In Nederland nemen steeds meer moslimvrouwen de pen ter hand om zich te verzetten tegen gewoontes en tradities die vrouwen als minderwaardig beschouwen en daarbij steunen op een letterlijke interpretatie van de islamitische religieuze voorschriften. In navolging van de Somalische Ayaan Hirsi Ali, de Marokkaanse Naima El Bezaz en de Egyptische Nahed Selim schreef de Pakistaanse Naema Tahir hierover een opmerkelijk boek onder de titel Een moslima ontsluiert. Hierin beschrijft de auteur haar jeugd in Pakistan, de migratie van haar vader en later de rest van het gezin naar Engeland, de uitwijking naar Nederland, de terugkeer naar Pakistan en tenslotte de definitieve vestiging in Nederland. De auteur schreef de voorbije jaren enkele scherpe opiniestukken in NRC-Handelsblad waarmee ze al snel de stempel van ‘kritische moslima’ kreeg opgespeld.

Het eerste deel onder de titel Rusteloze Zolen, Fragmenten uit een migrantenleven geeft een goed beeld van de praktische en mentale problemen waarmee migranten te kampen hebben. ‘Migratie is wreed. Het maakt dat je voor altijd nergens bij hoort’, schrijft Naema Tahir in de inleiding. Dat bleek alvast uit de manier waarop haar vader zijn verblijf in Europa ervoer. In 1961 ging hij in op een wervingscampagne van de Britse regering om werknemers uit de voormalige koloniën aan te trekken. Tien jaar later migreerden de vrouwen in het kader van de gezinshereniging. Maar al snel werd vader Tahir geconfronteerd met gewelddadig racisme. Daarop zocht en vond hij werk in Nederland, een land dat destijds bekend stond omwille van de open en verdraagzame houding van haar inwoners. Dat bleek aanvankelijk ook het geval te zijn. Zo beschrijft Naema Tahir hoe onbekende buurtbewoners voor haar deur dozen speelgoed deponeerden.

De eerste rimpels in het wat zorgeloze bestaan van de kinderen kwam van de Pakistaanse ouders zelf. Ze verboden hun dochter om de zwemlessen op school te volgen en na het turnen te douchen. Van seksuele opvoeding was geen sprake, alleen dat seks vies en onaanvaardbaar is. Om de kinderen te behoeden tegen het ‘zedenloze’ Nederland besloot vader Tahir om zijn vrouw en kinderen terug te sturen naar Pakistan. Daar werd Naema voor het eerst fysiek geconfronteerd met de beperkingen die de islamitische voorschiften opleggen. Meisjes mogen er niet buiten spelen, ze moeten een chador of burka dragen, worden op gezette tijden aangezet om te bidden en moeten in huis in aparte ruimtes leven als er vreemde mannen binnenkomen. Hier groeide haar besef dat vrouwen in feite ondergeschikte schepsels vormen. Dat besef werd haar ook ingeprent door haar privé leraar die vrouwen voorstelde als ‘de bron van verleiding en van de verloedering van de maatschappij’. Vrouwen zijn de dragers van de eer van de familie en alhoewel de Pakistaanse grondwet elke discriminatie op basis van sekse verbiedt, hebben vrouwen er in de praktijk minder rechten. Toen vader ziek werd keerde het gezin terug naar Nederland.

Het tweede deel van het boek handelt over Dolle Amina’s. Fragmenten uit het leven van een moslima en bevat een bundeling van de belangrijkste opiniestukken van Naema Tahir die verschenen in NRC-Handelsblad. Daarin is ze niet mals voor de moslimgemeenschap en dan vooral voor de orthodoxe variant. De auteur wijst op het totaal gebrek aan zelfkritiek bij moslims dat ze wijt aan het paternalisme, de vrouwenhaat en het religieus obscurantisme binnen de islamgemeenschap. Maar ook Nederland zelf ging lang in de fout door het probleem van de socio-culturele emancipatie niet openlijk te bespreken. Naema Tahir verwijst naar Irshad Manji die in haar boek Het Islam dilemma wees op het gebrek aan zelfkritiek onder moslims en de tendens om zich in te kapselen in de eigen cultuur, traditie en religie.

