Waar zouden we zijn zonder taal ? Bijna alle contact tussen mensen verloopt via het…
Waar zouden we zijn zonder taal ? Bijna alle contact tussen mensen verloopt via het uitspreken van woorden. Verder gebruiken we taal als we de krant te lezen, om een brief te schrijven, tijdens het luisteren naar de radio, tijdens het kijken van TV, bij het lezen van etiketten tijdens het uitzoeken van boodschappen in de supermarkt, om informatie te lezen van borden en aanplakbiljetten op straat, enz. Veel mensen denken regelmatig in taal. Zonder taal zouden we niet leven in de huidige technologisch ontwikkelde samenleving en zouden we geen benul hebben van de geschiedenis, omdat kennis niet gecommuniceerd zou kunnen worden; we zouden moeilijk kunnen samenwerken en onze sociale banden zouden van een beperkte vorm zijn.
Behalve als middel om kennis, gedachtes en gevoelens uit te drukken en te communiceren kan de taal ook gebruikt worden voor indoctrinatie. Taalgebruik is vaak gekleurd en kan op misleidende manieren gebruikt worden. Een bepaald taalgebruik kan mensen zodanig misleiden dat ze een mening verkrijgen die geheel of gedeeltelijk gebaseerd is op gevoelens opgewekt door het taalgebruik op zich i.p.v. op een in de woorden uitgedrukte redenatie. Dit noem ik indoctrinatie. Indoctrinatie is in de taal vaak al impliciet aanwezig. Twee veel voorkomende vormen van deze indoctrinatie zijn: misleidende naamgeving en begrippen met een dubbele betekenis. De indoctrinatie, vaak op het vlak van politieke ideeën, vindt veelal plaats door opgewekte assocaties tussen woorden.
Misleidende naamgeving
Een bepaald begrip is vaak opgebouwd uit andere woorden die op zichzelf al een betekenis hebben. Doordat mensen het begrip associëren met de woorden waaruit het opgebouwd is kan de mening van mensen over het begrip beïnvloed worden. Soms klopt de betekenis die gesuggereerd wordt door de woorden apart niet met wat het complete begrip betekent. Als er onterecht iets moois wordt gesuggereerd spreken we van een eufemisme. Er kan ook onterecht iets slechts worden gesuggereerd, maar dat komt minder vaak voor. Ik geef van dit laatste één voorbeeld:
de belastingen oplichten Oplichting betekent een ander door middel van liegen geld of iets anders afhandig maken. Met “de belastingen oplichten” wordt bedoeld: minder belasting betalen dan volgens de wet verplicht (met of zonder liegen). Er wordt onterecht gesuggereerd dat iemand die belasting ontduikt iets van een ander heeft afgepakt.
Een aantal voorbeelden van eufemismen:
socialist
Deze term verwijst naar het woord sociaal. Met sociaal wordt bedoeld: aardig zijn tegen anderen. Met socialist wordt bedoeld: iemand die voor hoge belastingen, veel overheidsuitgaven en inkomensherverdeling is. Ten eerste wordt gesuggereerd dat een socialist een aardig iemand is en dat een niet-socialist dit niet is. Maar dat hoeft niet het geval te zijn. Een socialist kan best naar zijn tegenover zijn omgeving, terwijl een kapitalist een vriendelijk persoon kan zijn. Ten tweede wordt gesuggereerd dat een socialist aardig is omdat hij een ander veel uitkering en subsidie gunt, terwijl een kapitalist onaardig is omdat zij dit niet doet. Maar je kan het net zo goed andersom bekijken en zeggen dat een kapitalist aardig is omdat ze een ander gunt om weinig belasting te hoeven betalen en een socialist onaardig is omdat hij dit niet doet.
democratie
Afgaand op de oud-Griekse basis van het woord betekent democratie letterlijk: het volk regeert. De indruk wordt gewekt dat de leden van het volk vrij zijn omdat ze zichzelf regeren. In werkelijkheid is het volk niet homogeen en kan het volk dus niet als geheel een beslissing over zichzelf nemen. Democratie betekent dat bij elke kwestie de meerderheid van het volk of van de “volksvertegenwoordigers” het regeringsbeleid bepaalt, terwijl de minderheid niet voor dit beleid kiest. De term democratie leidt de aandacht af van het feit dat in dit systeem continu een deel van het volk zich neer moet leggen bij beslissingen van anderen i.p.v. dat ze zichzelf mogen regeren.
