Deze rubriek blijkt veel belangstelling te hebben bij de lezers. Op onze vraag hoe, en of, we moeten reageren op het verzoek om advertenties te plaatsen die niet “zuiver libertarisch” zijn, kwamen een aantal antwoorden.

Het advies waar we ons het beste mee kunnen verenigen, is dat van Wimmie Albada en dat we hier laten volgen:

Abonnees van de Vrijbrief zijn libertariërs of willen kennis maken met het libertarisme. Libertariërs willen geen geweld, maar waar dat niet wordt toegepast willen ze vrijheid.

Interesse in honing, mystieke ervaringen etc. kan best met het libertarisme samengaan. Niet dat iedereen honing eet of zich mystiek bekwaamt, maar iedere libertariër laat wel anderen die vrijheid. Daarom zijn advertenties op deze gebieden welkom. Alle libertariërs zullen het niet eens zijn over de vraag of het aangebodene of gevraagde goed is, maar als dat het criterium wordt is het beter advertenties te weren: een vegetariër zal een aanbod van honing accepteren, maar van vlees niet. Maar bestaat er wel iets waar alle libertariërs het over eens zijn? Alleen over de stelling dat geweld initiëren slecht is. Daarom moeten advertenties die het initiëren van geweld propageren worden geweigerd. Welke indruk maakt dit op de buitenstaander? Naar ik hoop de indruk dat libertariërs geen geweld willen tegen anderen, maar dat verder eenieder kan leven zoals hij wil.

Kan een advertentie voor een democratische of andere beweging worden geplaatst? Nee, als deze de macht van de meerderheid over de minderheid propageert, want dat is geweld plegen tegen de minderheid. Ja, als deze beoogt de macht van de meerderheid (of enige andere groep) terug te dringen.

Martin Schenkels reageerde op onze opmerking betreffende “democratie”. Hij stelt terecht dat het daarbij essentieel is te weten wat je er onder verstaat.

In een uitgebreid artikel toont hij aan dat de Bond voor Directe Democratie inderdaad werkt aan “minder overheid”. En in overeenstemming met de redenering in het artikel hierboven, past de advertentie dus in de Vrijbrief.

Wegens plaatsgebrek zullen we het artikel van Martin Schenkels naar een volgend nummer moeten verplaatsen.