hernando.jpg
Hernando de Soto

De Peruaanse econoom Hernando de Soto is de oprichter en voorzitter van het Instituut voor Vrijheid en Democratie (ILD) met hoofdzetel in Lima, Peru. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste denkers op het vlak van ontwikkeling en schreef het boek Het mysterie van het kapitaal: waarom het kapitalisme zo’n succes kent in het Westen maar faalt in de rest van de wereld. Zijn belangrijkste vaststelling is dat de situatie van de armen in de ontwikkelingslanden en de vroegere communistische landen grotendeels het gevolg is van hun onvermogen om voordeel te halen uit de positieve effecten die formele eigendommen met zich meebrengen. Zonder wettelijke eigendomsrechten kunnen de armen niet echt gebruik maken van hun bezittingen. Die landen moeten niet zozeer meer produceren of meer geld krijgen, maar de armen vlotter toegang verschaffen tot eigendomsrechten. In de voorbije jaren ontving Hernando de Soto verschillende prijzen: The Fisher Prize in Groot-Brittannië, The Adam Smith Award in de Verenigde Staten en The CARE Award for Outstanding Development Thinking in Canada. “De Soto’s ideeën over het versterken van de positie van de armen in de wereld is een van de belangrijkste economische inzichten van onze tijd”, aldus de voormalige Amerikaanse president Bill Clinton.

Samen met de ILD ontwikkelt en implementeert Hernando de Soto programma’s om de positie van de armen in Latijns Amerika, Azië en het Midden Oosten te versterken. Liberales-kernlid Dirk Verhofstadt had een exclusief interview met Hernando de Soto in zijn woonplaats in Lima.

The Economist noemt het Instituut voor Vrijheid en Democratie (ILD) een van de belangrijkste denktanks in de wereld. Hoe ging het van start?

Hernando de Soto: Op het einde van de linkse dictatuur in Peru in 1979 wilden we nieuwe politieke, sociale en economische ideeën in het publieke debat brengen. Tot dan kenden we alleen de klassieke linkse standpunten, waarvan ik sommige wel bijzonder interessant vind, maar ze hadden niets te maken met de vrije markt en de meer liberale visie op de democratie. Zo begonnen we met het verspreiden van de ideeën van Friedrich Hayek, Jean-François Revel, Milton Friedman en zelfs oorspronkelijke marxistische ideeën. We bestudeerden ondermeer de relatie tussen marginaliteit – van mensen die buiten het systeem leven – en de wet. Ik zag toen in dat de wet de belangrijkste oorzaak was van uitsluiting. Tal van regeringen in Latijns Amerika hebben liberale ideeën toegepast maar toch lukte het niet om de armoede uit te schakelen. De belangrijkste reden was evenwel omdat die ideeën nooit rekening hielden met de uitgesloten mensen. Dat probleem was moeilijker dan het lijkt. We stelden vast dat de meeste ideeën over vrijheid en productiviteit wel bekend waren bij denktanks maar dat ze niet waren doorgedrongen tot de politieke beslissingnemers en de gewone mensen. Het Instituut voor Vrijheid en Democratie richt zich vooral op de extra legale sector. En dan vooral op eigendomsrechten en de vrijheid van onderneming omdat die de basis vormen voor al de rest.

Begrijpen politici wel hoe belangrijk eigendomsrechten zijn?

sloppenwijk.jpgHernando de Soto: Als je arm bent, zoals de meeste mensen in Latijns Amerika, de Derde Wereld en de vroegere Sovjet-Unie, beschik je maar over twee zaken om te overleven. Een plaats om te leven en iets om mee te werken. Arme mensen droppen hun schamele bezittingen op een vrij stukje grond op het platteland of in de sloppenwijken rond de grote steden in het Zuiden. Als niemand dat stukje grond opeist volgt een soort dak. Met de tijd zullen de buren de eigendom van de nieuwkomer erkennen waarna een soort vaste woning ontstaat. Nog later zullen niet alleen de buren maar ook informele organisaties nota nemen van dit eigenaarschap – niet officieel natuurlijk. De bewoners besteden intussen hun tijd om hun bezittingen te beschermen tegen indringers en natuurlijk ook tegen de overheid. Uiteindelijk weet niemand meer waar het eigendom oorspronkelijk vandaan komt. Dan is het beter om alles te erkennen zoals het bestaat. Zoiets is aanvaardbaar voor alle politieke strekkingen. De helft van de regeringen waarvoor wij werken zijn duidelijk links maar zien wel in dat de armen geen eigendomsrechten hebben en vinden dat ze die wel zouden moeten hebben. En dat kan via de wet waarbij iedereen zich akkoord verklaart over van wie een eigendom is. Eigendomsrechten worden zelfs op wereldschaal erkend in de punten 9 en 10 van de zogenaamde Washington-consensus, maar het zijn de enige doelstellingen die nooit werden toegepast. Het doel van deze punten is vrijheid van onderneming en eigendom. Het is een blinde vlek die moet opgevuld worden. Dat is de taak van de ILD.