De auteur beschrijft hoe ze samen met Ayaan Hirsi Ali in het televisieprogramma Rondom Tien werd aangepakt door de mannelijke moslimvertegenwoordigers Mohammed Cheppih en Ali Eddaoudi die zowat alle mistoestanden in de moslimgemeenschap minimaliseren en afdoen als niets te maken met de islam, terwijl tal van schandelijke praktijken juist in naam daarvan gebeuren. Naema Tahir merkt terecht op dat vooral de moslimmannen slecht om kunnen met kritiek omdat het hun machtspositie in de familie en de samenleving aantast. In een volgende deel beschrijft ze met verve hoe vrouwen verstrikt zitten in die door mannen gedomineerde cultuur, iets wat we ook kunnen lezen in het boek De vrouwen van de profeet van Nahed Selim. Ze heeft het over Barbara, een Pakistaanse die zowel door haar ouders als door de imam gedwongen wordt om te trouwen met een man die ze niet kent. Maar Barbara verzet zich op gevaar om verstoten te worden door haar gemeenschap. Het is een levensecht drama dat treffend overeenstemt met het verhaal in de film Ae fond kiss van Ken Loach.

In haar column Doorbreek de maagdencultus gaat Naema Tahir in tegen de seksuele moraal die binnen de orthodoxe islam wordt opgelegd aan vooral vrouwen. “De maagdelijkheid van de moslima en de afwezigheid van openlijke homoseksualiteit zijn symbolen in de politieke strijd van conservatieve moslims tegen de ‘doorgeslagen’ vrijheden van de westerse maatschappij”, aldus de auteur. Alleen moslima’s zelf (en homoseksuele moslims) kunnen hierin verandering brengen door de zelfbeschikking over hun eigen lichaam op te eisen. Daarom roept ze op tot een symbolische zelfontmaagding. Opvallend is alvast dat heel wat westerse feministen die vroeger zo actief ageerden voor de zelfbeschikking over het eigen lichaam – denk aan de acties voor anticonceptiva en abortus – nu zo stil blijven wanneer het gaat om de rechten en vrijheden van moslimvrouwen. Zo keerden ze zich fel tegen de oproep van Ayaan Hirsi Ali voor een ‘Derde feministische golf’. Het lijkt erop dat ze vanuit hun cultuurrelativisme praktijken tolereren die ze voor zichzelf niet zouden aanvaarden.

De ouders van Naema probeerden ook haar te laten trouwen met iemand die ze voor hun dochter kozen volgens de islamitische tradities. Hierover schrijft de auteur een beklijvend stuk waarin ze getuigt van haar wisselende gevoelens tussen respect voor haar ouders en de eigen wilsbeschikking. In de traditionele – maar blijkbaar breed aanvaarde – praktijk hebben ongetrouwde moslims die een Nederlandse nationaliteit hebben, een grote marktwaarde. Ze kunnen immers zorgen voor een verblijfsvergunning voor de toekomstige echtgenoot of echtgenote. Schrijnend is dat zelfs de voogdij over pas geboren kinderen, waarvan een van de ouders de Nederlands nationaliteit heeft, de inzet vormt van een strijd tussen de ouders omwille van hun ‘marktwaarde’ om later te kunnen overgaan tot nieuwe gezinsformaties en gezinsherenigingen. Moslimfamilies in Pakistan en andere moslimlanden proberen hun kinderen uit te huwelijken met mannen of vrouwen die zich reeds in Europa of de Verenigde Staten bevinden. In België en Nederland trouwt bijna drie kwart van de allochtone jongeren met iemand uit het land van herkomst en niet met een allochtone man of vrouw in het gastland. Traditionele moslimfamilies houden weinig of geen rekening met de gevoelens van hun kinderen die een huwelijk met een onbekende uit het land van herkomst niet zien zitten.

