Vorige week vroeg ik mij af of Nederland in feite communistisch is. Ondanks het feit dat de Nederlandse samenleving kenmerken vertoont, is dit niet waar. In een communistische samenleving behoort eigendomsrecht en beheer over de productiemiddelen namelijk toe aan de gemeenschap als geheel. En die vlieger gaat niet op, ondanks het feit dat er punten van overeenstemming zijn. Wat is Nederland dan wel ? Fascistisch ?

Laten we beginnen met het definiëren van de begrippen, teneinde verwarring te voorkomen.

Onder een socialistisch (communistisch) bewind behoort eigendomsrecht en beheer over de productiemiddelen toe aan de gemeenschap als geheel. Onder een fascistisch bewind is het regeringsbeleid sterk gecentraliseerd en duldt geen enkele oppositie of kritiek. De regering heeft alle nationale zaken (inclusief economie) onder zijn beheer. Socialisme en fascisme behoren beide tot de uiterst grijze familie ‘staatisme’. Staatisme is het principe waarbij aan de staat uitgebreide economische – en politieke zeggenschap wordt verleend, ten koste van de individuele vrijheid.

Het verschil tussen socialisme en fascisme betreft het eigendomsrecht. Onder socialisme is zowel eigendomsrecht als beheer toegekend aan de gemeenschap als geheel; onder fascisme is eigendomsrecht in particuliere handen terwijl het beheer over het bezit aan de staat is toegekend, daarmede in feite het nut van bezit teniet doende. Want wat is het nut van een bezitting, als je het beheer er niet over hebt ?

Waarom zou het huidige Nederland fascistisch zijn ? Om dat beter te kunnen beoordelen, moeten we eerst kijken op welke ideologie de Nederlandse maatschappij is gebaseerd; elke samenleving is zo goed als de ideologie waarop deze is gebaseerd.

De ideologie van de hedendaagse Nederlandse maatschappij bestaat niet. Er zijn geen politieke filosofieën, principes, idealen, theorieën. Er is geen doel, en dus geen richting. Er is geen toekomstvisie. En het leiderschap onbeert elke schijn van verstandelijkheid. Wat er wel is, is een gevoelsmatig element die de huidige cultuur overheerst: angst. Angst voor van alles en nog wat, gevoed door onwetendheid en doelloosheid.

Deze angst gaat gepaard met een volksneurose die de mensen er toe aanzet om te geloven dat hun behoefte aan politieke principes en -doelen vanzelf verdwijnt als zij er in slagen om alle principes overboord te gooien. Omdat in feite geen enkel individu of land zonder ideologie kan bestaan, is deze anti-ideologie in feite de formele ideologie geworden.

Ayn Rand heeft deze anti-ideologie in 1967 als ‘Regering bij Algemeen Akkoord’ geidentificeerd.. Dit Algemeen Akkoord strekt zich uit over alle aanvaardbare politieke opvattingen. Aanvaardbaar voor wie ? Voor het Algemeen Akkoord, over alle ideeën die geen rechtstreekse bedreiging vormen voor ‘een groot deel van de bevolking’. Daaruit volgt, dat een ‘klein’ deel van de bevolking, bestaande uit ten minste één individu, aan het kortste einde trekt: hij wordt genegeerd en opgeofferd aan het Algemeen Akkoord. In deze setting bestaat het, dat wie de grootste bende achter zich heeft staan cq. de grootste bek heeft, het Algemeen Akkoord achter zich heeft.

Een gevoelsmatig criterium bepaalt of iets al dan niet aanvaardbaar is voor de regering. Dit criterium is niet moreel: het gaat niet om het al dan niet waar zijn van een opvatting, maar of een opvatting al dan niet in het belang is van ‘een groot deel van de bevolking’. De grootte van de kliek die een slachtoffer steunt, is het criterium voor overheidsingrijpen, waardoor verrijking van sommigen ten koste van anderen gefaciliteerd wordt.