In uw boek ‘Het Mysterie van het Kapitaal’ schrijf je dat kapitalisme als een privéclub is. Alleen open voor enkele gepriviligeerden maar onbereikbaar voor de vele miljarden die er alleen kunnen naar kijken. Kan je dit uitleggen?

Hernando de Soto: Bijna 5 miljard van de 6 miljard mensen op de wereld leeft ofwel in ontwikkelingslanden ofwel in vroegere communistische landen waar de economie meestal extralegaal is. Kapitalisme werkt niet in die landen omdat men er niet in slaagt kapitaal te produceren. Nochtans is kapitaal het middel om de arbeidsproductiviteit op te voeren en welvaart te creëren. Het lijkt erop dat arme landen geen kapitaal kunnen opbrengen voor zichzelf hoe hard hun mensen zich ook inzetten voor zaken die typisch zijn voor een kapitalistische economie. In feite hebben de arme inwoners van minder ontwikkelde landen bezittingen, maar ze missen de methode om duidelijk te maken dat het hun eigendom is en om kapitaal te creëren. Ze hebben huizen maar geen papieren; oogsten maar geen documenten; winkels maar geen bedrijfsstatuten. Met andere woorden: hun eigendom is niet geregistreerd, niet formeel gewettigd. Dit laatste is cruciaal omdat men alleen via eigendomsrechten krediet kan bekomen. Eigendom omgezet in kapitaal biedt de mogelijkheid om te creëren, te produceren en te groeien. Het bezit van grond kan alleen omgewisseld worden voor een lening als dat bezit geregistreerd is. Onze belangrijkste doelstelling is dan ook het uitwerken van wetten die bezittingen omzetten van ‘dood’ naar ‘levend’ kapitaal.

Een van de besluiten in uw boek ‘De mysterie van het kapitaal’ is dat arme mensen niet het probleem zijn, maar de oplossing.

Hernando de Soto: Dat zijn ze inderdaad en daar zijn enkele goede redenen voor. Zo zien we dat de armen overal beschikken over de meerderheid van de spaargelden, wat betekent dat ze het meeste werk hebben gedaan. Neem bijvoorbeeld de situatie in Egypte. Daar hebben mensen in de extralegale sector met hun winkels en huizen een bedrag van 248 miljard dollar aan bezittingen vergaard. Dat is 40 maal meer dan alle leningen die het land kreeg van de Wereldbank. Of 55 maal groter dan alle directe investeringen. Of 35 keer zoveel dan de waarde van de gehele effectenbeurs van Caïro. De totale waarde aan bezittingen die de armen in de Derde Wereld en de vroegere communistische landen hebben, maar niet wettelijk verkregen, bedraagt op zijn minst 9.300 miljard dollar. De armen zijn dus duidelijk de oplossing. De geschiedenis in tal van landen heeft aangetoond dat het de armen zijn die de welvaart van vandaag hebben opgebouwd. De armen zijn een belangrijke groep ondernemers, maar het is een groep zonder macht. Dat is de situatie in alle ontwikkelingslanden die we onderzocht hebben en in de vroegere communistische landen. Armen hebben geen gebrek aan ondernemingszin. Ze willen huizen bouwen en gronden bewerken. Maar er bestaat gewoon geen wettelijk systeem om hun goederen om te zetten in een bruikbaar vermogen zoals in het Westen. Internationale financiële instellingen houden geen rekening met deze activa. Armen worden altijd beschouwd als mensen die we geld moeten geven. We moeten deze houding veranderen. Wat we aan de armen ook geven, het zal altijd ‘peanuts’ zijn in vergelijking met wat ze zelf kunnen doen. We moeten de armen echte macht geven door ervoor te zorgen dat hun bezittingen legaal worden zodat ze die te gelde kunnen maken.

Om het probleem van de armen op te lossen moeten we de informele wereld dus formeel maken.