dienstweigering
Als iemand militaire diensplicht weigert en in plaats daarvan vervangende diensplicht gaat doen wordt dit dienstweigering genoemd. Dit suggereert dat de diensplicht niet zo’n erge vrijheidsaantasing is, omdat je hem zou kunnen weigeren. Maar in zekere zin mag je helemaal niet dienstweigeren, maar is de dienst verplicht terwijl je alleen maar mag kiezen tussen de militaire en de vervangende dienstplicht. Letterlijke dienstweigering zou betekenen dat je zowel de militaire als de vervangende dienstplicht weigert.
vrije verkiezingen
Deze term kan worden geassocieerd met het woord vrijheid. De suggestie wordt gewekt dat er in een systeem van vrije verkiezingen vrijheid heerst. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Er is geen reden dat een parlement gebaseerd op verkiezingen niet voor wetten kan zorgen die de vrijheid van mensen op allelei manieren inperken. Met vrije verkiezingen wordt wellicht gedoeld op het feit dat iedereen een partij mag oprichten en meedoen. De term “open verkiezingen” zou dan volgens mij beter zijn.
het algemeen belang
Zeggen dat iets in het algemeen belang is is de oudste truc die er bestaat om een bepaald politiek beleid te verdedigen. Het suggereert dat het beleid in ieders belang is of ten minste in het belang van de meerderheid. Meestal betekent het algemeen belang echter: mijn groep ten koste van jouw groep.
eerlijke inkomensverdeling
Hiermee wordt altijd bedoeld: een gelijke inkomensverdeling of een niet al te ongelijke inkomens- verdeling. In dit begrip ligt een waardeoordeel opgesloten, namelijk dat gedwongen inkomensherverdeling met het oogpunt om inkomens gelijker te maken eerlijk is en dus rechtvaardig. recht op gezondheidszorg
Het systeem dat uit dit idee volgt leidt er aan de ene kant toe dat mensen recht op de gezondheidszorg van de overheid hebben en aan de andere kant dat mensen via belastingen verplicht zijn om de gezondheidszorg van de overheid voor zichzelf en anderen te kopen. “Recht op gezondheidszorg” kan dus net zo goed “betalingsplicht voor gezondheidszorg” worden genoemd en de gebruikte terminologie is misleidend omdat het alleen aandacht schenkt aan het rechtsgedeelte van het systeem en niet aan het plichtsgedeelte.
broodje gezond
Een etenswaar aangeduid met deze naam zal door velen als gezond voedsel gezien worden, nog voordat ze weten wat de ingrediënten zijn.
bij aankoop van een fles wijn van een tientje krijgt u een glas gratis
De suggestie is dat je een glas voor niets krijgt. Maar dat is niet waar. Als je het glas wil hebben moet je er een tientje voor betalen (en dan krijg je een fles wijn gratis).
begrippen met een dubbele betekenis
In het Nederlands zijn er veel woorden die twee of meer betekenissen hebben. Moe kan bijvoorbeeld slaperig betekenen of moeder. Zat betekent genoeg, ergens flauw van zijn, dronken, of de verleden tijd van zitten. Sommige begrippen worden door mensen gebruikt om naar twee verschillende dingen te verwijzen op zodanige manier dat indoctrinatie kan optreden. Stel dat begrip X soms wordt gebruikt om a te betekenen en soms om b te betekenen. Betekenis a wordt geassocieerd met X en X wordt geassocieerd met b. Indirect worden a en b met elkaar geassocieerd. Mensen kunnen misleid worden op drie manieren. Ten eerste kan er de suggestie van gelijkheid optreden. Omdat a en b met elkaar geassocieerd worden, kan men foutief de conclusie trekken dat a en b hetzelfde zijn en op die onlogica dan een mening baseren. Ten tweede kan er de suggestie van een eigenschap optreden. Bijvoorbeeld: a is iets slechts, a wordt geassocieerd met b en dus denkt men dat b ook slecht is zonder te bekijken wat b eigenlijk is. Ten derde is er door de associatie tussen a en b de suggestie dat a en b altijd samengaan. En dit kan ook weer tot een mening leiden die niet op correcte redenatie gebaseerd is.