Van mensen wordt verlangd, dat men ‘rekening houdt met een ander’. Het feit dat dit afgedwongen wordt met geweldsdreiging, maakt dat het moreel juiste diametraal tegenover het Algemeen Akkoord staat: deze twee tegenovergestelde principes zijn onverenigbaar ! Regeren bij Algemeen Akkoord houdt de verbanning in van de rede en de moraliteit. De matiging is tot hoogste deugd verworden, en daarmede tot doctrine: de cultus van het compromis, in Nederland ook wel bekend als ‘poldercultuur’.

Het Algemeen Akkoord is een anti-ideologie die een schijn van rechtvaardigheid geeft aan de voorwaarde en noodzaak van de gemengde economie: een labiel en explosief mengsel van vrijheid en staatstoezicht, zonder dat deze twee duidelijk gedefinieerd zijn ! Tenzij het staatstoezicht wordt afgebroken, leidt dit onherroepelijk tot een dictatuur: omdat een gemengde economie principeloos is m.b.t. de (beperking van de) regeringsmacht, is iedereen vogelvrij. Niemands belangen zijn veilig, alles is geoorloofd zolang men het straffeloos, onder wettelijke bescherming, kan doen. Economisch gezien is een gemengde economie een chaos van plunderende bendes die de productieve elementen daarin beroven, een amoreel eldorado voor pressiegroepen.

Onder invloed van de Frankfurter Schule hebben socialisten geen weg gebaand voor het communisme, maar voor het fascisme. De werkelijke profiteurs van herverdeling van inkomsten zijn de mensen die rijk zijn geworden dank zij geweldsuitoefening van de staat, degenen die im- of expliciet onder één hoedje spelen met de overheid; de ‘kleine man’ trekt in dit speelveld aan het kortste eind.

Fascisme is een ideologie die geweld beschouwt als voornaamste- en doorslaggevende element in alle menselijke betrekkingen. Typerend is de privaat-publieke samenwerking, de samenwerking tussen productie en geweld.

Een korte opsomming van een aantal punten uit het op 24 februari 1920 in München aangenomen partijprogramma van de NSDAP: de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij luidt als volgt:

-de regering heeft in de eerste plaats de verplichting om de burgers voldoende werkgelegenheid en bestaanszekerheid te verschaffen
-activiteiten van het individue mogen niet indruisen tegen de belangen van de gemeenschap
-winstdeling in de industrie
-uitbreiding van bejaardenzorg
-de algehele uitbreiding van het openbaar onderwijs-systeem
-verbetering van openbare gezondheid, o.a. door steun te verlenen aan clubs die betrokken zijn bij de lichamelijke opvoeding van de jeugd
-het bestrijden van de materialistische geest door de overtuiging dat een permanent herstel van het volk alleen kan voortkomen uit het innerlijk besef dat het Algemeen Belang voorrang heeft op het individuele belang.

Need I say more ?

Het huidige fascisme is niet militant, maar is wel een zwijgende sluipmoordenaar, gekenmerkt door een gebrek aan oppositie en de onderdrukking daarvan middels politieke correctheid.

De economie zweeft ergens tussen kapitalisme en collectivisme/staatisme: een soort pragmatische filosofie die beweert dat er geen objectieve realiteit of blijvende waarheid bestaat, dat er geen absolute principes bestaan, geen geldige abstracies, geen vaste begrippen. Alles moet op praktische bruikbaarheid getoetst worden. Objectiviteit bestaat uit collectief subjectivisme; alles wat mensen voor waar houden is waar cq. wordt als waar ervaren: de waarheid door Algemeen Akkoord.

Het gebrek aan standvastige, objectieve normen, het gebrek aan filosofisch inzicht bij mensen is de uiteindelijke oorzaak van de huidige situatie. Een samenleving is zo goed als haar filosofische grondslag. Bij gebrek aan objectieve normen regeert de subjectiviteit, waarvan we de gevolgen dagelijks kunnen aanschouwen.

Nederland fascistisch ?

Artikel geïnspireerd door ‘The new fascism – rule by consensus’ van Ayn Rand.