Hernando de Soto: Ja, dat is het, maar ik heb het dan niet over de klassieke formele wereld. We moeten denken aan een nieuwe formele wereld. De klassieke formele wereld hebben we reeds voorgesteld aan de armen maar die hebben ze verworpen. Het gaat hem over een nieuwe wetgeving. Vergeet niet dat er al informele systemen van eigendomsrechten bestaan, maar dan meestal buiten het legale rechtssysteem in een land. Ik ben nu lid van een nieuw agentschap voor ontwikkelingshulp. Koffi Anan, de Secretaris Generaal voor de Verenigde Naties en Mark Malloch Brown, bestuurder van de UNDP (United Nations Development Programme) hebben een commissie opgericht die zich richt op de ontwikkeling van de privésector. Daarvoor werd nooit aandacht besteed aan de privésector, ondanks het feit dat daar een belangrijk deel van de oplossing ligt. Het evolueert dus in de goede richting.

Wat zijn dan de praktische problemen om eigendomsrechten te verwerven?

Hernando de Soto: De wetgeving en de administratieve regels om kapitaal tot ‘leven’ te brengen bestaan vaak niet of zijn ingewikkeld, tijdrovend en duur. Met behulp van advocaten, accountants en juridische adviseurs slagen rijke mensen erin om hun belangen te verdedigen in het bureaucratische doolhof. Als een landbezetter of kraker een officiële eigendomstitel wil dan duurt dat minstens 13 jaar in de Filippijnen, meer dan 11 jaar in Haïti en 6 jaar of meer in Egypte. Met een advocaat duurt het 549 dagen om een officiële toelating te krijgen om een bakkerij te mogen uitbaten in Egypte. Zonder advocaat duurt dat zelfs ongeveer 650 dagen. Om in Honduras een onderneming wettelijk aan te geven, te laten registreren en op te starten moet men 3.765 dollar betalen en 270 dagen wachten. Om een hypotheek af te sluiten in Mexico heb je twee jaar tijd nodig. Het verkrijgen van een eigendomsrecht op een huis in Egypte duurt 17 jaar, in Peru 21 jaar en in de Filippijnen 24 jaar. Het zijn maar een paar voorbeelden van de ingewikkelde wetgeving om een eigendom te verwerven. Dit verplicht arme mensen om alles in de illegaliteit te doen via informele onderhandelingen. De procedures om een officiële bouwtoelating te krijgen zijn zo ingewikkeld dat mensen ervoor kiezen om te bouwen zonder toelating. Wat ze nodig hebben zijn eenvoudige, transparante wetten en minder bureaucratie.

Maar is het grootste probleem niet dat wetgevers vasthouden aan hun bestaande wetten?

Hernando de Soto: Dat klopt. Een van de redenen waarom wetten zo ingewikkeld en inefficiënt zijn, is dat wetgevers in ontwikkelingslanden de westerse regels willen overnemen maar blind blijven voor de informele realiteit. In feite zouden ze hun studiekamers moeten verlaten en de informele sector bestuderen want daar zouden ze alle nodige informatie vinden om een logisch wettelijk systeem te maken. Door de ‘wetten van het volk’ te onderzoeken kunnen wetgevers een beter legaal systeem opstellen. De meeste juristen in de ontwikkelingslanden zijn opgeleid om de bestaande wetten te verdedigen, niet om ze aan te passen of uit te breiden. Ze reageren dan ook intuïtief op informeel gedrag. Nochtans bestaat de wet om mensen te dienen en niet omgekeerd.

Uw Instituut werkte in verschillende ontwikkelingslanden en gaf advies aan hun staatshoofden. Hoe ging u tewerk?

Hernando de Soto: Het belangrijkste deel van ons werk is de fase van de ‘diagnose’. Dan vormen we een team van zo’n zeven mensen van onze kant en een honderdtal van het land waar we voor werken. Dan gaan we na welke zaken, activiteiten en handelingen binnen de wet vallen en welke erbuiten. In het geval van Egypte stelden we vast dat 92% van alle gebouwen en gronden buiten het wettelijk systeem bestonden en 88% van alle ondernemingen. Dit betekent dat de grote meerderheid van het eigenaarschap niet geregistreerd was en bijgevolg niet gekend bij de bestuurders, stadsplanners, investeerders, banken, posterijen, waterbedrijven, leveranciers van elektriciteit en andere organisaties. Het geeft de politici een duidelijk beeld dat er iets fundamenteel fout zit. Dit onderzoek wijst ook op een klassenprobleem, een marxistisch gegeven dat altijd ontbrak, ook in het liberalisme. Want mensen behoren tot een bepaalde klasse. En mensen in armoede zijn niet alleen uitgesloten, ze zijn desondanks ook de grootste ondernemers ter wereld. Er zijn meer ondernemers in gelijk welk Derde Wereldland dan in de rijke landen.

De voorbije 15 jaar werkte uw Instituut in Peru, Egypte, El Salvador, de Filippijnen, Honduras en Haïti. In welk land zijn jullie nu actief?

