Zoals reeds eerder aangekondigd zal deze Vrijbrief ons eerste nummer met een thema zijn; deze…
Zoals reeds eerder aangekondigd zal deze Vrijbrief ons eerste nummer met een thema zijn; deze keer subsidies. Wij willen meer van dergelijke nummers laten verschijnen. Het meinummer wordt het volgende nummer met een thema. We hebben daarvoor als onderwerp de werkgelegenheid. Hebt u vragen, opmerkingen of bijdragen, stuur ze ons dan tijdig toe en wij zullen ze graag verwerken.
Ook zullen we de onderwerpen behandelen op de Kringbijeenkomsten die vallen na de verschijning van de desbetreffende Vrijbrief. Zo zal op de Kringbijeenkomst Rotterdam/Vlaardingen van 4 maart het onderwerp “Subsidies” worden besproken. Dit aan de hand van de publikaties in de Vrijbrief en een op die datum te houden inleiding door drs. P. Rikmans. Onder “subsidies” verstaan we, in de meest ruime zin, alle toelagen, schenkingen, enz. die door overheidslichamen gegeven worden aan particulieren, bedrijven of instellingen. Het essentiële kenmerk is dat het geld hiervoor beschikbaar gekomen is uit gedwongen betalingen van anderen (belasting, accijnzen, inflatie).
En dat is dan ook meteen de verklaring waarom het libertarisme tegen subsidies is. Wij stellen namelijk dat geen enkel persoon een ander mens mag dwingen om iets te doen tegen zijn zin. En wat één persoon niet mag, dat mag ook een groep van personen niet, zelfs al is die groep 51% van de bevolking. Dit is het principiële bezwaar waarom we tegen subsidies zijn en al het andere is daaraan ondergeschikt.
Dat er ook wel eens iets goeds met dit geld gebeurt, rechtvaardigt niet dat we andere personen gaan dwingen om dingen te doen die ze anders niet zouden doen. Typisch echter is dat het maar zelden zo uitkomt dat op de korte en op de lange duur de resultaten positief zijn. Arthur Laffer, de Amerikaanse econoom die enkele maanden geleden een aantal lezingen in Nederland en België hield, toonde dat ook aan. Zijn grondstelling op het gebied van subsidies formuleerde hij als volgt: “Als je iets subsidieert krijg je er méér van, en meestal teveel”. Bijvoorbeeld: als je de melk subsidieert, krijg je te veel melk en zelfs een boterberg. Als je bepaalde studies subsidieert krijg je te veel afgestudeerden (b.v. artsen) Als je de werkeloosheid subsidieert krijg je te veel werkelozen. (Zeker als je bovendien nog “straf” op prestatie stelt.)
Deze praktische resultaten zijn ook een reden om tegen subsidies te zijn, maar die reden blijft ondergeschikt aan de principiële stellingname “Geen geweld, dwang of fraude”.
Op 22 november jl. heeft Ayn Rand op een investeringsseminar in New Orleans een toespraak gehouden met als titel “The Sanction of the victim”. Daarin stelt zij zeer scherp dat de slachtoffers in deze maatschappij er zelf schuld aan hebben dat ze in de hedendaagse situatie terecht zijn gekomen. Als we bijvoorbeeld naar de zakenmensen, de producenten in de maatschappij kijken, dan zien we dat zij steeds meer belast en uitgeperst worden. Veel van diezelfde zakenmensen vragen echter wel zelf om subsidie of steun als zij menen dat het in hun voordeel is. (Dan is het ineens héél wat anders!) U hoeft de krant maar open te slaan of u ziet hoe het bedrijfsleven ook uit de overheidsruif probeert te eten. Iedereen probeert er iets uit te krijgen en men vraagt zich dan maar niet af, wie de ruif weer moet vullen. Dat zijn namelijk alle anderen!
Slechts een kleine greep uit enkele kranteknipsels:
Nutricia: In België krijgen we op investeringen bij voorbeeld een subsidie van 50%. In Nederland is dat niet alleen minder, maar zelfs nu weten we nog niet wat de WIR-premie in 1982 zal zijn. Ronduit een schandaal.
N.S.M.: Een grote order is verkregen dankzij slagvaardig optreden van de Ministeries van Economische Zaken en van Verkeer en Waterstaat.
Bedrijfschap voor de Detailhandel in alcoholhoudende dranken: Er moet een minimum prijs komen voor gedistilleerd.
Al deze voorbeelden (en we zouden er bladzijden vol mee kunnen schrijven) vragen on meer overheidsinvloed. Zij werken niet in de richting van het afschaffen van allerlei steun en betutteling. Het is duidelijk waar dit toe leidt. 1984 is niet ver meer weg. Of zien we nu nog kans om het tij te keren?