Naema Tahir heeft op die manier een verscheurende keuze moeten maken tussen loyauteit aan de familiale en culturele gewoontes en haar eigen gevoelens. Zelden werd de botsing tussen traditie en de eigen wil beter beschreven dan in deze tekst. Elke lezer zal immers begrijpen hoe moeilijk het moet zijn om afstand te nemen van een eeuwenlange gewoonte die voor ouderen en traditionele moslims zo evident is en waarmee kinderen als het ware de wens, of het bevel, van hun ouders negeren. De auteur geeft zelfs toe dat het resultaat van haar beslissing waarschijnlijk pijnlijker is voor haar ouders dan voor haarzelf. Maar ‘je kunt in het leven alleen maar voor jezelf kiezen’, aldus Naema Tahir. Daarmee slaat ze de eigen maar moeilijke weg van het individualisme in waarbij ze ervoor kiest om zelf invulling te geven aan haar levenslot. Een weg die blijkbaar door steeds meer jongeren gekozen wordt. Hier ligt ook de kernoorzaak van het toenemende traditionalisme in de islam. Blijkbaar beseffen orthodoxe moslims mannen heel goed dat de tendens naar meer individualisme hun patriarchale machtsbasis aantast en proberen ze aldus de teugels strakker aan te spannen.

In een laatste deel gaat Naema Tahir in op de omstreden kwestie van de hoofddoeken. Zelf draagt ze die niet omdat ze zich weigert te onderwerpen ‘aan iets dat niet los kan gezien worden van de macht van kleingeestige mannen’. Dat jonge vrouwen zich toch ‘vrijwillig’ sluieren vloeit niet alleen voort uit de vermeende verplichting volgens de Koran maar tevens uit een gevoel van geborgenheid en veiligheid. Het vergroot namelijk de ‘bewegingsvrijheid en autonomie in een cultuur die wordt gekenmerkt door deze machtsverhoudingen’ omdat men niet als ‘losbandig’ zou worden aangezien. In feite is dit een capitulatie voor onaanvaardbaar gedrag van jongens en mannen. Het dragen van de hoofddoek is vaak ook een ‘geuzendracht’ en het symbool van een nieuwe identiteit. In feite willen die vrouwen zo van twee walletjes eten. Aan de ene kant leggen ze zich neer bij de traditie waarmee ze hun vaders, broers en imams gerust stellen, aan de andere kant beroepen ze zich op de vrijheid uit de seculiere cultuur om te dragen wat ze willen. Wat ze niet beseffen, aldus Naema Tahir, is dat ze op die manier zelf de segregatie in de Nederlandse samenleving bevorderen. Intussen zien de moslimmannen de hoofddoek als een cultureel condoom. Zonder doekjes worden moslima’s niet minder moslim, aldus de auteur die hiermee op één lijn zit met Nahed Selim.

Een moslima ontsluiert is een bijzonder leesbaar boek van een jonge vrouw die ondanks alle emotionele problemen gekozen heeft om haar eigen lot in handen te nemen. Haar getuigenissen over de moeilijke strijd die tal van moslima’s voeren om zich te onttrekken aan de vrijheidsberovende gewoontes en tradities geven een verbijsterend beeld van de strijd die zich momenteel afspeelt in tal van allochtone gezinnen in het westen. Maar ook van schokkende praktijken zoals gedwongen en gearrangeerde huwelijken waarvan doorgaans vrouwen het slachtoffer zijn. Naema Tahir legt deze praktijken bloot en doorbreekt daarmee de ‘omerta’ die samen met het cultuurrelativisme al te lang het noodzakelijke debat over de gelijkwaardigheid van man en vrouw in de moslimwereld onmogelijk maakte.

Naema Tahir, Een moslima ontsluiert, Houtekiet, 2004.

Dit artikel verscheen eerder op: liberales.gif

Liberales verstuurt wekelijks een gratis nieuwsbrief met interviews, essays en boekbesprekingen. Inschrijven kan op www.liberales.be.