Enige tijd geleden werd bij de Belgische senaat een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van…
Enige tijd geleden werd bij de Belgische senaat een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de geneesmiddelenwet van 25 maart 1964. Dit o.m. als gevolg van de aktiviteit in die richting van het in 1979 opgerichte “Aktiekomitee voor Therapievrijheid”.
België loopt inzake erkenning van al wat ook maar enigszins “alternatief” is mijlenver achter op ongeveer alle andere westerse landen en het zal geen verwondering wekken dat de geneeskunde daarop geen uitzondering maakt. Van homeopathie, antroposofie en acupunctuur heeft men in mijn dierbaar vaderland al wel eens iets gehoord, maar in de wet is daar tot op heden nauwelijks een spoor van te vinden. Nu HOEFT dat, strikt genomen, ook niet. Wij libertariërs wensen zo weinig mogelijk wetten en, als ze er dan toch zijn,met zo weinig mogelijk inhoud. De vrije markt is op geneeskundig gebied niet minder efficiënt dan elders. Maar anderzijds is er natuurlijk het non-discriminatiebeginsel, en daar werd tot nu toe zwaar tegen gezondigd. Men mag in feite stellen dat de op de Belgische markt verkrijgbare niet-klassieke geneesmiddelen een onwettelijk bestaan leidden: volgens de strenge wet van 1964 waren het gewoon kwakzalversmiddeltjes, die dus eigenlijk verboden hadden moeten zijn. Door de ziekenkas werden ze niet terugbetaald en het op de markt brengen van nieuwe geneesmiddelen was zelfs nog moeilijker. Aan dit alles zou het nieuwe wetsvoorstel iets doen. Het BLIJFT natuurlijk minder gezellig dat dit “iets” hier bestaat uit een uitbreiding van de positieve interventies: De bevoegdheid wordt van de klassieke naar de alternatieve deskundigen verlegd i.p.v. naar de consument. Geneesmiddelen die “inefficiënt” bevonden worden zouden verboden blijven.
Een pikant detail is tenslotte het feit dat bij de indieners van het wetsvoorstel drie socialisten, een lid van de volksunie en twee van de milieupartijen zitten. Van C.V.P. en P.V.V. geen spoor. Het KAN natuurlijk zijn dat het aktiekomitee de ene partij met meer ijver benaderd heeft dan de andere (de alternatieve beweging heeft steeds een voorkeur gehad voor de linkerzijde). Maar ik vermoed dat omgekeerde factoren minstens even sterk meegespeeld hebben. De politieke rechterzijde (en met name vele liberalen) is zeer selectief in haar vrijheidsgevoel. Inzien dat een monopolie voor een bepaalde medische opvatting indruist tegen deze vrijheid valt haar blijkbaar zwaar.
Mijn persoonlijke tip aan het adres van de libertariërs zou in elk geval luiden om de alternatieve beweging niet (excuseer de woordspeling) links te laten liggen, doch er integendeel zoveel mogelijk kontakt mee te zoeken en ze te trachten te “libertariseren”. Neem je daarbij “en passant” zelf bepaalde alternatieve waarden over (b.v. inzake voeding, geneeskunde en algemene ingesteldheid tegenover mens, leven en realiteit) dan hoef je daar nog niet eens zo slecht bij te varen.