Hernando de Soto: Momenteel werken we voor de Mexicaanse regering. We stelden reeds de diagnose: 78 miljoen Mexicanen – dat is zowat 80% van de totale bevolking – leeft of werkt in de informele wereld. Ze produceren ongeveer 35% van het BNP. Ongeveer 137 miljoen hectaren grond, 11 miljoen huizen en 6 miljoen bedrijven zijn niet geregistreerd. Dat zijn bezittingen die alleen kunnen gebruikt worden als middel om zich letterlijk te beschermen. Maar niet als onderpand voor een lening, niet om investeringen te genereren of niet om een meerwaarde te creëren. De totale waarde van dit ‘dood’ kapitaal bedraagt 315 miljard dollar. Dat is zeven maal zoveel als de waarde van alle (gekende) oliereserves in het land en 31 maal de waarde van alle directe buitenlandse investeringen. Daarom adviseerden we president Fox om dit het systeem zo te hervormen dat de uitgesloten burgers worden geïntegreerd. Een efficiënt middel daartoe is de ontwikkeling van een wettelijke structuur om eigendommen en ondernemingen om te zetten in verhandelbare bezittingen. Door het beperken van de kosten en het vergroten van de voordelen door legaal te werken kunnen ook de belastingsinkomsten toenemen.

Bestaat er een verband tussen het gebrek aan eigendomsrechten en corruptie?

Hernando de Soto: Ja, natuurlijk. Want de oorzaak van heel wat corruptie is essentieel het verwerven van een vorm van wettelijkheid. Je betaalt iemand om opzij te kijken of om de wet op een bepaalde manier te interpreteren. Toen ik in het Midden Oosten werkte, leerde ik een ondernemer zo goed kennen dat ik hem vragen kon stellen over corruptie en steekpenningen. Hij gebruikte het plaatselijke begrip ‘baksheesh’. Hij vertelde me het volgende: “Ik verkies ‘baksheesh’ omdat het mij zekerheid geeft.” Wetten worden immers voortdurend gewijzigd. We hebben berekend dat de regering ongeveer 30.000 nieuwe regels per jaar uitbrengt. Geen enkele ervan werd op een transparante manier of na raadpleging van het publiek genomen. Het gevolg is dat de wet totaal onvoorspelbaar is en alleen de machtigen en de geïnformeerden dient. Vanuit dit gezichtspunt geeft ‘baksheesh’ zekerheid. Het enige dat hij moest doen was het betalen van steekpenningen aan vijf politiemensen bij zijn werkplaats of waar hij zijn transacties deed. En hij was zeker van het resultaat. Normaal moet de wet zekerheid bieden. Maar als de wet slecht is dan is corruptie de enige manier om zekerheid te bekomen. Maar zodra er eigendomsrechten bestaan – zoals het recht om een onderneming te runnen of om transacties te doen – zullen mensen zich afkeren van corruptie.

Sommige mensen zeggen dat er verschil bestaat in cultuur tussen mensen van de Derde Wereld en mensen van de Eerste Wereld. Bent u het daarmee eens?

Hernando de Soto: Dat is een mythe. Ik geloof niet dat cultuur veel te maken heeft met het feit dat sommige mensen vreselijk arm zijn en anderen rijk. Het is een vals argument en het laat mensen toe om foute zaken te doen. Het heeft zelfs een racistische ondertoon. Neen, in plaats van te kijken naar culturele aspecten, moeten we de beperkingen wegnemen waar arme mensen mee te maken hebben. Wij zijn er zerker van dat dit zal helpen want mensen zijn overal ter wereld ondernemend. Landen die minder ‘westers’ waren dan Latijns- Amerikaanse landen als Japan, Taiwan en Zuid-Korea waren amper 50 jaar geleden armer dan wij. Zij veranderden hun wetten en zijn nu gemiddeld 10 keer rijker dan wij. De meeste mensen die beweren dat er ‘culturele’ handicaps bestaan, hebben hier geen bewijzen voor. We kunnen arme landen niet helpen door ze geld toe te stoppen maar door een radicale verandering van hun wetgeving. Dat is in de eerste plaats geen verantwoordelijkheid van het IMF of de Wereldbank, maar wel van de lokale besturen.

