Het siert de leiding van de VVD dat zij onderkent dat haar politieke stellingnamen aan actualisering toe zijn. Het is ook positief dat er een commissie werd ingesteld met de opdracht een nieuw Liberaal Manifest op te stellen, een politieke verlanglijst voor de middellange termijn. Helaas werd er echter een vlak stuk gepresenteerd, dat veelal om de liberale hete brei heen draait, vol tegenstrijdigheden zit en probleemanalyses vooral van halve oplossingen voorziet.

De electorale potentie ervan is nihil, evenals de kans dat de houdbaarheid van het manifest de aankomende verkiezingen overstijgt. De leden van de manifestcommissie kunnen zich dan ook verheugen op een warm ‘welkom op het feest van de gemiste kansen’, zoals een liedtekst van een bekende Nederlandse band het treffend heeft verwoord.

De commissie stelt dat liberalen de staat weer moeten herwaarderen. Daar valt op sommige terreinen, zoals rechtshandhaving, best wat voor te zeggen, omdat ook de VVD daar de afgelopen twintig jaar pijnlijke steken heeft laten vallen. Maar het is onbegrijpelijk dat het manifest amper reflecteert op het falen van de staat in de sectoren waar zij de meeste bemoeienis claimt, zoals de sociale zekerheid en de volksgezondheid. Voor liberalen is de staat vooral een oorzaak van problemen en biedt slechts in zeer beperkte mate structurele oplossingen. Met de al te enthousiaste ‘herwaardering van de staat’ gaat het manifest te gemakkelijk aan dit fundamentele liberale probleem voorbij. Ook het afschaffen van wetten of staatstaken blijkt voor de commissie een te hoge horde.

Hetgeen als fundamentele versterkingen van de democratie wordt voorgespiegeld, blijkt in werkelijkheid niet meer dan uit de hand gelopen institutioneel hobbyisme, alleen gericht op de Haagse binnenwereld. De voorstellen voor staatskundige veranderingen zijn alleen voor insiders interessant, het instellen van een ministerie van Veiligheid een bestuurskundige schijnoplossing waar geen terrorist van wakker ligt. Ronduit potsierlijk is het voorstel om de ministeriele verantwoordelijkheid over ambtenaren te versoepelen, teneinde meer ‘bestuurlijke creativiteit’ te ontlokken. Deze regel werkt nu disciplinerend: voor alles zorgen ambtenaren ervoor dat hun minister niet in problemen komt, door de uitgezette politieke lijnen goed in de gaten te houden. Het vieren van de politieke teugels maakt daarom de weg vrij voor verdere uitbreiding van de ambtelijke macht, terwijl de bedoeling van het manifest omgekeerd is.

Consistent is het manifest allerminst. Het aantal tegenstrijdigheden is groot, getuige de onderstaande voorbeelden. Zo wordt gesteld dat voor normen en waarden geen plaats is op de politieke agenda, maar er wordt wel pleidooi gehouden voor meer politieke bemoeienis bij het bijbrengen van vaderlandsliefde en burgerschap. Directe democratie wordt afgedaan als toegeven aan deelbelangen en de waan van de dag, terwijl er wordt gepleit voor referenda en de gekozen formateur.

Vrijheid wordt als het grootste liberale goed gepresenteerd, maar het recht van ouders om zelf te bepalen waar hun kinderen naar school gaan wordt inperkt, waarbij wordt gesteld dat ‘de staat en de publieke orde aan de vrijheid van onderwijs vooraf gaan’. Administratieve lasten moeten worden verminderd, maar het gehele bedrijfsleven moet een verplichte jaarlijkse milieu-effectrapportage gaan opstellen. De lasten moeten omlaag, maar de kunstsubsidies omhoog.

Daarbij is het een raadsel waarom alleen het ministerie van OC&W de helft van de ambtenaren zou moeten inleveren. Vanuit liberaal perspectief is dat voor veel andere ministeries ook een goed idee. De overheid dient een bescheiden rol in de economie spelen, maar een pleidooi voor het afschaffen van bedrijfssubsidies treft men niet aan. Integendeel, de staat moet allerlei onderzoek en startende ondernemers stimuleren en de renationalisatie van semi-private organisaties wordt niet uitgesloten. Het van liberaal perspectief aardigste voorstel, de introductie van de vlaktaks, kan alleen tot verlaging van de lasten en terugdringing van de overheid leiden als de politiek gevoelige hypotheekrenteaftrek en andere aftrekposten ook verdwijnen. Maar dat durfde de commissie blijkbaar niet aan, zodat haar doelstelling onbereikbaar is.

Gezien het hoge ‘net-niet-gehalte’ is het uitgesloten dat het manifest de VVD in electoraal opzicht verder brengt. Daarvoor pakt de commissie niet genoeg door en wordt er teveel geconcentreerd op onderwerpen die de kiezer niet boeien, zoals staatsrechtelijke vernieuwingen. Een aanzienlijk deel van de voorstellen, zoals op het terrein van integratie en de bestrijding van terrorisme, is al bestaand VVD-beleid. Dat lokt geen kiezers aan de rechterkant van het politieke spectrum, waar echter wel de grootste electorale kansen liggen. De VVD heeft sprankelende ideeën nodig, maar blijft met dit manifest suffig in het midden. Het onderscheidend vermogen ten opzichte van CDA en PvdA blijft miniem. Van het vorige Liberaal Manifest, daterend uit 1981, is na de eerstvolgende verkiezingen in het jaar erop nooit meer iets van vernomen. Een vergelijkbaar lot treft dit manifest hoogstwaarschijnlijk ook en dat is maar goed ook.

edwin-van-de-haar.jpgEdwin van de Haar is politicoloog, opgeleid in Leiden en aan de London School of Economics and Politicial Science. Hij is actief lid van de VVD en bestuurslid van de conservatieve denktank Edmund Burke Stichting. Van de Haar is een klassiek liberaal in de traditie van denkers als Hayek, Tocqueville, Smith en Hume en beweegt zich daarmee op het grensvlak tussen liberalisme en conservatisme. Hij verwerpt de sterke rol van de staat in de economie, is voorstander van een lage vlaktaks en is ervan overtuigd dat een sterke markt ook een positieve bijdrage levert aan het versterken van de moraal van de mens. Van de Haar voelt zich aangetrokken tot natuurrecht-variant zoals door Frank van Dun geinterpreteerd, maar deelt niet de libertarische voorkeur om de staat af te schaffen. De staat heeft wel een beperkt aantal functies te vervullen, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, justitie en (beperkte vormen van) marktmeesterschap.

Dit artikel verscheen op 2 maart 2005 in de Volkskrant.

Dit artikel verscheen eerder op: mvlogo-small.jpg