Een aantal voorbeelden van begrippen met een dubbelee betekenis:
rechts
a.fascistisch
b.pro vrije markt
Fascisme en vrije markt worden allebei door de term rechts aangeduidt en worden daardoor met elkaar geassocieerd. Omdat fascisme door de meesten als slecht gezien wordt zullen velen automatisch ook aanvoelen dat vrije markt slecht is, zonder daarvoor een duidelijk argument te hebben. Er is dus sprake van de suggestie van een eigenschap. Bovendien is hier sprake van de suggestie van samengaan. Als men denkt dat het politieke spectrum alleen bestaat uit de schaal links/rechts, kan men er bewust of onbewust van uitgaan dat je moet kiezen tussen fascisme gecombineerd met een vrije markt en niet-fascisme gecombineerd met een niet-vrije markt. Men wijst dan de vrije markt af alleen maar op basis van het feit dat men het gevoel heeft dat vrije markt samengaat met fascisme.
vrije markt
a.vrije ruil van goederen en diensten
b.vrijheid om goederen te produceren op een milieuvervuilende manier
Omdat milieuvervuilende productie als slecht gezien wordt trekt men de conclusie dat de vrije markt beperkt moet worden om het milieu te beschermen. Vervolgens gooit men ruil en productie- methode op één hoop en denkt men onterecht dat het milieu- argument aantoont dat niet alleen regels voor schone productie, maar ook nog regels voor het beperken van ruil gelegitimeerd zijn.
vrijheid
a.ieder mens is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil zolang hij/zij een ander geen schade berokkent
b.het recht van de sterkste
Iemand die vrijheid propageert als een rechtsorde waarin iedereen over zichzelf mag beschikken (maar een ander geen kwaad mag doen) kan worden tegengeworpen dat sommige mensen als ze worden vrijgelaten hun medemensen kwaad gaan doen, omdat onder vrijheid het recht van de sterkste zou gelden. De suggestie is dat het propageren van het zelfbeschikkingsrecht tegerlijkertijd een propageren van het recht van de sterkste inhoudt. Dit is onterecht vooral als men inziet dat het propageren van zelfbeschikkingsrecht juist het propageren is van een rechtsorde die mensen beschermd tegen gewelddadige mensen en dus juist het omgekeerde is van het streven naar het recht van de sterkste.
misdaad
a.een ander bestelen, oplichten, of op een andere manier tegen iemand geweld beginnen
b.geweldloze vrijwillige ruil tussen mensen die in strijd met de wet is, zoals drugs dealen
Omdat bijvoorbeeld het dealen van drugs een misdaad wordt genoemd, kan men geneigd zijn het gevoel te krijgen dat dat een activiteit is die een ander tegen zijn/haar wil kwaad doet net als bijvoorbeeld diefstal. Dat is echter niet zo. Er is hier sprake van de suggestie van gelijkheid.
anarchie
a.een samenleving zonder staat
b.chaos
Mensen zullen denken dat de staat noodzakelijk is, omdat ze denken dat anarchie automatisch chaos inhoudt alleen maar omdat de term anarchie ook weleens in de zin van chaos gebruikt wordt, en niet omdat ze ook kunnen beredeneren dat anarchie tot chaos leidt.
uitbuiting
a.Een ander met geweld arbeid of geld afhandig maken
b.Een op vrijwilligheid gebaseerde ruil van arbeid voor geld
Men kan onterecht denken dat b ongeveer net zoiets is als a.
solidair
a.een ander vrijwillig geld geven
b.arbeiders verplichten via belastingen en premies mee te betalen aan sociale verzekeringsprogramma’s
Omdat men a goed vindt is en men geneigd is te denken dat b net zoiets is als a, zal men geneigd zijn te concluderen dat b ook goed is.
zelfbeschikkingsrecht
a.een individu mag over zichzelf beschikken
b.een volk mag over zichzelf beschikken – wat betekent dat de machthebbers in een geografisch gebied leden zijn van het volk dat er woont
Er wordt onterecht gesuggereerd dat als je buitenlandse regeerders vervangen worden door regeerders uit je eigen volk dat je daarmee automatisch ook individueel zelfbeschikkingsrecht verkrijgt.
dwang
a.een ander met geweldsdreiging ergens toe dwingen
b.in omstandigheden het beste alternatief kiezen
Een marxist kan zeggen dat arbeiders gedwongen zijn om voor kapitalisten te werken om geld te krijgen om te kunnen leven. Onterecht wordt het gevoel bij mensen opgewekt dat het aanbieden van een baan net zoiets is als iemand met geweldsdreiging ergens toe dwingen.
Ik heb met deze voorbeelden willen duidelijk maken hoe misleidend de taal kan werken. Wees hier bewust van en sub- stitueer op associaties gebaseerde emoties niet voor redenatie. En weest op Uw hoede voor mensen die beweren dat ieder mens recht heeft op een banaan. Want je kan nooit recht hebben op iets dat krom is.