Ondanks privatiseringen en dereguleringen blijft de Russische economie het slecht doen. Heeft dat ook te maken met het probleem van de eigendomsrechten?

market.jpgHernando de Soto: Er is maar één manier om dat te weten, namelijk door de zwarte economie te bestuderen. En dat is juist wat wij doen. Het is zoals in de geneeskunde: de dokter moet de patiënt zien. Je kan de beste wetten in de wereld maken, maar als ze niet werken zijn ze gewoon maar inkt op papier. Ik zou dus niet verbaasd zijn dat in Rusland de wetten op papier goed zijn, maar dat ze in de realiteit niet werken. Daarom is het juist zo belangrijk om contact te hebben met de bevolking om wetten te maken die gebaseerd zijn op een algemene consensus die de mensen vertrouwen. Je kan geen theoretisch model maken zoals bureaucraten of de oude klassen dat deden. Ik denk dat je de straat moet opgaan.

Hoe komt het toch dat deze liberale ideeën nooit populair waren in Latijns-Amerika?

Hernando de Soto: Sinds de bevrijding van Spanje in 1820 hebben we regelmatig geprobeerd om een liberale revolutie te ontketenen in Latijns-Amerika. We hebben lang geprobeerd om het model van de Verenigde Staten of het Westen toe te passen. We hebben spoorwegen geprivatiseerd en we hebben onze landen opgesteld voor buitenlandse investeringen. En bijna elke keer is het mislukt. Het bleek een goede zaak voor een kleine groep mensen aan de top maar voor de meeste werkte het niet. Het probleem was dat mensen wel geïnspireerd waren door liberale ideeën maar dat ze in feite weinig belangstelling hadden voor de positie van de armen. Ik zou zeggen dat die mensen die beweerden liberaal op te treden, geen liberalen waren maar conservatieven. En door de armen opzij te laten gaven ze populisten en communisten de kans om op een of andere manier terug te komen.

Mogen we dan zeggen dat het kapitalisme in een crisis zit?

Hernando de Soto: Natuurlijk zit het kapitalisme in een crisis, al is het maar omdat het maar goed is voor 20 of 10 procent van de mensen van Latijns-Amerika. Goed voor rijke mensen die erin slaagden om hun eigendomsrechten te laten erkennen zodat ze kunnen deelnemen aan de internationale markt. Maar voor de meeste mensen werkt het niet. Ik beklemtoon nog eens dat kapitalisme niet werkt zonder universeel verkrijgbare eigendomsrechten. Het kapitalisme heeft het communisme niet overwonnen, het communisme is in elkaar gestort. De belangrijkste ideeën en bekommernissen van de communisten en socialisten blijven nog steeds bestaan.

Ga je akkoord met de libertariërs die pleiten voor een minimale staat? Hoe sta je tegenover het libertarisme en het liberalisme?

Hernando de Soto: Ik denk dat sommige van de meest vruchtbare ideeën komen van de libertariërs. Zij vormen een soort ‘avant garde’ omdat ze ondermeer wijzen op het grote gevaar voor machtsconcentratie. Maar er bestaat wel een verschil tussen hun theorieën en de realiteit. Ze onderschatten het belang van de overheid om vrijheid en democratie te versterken. Dat komt misschien omdat zij, net als sommigen onder ons in de Derde Wereld, niet beseffen wat het betekent om zonder een overheid te leven. Een sterke overheid is nodig om de bepalingen van de wet te laten functioneren en af te dwingen.

Ik zou mijzelf eerder een klassieke liberaal noemen, overeenkomstig de liberale ideeën van de 18de en 19de eeuw, die sterk gekant waren tegen machtsconcentratie en tegen armoede. De reden waarom ik de 18de en 19de eeuw van Europa en Noord-Amerika bestudeer is niet omdat ik zo van het verleden hou, maar omdat ze me het heden leren begrijpen met betrekking tot ontwikkelingslanden. Laat me een voorbeeld geven. Sinds de Renaissance kennen we een evolutie naar meer individualisme. Daarvoor beschouwden mensen zich steeds als een deel uit van een geheel. Dat fenomeen is nu pas begonnen in Latijns-Amerika. In Mexico bijvoorbeeld, waar we nu actief zijn, hebben we zo de ejido, een soort inheems collectief eigendomssysteem bestudeerd. We stelden vast dat de gemiddelde leeftijd van de arbeiders in de Mexicaanse landbouwgemeenschap 65 jaar was. Zowat alle jonge mensen waren weggetrokken naar de steden en werden individuen. Met andere woorden, we zijn nu in het stadium van de individualisering dat jullie in Europa al een paar eeuwen kennen. Het intellectuele debat in het Europa van de 18de en 19de eeuw is bijzonder relevant voor de ontwikkelingslanden en de vroegere Sovjet Unie in de 21ste eeuw.

Dit artikel verscheen eerder op: liberales.gif

Liberales verstuurt wekelijks een gratis nieuwsbrief met interviews, essays en boekbesprekingen. Inschrijven kan op www.liberales.be.