeilijk met dit consequent uitgangspunt. Norberg stelt vast dat dezelfde politici die de handel willen vrijmaken, juist de bewegingsvrijheid van de mensen willen inperken. Concreet verwijst hij naar de steeds grotere belemmeringen en strengere procedures voor mensen om de Europese Unie binnen te komen. Dit leidt tot dramatische toestanden zoals de dood van 58 Chinese vluchtelingen in een container in Dover en de vele Afrikanen die vergeefs de Middelandse Zee oversteken en verdrinken. En dat terwijl zoveel Europeanen vroeger de kans kregen om te emigreren naar de VS op zoek naar een beter bestaan.
Voor Norberg is het openstellen van onze grenzen evenwel niet zozeer een daad van ‘edelmoedigheid’ maar een economische noodzaak gezien de dalende geboortecijfers en een verouderde bevolking. Om de verhouding tussen actieve en gepensioneerde burgers stabiel te houden heeft de EU ieder jaar zelfs 13,5 miljoen migranten nodig. Zij vertegenwoordigen mankracht en verzekeren een hogere consumptie. Daarbij zullen ze ook zorgen voor een permanente maatschappelijke dynamiek en een constante vernieuwing op economisch, cultureel en wetenschappelijk vlak. Het standpunt over een ‘vrijheid van beweging’ stemt overeen met de essentie van het liberaal gedachtegoed.
Met tal van cijfers en grafieken toont Norberg aan dat landen die de vrije markt toepassen sneller welvaart genereren dan landen die hun markten afschermen, dat economische vrijheid de gemiddelde levensverwachting doet stijgen, dat economische vrijheid corruptie doet dalen, dat economische groei de armoede doet dalen, dat economische groei de ongelijkheid niet groter maakt, dat ook armen profiteren van de groei en dat vooruitgang goed is voor het milieu.
Al deze gegevens gaan regelrecht in tegen de doemscenario’s van de antiglobalisten en de ecopessimisten. De analyse van Norberg ontmaskert niet alleen hun mythes maar demonstreert ook het potentieel van de vrije markt als oplossing voor tal van problemen in de armste landen. Of duidelijker gezegd, de problemen die de antiglobalisten vaak terecht aanhalen kunnen het best bestreden worden met het systeem dat ze het felst belagen, nl. een vrije markteconomie en een liberale democratie.
Het hoofdstuk De schande van de blanke is een felle aanklacht tegen de zogenaamde vrije handel die de westerse wereld voorstaat. In werkelijkheid belemmeren landen als de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan via importheffingen en subsidies een echte vrije markt. Dergelijke heffingen en subsidies zijn niet alleen nefast voor de arme landen maar tevens nadelig voor de westerse consumenten die aldus méér moeten betalen voor hun voedsel of textiel. Ergelijk is daarbovenop het systeem van de exportsubsidies waardoor de landen van de EU bijvoorbeeld hun overschotten op de wereldmarkt kunnen dumpen waardoor de arme landen volledig van de kaart worden geveegd. Norberg zegt terecht dat het ‘handelsbeleid van de EU onredelijk en schandalig is’. De rijke landen propageren een vrije markt en eisen van arme landen dat ze hun grenzen openstellen, maar in feite passen ze een vorm van protectionisme toe die haaks staat op die vrije markt.
Norberg staat bijzonder kritisch tegenover ontwikkelingshulp en de kwijtschelding van schulden voor de armste landen. Niet omdat hij dat die landen niet gunt, maar uit het concrete besef dat veel van die maatregelen juist corrupte en ondemocratische bewindsmensen in het zadel houdt. Landen met veel schulden ontvangen door de band juist meer steun en ontwikkelingshulp van de westerse landen. Dit leidt ertoe dat de efficiëntie van de besteding van die middelen minder belangrijk wordt. Uit onderzoek blijkt dat landen met schulden een slechter beleid voeren en minder langetermijnhervormingen doorvoeren. Hij pleit er dan ook voor om een soort ‘eens- en-voor-altijd’ strategie toe te passen, waarbij voor alle arme en tot hervorming geneigde landen tegelijk een schuldkwijtschelding wordt doorgevoerd maar met de expliciete waarschuwing dat dit niet meer herhaald wordt zodat die landen niet opnieuw wild gaan lenen.
Ook op andere terreinen geeft Norberg aan dat de antiglobalisten wel terechte zaken aanklagen maar niet de juiste oplossingen aanreiken. Neem het probleem van de kinderarbeid. Uiteraard veroordeelt hij deze praktijk, maar hij wijst erop dat de meeste vormen van kinderarbeid niet gebeuren in de westerse bedrijven maar in het traditionele dagelijkse boerenleven. Niet zozeer de multinationals maar de betrokken landen zelf zijn hier medeplichtig.
Ook inzake milieu slaan de antiglobalisten de bal mis. Niet zozeer het kapitalisme en de vrije markt veroorzaken milieuschade, maar wel de overheid die wegkijkt en zich niet bekommert om de levensomstandigheden. De grootste plaatsen van vervuiling zijn nog steeds gelegen in de vroegere landen van de Sovjet-Unie en China. Alleen concurrentie en creativiteit kan bedrijven ertoe aanzetten op een milieuvriendelijker manier te produceren. Een essentieel punt in de redenering van Norberg is het feit dat in democratieën steeds voldoende tegenkrachten zullen bestaan die een ‘schadelijk’ gedrag zullen bestrijden. Dergelijke tegenkrachten bestaan in dictaturen niet, waardoor er nooit prikkels gaan naar overheden om hun planning of politiek bij te sturen. Alleen democratieën, waarin meerderheden kunnen weggestemd worden, hebben de macht om maatregelen te nemen die ten goede komen aan de bevolking.
Het boek van Johan Norberg is een nachtmerrie voor antiglobalisten, omdat hij zowel theoretisch als met cijfers hun ongelijk bewijst. Het is tevens een richtlijn voor liberalen zelf om hun gedachtengoed consequent toe te passen en niet toe te geven aan pragmatische of politieke compromissen. Dit boek is een absolute aanrader voor al wie begaan is met de vrijheid en de globalisering. Het vormt het ultieme bewijs dat veel problemen niet te wijten zijn aan een teveel aan liberalisme en vrije markt, maar juist aan een tekort aan liberalisme en vrije markt.
Dit artikel is eerder verschenen op www.liberales.be
Leve de Globalisering
Johan Norberg
De bestseller die de Zweedse discussie over de mondialisering een nieuwe wending gaf.
Bekroond met de Antony Fisher International Memorial Award
Bezoek de officiële website voor meer informatie.
Uitgeverij Houtekiet, ISBN: 905240688X
Te bestellen bij BOL voor 19.95 EUR.